NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. No. 43. Woensdag 28 Mei 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOEIVSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. 18 JUNI 1890. FEUILLETON. IN HET VUUR. AMEBSFOOBTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIEN! Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bruin Brood. In het «Radicaal Weekblad" schrijft Dr. F. R- Allinson over bruin brood het vol gende «Wanneer men mij raadpleegt over on gesteldheden, schrijf ik dikwijls het ge bruik van bruin brood voor. Wat versta ik door bruin brood, en waarom raad ik er het gebruik van aan? Door bruin brood versta ik brood van ongebuild tarwemeel, d. w. z., het graan moet gemalen en tot brood bereid worden, zonder er de zeme len uit te verwijderen. De redenen waar om men het graan moet gebruiken met al de stolïen waaruit het bestaat, zijn vele. De tarwekorrel bestaat uit een meelach tige kern, omhuld door een bruin vhesje. De omhulsels worden zemelen genoemd, en van de kern wordt het witte meel ge maakt. Zemelen bestaan uit niet voeden de, houtachtige vezels, en bevatten de meeste mineraio bestanddeelen van het koren, zooals phosphaten, ijzer, enz. Vlak onder het omhulsel bevindt zich een laag cellen, grootendeels beslaande uit de stik- stothoudende stoffen van het graan. Wan neer wij nu de zemelen verwijderen, dan gaan deze stoffen, evenals de minerale bestanddeelen verloren. Het gevolg hiervan is, dat wanneer men wittebrood gebruikt, men een voedsel tot zich neemt dat niet genoeg minerale be standdeelen en vleeschmakende stoffen be vat, en men zich dus onvoldoende voedt. Daardoor verliezen wij spoedig onze tan den, de kinderen zijn onderhevig aan Engelsche ziekte en wij worden niet ver zadigd. Moeders, die hunne kinderen zoogen, moeten altoos bruin brood eten, aangezien dit de vorming van tanden en beenderen bevordert. Engelsche ziekte ontstaat uit gebrek aan kalkzouten in het bloed en kan alleen genezen worden door bruin brood of havermeel. Door enkele toediening van kalkphosphaten wordt de kwaal niet weggenomen. Tengevolge van het verwijderen van de meeste stikstof- houdende stoffen, is het brood onvoldoen de voedzaam en zijn wij genoodzaakt eieren, kaas, vleesch of peulvruchten te gebruiken, willen wij verzadigd raken. Men placht melk te beschouwen als een volmaakt voedsel en dat is het ook, maar voor jonge kinderen. Het volmaaktste voed sel voor een volwassen mensc-h is koren. De plantaardige stikstofverbindingen van hel koren dienen om de spieren op te bouwen, door de zouten worden beende ren en tanden gevormd, het meel geeft warmte en kracht en de zemelen bevorde- deren de werkzaamheid der ingewanden. Bruin brood en water bevatten alles, wat noodig is om het leven te onderhouden, ook bij iemand die hard werkt. Mensclien, die wittebrood eten, hebben dikwijls last van een onaangenaam flauw gevoel in de maag, orn dat gevoel te doen verdrijven, nemen zij dan hun toevlucht tot bier, wijn of spiritualiën, waardoor deze onaangena me gewaarwording voor een oogenblik wijkt. Indien zij bruin brood aten, dan zouden zij geen last hebbeo van dat ge voel, en zouden wij een matigvolk zijn Na deze behandeling van de scheikundige bestanddeelen der zemelen, gaan wij over tot het bespreken hunner mechanische werking. De zemelen, hoewel onverteerbaar, spe len toch een zeer belangrijke rol bij hel voedingsproces. Ten eerste verdeelen zij de voedende stoffen en maken daardoor de inwerking van het maagsap gemakke lijk, waardoor de voedende stoffen in op lossing moeten komen. Ten tweede nemen ze ruimte in de maag in, waardoor een overmatig gebruik van spijzen belet wordt. Evenzoo worden de dunne darmen door ben gevuld, hierdoor wordt de onwille keurige beweging der darmspieren aange zet, aldus de dageiijksche ontlasting be vorderende. Een groote plaag van dit land is haidlijvigheid, meestal ten gevol ge van het gebruik van wittebrood. Door verstopping ontstaan aambeien, aderspat ten, hoofdpijnen, gedruktheid, loomheid en andere kwalen. Volgens een oud