Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. wone schade, hem toegebracht, zooveel als mogelijk is, zal worden hersteld. Op voorstel van de commissie voorde verzoekschriften, waarvan de heer Seyf- fardt deel uitmaakte, werd schrijvers ver zoek ter griffie gelegd. Alle verdere pogingen, door hem aan gewend om gehoor te verkrijgen bij de Tweede Kamer, bij de Eerste Kamer, bij de Raad van State en bij Z. M. den Ko ning, bleven vruchteloos. Die meer van deze zaak wenschen te weten, zij medegedeeld, dat exemplaren van dezen brief, voor zoolang de voorraad strekt, gratis te bekomen zijn bij de firma Ellerman, Harms Co,, Rokin 2. te Am sterdam. Naar gemeld wordt, moet bij H. M. de Koningin het voornemen bestaan om in het begin der volgende maand met H. K. H. prinses Wilhelmina een officieel be zoek aan de gemeente Arnhem te bren gen. Door den minister van oorlog is bepaald, dat door de 2. divisie infanterie oefeningen zullen worden gehouden op de legerplaats bij Zeist, en wel van 26 Au gustus tot 3 September, waaraan zullen deelnemen: de staf, bat 2e, het 3e, en het 4e batailjon van het 5e regiment infanterie. In verband daarmede zal op 16 Augus tus een detachement ter sterkte van 2 luitenants, 5 sergeanten, 5 korporaals en 65 minderen, van het 5. regiment infan terie in de legerplaats aankomen, om met het aldaar aanwezige detachement van het corps genietroepen het kamp in orde te brengen, welk detachement ook be schikbaar wordt gesteld om bij de op ruiming van het kamp behulpzaam te zijn. Naar men verneemt, zijn de voor naamste gemeenten in ons land uitge- noodigd deel te nemen aan de eerste Italiaansche tentoonstelling van bouw kunde, welke van 28 Sept. tot 28 Nov. a.s. te Parijs zal worden gehouden. De medewerking der gemeentebestu ren is vooral ingeioepen tot het doen van inzendingen voor de internationale afdeeling bestemd tol het tentoonstellen van platte gronden der steden, ontwerpen van uit te voeren wei ken tot uitbreiding of tot bevordering der gezondheid in de steden, enz. De inzendingen moeten geschieden voor 1°. Sept. a.s. Bijzonderheden zullen nader worden bekend gemaakt. Onder de reizigers der verongelukte «Piins Frederik" behoorde ook, naar wij vernemen, de hier te lande welbekende luchtieiziger Henri Wolff, thans met zijn ballon op weg naar Ned.-Indië, waar hij zich ter beschikking ging stellen van het Nederlandsch-Indische Gouvernement, om aldaar in dienst van de Regeeiing opstij gingen en verkenningen te doen. De schipbreuk heeft hem gevoelig getroffen. Zijn ballon had een inhoud van 850 kub. meter; hij was geheel nieuw en uitslui tend vervaardigd van zijde. Van den bal lon cn al zijn materieel is niets kunnen gered worden en niets was verzekeid. Naar aanleiding van het bericht uit de Meier. Courant over den wielerwed strijd te Tilburg schiijft de heer W. G. Del Baere aan de Redacteur van Het Nieuws v. d. Dag die ook dat be richt overnam, als wij in ons Woensdags nummer, het navolgende: Mijnheer de Redacteur! In het nummer van Maandag 2d Juli lees ik over den Wielerwedstrijd die 13 Juli te Tilburg heeft plaats gehad, een bericht, hetwelk zoo geheel bezijden de waarheid is, dat ik niet kan nalaten u te verzoeken naar aanleiding daarvan aan deze regelen in uw blad een plaatsje te geven. De berichtgever verhaalt van den prijs- winner, die geheel afgemat en onher kenbaar aankwam en in dien toestand eene volle flescli wijn in éen teug leeg dronk. Daar ik het genoegen had dien dag prijswinner te zijn, meen ik wel eenig recht te hebben om hiertegen op te komen. Ik verklaar u dan ook, dat van groote afgematheid en onherkenbaarheid geen sprake was er. dat genoemde flesch wijn een kogelfleschje spuitwater was, dat De roem der maagdenrij door helden (aangebeen. Daar, aan den zoom van 't woud