Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
wone schade, hem toegebracht, zooveel
als mogelijk is, zal worden hersteld.
Op voorstel van de commissie voorde
verzoekschriften, waarvan de heer Seyf-
fardt deel uitmaakte, werd schrijvers ver
zoek ter griffie gelegd.
Alle verdere pogingen, door hem aan
gewend om gehoor te verkrijgen bij de
Tweede Kamer, bij de Eerste Kamer, bij
de Raad van State en bij Z. M. den Ko
ning, bleven vruchteloos.
Die meer van deze zaak wenschen te
weten, zij medegedeeld, dat exemplaren
van dezen brief, voor zoolang de voorraad
strekt, gratis te bekomen zijn bij de firma
Ellerman, Harms Co,, Rokin 2. te Am
sterdam.
Naar gemeld wordt, moet bij H. M.
de Koningin het voornemen bestaan om
in het begin der volgende maand met H.
K. H. prinses Wilhelmina een officieel be
zoek aan de gemeente Arnhem te bren
gen.
Door den minister van oorlog is
bepaald, dat door de 2. divisie infanterie
oefeningen zullen worden gehouden op de
legerplaats bij Zeist, en wel van 26 Au
gustus tot 3 September, waaraan zullen
deelnemen: de staf, bat 2e, het 3e, en
het 4e batailjon van het 5e regiment
infanterie.
In verband daarmede zal op 16 Augus
tus een detachement ter sterkte van 2
luitenants, 5 sergeanten, 5 korporaals en
65 minderen, van het 5. regiment infan
terie in de legerplaats aankomen, om met
het aldaar aanwezige detachement van
het corps genietroepen het kamp in orde
te brengen, welk detachement ook be
schikbaar wordt gesteld om bij de op
ruiming van het kamp behulpzaam te
zijn.
Naar men verneemt, zijn de voor
naamste gemeenten in ons land uitge-
noodigd deel te nemen aan de eerste
Italiaansche tentoonstelling van bouw
kunde, welke van 28 Sept. tot 28 Nov.
a.s. te Parijs zal worden gehouden.
De medewerking der gemeentebestu
ren is vooral ingeioepen tot het doen
van inzendingen voor de internationale
afdeeling bestemd tol het tentoonstellen
van platte gronden der steden, ontwerpen
van uit te voeren wei ken tot uitbreiding
of tot bevordering der gezondheid in de
steden, enz.
De inzendingen moeten geschieden voor
1°. Sept. a.s. Bijzonderheden zullen nader
worden bekend gemaakt.
Onder de reizigers der verongelukte
«Piins Frederik" behoorde ook, naar wij
vernemen, de hier te lande welbekende
luchtieiziger Henri Wolff, thans met zijn
ballon op weg naar Ned.-Indië, waar hij
zich ter beschikking ging stellen van het
Nederlandsch-Indische Gouvernement, om
aldaar in dienst van de Regeeiing opstij
gingen en verkenningen te doen. De
schipbreuk heeft hem gevoelig getroffen.
Zijn ballon had een inhoud van 850 kub.
meter; hij was geheel nieuw en uitslui
tend vervaardigd van zijde. Van den bal
lon cn al zijn materieel is niets kunnen
gered worden en niets was verzekeid.
Naar aanleiding van het bericht uit
de Meier. Courant over den wielerwed
strijd te Tilburg schiijft de heer
W. G. Del Baere aan de Redacteur van
Het Nieuws v. d. Dag die ook dat be
richt overnam, als wij in ons Woensdags
nummer, het navolgende:
Mijnheer de Redacteur!
In het nummer van Maandag 2d Juli
lees ik over den Wielerwedstrijd die 13
Juli te Tilburg heeft plaats gehad, een
bericht, hetwelk zoo geheel bezijden de
waarheid is, dat ik niet kan nalaten u
te verzoeken naar aanleiding daarvan
aan deze regelen in uw blad een plaatsje
te geven.
De berichtgever verhaalt van den prijs-
winner, die geheel afgemat en onher
kenbaar aankwam en in dien toestand
eene volle flescli wijn in éen teug leeg
dronk. Daar ik het genoegen had dien
dag prijswinner te zijn, meen ik wel
eenig recht te hebben om hiertegen op
te komen.
Ik verklaar u dan ook, dat van groote
afgematheid en onherkenbaarheid geen
sprake was er. dat genoemde flesch wijn
een kogelfleschje spuitwater was, dat
De roem der maagdenrij door helden
(aangebeen.
