NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. IN HET VUUR. No. 39. Woensdag 14 Mei 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. FEUILLETON. 1MERSF00RTSCHE COÜBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Overlijden van den Stichter van „Artis." Amsterdam heeft Vrijdagavond een zijner meest geachte en bekende burgers, een der mannen waaraan het 't meest te danken heeft, door den dood verloren. Dr. Gerardus Frederik Westerman, de stichter van het Genootschap Natura Artis Magistra, de man, aan wien Am sterdam en Nederland den wereldberoem- den Artis danken, is Vrijdagavond na een kortstondig lijden, op bijna 83jarigen leeftijd overleden. Den 8en December i807 in Amsterdam geboren, vestigde hij zich daar later als boekverkooper. Reeds als knaap beoefende hij de dierkunde en legde in zijn vrijen tijd een verzameling van uitheemsche vogels aan, en zoo kwam hij op het denkbeeld om in navolging van 't geen reeds in het buitenland bestond, ook hior ter stede een dierentuin aan te leggen. Hij wendde zich op 29 April 1836 tot Koning Willem I om steun lot oprich ting van een diergaarde, een plan, waarop de toenmalige burgemeester aldaar, Cra mer, een ongunstig advies meende te moeten geven, daar de vrees voor wilde beesten nog groot was in die dagen. Doch Westerman liet zich daardoor niet afschrikken. Toen kwam hij in aan raking met een verzamelaar Reindert Draak, die een uitgebreide verzameling zoogdieren, vogels, enz. had geprepareerd en bewaard op den zolder van liet Bur gerweeshuis, waarvan hij suppoost was. Zoo ontstond in de Plantage in 1837 het zoölogisch museum van Draak. Later in 1838, kocht Westerman met de hee- ren J. W. H Werleman en J. J Wijs muller, in de Middellaan den tuin Mid denhof, om daar een sociëteit op te rich ten tot het bevorderen der kennis van de Natuurlijke Historie. Die verzameling breidde men steeds uit, tot men latei voor f34000 de reizende menagerie kocht van Coinelin van Aken, die den grondslag vormde van het Artis van deze dagen. Het genootschap kreeg allengs vele schenkingen en de bloei van den tuin nam steeds toe en in 1843 was de heer Westerman alleen directeur. Wat de heer Westerman gedaan heeft in de jaren, dat hij het directeurschap bekleedde, behoeft hier niet herhaald. Men weet, dat Artis thans is een tuin van 10 bunders grootte met de rijkste verzameling planten en dieren, met een fraai museum van natuurlijke historie, met een aquarium, dat in het buitenland bijna zijn weerga niet vindt. Dat alles dankt Amsterdam aan den thans overleden stichter. Het gouden feest van zijn directeur schap heeft hij mogen beleven 't ligt ons nog versch in 't geheugen, hoe dat feest nu juist twee jaar geleden op den len, 2en en 3den Mei 1888 werd gevierd, hoe de stichter toen te recht werd gehuldigd. Tot zijn dood toe is Westerman wer kende geweest voor de stichting, die hij had zien geboren worden, waaraan hij werkte dag en nacht, zonder zich maar 't minst op den voorgrond te stel len. Want hij was de eenvoud in per soon, een man, die voor ieder een vrien delijk woord over had. De lieer weslerman was Ridder van den Nederlandschen Leeuw; de Hertoge lijke Saksische Huisorde van Ernest; van de le klasse der orde van Philips den Grootmoedige van Hessen-Darmstad van de Oide van Wasa van Zweden. Dat deze man beschikte over een on beschrijfelijke werkkracht, blijkt wel daaruit, dat hij naast zijn toch reeds om vangrijke taak van directeur van Artis, voorzitter was van het bestuur der Am- sterdamsche Omnibus-Maatschappij, be stuurslid van de tuinbouwschool «Amster dam", van de naamlooze vennootschap «Begrafenis-Vereeniging", van «liet ge nootschap ter bevordering der koepok inenting voor minvermogenden", en geen der betrekkingen beschouwde hij als een «sinécure", want overal was zijn helder ziende geest werkzaam in het 't belang der zaak, die hij voorstond. De hoofdstad des lands, geheel Neder land zal de nagedachtenis