NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
IN HET VUUR.
No. 52.
Zaterdag 28 Juni 1890.
Negentiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG W ZATERDAG.
Een treurige broodwinning.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
4MERSF00RTSCRE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignotten naar plaatsruimte.
Aan -de lezers, die door tns-
sclienkomst van Postnmbtenarcn
ons Blad ontvangen, zij bericht
dat de Postambtenaren zicli na
1 JULI e.k. niet meer met die
levering mogen belasten.
Wenscbt men dns geeue storing
in de geregelde ontvangst van
ons blad te ondervinden, dan
zal bet noodig zijn de bestelling
rechtstreeks aan ons te doeu.
DE ADMINISTRATIE.
Onze waardige hospita was dezer
dagen lang niet op haar gemak. Op
zekeren avond thuis komende, von
den wij haar knorrig en afgetrokken,
haar, anders de vriendelijkheid
en spraakzaamheid in persoon. De
oorzaak van het vreemde verschijnsel
hebben wij eerst langzamerhand kun
nen vernemen.
Er was een »heer" bij haar ge
weest, netjes in de kleeren en met
fatsoenlijke manieren. Hij had gehoord
dat zij een kamer vrij had, en, pas
aangesteld als opzichter bij een groot
openbaar werk dicht in de buurt,
zocht hij naar gelegenheid voor huis
vesting en wat er bij behoort. Over
de voorwaarden was men het spoe
dig eens geworden. In den loop van
den namiddag zou hij zijn koffers
laten brengen, die hij nu aan het
spoorwegstation in ontvangst moest
gaan nemen. Tot straks dus. Maar
terwijl hij heen zou gaan, herinnerde
hij zich dat hij zijn portefeuille in
een der koffers had gesloten, en hij
had in zijn portemonaie geen geld
genoeg om de vracht te betalen. De
juffrouw zou wel zoo beleefd willen
zijn, hem even vijf gulden te leenen,
om hem uit de verlegenheid te helpen.
Alzoo geschiedde het. Het was echter
reeds avond geworden, en noch de
koffers, noch de eigenaar waren ko
men opdagen. Het vermoeden kwam
nu bij de goede ziel op, dat zij was
beetgenomen. Het loopmeisje werd
naar het station gezonden om te vra
gen naar een heer die twee groote
koffers naar No. zooveel in de Dam
straat had geadresseerd. Men wist
van niets. De juffrouw kreeg het land.
Toen den volgenden dag evenmin iets
verscheen dat aan de installatie van
een nieuwen huisgenoot deed denken,
kwam zij tot de overtuiging, dat
haar twee achterwielen gevlogen wa
ren. Het was minder dat geldelijke
verlies, hetwelk haar zoo hinderde
dan de ergenis, dat men haar zoo
te pakken had gehad.
Gekker nog was het geval van on
zen overbuurman den handelaar in
kostbaarheden. Een zwierig jong-
mensch wilde zijn aanstaande met
een horloge verrassen. Hij had er
een stuk ot zes uitgezocht, en ge
vraagd die op zicht te mogen heb
ben. Ze moeten maar bezorgd wor
den in No. dat, Lakenstraat, des
avonds precies om zes uur. Op den
bepaalden tijd was de jongste be
diende er mee verschenen. In de na
bijheid der opgegeven woning was
de heer den brenger reeds te gemoet
gekomen, en had gezegdGeelt het
pakje maar hier, over twee uren
kunt ge antwoord halen. Men be
grijpt het overige. Naar de horloges
zal wel geen haan ooit meer kraaien.
»En hij zag er als zoo'n nette man
uit: men zou hem zijn laatste geld
in bewaring durven geven." Ja de
gelaatkunde is een wetenschap, die
een groot aantal beoefenaars telt;
jammer dat haar aanwijzigingen zoo
weinig vertrouwbaar zijn
Onlangs hebben we in de couran
ten gelezen dat een dame van vor-
stelijken bloede met een van haar
hofdames stond te kijken voor de
uitstalling van een juwelier: de schit
terende voorwerpen boeiden zoozeer
haar opmerkzaamheid, dat de eigenaar
argwaan begon te krijgen en de da
mes, die hij natuurlijk niet kende.
op niet bepaald vriendelijken toon
verzocht heen te gaan. Een uur
daarna verscheen een lakei, die kwam
vragen een opgaaf te mogen ontvan
gen van hetgeen Hare Hoogheid schul
dig was voor het kijken door zijn
ruiten.