in (schaeuw der eikeblaadren, Zag zij met bloed bevlekt, gewond haar (vader nadren; Of dacht zij hem te zien? Nu duid'lijk, (zoo 't haar scheen.... Daar vlood hij weer op eens in dunnen (nevel heen. Luid weent ze en springt omhoog.... Zij weet hij keert niet weder." De toonzetting had de eigenaardige moeilijkheden der ietwat luwe poëzij en van de soms sleepende voetmaat weten te overwinnen; Oda's compositie zoowel als haar vooidracht waren geheel in over eenstemming met de gewaarwording die 't vei heven dicht, waartoe de gezongen regels behoorden, opwekken moet. Wordt vervolgd). zeker niet in één teug geledigd werd daar het heel tegen mijne gewoonte is na eene race veel te drinken. Verder wordt verhaald, dat een ander het bloed door neus en mond is gekomen en een derde ademloos, zwaar hijgend en kreu nend tusschen den weg en de sloot lag, terwijl hij niet antwoordde op de tot hem gerichte vragen en afgetobt het medelij den opwekte van de toeschouwers. Dat van al deze verhalen hoegenaamd niets waar is, zal wel ieder begrijpen, die wel eens een wielerwedstrijd heeft bijgewoond. Het berichtje, M. de R., is door u over genomen uit de Meier. Ct. Dat nu een blaadje, als het genoemde dat zijne lezers grootendeels op het plat teland telt, dergelijke dwaze berichtjes opneemt, is de moeite niet waard om over te spreken en ook vrij onschadelijk, maar dat een der grootste bladen, zooals Het N. v/d D., in de hoofdstad verschijnende, zijne lezers tellende onder het meest be schaafde publiek, die dwaasheden over neemt en zich niet eerst eens de moeite geeft naar de waarheid daarvan te infor- meeren, is niet alleen onbegrijpelijk, maar tevens hoogst nadeelig voor onze goede wielersport. Want moge het rneerendeel der lezers dergelijke onwaarheden lachend voorbij gaan, er blijven er altijd nog genoeg over, die zich daardoor angstig laten ma ken en van wielrijden en wielerwedstrij den een verschrikkelijk denkbeeld krijgen. Juist zulke berichten zijn het, die de wielersport zoo hard tegenwerken, en al zetten nu vele boerenkranijes dergelijke kost aan hun lezers voor, laten de groote bladen dat voorbeeld toch niet volgen! Met de opname hiervan zult u zeer verplichten Uw dw, dienaar, W. G. DELBAERE. Amsterdam, 21 Juli 1890. De redactie antwoordt hierop: (De Heeer DelBaere gelieve te beden ken, dat eene courant onmogelijk alles zelf kan laten onderzoeken en zich wel eens moet verlaten op de betrouwbaar heid van andere bladen. Dit meenden we hier te eer te kunnen doen, omdat het verhaal in de Meier. Ct. door allerlei kleine bijzonderheden den schijn had van een ooggetuige afkomstig te wezen, en omdat 't een wegwedstrijd betrof, welke in den regel van langer duur is dan een baanwedstrijd. Intusscben dient de Meier. Ct. zich omtrent haar bericht te verant woorden.) Met het oog op de betere uitvoering van den spoorwegdienst bestaat het voor nemen, om de afdeelingen «controle" op de ontvangsten der beide groote spoorweg maatschappijen in ons land, bij de invoe ring van de nieuwe spoorwegovereenkom sten, te Utrecht te combineeren en ook de afd. „wagencontröle" meer bijzonder de verdeeling en het gebruik van het rollend materieel omvattende, eveneens voor beide maatschappijen te Utrecht te vestigen. Aan het personeel van de spoorweglij- nen EistDordrecht en Leeuwarden Stavoren wordt medegedeeld, dat met het oog op overname ir. exploitatie van die lijnen door de Hollandsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij, van wege deze Maat schappij aan bedoeld personeel de vraag zal worden gedaan, of men bereid is in den dienst der H. S. M. over te gaan. Zij, die dit wenschen en tijdens den overgang lid zijn van het Pensioenfonds der Exploitatie-maatschappij zullen na dien overgang en zoolang zij in dienst der H. S. M. zijn, deelgenoot