NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. binnenland. IN HET VUUR. No. 48. Zaterdag 14 Juni 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\ ZATERDAG. Vrijwilligers. FEUILLETON. AMEBSFOORTSCHE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. ingezonden stukken en berichten intczendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 j iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Zij die zicli tegeu 1 Juli op dit blad abon* neeren, ontvangen de voor dien tijd verschijnende Sos. gratis. Op een morgenwandeling door de straten van een onzer steden, zagen we een heel gezellig tooneeltje. Eenige knapen van veertien of vijftien jaar, wier costuum, wier gang en manieren aanduidden dat zij niet bepaald tot den hoogen adel behoorden, waren uitvisscben geweest. De uitslag scheen niet overeen te stemmen met het doel, althans de vrienden hadden weldra van veroveringen op het vloeibaar element afgezien, en, om niet geheel vruchteloos hun tijd te besteden en hun vischtuig in gebruik te stellen, vermaakten zij zich met van een zeker aantal gaslantarens de kraan tjes open te zetten. Dat konden zij, met het dunne boveneinde van den hengel recht handig. Natuurlijk was op dat oogenblik geen politieman in de nabijheid. Een voorbijganger waarschuwde, 't spreekt van zelt dat zijn kennis van de Nederlandsche taal onmiddel lijk met die van een paar krachtige uitdrukkingen werd verrijkt. Nu kan men meenen, dat de in richting dezer gaslantarens meer practisch kon wezen, zoodat de kra nen niet van den grond af zijn te bereiken. Ja. maar dat is zoo niet gedaan voor het pleizier van de straatjongens, die uit hengelen zijn geweest, maar voor het gemak van de aanstekers. Dan behoeven dezen geen ladders te gebruiken. Verder kunnen wij de vraag stellen, of het eigenlijk wel in den haak is, dat de burgers bij het plegen van dergelijke ongeregeldheden stilletjes hun weg vervolgen, of, zoo zij nog een woordje er in meespreken, zich onmiddellijk het zwijgen laten opleg gen door de ruwe taal van een bru talen slungel. Iets anders. Hebt ge wel eens ge zien, hoe aardig zekere jeugd weet om te springen met bouwstoften, langs den- weg opgestapeld, inzonderheid als die weg begrensd wordt door een gracht? Dat is vooral merkwaardig, als de spullen aan de gemeente be- hooren. Zulk goed wordt beschouwd als niemandsgoed, waarmede ieder naar hartelust kan knoeien. We heb ben eens waargenomen dat in een achterbuurt een moeder een gat maakte in de bestrating om haar kindertjes, de hemel beware me, wat zagen die lievelingen er vreeslijk ongelikt uit! gelegenheid te geven den kuil verder uit te graven. Eenige grooteren zagen dat werk met heel veel belangstelling, en inderdaad, bet middel om het kleine volk bezig heid te verschaften terwijl men onder den drang van de behoefte aan een middagdutje de geschiktheid voelt verdwijnen om er toezicht op te hou den, was niet onaardig gevonden; begonnen vervolgens de losge peuterde steenen in de boezelaartjes te stapelen, droegen ze naar den waterkant en lieten ze toen heel prettig en onder luid gelach in de diepte verdwijnen. Een enkele maal, als de plomp wat hard was, 't kon ook best een kind zijn dater in rolde, sloeg mama, die op een achteroverge plaatsten stoel voor de huisdeur zoo wat lag te dutten, de oogen eventjes half op. Probeer nooit, zulke lui een op merking te maker, over een soortge lijk feit. Vooreerst baat het niemen dal, ten tweede is hun welsprekend heid onbeschrijfelijk groot. Ziet gij een straatjongen steentjes mikken naar de ruiten van een