Daar, aan den zoom van 't woud in
(schaeuw der eikeblaadren,
Zag zij met bloed bevlekt, gewond haar
(vader nadren;
Of dacht zij hem te zien? Nu duid'lijk,
(zoo 't haar scheen....
Daar vlood hij weer op eens in dunnen
(nevel heen.
Luid weent ze en springt omhoog.... Zij
weet hij keert niet weder."
De toonzetting had de eigenaardige
moeilijkheden der ietwat luwe poëzij en
van de soms sleepende voetmaat weten
te overwinnen; Oda's compositie zoowel
als haar vooidracht waren geheel in over
eenstemming met de gewaarwording die
't vei heven dicht, waartoe de gezongen
regels behoorden, opwekken moet.
Wordt vervolgd).
zeker niet in één teug geledigd werd
daar het heel tegen mijne gewoonte is
na eene race veel te drinken. Verder
wordt verhaald, dat een ander het bloed
door neus en mond is gekomen en een
derde ademloos, zwaar hijgend en kreu
nend tusschen den weg en de sloot lag,
terwijl hij niet antwoordde op de tot hem
gerichte vragen en afgetobt het medelij
den opwekte van de toeschouwers. Dat
van al deze verhalen hoegenaamd niets
waar is, zal wel ieder begrijpen, die wel
eens een wielerwedstrijd heeft bijgewoond.
Het berichtje, M. de R., is door u over
genomen uit de Meier. Ct.
Dat nu een blaadje, als het genoemde
dat zijne lezers grootendeels op het plat
teland telt, dergelijke dwaze berichtjes
opneemt, is de moeite niet waard om over
te spreken en ook vrij onschadelijk, maar
dat een der grootste bladen, zooals Het
N. v/d D., in de hoofdstad verschijnende,
zijne lezers tellende onder het meest be
schaafde publiek, die dwaasheden over
neemt en zich niet eerst eens de moeite
geeft naar de waarheid daarvan te infor-
meeren, is niet alleen onbegrijpelijk, maar
tevens hoogst nadeelig voor onze goede
wielersport.
Want moge het rneerendeel der lezers
dergelijke onwaarheden lachend voorbij
gaan, er blijven er altijd nog genoeg
over, die zich daardoor angstig laten ma
ken en van wielrijden en wielerwedstrij
den een verschrikkelijk denkbeeld krijgen.
Juist zulke berichten zijn het, die de
wielersport zoo hard tegenwerken, en al
zetten nu vele boerenkranijes dergelijke
kost aan hun lezers voor, laten de groote
bladen dat voorbeeld toch niet volgen!
Met de opname hiervan zult u zeer
verplichten Uw dw, dienaar,
W. G. DELBAERE.
Amsterdam, 21 Juli 1890.
De redactie antwoordt hierop:
(De Heeer DelBaere gelieve te beden
ken, dat eene courant onmogelijk alles
zelf kan laten onderzoeken en zich wel
eens moet verlaten op de betrouwbaar
heid van andere bladen. Dit meenden we
hier te eer te kunnen doen, omdat het
verhaal in de Meier. Ct. door allerlei
kleine bijzonderheden den schijn had van
een ooggetuige afkomstig te wezen, en
omdat 't een wegwedstrijd betrof, welke
in den regel van langer duur is dan een
baanwedstrijd. Intusscben dient de Meier.
Ct. zich omtrent haar bericht te verant
woorden.)
Met het oog op de betere uitvoering
van den spoorwegdienst bestaat het voor
nemen, om de afdeelingen «controle" op
de ontvangsten der beide groote spoorweg
maatschappijen in ons land, bij de invoe
ring van de nieuwe spoorwegovereenkom
sten, te Utrecht te combineeren en ook
de afd. „wagencontröle" meer bijzonder
de verdeeling en het gebruik van het
rollend materieel omvattende, eveneens
voor beide maatschappijen te Utrecht te
vestigen.
Aan het personeel van de spoorweglij-
nen EistDordrecht en Leeuwarden
Stavoren wordt medegedeeld, dat met het
oog op overname ir. exploitatie van die
lijnen door de Hollandsche IJzeren Spoor
weg-Maatschappij, van wege deze Maat
schappij aan bedoeld personeel de vraag
zal worden gedaan, of men bereid is in
den dienst der H. S. M. over te gaan.
Zij, die dit wenschen en tijdens den
overgang lid zijn van het Pensioenfonds
der Exploitatie-maatschappij zullen na
dien overgang en zoolang zij in dienst
der H. S. M. zijn, deelgenoot in genoemd
fonds blijven.