van dien edelen burger, dien warmen Nederlander, in dankbaar aandenken houden. Amsterd. Courant. De met rang van luitenant-generaal gepensioneerde generaal-majoor jhr. A. R. J. Klerck is eervol ontheven als lid en voorzitter der vaste commissie, door welke de examens van onderofficieren ter verkrijging van den officiersrang worden afgenomen, en zulks onder dankbetuiging voor de in die betrekking door hem be wezen diensten. Tot lid en voorzitter dier commissie is benoemd de generaal-majoor J. N. A. baron Taets van Amerongen, commandant der 1. divisie infanterie, waarnemend gouverneur der residentie. De Minister van Oorlog heeft, naar het Sportbl. verneemt, de som van f 600 aan de Militaire Sportvereeniging toege zegd en f150 voor ieder der drie regi menten huzaren, om te besteden in het belang van het jacht- en terreinrijden der officieren. Aan mr. L. W. C. Iveuchenius zal het eereblijk, waarvoor de Standaard indertijd eene inschrijving opende, op 20 Mei worden aangeboden. Het zal bestaan in eene buste van Groen van Prinsterer en in werken over geschiedenis en letter kunde. Naar de Stand, verneemt, is jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman, adj.- comraies aan het departement van bin- nenlandsche zaken, door de Transvaal- sche regeering uitgenoodigd, als hoog leeraar aan de te Pretoria op te richten universiteit op te treden. De enquête-commissie zal spoedig hare werkzaamheden beginnen. Overeen komstig de bepalingen der wet heeft zij zich in drie commissiën gesplitst. Van een der commissiën is de heer Rochus- sen algemeen voorzitter, van rechtswege president, terwijl de andere afdeelingen respectievelijk zullen gepresideerd worden door de heeren Kerdijk en Veegens. Naar men aan het N. v. N mede deelt, worden door eenige belangstellen de heeren pogingen aangewend om het pensioen van den gepensionneerden kapi tein van het Indische leger Willink Ket- jen in kapitaal om te zetten, waarmede genoemde heer naar Californië zal emi- greeren. Het besluit van den gemeenteraad van Venlo, van 23 April jl., houdende vaststelling der verordening, waarbij het houden van bordeelen binnen die ge meente wordt verboden, is door ged. staten goedgekeurd, en de verordening daarop afgekondigd. De verordening be paalde o. a., dat alle huizen, welke door den burgemeester verdacht worden, ten allen tijde, ondanks de bewoners, toe gankelijk moeten zijn voor de dienaren der plaatselijke politie en nachtwakers, op straffe van ten hoogsten f25 boete voor dengeen, die weigert, of nalatig blijft, om aan gemelde ambtenaren vrijen toegang te verleenen. Het comité van voorbereiding voor de stichting van een stadsschouwburg te Amsterdam bericht, dat de inschrijvingen op de geldleening het vereischte bedrag op verre na niet hebben bereikt. De in schrijving is opnieuw opengesteld op Maandag 19 Mei, van 104 uur in het gebouw der Maatschappij tot nut van 't Algemeen, terwijl tot dien datum ook inschrijvingen worden aangenomen ten kantore van den secretaris, Keizersgracht 582. Uitdrukkelijk verklaart het comité, Hof clooKfc Lö rtloolcinr» Hor rroKoolo f900.000 het voorgestelde doel kan wor den bereikt. De heer N. de Haas, stations- adsistent 2e kl. bij de Staatsspoorwegen te Eindhoven, zal 2 Juni a.s. zijn zilveren feest als spoorwegambtenaar herdenken. De Haas trad 2 Juni 1865 als leerling conducteur bij de Staalsspoorwegmaat- schappij in dienst en heeft het door ijverige plichtsbetrachting tot zijne tegen woordige betrekking gebracht. De tweedaagsche retourkaarten op den Ned. Rijnspoorweg, welke worden afgegeven op 24 en 25 Mei a.s., zullen voor de terugreis geldig zijn tot en met 27 Mei d. a. v. Door de haringtrekkers werd eer gisteren aan de Texelsche kust ruim 200,000 stuks ansjovis gevangen, welke aan de markt te Helder zijn afgeslagen voor f3,60 a f3,80 per 1000 stuks; door den grooten aanvoer zijn de prijzen bui tengewoon laag. Leger des Heils. Zondag was er eene