Dat was weer een ander uiterste
men kan ook al te wantrouwig zijn.
Maar misschien had de man reeds
leergeld gegeven, en in elk geval
zouden we liever met hem zaken
doen dan met iemand, die maar zoo
plomp verloren in eiken strikt vliegt,
die hem wordt gespannen.
Want, dat rnoet toch maar erkend
worden, sommige menschen zijn ver
bazend goedgeloovig. Misschien her
inneren onze lezers zich nog de ge
schiedenis van een paar studenten te
Amsterdam, als getuigen optredende
tegenover iemand die hun geld had
afgeperst, en nog wel bij herhaling,
om een vrouw te bevrijden uit zekere
inrichting. De advocaat der beklaag
den pleitte onder anderen, dat de
justitie wel geroepen is om de be
langen der burgerij te beschermen,
maar niet tot taak heeft al de dom
heden te herstellen, die goedgeloovige
stumperds begaan. Die verdediging
hielp den delinguent wel niet veel,
maar er is toch een grond van waar
heid in de bewering. Het rampzalig
gilde der afzetters en ilesscbentrekkers
zou vrij wat minder leden tellen, als
de eerlijke lui een beetje slimmer
waren.
Hoe dikwijls worden niet winkeliers
opgelicht voor goederen, die op naam
van een hun bekende worden afge
haald, terwijl later blijkt dat dezen
er niets van wisten?
Bij een ons bekende dame kwam
een koopman, in den eersten tijd van
de aardbeien, met een mandje dezer
geurige vrucht. «Compliment van
mijnheer, en ik moest hier dit mandje
brengenu zou mij een gulden geven,"
»Zoo, waar heb je mijnheer gespro
ken »Op de Breestraat, zoo even,
vlak bij zijn kantoor." »Nu, ga maar
weg, hoor, je bent een bedrieger."
»Ik een bedrieger, mevrouw?" Dicht
ging de deur.
Er bestond volkomen zekerheid,
dat mevrouw juist oordeelde. Voor
eerst bemoeide mijnheer zich hoogst
zelden met huishoudelijke aangelegen
heden. En, mocht dat, onder bijzon
dere omstandigheden, eens het geval
zijn, dan gaf hij altijd een herkennings-
teeken mee, een naamkaartje of een
kruisband van zijn courant.
Het is hoog noodig, ook in het be
lang der openbare moraliteit, dat
men zich krachtig wapent tegen be
driegerijen. Den mannen van den
handel moet men het nooit kwalijk
nemen, als zij misschien wat over
dreven wantrouwig^nochten schijnen,
en waarborgen verlangen zoolang zij
niet behoorlijk overtuigd zijn dat de
zaak in orde is. Tal van leelijke te
leurstellingen zouden vermeden kun
nen worden, als men maar niet, uit
te ver gedreven zucht naar nering,
in elk aangeboden lokaas hapte. In
zaken komt men niet door het ge
loof, maar door het ongeloof tot zijn
recht.
Bovendien is het raadzaam, veel
couranten te lezen om goed op de
hoogte te komen van de tallooze lis
ten, door de beoefenaars van de hier
besproken treurige broodwinning aan
gevoerd, om aan den kost en einde
lijk achter de tralies te geraken.
Het comité voor de viering van den
Prinsessedag te Dordrecht hield eergiste
ren eene vergadering, waarir. besloten
werd den aanstaanden 10e verjaardag
onzer Prinses zoo mogelijk met meer
luister dan gewoonlijk te vieren, aange
zien H. K. H. dan haar eerste kroonjaar
viert.
De inzameling gehouden ter gele
genheid van het christelijk zangersfeest
te Apeldoorn heeft opgebracht de somma
van f 172,13%.
Voor het vergelijkend examen om
te worden opgeleid tot surnumerair der
registratie en domeinen, dat in Augustus
zal worden gehouden, hebben zich 66
adspiranten aangemeld.
Aan de stichting der r.-k. zieken
verpleging te Amsterdam is vermaakt
f1000 door wijlen den heer P. F. J.