onbewoond huis, laat hem rustig oog en spieren blijven oefenen. Zelfs indien gij per soonlijk bij de zaak betrokken zijt, laat kalmte uw richtsnoer zijn. Het is mij overkomen dat vlak bij mijn ramen twee jongens, het niet eens kunnende worden over zekere quaestie vermoed ik, aan het vech ten waren geraakt. No. 1 trok zijn klomp uit en wierp dien naar het hoofd van zijn bestrijder. Alle scho ten zijn geen treffers: dit schoentje van kruiwagensleer vloog door mijn ruit naar binnen en verbrijzelde ge lukkig maar één ornament op den schoorsteen, 't Had veel erger kunnen zijn. Een half uur later kwam, met het rustigste gezicht van de wereld, de moeder van den minder handigen werper aanbellen ik deed zelf open. «Meheer, mag ik asjeblief'het klompie van me jongetje terughebben, dat is bij ongeluk door herraarn gevlogen!" Wat zou ik anders hebben kunnen doen dan haar met een vriendelijke buiging het gevraagde voorwerp ter hand te stellen, met betuiging van leedwezen dat het op zijn rampspoe diger) tocht cou klein beetje gebar sten was geraakt Met is merkwaardig, hoe gauw de Nederlandsche knapen van de hier geschetste soort een man van de politie in de gaten hebben, en hoe leuk zij zich dan weten te houden. Ze loopen niet weg, als daar in de verte de blinkende uniform aanduidt dat binnen zóó-en-zooveel minuten of seconden de afstand die den rustbe waarder scheidt van het tooneel hun ner werkzaamheid, afgelegd zal zijn; want een politieman in ons vaderland, die zichzelven respecteert en hel ge zag hoog wil houden gaat altijd pre cies in denzelfden afgemeten stap. Men kan op hem rekenen zijn komst op ieder punt der gemeente is even zeer aan een juisten tijd gebonden als het stilhouden van een trein aan het station. 'tMag enkele minuten schelen, maar dat schrijven we niet op de daarvoor bestemde borden. Nu pas heeft de man der wet, heel, heel in de verte de zonnestralen met de blinkende knoopen van zijn jas weer kaatst, of de lieve kleinen die met het een of ander inoois bezig zijn, nemen een onverschillige houding aan, en nauw komt zijn rugzijde in 't gezicht, of 't is weer net zoo. We hebben weieens gedacht: zou het niet wenschelijk zijn, vooral in onze grooten steden, op de manier van de vrijwillige brandweer, een vrijwillige «Compagnie van Orde" op te richten, welker leden wettelijke bevoegdheid verkrijgen om politie- overtredingen te constateeren en, zoo noodig, bij voorbeeld als het arrestee- ren van een op heeterdaad betrap ten deugniet of van een gevaarlijken dronkaard door de tusschenkomst van redders moeielijkheden veroor zaakt, een handje bij te springen? Hoe talrijker een dergelijke groep voor het openbaar gezag optredende burgers zijn zou, des te gemakkelij ker kon men de function verdeelen, die, vertrouwen we, spoedig weinig of geen arbeid zouden kosten, want niet velen zouden zich gaarne bloot gesteld zien aan de kans onverhoeds door een gewoon burger, een fat soenlijk stadgenoot dien ieder kent, over een gepleegde overtreding in mora gesteld te worden. Het is mis schien het vreemde van de zaak, dat tot dusver heeft weerhouden haar op die manier aan te pakkenals slechts een voorbeeld werd gegeven, zou de nuttige werking eener derge lijke half-oftieiëele instelling tot na volging leiden, zeer in het belang van de ordelievende burgerij, nog meer in dat van hen, die thans zich weieens aan verkeerde dingen te buiten gaan. Want in den grond zijn zij zoo kwaad nietzij apen maar wat al te graag na wat zij anderen zien doen, al is 't ook leelijk. Bij kon. besluit is bepaald, dat de personen, die