In het Algem. Politieblad is thans
gesignaleerd: Johannes Wilhelmus Wol-
fers, geboren te's-Gravenhage, 7 October
1861, controleur der Haagsche Melkin
richting; viij lang, haar en knevel don
kerblond, postuur flink. Hij wordt verdacht
ongeveer f200 te hebben verduisteid.
Waarschijnlijk is hij in gezelschap van
Hendrika Jongbloed, 26 jaren, vroeger
woonachtig in de gemeente Wolvega.
De commissaris van politie der 2e afdee
ling te 's-Gravenhage verzoekt aanhouding
en opzending van den verdachte.
Te Venloo is de groote bierbrou
werij van den heer Boetskez geheel uit
gebrand, waarbij Ook eene pas aange
voerde groote partij mout vernield werd.
Alles was verzekerd.
Te Groningen zijn weder acht
kinderen aan de mazelen overleden, zoo
dat thans 56 personen aan deze ziekte
bezweken zijn.
De inhechtenisneming van mej.
Aafke Kuijper, verdacht van moord door
vergiftiging van mej. W. J. Smissaert, is,
naar het Hbl. bericht, geschied toen zij Zon
dag te Oosterbeek, waar zij tijdelijk ver
blijf hield, uit de kerk kwam. De officier
van justitie bij de Amsterdamsche recht
bank, mr. Looijen, was zelf bij de aan
houding tegenwoordig. De verdachte is
n3ar Amsterdam vervoerd en in de cel
gevangenis aan de Weteringschans opge
nomen.
Sedert 12 Nov. 1885 woonde de over
ledene ten huize van mej. Kuijpers, die
als leerares in den zang o. a. aan de
Tooneelschool verbonden was. Na het
overlijden op 16 Juni 1890 werd het lijk
op het kerkhof «Zorgvlied" ter aarde be
steld, maar op last der justitie opgegra
ven en onderzocht nadat bloedverwanten
van mej. Smissaert zekere vermoedens
hadden geopenbaard. Toen bleek van
chronische zinkvergiftiging. De verdachte
is nagenoeg universeele erfgename van
het niet onaanzienlijk vermogen.
Te Gouda heeft een hond het leven
van een 3-jarig kind gered, dat in de
Wetering was gevallen. Daar niemand in
de onmiddellijke nabijheid was, zou het
ongetwijfeld verdronken zijn, als niet een
hond (die daar aan een ketting lag) zoo'n
luid geblaf aangeheven, en zoo'n leven
gemaakt had, dat men kwam toeijlen en
het gevaar nog bijtijds opmerkte.
In Maart van het afgeloopen jaar
werd door de algemeene Rekenkamer
verevend eene aanvraag van betaling ad.
f 400 ten behoeve van J. Schulman, te
Amersfoort, «wegens afstand van eene
oudheid aan liet Nederlandsch Museum".
Dit kostbaar voorwerp, met machtiging
van den minister van binnenlandsche
zaken aangekocht, was in de declaratie
omschreveven als «een oud medaillon van
jaspis, met borstbeeld en wapen van
Prins Maurits, hangende aan eene ge
ëmailleerde gouden ketting."
Kort daarna rees echter twijfel aan
gaande de echtheid van dat medaillon
reden waarom dit aan den verkooper
werd teruggegeven, de aanvraag van be
taling werd ingetrokken, en het begroo-
tings-artikel ontlast van het daarop reeds
gelegde bezwaar.
Omtrent de toedracht dezer zaak ver
nam de Kamer geen bijzonderheden; zij
meende ook, dat het niet op haren weg
lag te vragen, hoe een zoo hoog bedrag
kon worden besteed voor een voorwerp,
waarvan men, gelijk later bleek, de
waarde niet kende, hoede verkooper zoo
bereidwillig bevonden werd om in de ver
breking van de overeenkomst, waaraan
van zijne zijde reeds uitvoering was ge-
gen, toe te stemmen, toen aan de echtheid
van het verkochte slechts getwijfeld werd,
en in welk opzicht het medaillon dan ver
dacht werd niet «echt" te zijn. De kamer
bracht de aangevraagde vermindering van
bezwaar zonder eenige bedenking tot
stand, doch meent (in haar jaarverslag)
van de zaak melding moeten maken, om
het eigenaardige licht, dat zij werpt op
de wijze waarop nu en dan overeenkom
sten van «afstand" ten behoeve van rijks
verzamelingen worden aangegaan.