in genoemd fonds blijven. In het Algem. Politieblad is thans gesignaleerd: Johannes Wilhelmus Wol- fers, geboren te's-Gravenhage, 7 October 1861, controleur der Haagsche Melkin richting; viij lang, haar en knevel don kerblond, postuur flink. Hij wordt verdacht ongeveer f200 te hebben verduisteid. Waarschijnlijk is hij in gezelschap van Hendrika Jongbloed, 26 jaren, vroeger woonachtig in de gemeente Wolvega. De commissaris van politie der 2e afdee ling te 's-Gravenhage verzoekt aanhouding en opzending van den verdachte. Te Venloo is de groote bierbrou werij van den heer Boetskez geheel uit gebrand, waarbij Ook eene pas aange voerde groote partij mout vernield werd. Alles was verzekerd. Te Groningen zijn weder acht kinderen aan de mazelen overleden, zoo dat thans 56 personen aan deze ziekte bezweken zijn. De inhechtenisneming van mej. Aafke Kuijper, verdacht van moord door vergiftiging van mej. W. J. Smissaert, is, naar het Hbl. bericht, geschied toen zij Zon dag te Oosterbeek, waar zij tijdelijk ver blijf hield, uit de kerk kwam. De officier van justitie bij de Amsterdamsche recht bank, mr. Looijen, was zelf bij de aan houding tegenwoordig. De verdachte is n3ar Amsterdam vervoerd en in de cel gevangenis aan de Weteringschans opge nomen. Sedert 12 Nov. 1885 woonde de over ledene ten huize van mej. Kuijpers, die als leerares in den zang o. a. aan de Tooneelschool verbonden was. Na het overlijden op 16 Juni 1890 werd het lijk op het kerkhof «Zorgvlied" ter aarde be steld, maar op last der justitie opgegra ven en onderzocht nadat bloedverwanten van mej. Smissaert zekere vermoedens hadden geopenbaard. Toen bleek van chronische zinkvergiftiging. De verdachte is nagenoeg universeele erfgename van het niet onaanzienlijk vermogen. Te Gouda heeft een hond het leven van een 3-jarig kind gered, dat in de Wetering was gevallen. Daar niemand in de onmiddellijke nabijheid was, zou het ongetwijfeld verdronken zijn, als niet een hond (die daar aan een ketting lag) zoo'n luid geblaf aangeheven, en zoo'n leven gemaakt had, dat men kwam toeijlen en het gevaar nog bijtijds opmerkte. In Maart van het afgeloopen jaar werd door de algemeene Rekenkamer verevend eene aanvraag van betaling ad. f 400 ten behoeve van J. Schulman, te Amersfoort, «wegens afstand van eene oudheid aan liet Nederlandsch Museum". Dit kostbaar voorwerp, met machtiging van den minister van binnenlandsche zaken aangekocht, was in de declaratie omschreveven als «een oud medaillon van jaspis, met borstbeeld en wapen van Prins Maurits, hangende aan eene ge ëmailleerde gouden ketting." Kort daarna rees echter twijfel aan gaande de echtheid van dat medaillon reden waarom dit aan den verkooper werd teruggegeven, de aanvraag van be taling werd ingetrokken, en het begroo- tings-artikel ontlast van het daarop reeds gelegde bezwaar. Omtrent de toedracht dezer zaak ver nam de Kamer geen bijzonderheden; zij meende ook, dat het niet op haren weg lag te vragen, hoe een zoo hoog bedrag kon worden besteed voor een voorwerp, waarvan men, gelijk later bleek, de waarde niet kende, hoede verkooper zoo bereidwillig bevonden werd om in de ver breking van de overeenkomst, waaraan van zijne zijde reeds uitvoering was ge- gen, toe te stemmen, toen aan de echtheid van het verkochte slechts getwijfeld werd, en in welk opzicht het medaillon dan ver dacht werd niet «echt" te zijn. De kamer bracht de aangevraagde vermindering van bezwaar zonder eenige bedenking tot stand, doch meent (in haar jaarverslag) van de zaak melding moeten maken, om het eigenaardige licht, dat zij werpt op de wijze waarop nu en dan overeenkom sten van «afstand" ten behoeve van rijks verzamelingen worden aangegaan. De minister van binnenlandsche zaken licht deze zaak toe als volgt: Toen op 31 Januari 1899 