als militair wielrijder wor den aangenomen, de volgende geldelijke vergoeding bekomen. Teruggave van de gemaakte kosten voor de reizen van zijne woonplaats naar de standplaats waar zijne dienst zal aan vangen, en van de plaats waar zijne dienst eindigt naar zijne woonplaats terug, waar bij wegens vervoer van zijn persoon per spoortrein de vracht voor eene plaats eerste klasse in rekening kan worden gebracht; voorts eene schadeloostelling van vijf gulden per dag. H. K. H. de Groot-Hertogin van Saksen-Weimar heeft aan het Diaco- nessenhuis te Breda eene gjft geschonken van ff00. De minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter algemeene kennis, dat de eindexamens van de Rijknormaalschool voor teekenonderwijzers en der Rijks school voor kunstnijverheid te Amsterdam, in het openbaar zullen plaats hebben in het Rijks Museumgebouw te Amsterdam op 25 Juni e. k. en volgende dagen. Met het stoomschip Prins Maurils van de Koninklijk Nederlandsch West- Indische mail, verleden Maandag alhier binnengekomen, is uit Paramaribo aan gebracht eene prachtige en zeer uitge breide verzameling orchideeën. Deze zijn een geschenk van mr. C. J. Hevlidy te Paramaribo aan Z. M. den Koning, die dit geschenk welwillend aanvaardt en voor de kassen van het park op het Loo be stemd heeft. In het afgeloopen boekjaar werd voor de Weesmrichting te Neerbosch aan giften enz. ontvangen de aanzienlijke som van f l32,735,9414 Be weezendrukkerij en binderij bracht in de kas der Wees inrichting een batig saldo van f 10,931,05 Va. Voor het bouwen van nieuwe huizen werd uitgegeven f 31,969,36'/j en voor meubileering f2400.231/, - Bij de gehouden verkiezing van een lid der prov. Staten in het district Go- rinchem is de liberale candidaat, de heer^ mr. A. C. Visser gekozen. Bjj de verkiezing van den gemeenteraad te Harlip' zl-'n V8n de 700 kiezers 191 opg zal op een der aar me5fjde stad Rhenen een ïoogs e Pun e^metjn wor(jen gebouwd, toren voor P' Naar het Zweedsch, VAN 91. ROOS. 11) Melcher zat als op heete kolen. Het was onmogelijk zich door de waarheid heen te werken. Bovendien, de kamenier, die hem moest gaan zoeken, had hem wellicht met mevrouw Ornfelt zien wandelen, of de muziek in de zaal gehoord en even naar binnen gekeken; en in een zoodanig ge val werd hij vroeger of later toch ver raden. Maar ronduit bekennen dat hij twee volle uren had gepraat en gemusi ceerd met iemand, die hij gisteren voor het eerst in zijn leven had gezien daar had hij geen moed genoeg voor. Zijn boos geweten maakte hem laf. «Ja, ik heb even met haar gepraat" gaf hij met hetzelfde gebaar van goed gespeelde onverschilligheid ten antwoord wij hebben over Robert gesproken en over eenige gemeenschappelijke bloedver wanten en «Maar hoe kon je haar herkennen? Heb-je haar vroeger ooit geziett? Zij is immers uit Karlskrona?" «Ja, als kinderen hebben wij elkander gezien." «Waar? Te Stockholm?" «Neen; te Karlskrona." «En hoe oud was je toen? «Neen, maar Bertha!" lachte Melcher «nu vraag-je toch bijna al te veel, kind! Heb-je de geschiedenis wel eens gehoord van dien ouden man, die door zijne vrouw werd doodgevraagdNiet? nu, dan moet je die bepaald hoorenMaar daar hebben wij Marie; laat ons nu hoe eer hoe liever koffie drinken." Melcher deed zijn grappig verhaalzij lachte er hartelijk om er werd koffie ge dronken en zij praatten over allerlei an dere dingen. Later stak Melcher een sigaar op, die hij op het balcon ging zitten rooken, terwijl Bertha, met behulp van Marie, zich verder voor den dag kleedde. Maar die mevrouw Ornfelt spookte toch