Everard, '/3 gedeelte in de helft der na
latenschap van wijlen mej. Ja. Ma. van
Batenburg, en f1000 ten behoeve van het
te bouwen gasthuis, door wijlen mej. M.
R. Loisy, wed. van den heer A. A. J. L.
Konings.
De Staats-spoorwegmaatschappij
maakt de reizigers, die wenschen gebruik
te maken van gecombineerde rondreis-
biljetten, nogmaals opmerkzaam, dat voor
een rondreis van minstens 600 kilometers
en daarboven, de vroegere beperking om
trent het dubbel reizen is komen te ver
vallen, zoodat dergelijke reizen geheel
volgens hun verlangen, zoo noodig heen
en terug over geheel dezelfde, route,
kunnen worden opgesteld.
Jaarlijks komen van het eiland
Wieringen ongeveer 3000 lammeren te
Schagen aan de markt. De opbrehst is
in jaren niet zoo hoog geweest als thans.
Men berekent, dat die op dit getal alleen
ongeveer f 10,000 verschilt bij het vorige
jaar. Daar het ook met de visscherij thans
voordeelig gaat, begrijpt men dat men
daar een gunstig jaar heeft.
Eergisteren bracht keizer Karei met
een talrijk gevolg, waaronder zijn neef
de aartshertog van Oostenrijk, de hertog
van Alva en onder de pages de prins v.
Oranje een bezoek aan Wassenaar. Het
sierlijk uitgedoste gezelschap gebruikte
een déjeuner bij den heer L. G. A. graaf
van Limburg Stirum, neef van baron van
Pallaridt, die den hoofdpersoon, keizer
Karei V, voorstelt. In het dorp werd, ter
eere van het aanzienlijk bezoek, huis aan
huis gevlagd.
Woensdagavond woonde keizer Karei
met een 30-tal ridders en edelen te 'sGra-
venhage een gala-voorstelling van Carré
bij. De keizer bleef tot het einde der
voorstelling en liet aan mevr. Carré een
mand met bloemen en aan den heer
Carré een krans aanbieden; van zijn ge
volg begaven zich verscheidenen naar het
Naar het Zweedsch,
VAN
M. ROOS.
14)
Melcher zag in dat hij tusschen beide
moest komen.
»Hoe is het mogelijk, mevrouw Orn-
felt, dat u zoo kan spreken" zeide hij
met bijzonderen nadruk op het woordje
uniemand die in haar leven getoond
heeft de meest opofferende, de meest
plichtgetrouwe gade te zijn."
Plotseling werd Mathilde's gelaat hoog
ernstig.
«Denkt u dan dat ik uit plichtgevoel
heb gehandeld? Zij boog zich met flik
kerende oogen naar hem over. O, wat
hebben de menschen mij onuitsprekelijk
gekweld als zij zeiden, dat ik mijn plicht
vervuldeHoe heb ik dat woord gehaat I"
Wie heeft gezegd, dat het mijn plicht was,
bij hem te blijven? Misschien zou het
veeleer mijn plicht zijn geweest hem te
verlaten. Neen ik deed het uit liefde
liefde tot het laatste oogenblik toe; wel
niet liefde, in den zin die u en anderen
gewoonlijk daaraan hecht, zooveel als
teederheid of medelijden neen, liefde
aan de herinnering van een verdwenen
droom
Welnu, dan moeten wij hier niet aan
de koude letter blijven hangen, het woord
plicht boezemt u afkeer in maar de daad
blijft ook voor u dezelfde."
«Toch niet geheel. Daar zijn menschen,
die goed handelen «ter wille van het
goede;" zooals zij dit noemen; dit zou
mij niet mogelijk zijn. Voor mij moet de
liefde steeds de, zij het ook bedekte, grond
mijner handeling zijn
«Ja, ja; u slingert een krans van bloe
men om de straks genoemde zware kete
nen" zeide Melcher vriendelijk, «maar de
boeien zijn en blijven er niettemin."
«Neen," riep zij met warmte «neen;
want ik verander deze in bloemenkransen.
Het dorre, ledige begrip van «plicht" be
staat voor mij niet. Als ik mij een mis
daad voorstel, waardoor ik geen enkel
menschelijk wezen benadeelde, dan zou
ik niet de minste gewetenswroeging be
speuren indien ik die had begaan."