door den toenmaligen minister van binnenlandsche zaken de in de daaraan voorafgaande maand gedane aankoop van het hierbe- doelde medaillon werd goedgekeurd, be stond geen twijfel omtrent de oudheid van dit stuk. Toen kort daarop door een deskundig bezoeker van het mu seum beweerd werd dat het stuk mo dern was, is daaromtrent o. a. te Parijs het gevoelen van deskundigen ingewonnen. De uitslag is geweest, dat vijf hunner het stuk voor oud verklaarden, twee daar entegen voor modern. De directeur van het Nederlandsch Museum te Amsterdam heeft naar aanleiding daarvan voorgesteld, het medaillon aan den verkooper terug te geven, om te voorkomen, dat zich in het Nederlandsch Museum voorwerpen bevinden, waarvan de echtheid in twijfel wordt getrokken. Alzoo is geschied. Ge noemde directeur heeft bericht ontvan gen. dat de verkooper verklaart heeft, het stuk terug te hebben ontvangen. U.Dgb. De Nederlandsche schutterijkader- bond zal morgen, Zondag, de 5e alge meene vergadering te Nijmegen houden, voorafgegaan door eene officiëele ontvangst op het gemeentehuis door het gemeente bestuur, des namiddags van 2 tot 4 uur. Maandag en Dinsdag Schiet-, en dit jaar tot proef, Scliermwedstrijd, opgeluisterd door muziek. 'in. De dienst in de Remonstrantsche kerk wordt op Zondag 27 Juli waarge nomen door Ds. P. Heering predikant te 's Gravenhage, en niet door Ds. B. W. Colen brander, zooals Woensdag is ver meld. De le luitenants der bereden artil lerie C. E. Baud, 11. B. Schreuder, H. C. M. E. van Soetermeer Vos en J. H. C. Sluiter, gedetacheerd bij de rijschool al hier, worden met 1 Nov. a.s. voor éen jaar gedetacheerd bij het 3e reg. veld.- artill. te Breda, tot het volgen van een cursus in de africhting van trekpaarden voor de artillerie. De cadet aan de Kon. Milit. Academie, (Infanterie) Jhr. E. W. van Holtlie, gaat o. m. over van het eerste naar het tweede studiejaar. De eindexamens der Hoogere Bur gerscholen in de provincie Utrecht, waar van het mondeliug gedeelte dit jaar te Utrecht werden afgenomen, zijn Donder dag II. afgeloopen. Alle candidaten slaag den. A. J. De Beaufort verkreeg het rangnummer éen, J. H. A. E. Visser txvee, H. 6. A. Elink Schuurman zes en A. D. N. Van Gendt acht. De toehoorder C. Humalda Van Eijsinga behaalde het rang nummer veertien. Vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort, op Woensdag den 30. Juli 1890, des namiddags te een ure. Pnnteu van behandeling: 1. Verordening vaststellende bepalingen, die gelden voor alle politie-veiorde- ningon, waarbij straffen zijn bedreigd, voorzoover daarbij te dien opzichte geene bijzondere voorschriftengemaakt zijn. 2. Definitieve vaststelling der verorde ning, houdende voorschriften in het belang der openbare gezondheid. 3. Voorstel van Burg. en Weth. inzake de bestrating van de Kampstraat en het Zand. 4. Voorstel van Burg. en Weth. tot be strijding uit onvoorziene uitgaven, der kosten van de volkstelling en het ver- leenen van eene gratificatie aan den Ambtenaar, belast geweest met den aanleg van een nieuw bevolkingsre gister. 5. Reclames tegen aanslagen in den hoof delijken omslag, dienst 1890, met ont wei p-besluiten. 6. Staten van oninbare posten inzake den hoofdelijken omslag, dienst 1888. 7. Verzoek van mej. S. H. E. Prins, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare meisjesschool. 8. Samenstelling der voordracht tot be noeming van zetters der rijks directe belastingen. 