door haar hoofd als iets, dat zij vreezen moest. Zij opende een nieuw verhoor ten opzichte der dame bij hare kamenier, en de uitkomst daarvan verhoogde haar on rust; want Marie ver klaarde, dat die pas aangekomen Zweedsche mevrouw er zeer «voornaam" uitzag, en Bertha had veel vertrouwen in het oordeel van Marie. Tegen den middag gingen Bertha en Melcher naar het plansoen, waarde eer ste haar hangmat had. De zon brandde en de dennen verspreidden een sterken geur. Het was wel warm, ook in het bosch, maar toch had de lucht hier iets liefelijks, dat aangenaam was om in te ademen. Verscheidene kennissen der Rynings vervoegden zich, als gewoonlijk, bij de hangmat en bleven een poos bij haar zitten keuvelen. Bertha kon werkelijk heel aardig zijn; zij had soms kluchtige in vallen en zij lachte soms zoo uitgelaten, dat haar man het noodig vond, haar voor te groote opgewondenheid te waar schuwen. Toen zij weer alléén zaten, haalde hij een Engelschen roman, dien zij reeds den geheelen zomer onder handen hadden, te voorschijn, en begon haar daaruit voor te lezen. En de menschen die,voorbij wandelden konden er niet genoeg over roepen, hoe gelukkig de Rynings waren en hoe wan hopig bedroefd de arme Baron wezen zou als hij zijne vrouw moest verliezen. Melcher was zenuwachtig; hij kon zijne gevoelens bijna niet beheerschen. Bertha's hangmat hing dicht genoeg bij den weg, om alles wat voorbij wandelde te kun 'TjJe bent zoo nen zien. Gedurig richtte hij zijne oogen onderzoekend op den weg; hij stamelde en las twee maal dezelfde volzinnen en, van tijd tot tijd schrikte hij, als hij iem zag aankomen, waaarin hij Mathilda, te zien. -z' «Wat scheel-je toch?" Bertha eindelijk op knorrigen to vreeselijk zenuwachtig »Nu, hebben wii/,*®f.ren °°k n'e*' 'le' recht dit somtijd'*e z'jn lachte Mel cher «Jelui he*1' het voorrecht, het altijd te wezen het ie 'e Pas komt, enaar een enk"'e maal kan het ons ook wel eens gebeuren.' j>Als wij zenuwachtig zijn, dan is daar s/tijd een reden voor." «En jij bent het zonder reden, wil je zeggen. Dat is zoo; maar nu is de vraag, wat van die beiden het verstandigst is Zij antwoordde nitts, maar sloeg hare oogen neer en klemde de lippen op el kander, en hij vervolgde zijn lectuur zon der in het minst te begrijpen wat hij las en zonder dat zij er een woord van hoorde. Even voor etenstijd kwam de vroeger besproken echlgenoote van de Regeerings- raad en ging naast Bertha's hangmat zit ten. Melcher kieeg een onaangenaam ge voel. Het schemerde hem flauw voor den geest, alsof hij het donkerrood fluweel an die dame van morgen in de Tad gezien, toen hij met mevrouw nfelt had gemusiceerd. Zijn vermoeden werd bevestigd. De bezoekster was weldra in vuur en be dankte hem hartelijk voor de schoone muziek, die hij haar dien ochtend had laten hooren. Melcher zag hoe verbaasd Bertha opkeek, en hij voelde hoe hare oogen wantrouwend en aanklagend op hem waren gericht. Hij werd bleek en verloor alle tegenwoordigheid van geest. «U was ongewoon vroeg hij de hand, mevrouw," zeide hij. «Anders heb ik zelden het genoegen u te zien, vóór dat het brondrinken over is het mooie weer is daar zeker de oorzaak van A propos, zouden wij daar nu niet van profiteeren, om ons plannetje ten uitvoer le brengen en gezamenlijk naar buiten te gaan?" «Ja zeker, dat moeten wij doen. Maar vertel mij nu eerst, wie die in het zwart gekleede dame was, die gij bij u hadt? Ik ben nu eenmaal vreeselijk nieuwsgie rig. Zij ziet er allerliefst uit, en wat speelde zij prachtig!" Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1