feestelijke stemming onder de sol daten van bét Amsterdamsche Leger des Heils. En geen wonder. Niemand minder toch dan generaal Booth, de stichter dezer godsdienstige secte, bevond zich in huu midden en het valt niet te betwij felen of hij zal tevreden geweest zijn over de ontvangst, die hem van zijne «dapperen" is ten deel gevallen. Hij zal de zekerheid gekregen hebben, dat het Leger des Heils de vrucht van zijn godsdienstig denken Amsterdam vele aanhangers heeft verworven, en dat al zijn soldaten een groote mate van toe wijding betoonen tot het zedelijk werk, dat zij zich, krachtens hun lidmaatschap, tot taak hebben gesteld: het redden van zich zelve en het medehelpen ter redding van anderen. Generaal Booth leidde drie bijeenkom sten in Frascati, des morgens om half elf, 's middags om 3 uur en 's avonds om 7 uur. Het onderwerp zijner reden was: «De godsdienst van Jezus Christus." De in grooten getale opgekomenen, waaronder ook vele niet-soldaten, volgden met ge heele aandacht de woorden van den ge neraal, die door een der Amsterdamsche De toespraak werd afgewisseld,^"vooraf gegaan en gevolgd door de gewone ge zangen, waarbij ook een paar solo's wer den ten gehoore gebracht. Zaterdagnacht is te Schiedam in braak gepleegd in het kantoor van de graanfactors, de heeren Zoetmulder Co. Toen de politie te 12 uur aldaar voorbij kwam, ontdekte zij, dat de deur van het. kantoor openstond. De agent van politie le klasse H. A. Eijkelbaan daarop den gang ingaande, zag zich voor het geo pende luik van de kantoordeur (de deur zelve was gesloten) onmiddellijk geplaatst voor een van de inbrekers, die hem met het geladen pistool op de borst dreigde, wanneer hij alarm mocht maken. De agent trok aanstonds zijn sabel en in den donker in het wilde met dat wa pen door het luik stekende, wist hij de inbrekers van zich af te houden. De an dere agent, die Eijkelbaan vergezelde, seinde inmiddels om hulp, die weldra van verschillende kanten kwam opdagen. Daar de agent E. voor de deur bleef staan, konden de inbrekers niet vluchten. Toen voldoende politiemacht versterkt door de hulp van eenige burgers, tegenwoordig was, opende rnen de kantoordeur en vond men, diep verscholen onder en achter de lessenaars, twee personen. Blijkbaar geen uilkomst meer ziende, Naar het Zweedscli, VAN M. BOOS. (3) Te Stockholm terug gekeerd, werd hij onmiddellijk in de aanzienlijkste kringen opgenomen en een paar jaren lang leidde hij het vrij stormachtig leven, van een rijk jongman. Toen had hij zijne tegenwoordige vrouw, een achttienjarig meisje, dat pas in de groote wereld was gepresenteerd en dat door hare buitengewone schoonheid zeer veel opgang maakte, ontmoet. Terstond maakte een hevige hartstocht voor het mooie blondinetje zich van hem meester en na een zeer korte kennismaking deed hij zijn huwelijksaanzoek. Zijne vrienden waarschuwden hem, en somtijds hoorde hij ook in zijn eigen binnenste eene waarschuwende stem, maar hij luisterde er niet naarhij had maar één gevoel, dat alles over stemde; hij moest haar bezitten. Zijn jong bloed was warm en veeleischend wel had hij zich aan de genietingen des levens overgegeven, maar nooit in die mate dat hij er een afkeer van had gekregen. Hij was nog niet «geblaseerd", zooals som mige zijner vriendenintegendeel, het verledene scheen zijne gevoelens juist te prikkelen en hem op te winden. Als Bertha een meisje van minderen stand ware geweest, waarschijnlijk zou hij haar dan tot zijne minnares hebben gemaakt en de wetenschap dat zijne liefde geheel vrij was, zou deze misschien jaren lang hebben doen stand houden. Thans echter moest hij haar tot zijne echtge- noote maken haar zijn geheele leven schenken, met al zijne droomen en ge dachten en daarbij tot de ontdekking of althans tot het vermoeden komen, dat zij hem niet begreep. Zijn liefde begon reeds te kwijnen nog eer zij haar doel had bereikt, en toch moest hij volhou den. Hij zou er misschien toe zijn