spreekwoord zouden dokters en aannemers van begrafenissen het eens zijn. Als ik dat spreekwoord moest maken, dan zou ik zeggen, dat wij met de molenaars en bakkers een verbond gesloten hadden. Want indien er geen wittebrood bestond, dan zou onze hulp veel minder ingeroepen worden. In het begin dezer eeuw is men meel zonder ze melen gaan gebruiken en daardoor is het gebruik van geneesmiddelen zeer toegeno men. Die gezond wil blijven, ete geen wittebrood. Menschen, die aanleg hebben tot hardlijvigheid, moeten bruin brood nuttigen. De hardnekkigste gevallen wor den door dat middel alleen genezen. Kin deren moeten het altoos eten, daar het bijdraagt tot den groei der beenderen en gemakkelijke stoelgang bewerkt, daar in tegenovergesteld geval soms uitzetting van den endeldarm veroorzaakt wordt. Vol wassenen moeien het gebiuiken, daar het een middel is om open lijf te houden, waardoor het hoofd meer helder voor zijne bezigheden wordt. Ook voor oude men schen is het aan te bevelen, daar voor hen inspanning bij stoelgang een beroerte ten gevolge zou kunnen hebben. Niemand late het gebruik van bruin brood, omdat het minder lekker smaakt na eenigen tijd raakt men eraan ge wend en vindt men het wittebi ood flauw en smakeloos. Na het gezegde, hoop ik, dat wittebrood alleen gebruikt zal worden door onweten den en menschen, die niet te raden zijn. Bruin brood is eene lekkernij, die aan elke familie past. In elke huishouding behoort bruin brood te verschijnen. De leden der Tweede Kamer zijn tot hervatting der werkzaamheden bijeen geroepen tegen Dinsdag 3 Juli e. k., ten drie ure. Naar men meldt, is bij den Raad van State de regeeringsvoordracht inge komen tot herziening van de gemeentewet wet voor zoover de regeling der gemeente belastingen betreft. Een door den burgemeester van Schiedam ingediend belastingplan, dat na heftig verzet met kleine meerderheid in den raad aangenomen was, is door den minister van binnenlandsche zaken gewei gerd ter goedkeuring aan den Koning voor te dragen, als zijnde strijdig met de wet. Gedeputeerde Staten hadden hunne goedkeuring er reeds aan gehecht. Stand. Wijlen de heer H. P. G. Lüttge, onlangs te Amsterdam overleden, heeft de volgende legaten gemaakt: lo. een van f5000 zonder last en een van f 1000 onder zekeren last, beiden aan het evang. luthers diaconie-oudemannen-en vrouwen huis; 2. een van f5000, onder zekere bepaling, aan het evang. luthersch diaconie- weesbuis te Amsterdam. Reeds is medegedeeld, dat tegen mevrouw Bulkley een bevel van gevan genneming was uitgevaardigd; thans wordt aan de Zutph. Ct. geseind, dat deze dame werkelijk te Freiburg, in Breisgau, in hechtenis is genomen, wegens aanzet ting tot moord en aanhitsing tot laster. De chef de bureau bij de Staats spoorwegen, de heer E. Rosenveldt te Groningen, hoopt 26 Juli a.s. den dag te herdenken waarop hij voor 25 jaren in dienst dier maatschappij trad. Hij ving zijn loopbaan aan als stationschef 4e kl. te Laren. Evenals voor 25jarer. wenscht men ook thans den verjaardag van den slag bij Waterloo plechtig te herdenken. Te Brussel heeftzich eene commissie gevormd, die aan Duitschland, Engeland, Nederland en België een oproeping heeft gericht om deel te nemen aan een optocht naar het slagveld van Waterloo op den dag, waarop het 75 jaren is geleden, dat aan de willekeur van éen enkelen man, Na poleon, een einde werd gemaakt. «De val van den overweldiger," zoo leest men in de circulaire, schonk aan Europa eenen langen zegenrijken vredes tijd. Oorlogen, die meer dan twintig ja ren door Europa woedden en den men- schelijken bloedstroom vernielend deden golven, werden door den slag van Wa terloo gedempt. Na dien slag vloeiden de hulpbronnen van het menschelijk ge luk weder; de werktuigen van maat schappelijke verbeteringen werden ge schapen; de nationaliteiten verrezen; kunsten en wetenschappen verlichtten en stichtten hart en geest van het menschdom. Met erkentenis begeven wij ons dan naar het bloedig veld, waar de moedige helden rusten. Daar met vaderlandsche fierheid roepen wij: Eer aan hunne