9. Benoeming eener commissie tot on- zoek der gemeente rekening over 1889. De rechtbank te Utrecht deed Woens dag o. m. uitspraak in de navolgende strafzaken J. H. v. O., won. te Amersfoort, bekl. van mishandeling van K. J. en W. V., aldaar op 2 Juni gepleegd; veroordeeld tot 2 dagen gevangenisstraf. J. H., hvr. van L. R., wonende te Spakenburg (Bunschoten) bekl. van be- leediging van J. V., huisvr. van W. R., aldaar op 2 Juni jl. gepleegdveroor deeld tot een geldboete van f3, subs. 2 dagen hechtenis. In de zitting van Donderdag werden o. m. de navolgende strafzaken behan deld P. R. won. te Baarn, bekl. van dief stal van een vogelkooi en twee lijsters, met behulp van braak en verbreking van het erf en ten nadeele van E. v. J., te Soest gepleegd op 18 Mei jl. Bekl. reeds vroeger veroordeeld, lag onder vermoeden van de kooi weggeno men te hebben, toen deze vermist werd. Werkelijk werd zij ook te zijnen huize gevonden, doch naar zijne verklaring was hij op zonderlinge wijze in het bezit er van gekomen. Hij was n.l. bij het loopen over den openbaren weg gestruikeld over de daar liggende kooi, bezeerd had hij zich daardoor niet, maar om te zorgen dat een ander er niet over vallen zou, en gelegenheid te hebben haar terug te kunnen geven, als hij den eigenaar ge vonden had, had hij haar meegenomen. Wel wat in strijd daarmee ontkende hij vogels te hebben, toen de politie hem daarna vraagde, terwijl bij onderzoek de kooi op zijn zolder gevonden werd. Volgens verklaring van de politie slaat bekl. niet gunstig bij haar bekend. De eigenares der kooi had Zondags avonds 10 ure nog hare vogels, hangende aan den achtergevel harer woning, be zocht. Tegen ll ure was zij opmerkzaam geworden door hondengeblaf, en zag den volgenden morgen, dat een kooi met een lijster was verdwenen, een tweede kooi lag met verbogen tralies en ledig in het pad, en het hek om het erf was duidelijk zichtbaar met geweld geopend. Bij een der getuigen, winkelier, had bekl. Maandagsmorgens beschuit gekocht en tevens naar vogelzaad gevraagd. Een andere getuige, die 's avonds half elf met bekl. had staan praten, was juist den weg afgekomen, waarop bekl., naar zijn zeggen, kort daarna over de kooi was gestruikeld. Bij een derden getuige had bekl. vogels te koop aangeboden, waarvan er een gehavend uitzag. Bekl. zeide hem de vo gels reeds een jaar in bezit te hebben, waartegenover de kooper het wel wat vreemd vond, dat hij, reeds zoo lang vogels hebbende, er naar zijn beweren, nog niet eens een kooi voor had. Bekl. gaf voor, zoo uit koopmansschap gehan deld te hebben. Herhaaldelijk door den president der rechtbank gewaarschuwd zijnde, zjjne zaak niet door leugens te bezwaren, hield bekl. zijne ontkentenis vol, alsmede zijne verklaring dat hij aan den berm van den weg eene kooi met twee vogels heeft gevonden, waarna de ambtenaar van het O. M., na uiteenzetting van zijn requisi toir, waarin hij wees op de geheele on aannemelijke bewering van bekl. en op de tegen bekl. getuigende feiten, op grond daarvan als eisch stelde schuldverklaring van bekl. aan het hem ten laste gelegde, en gevangenisstraf van negen maanden. Na de pauze kwamen voor J. en W. M., beiden won. te Hoogland, bekl. van zware mishandeling met voorbedachten rade, gepleegd tegen G. v. d. II. aldaar in den nacht van 3 op 4 Juni gepleegd. Na afgelegde geneesk. verklaring, waar uit bleek, dat de mishandeling vrij belang rijke verwonding ten gevolge had gehad en blijkbaar met kracht daarbij was te werk gegaan, zoo zelfs dat de mishandelde ook nu nog geen werk met den linker arm zou kunnen doen, indien hy handen arbeid moest verrichten, bleek uit ver klaringen van mishandelde eii getuigen, dat de steeds goede verhouding tusschen beklaagden en v. d. H. in den avond van 3 Juni verstoord was in de herberg, waar na 't gebruik van «enkele rondjes" v. d. H. eene uittartende houding aan nam, waardoor, in de herberg reeds sla gen vielen, ten gevolge waarvan de her bergier de gebroeders M. verwijderde en v. d. H. terughield. Toen de laatste ten 2 ure ongeveer ook de herberg verliet, werd hij dicht daarbij aangevallen door de nog steeds op hem wachtende M's., die