Bertha wierp haar handwerk op de
tafel en stond zoo driftig op, dat haar
stoel achterover tuimelde.
«Pardon" zeide zij op ij skouden, stroe
ven toon, «maar ik kan onmogelijk aan
zulk een gesprek blijven deelnemen. Ik
kan het niet verdragen, op deze wijze
beschouwingen te hooren ontwikkelen,
die den spot drijven met gevoelens, die
mij dierbaar en heilig zijn. En, helaas,
ik kan die tegenover u niet verdedigen,
daarom Met eene koele hoofdbuiging
verliet zij de veranda.
Melcher sprong onwillekeurig op, om
zijne vrouw te volgen, maar hij nam toch
zijne plaats weder in. Bedaard voor het
uiterlijk maar zeer bleek en met neerge
slagen oogen zat Mathilde tegenover hem.
Het eenige teeken van verhoogde gemoeds
beweging bestond in haar diepere en
snellere ademhaling dan gewoonlijk.
Ten laatste zag zij op en met een spot
achtig lachje de schouders optrekkend,
stond zij van haar stoel op.
«Ik wil u niet langer ophouden," zeide
zij, terwijl zij hare handschoenen aan
trok en de stoep der veranda afging. «Ga
toch vooral naar binnen en tracht uwe
vrouw tot bedaren te brengen zij is
misschien bevreesd, dat ik u met mijne
slechte grondbeginselen mocht bederven."
Melcher antwoordde niet. Hij liet haar
met eene buiging vertrekken. Maar nau
welijks was zij een paar treden afgegaan
of hij liep haar achterna en plaatste zich
als een hinderpaal op haren weg.
«Gaat u s' avonds nooit in het park
wandelen? vroeg hij snel op zachten toon
en met een onzekeren blik.
Mathilde ontstelde. Die vraag kwam
zoo onverwacht en toch, zoo bekend klonk
zij haar in de ooren, als een echo op
haar geheimen hartewensch. Zij verloor
hare houding echter niet.
«Jawel, van tijd tot tijd" zeide zij;
gewoonlijk een oogenblikje na het sou
per
«Dat is veel te vroeg" antwoordde Mel
cher snel, «voor elf uur is de maan nog
Diet op de hoogte
Zij zeide niets. Met een half beleedig-
den half schuwen blik zag zij tot hem
op en met eene lichte hoofdbuiging, die
even goed toestemming als afwijzing kon
beteekenen verliet zij hem.
Bij zijn binnenkomen vond hij Bertha
in de grootste opgewondenheid. Het was
bijna niet mogelijk, haar tot bedaren te
brengen. Te vergeefs trachtte Melcher
voor haar op te helderen wat mevrouw
Ornfelt had bedoeld, dat het alleen eene
omschrijving was geweest van het woord
plichtte vergeefs schilderde hij haar,
zoo welsprekend mogelijk, deze vrouw als
getrouwe, zichzelf opofferende gade
het baatte niet. Bertha hield eigenzinnig
vol, dat Mathilde had verklaard hoe zij
er een afkeer van had haar plicht te
doen en Melcher kon er gerust op reke
nen, dat zij morgen ochtend deze onge
lukkige uitdrukking onder de badgasten
zou verspreiden.
Hij gaf het eindelijk op om haar tegen
te spreken. Als naar gewoonte werd hij
weer afgetrokken en stil en verlangde
vurig, dat de uren wat sneller mochten
verloopen en het eindelijk avond mocht
worden.
Bertha nam eiken avond chloral om te
slapen. De laten avonduren waren dus de
eenige waarover Melcher vrij kon be
schikken die avonduren met hun bc-
tooverenden maneschijn, met hunne stilte,
met hun gevaarlijke eenzaamheid en
van deze moest hij gebruik maken orn
Mathilde te ontmoeten. De omstandighe
den dreven er hem toe olie in het vuur
te gieten den hartstoctht die in hem
sluimerde tot uitbarsting te brengen.
Hadden zij elkander ongehinderd kunnen
ontmoeten, en eenvoudig, openlijk rnet
elkander muziek kunnen maken, dan zou
de liefde, die hen thans dreigde te over
weldigen, mogelijk nimmer zijn ontwaakt,
of althans niet tot zulk eene ontwikke
ling zijn gekomen.
Wordt vervolgd.)