gekomen zich terug te trekken als Bertha's liefde voor hem, in hevigheid en wilskracht de zijne niet had overtroffen. Het bewustzijn hiervan bekoelde zijn hartstocht en trok hem tot haar aan, tegelijkertijd. Zij was op hem verliefd op haar eigene jaloersche wijze; zij bewonderde zijne schoonheid en zijne fijne manieren, maar zijn muzikaal talent was haar van den begin af een onuitsprekelijke bron van erger nis. Zij kon het niet uitstaan, dat daar een terrein bestond waarop zij hem niet vermocht te volgen, waar zij moest zien dat anderen dan zij hem bezielden en daarom vatte zij, misschien onbewust, het zelf zuchtig voornemen op, hem zachtkens aan van dat gebied af te leiden. In hun engagementstijd was alles zon neschijn en geluk. Melcher studeerde har monie in de vormen eener schoone vrouw en las de bekoorlijkste minneliederen in een paar smachtende, donkerblauwe oogen en in die dagen vergat hij alle andere muziek. Bertha ging zeer staatkundig te werk. Zij trok hem zoo geleidelijk van zijne vroegere muzikale vrienden af, dat hij het zelfs nauwelijks bemerkte, welk eene groote verandering in zijn leven had plaats gegrepenalleen het vreemde gevoel van ledigheid en van eene namelooze onvol daanheid maakte zich soms van hern meester, waarvoor hij geen reden wist te bedenken. Tusschenbeiden speelde hij wel eens iets voor haar en daar was zij be- zonder op gesteld, als het niet te lang duurde en dan ging zij naast hem zitten eii dan moest hij haar onafgebroken aan zien, zoodat zij bepaald het gevoel kreeg, dat hij voor haar speelde. Eens had het toeval gewild, dat hij op eene soirée een duo zong met eene dame, met wie hij voorheen vaak muziek had gemaakt maar hij deed dit nooit weer gedu rende hun ganschen engagementstijd. De eerste maanden van zijn huwelijk was Melcher een gelukkig en oplettend echtgenoot. Geen stribbelingen kwamen voor, geen wanklank werd gehoord; maar ook de muziek was uit het jonge huis houden verbannen en de piano was en bleef gesloten. Langzamerhand had Bertha die wonderbare macht over haar echtge noot weten te verkrijgen, die de vrouw soms over den man heeft en die hem doorgaans laf maakt en hem alle weer standsvermogen ontneemt. Hij kon het niet verdragen haar verdrietig te zien hij was bepaald hang om die bewuste knorrige uitdrukking op haar gelaat te voorschijn te roepen, die haar zoo leelijk stond en daarom voegde hij zich gedul dig in hare luimen, gehoorzaamde hare wenschen en koesterde daarbij in zijn hart de stille hoop, dat zooveel liefde en zooveel toewijding ten laatste daardoor zou worden beloond, dat zij in het ver volg ook zou leeren aan zijne wenschen gehoor te geven. Maar die belooning liet zeer lang op zich wachten. Zoodra hij slechts eene toespeling op éen zijner muzikale kennissen maakte, of van een plan repte zijne muziek weer op te vatten, zag hij dadelijk een wolk op het voorhoofd zijner vrouw waarschuwend optrekken en als hij zich eens had laten verleiden, om langer dan een uur aan de piano te blijven zitten, dan kon hij er vast op rekenen, dat de kus die hij Bertha daarna gaf, minder warm dan an ders werd beantwoord. Inmiddels had zijn naar muziek dorstend gemoed niet langer genoeg aan zulke surrogaten als minne liederen in een paar schoone vrouwen- oogen. Hij gevoelde er behoefte aan zijne vorige gewoonten wederom op te vatten, hij moest weer eens degtlijke muziek roDdom zich hebben en op den avond toen wij hem voor het beeld van Sapho hoorden spelen, had hij drie volle uren aan den vleugel doorgebracht en, in zijne fantasiën verdiept, had hij zijne vrouw met haar verdrietig gelaat en onverschil lige kussen totaal vergeten. Maar op dezen avond volgden verschei dene dagen zonder dat hij de piano open deed. Bertha's meer dan gewone onvrien delijkheid had hem inderdaad gegriefd en voor het eerst sedeit zijn huwelijk gaf hij zich aan het gevoel van neerslachtig-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1