hem met stokken afranselden, maar op 't trekken van 't mes door hun slacht offer weggingen. Het slachtoffer in dit geval schijnt in zijne gemeente als vechtersbaas bekend te staan, en werd door den pres. der rechtbank er ernstig op gewezen, dat hij aanleiding had gege ven, terwijl de rechtbank er bekl. mede zeer ernstig verwijt van maakte, dat zij, alleen om aan hunne wraakzucht te vol doen, bijna 4 uren buiten de herberg bleven wachten, niettegenstaande de her bergier voorzichtig en verstandig genoeg was geweest om, ten einde alle moeite te voorkomen, v. d. H. binnen 's huis te houden na hel vertrek der beide M.'s, waarvan de een, Jan M., van buiten door het raam v. de H. nog opriep «om er eens uit te komen." Het ongelukkig «borreltje" heeft ook weer in deze zaak eene treurige rol gespeeld, door oorzaak le zijn, dat tusschen menschen, die steeds goed met elkaar geweest waren, zonder eenige aanleiding twist, handtastelijkheid, wraakzucht en grove mishandeling plaats grepen, en dat een paar broeders, die tot dusver gunstig bekend stonden, thans voor zulk eene treurige daad moesten terecht staan, hoezeer volgens verklarin gen der getuigen, ook der politie, de mishandelde minder dan zij, de beklaag den, te goeder naam bekend staat en door zijne houding aanleiding tot het ongeval schijnt gegeven te hebben. De ambtenaar van 't O. M. eischte te gen bekl: schuldigverklaring aan 't mis drijf en gevangenisstraf voor den tijd van vier maanden. Door de heeren L. KamesenG. B. Gijsbertse, die aan het visschen waren, is een driejarig jongetje van zekeren Flos uit de beek achter Beekestein gered, waarin het in zinkenden toestand ver keerde. 33lato S'fAATüfLOTEBIJ. Eerste klasse. Trekking van 23 en 24 Juli. (600 loten.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen Prijzen van fSO 1040 1062 1079 1084 3686 4005 12561 12568 12589 12877 20954 en 20970. Te zamen 12 prijzen. Hoevelaken. De heer J. B. Nijhoff, hoofd der openb. school, alhier, heeft bij het herdenken van zijn 50-jarige werk zaamheid als onderwijzer vele en tref fende bewijzen van belangstelling en viiendschap ontvangen. Uit de gemeente werden hem een prachtige regulateur- klok, een sierlijke leuningstoel en een barometer ten geschenke aangeboden, en van de leden der afdeeling Nijkerk van het Ned. Onderwijzersgenootschap ontving hij een fraaie hanglamp. Een Franscliman, uilvinder der boek drukkunst. De Fransche historieken- ker Réquin is plotseling voor den dag gekomen met eenige geschiedkundige gronden, waaruit hij meent te kunnen afleiden, dat de boekdrukkunst reeds was uitgevonden te Avignon, 8 of 10 jaren vóór het tijdstip, waarop zij volgens de geschiedenis zou hebben plaats gehad. Réquin meent voor deze bewering onom- stootelijke bewijzen te hebben gevonden in het archief van Avigvon. Waarschijn lijk zal men er dan binnenkort wel meer van hooren. Eene missie in China. Voor eenige weken werd te Shanghai een groote con ferentie van missionarissen gehouden, die 14 dagen duurde. Het doel dezer verga deringen was de bespreking over eene nieuwe overzetting van den Bijbel in de Ciiiueesche taal. Na lange discussiën werd besloten, dat de Bijbel zou vertaald wor den in de drie takken van het Chineesch: het hoog-klassisch, het laag-klassisch en het mandarijnen-Chineesch. Te Soerabaia (Java) had onlangs een brutale aanranding plaats op het parket van den Raad van Justitie. Het echtpaar A. compareerde daar in zake echtscheiding, waartoe de eisch door mevr. A. geboren v. M. was ingesteld, op grond onder andere van mishandeling door den man. Na de comparitie ging genoemdeA.de zaal uit, doch bleef in de deur staan en toen kort daarop zijn vrouw, die zich even met den griffier onderhouden had, de deur

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 2