assche «En was de aarde hier eens trotsch, zoovele dapperen te dragen I" volgens het geestdriftig oord van den Empera- tor Napoleon. Wij juichen hier thans, broedervolken te samen: «Vrede den menschen van goeden wil Tot de gewone toeschouwers bij het exerceeren der recruten op het schut tersveld te Leiden, behoorde ook een zekere F., glazenmaker van beroep. Be halve de functie van toekijker oefende hij er ook hel baantje van «plaaggeest" bij uit, door de recruten als of ze nog niet genoeg gedrild werden op allerlei manieren te sarren en te plagen Zoo ook gisterenmorgentoen dreef hij echter zijn aardigheden zoo ver, dat hij een recruut tijdens den rustijd zijne politie muts van het hoofd nam en er mede aan den haal ging, achtervolgd door den eigenaar van dit kleedingstuk, die deze aardigheid alles behalve als zoodanig op nam. De recruut bleef in dezen wedloop langs de Singelgracht overwinnaar, doch daar de glazenmaker de politiemuts niet goedschiks wilde overgeven, had er eene hevige worsteling plaats, waarbij de vech tenden de glooiing af- en in het water tuimelden. Hier werd het gevecht steeds voortgezet. Al verder verwijderden zij zich van den kant en kwamen in het diepe gedeelte van het water terrecht. De glazenmaker legde het er blijkbaar op toe zijne tegenpartij met het hoofd onder water te houden. Het duurde niet lang of een viertal soldaten was toege schoten en had zich te water begeven, om hun kameraad u't de handen van den woesteling te verlossen, hetgeen hun gelukte. Meer dood dan levend weid hij aan "wal gebracht en na zorgvuldige behandeling kreeg hij zijn bewustzijn te rug. Inmiddels was de glazenmaker. verdronken. De man moet in den laatsten Hjd niet wel bij het hoofd geweest zijn. Te Stadskanaal zag een schipper iets in het water drijven, greep er naar met den haak en haalde een ruim tweejarig meisje op. De drenkelinge was geheel blauw en gaf geen teeken van leven meer. Alle pogingen weiden aangewend, maar vruchteloos, het kind werd voor dood neergelegd. Toen kwam er zekere werkman, Lammert Vos, uit de glasfa briek te Nieuwbuinen, voorbij deze greep het kind, hing 't met de beenen op zijn rug, liep er eenigen tijd mee op en neer zoo hard hij loopen kon, tot er eindelijk vrij wat bloed los kwam en daarna een massa water. Het kind is door dit middel weer springlevendig geworden, terwijl 't reeds het vierde kind is, dat Vos op deze wijze van een anders vrij wissen dood heeft gered. Naar het Zweedsch, VAN M. ROOS. 7) Maarzijne vadervreugde was slechts kort van duur. Het kind werd een paar maan den te vroeg geboren en leefde nauwe lijks lang genoeg om den nooddoop te kunnen ontvangen. Melcher was innig bedroefd. Soms scheen hem het leven inderdaad eene onmoge lijkheid te zijn geworden. De hoop een kind te zullen hebben, dat hij mocht lief hebben met al wat in hem was, had een lichtstraal op zijn onbeduidend levens pad geworpen en thans scheen de duis ternis om en in hem dubbel donker en somber. Na de geboorte en het sterven van haar kind was Bertha ziekelijk geworden. De dokters raadden een sanatorium in het Noorden aan en zoodra de lente voorbij wassen de zomerwarmte de lucht hier dru "_nd maakte, werd de reis naar Noorwegen ondernomen. Melcher was de vriendelijkste, oplet- tendste echtgenoot, dien men zich kan voorstellen. Hij pasle zijne vrouw zoo zorgvuldig op als eene moeder haar kind zou doen; hij bezorgde persoonlijk haar recepten en nam de uren van innemen stipt in acht; hij tilde haar op, droeg haar van de éene kamer naar de andere, of in den tuin en verdroeg al hare luimen en kuren met onuitputtelijk geduld. Maar bij dit alles had hij soms een gevoel, zoo ontzettend en drukkend, alsof er iets in zijne omgeving barsten en hem lucht verschaffen moest. Zoo meedogen loos hield het leven hem gekluisterd. De reis liep goed af, Bertha sliep bijna den geheelen tijd op een zacht bed in een waggon 1ste klasse. Bij de aankomst was zij echter zóó vermoeid, dat zij verschei dene dagen haar bed niet kon verlaten. Toen zij daarna opkwam en uitging, her stelde zij spoedig, dank zij de zachte at mosfeer met de versterkende dennengeur der bosschen gepaard. De lange, zonnige voormiddagen die zij in haar hangmat in het park liggende doorbracht, terwijl Melcher naast haar zat en haar iels voor las, werkten gunstig op haar zenuwgestel en maakten haar gelijk matigervan humeur. De gasten op de plaats bestonden voor een groot gedeelte uit Denen en Noren, maar er waren een paar Zweedsche fa milies die de Rijnings kenden. Natuurlijk verkeerde men veel met elkander. Uitstap jes werden tezamen gemaakt; heuvels werden tezamen beklommen om van de verrukkelijke vergezichten te genieten en men noodigde elkander, over en weer op de koffie. Overigens was het gezellig verkeer on der de gasten van weinig beteekenis. Nu en dan was er muziek in de societeitszaal een enkele maal werd er een bal gege ven, waarbij zeer veel dames en zeer weinig heeren het kenmerkende waren maar aan deze bijeenkomsten namen de Rjjnings nooit deel. Melcher had zelfs niets eens de piano in de groote zaal geprobeerd. Soms had hij onder het lezen der dagbladen in de aangrenzende kamer wel eens in de salon hooren zingen of spelen, maar dan was hij onmiddelijk heengegaan. Het muziek- maken van ongëoefenden kwelde hem thans nog meer dan vroeger. Het was vreemd, maar in dezen langen tijd van onthouding was zijn oor nog gevoeliger, zijn smaak nog fijner geworden. Er heerschte eene onuitstaanbare traag heid over zijn geheele wezen. Hij ver pleegde zijne vrouw! hij las voor haar; hij praatte met den dokter en gaapte daarbij uit verveling; soms kon hij niet meer ophouden te gapen. Tegen den avond, als Bertha sliep, ging hij alleen uit. Dan kon hij uren achter één bij den waterval, die dicht bij het Kürhaüs lag, zitten luisteren naar het ééntonig ruischen en in de schuimende golven zitten te staren. De waterval was de éenige muziek die hij niet vermeed. Op een avond, in het midden van Augustus, kwam hij van zijn gewone wandeling terug toen hij in de groote societeitszaal muziek hoorde maken. Aan stonds ontdekte zijn scherp gehoor, dat dit geen alledaagsch pianospel was. Hij kon slechts enkele akkoorden duidelijk onderscheiden rnaar dit weinig was vol doende om zijn opmerkzaamheid gaande te maken. Hij nam op de bank voor het huis plaats en luisterde. Beethovens «Maneschijnsonate" werd gespeeld. Maar hoe! Met een wonderbare gedempte rust; niet het minste rubato in de maatenkel waar de snijdende dissonanten de kalmte van het toonstuk verbreken, kwam er iets meer beweging in het spel alsof men tot onderdrukt snikken werd ontroerd. De muziek stemde op een geheel eigen aardige wijze overeen met de natuur, die Melcher omgaf. De stilte van den avond; de boschbegroeide dalen en de zacht glooiende en rijzende heuvels; en ver ver aar, den horizon de blauwachtige, don kere rotsenalles werd in die tonen weergegeven bij een zacht, tot weemoed stemmend maanlicht. Op de sonate volgde eene phanlasie in dezelfde sombere, hartstochtelijke tonen, welke echter al naarmate de schemering in duisternis overging tot eene angst wekkende woestheid werd. Nooit had Melcher eene uitvoering gehoord, die hem zoo geweldig, zoo onwederstaan- baar had medegesleept. Hij zat onbeweeg lijk, achterover geleund, met zijne armen op de leuning der bank en met zijne oogen op de wolken gericht. Zachtkens vielen zijne oogleden neerhet tegenwoor dige verdween en zijne ziel genoot van eene wereld vol schoonheid en harmonie. Toen de mnziek zweeg sprong hij plotse ling op, alsof iemand hem een slag had gegeven. De stilte gaf hem den indruk van eene onuitsprekelijke leègte. Het kostte hem de grootste inspanning zijne ge dachten weder tot de werkelijkheid terug te roepen. Daar hoorde hij beweging en voetstap pen in het salon. Instinctmatig snelde hij de trappen op en deed hij de deur open. Het was halfdonker hierbinnen, hij zag verscheidene toehoorders, maar wie het waren kon hij niet zien. De dame die ge speeld had stond bij de piano; de lesse naar was neergeklept en zij was bezig

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1