De minister van binnenlandsche zaken
licht deze zaak toe als volgt:
Toen op 31 Januari 1899 door den
toenmaligen minister van binnenlandsche
zaken de in de daaraan voorafgaande
maand gedane aankoop van het hierbe-
doelde medaillon werd goedgekeurd, be
stond geen twijfel omtrent de oudheid
van dit stuk. Toen kort daarop door
een deskundig bezoeker van het mu
seum beweerd werd dat het stuk mo
dern was, is daaromtrent o. a. te Parijs
het gevoelen van deskundigen ingewonnen.
De uitslag is geweest, dat vijf hunner
het stuk voor oud verklaarden, twee daar
entegen voor modern. De directeur van
het Nederlandsch Museum te Amsterdam
heeft naar aanleiding daarvan voorgesteld,
het medaillon aan den verkooper terug
te geven, om te voorkomen, dat zich in
het Nederlandsch Museum voorwerpen
bevinden, waarvan de echtheid in twijfel
wordt getrokken. Alzoo is geschied. Ge
noemde directeur heeft bericht ontvan
gen. dat de verkooper verklaart heeft, het
stuk terug te hebben ontvangen. U.Dgb.
De Nederlandsche schutterijkader-
bond zal morgen, Zondag, de 5e alge
meene vergadering te Nijmegen houden,
voorafgegaan door eene officiëele ontvangst
op het gemeentehuis door het gemeente
bestuur, des namiddags van 2 tot 4 uur.
Maandag en Dinsdag Schiet-, en dit jaar
tot proef, Scliermwedstrijd, opgeluisterd
door muziek.
'in.
De dienst in de Remonstrantsche
kerk wordt op Zondag 27 Juli waarge
nomen door Ds. P. Heering predikant te
's Gravenhage, en niet door Ds. B. W.
Colen brander, zooals Woensdag is ver
meld.
De le luitenants der bereden artil
lerie C. E. Baud, 11. B. Schreuder, H. C.
M. E. van Soetermeer Vos en J. H. C.
Sluiter, gedetacheerd bij de rijschool al
hier, worden met 1 Nov. a.s. voor éen
jaar gedetacheerd bij het 3e reg. veld.-
artill. te Breda, tot het volgen van een
cursus in de africhting van trekpaarden
voor de artillerie.
De cadet aan de Kon. Milit. Academie,
(Infanterie) Jhr. E. W. van Holtlie, gaat
o. m. over van het eerste naar het tweede
studiejaar.
De eindexamens der Hoogere Bur
gerscholen in de provincie Utrecht, waar
van het mondeliug gedeelte dit jaar te
Utrecht werden afgenomen, zijn Donder
dag II. afgeloopen. Alle candidaten slaag
den. A. J. De Beaufort verkreeg het
rangnummer éen, J. H. A. E. Visser txvee,
H. 6. A. Elink Schuurman zes en A. D.
N. Van Gendt acht. De toehoorder C.
Humalda Van Eijsinga behaalde het rang
nummer veertien.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort, op Woensdag den
30. Juli 1890, des namiddags te een ure.
Pnnteu van behandeling:
1. Verordening vaststellende bepalingen,
die gelden voor alle politie-veiorde-
ningon, waarbij straffen zijn bedreigd,
voorzoover daarbij te dien opzichte
geene bijzondere voorschriftengemaakt
zijn.
2. Definitieve vaststelling der verorde
ning, houdende voorschriften in het
belang der openbare gezondheid.
3. Voorstel van Burg. en Weth. inzake
de bestrating van de Kampstraat en
het Zand.
4. Voorstel van Burg. en Weth. tot be
strijding uit onvoorziene uitgaven, der
kosten van de volkstelling en het ver-
leenen van eene gratificatie aan den
Ambtenaar, belast geweest met den
aanleg van een nieuw bevolkingsre
gister.
5. Reclames tegen aanslagen in den hoof
delijken omslag, dienst 1890, met ont
wei p-besluiten.
6. Staten van oninbare posten inzake
den hoofdelijken omslag, dienst 1888.
7. Verzoek van mej. S. H. E. Prins, om
eervol ontslag als onderwijzeres aan
de openbare meisjesschool.
8. Samenstelling der voordracht tot be
noeming van zetters der rijks directe
belastingen.
9. Benoeming eener commissie tot on-
zoek der gemeente rekening over 1889.
De rechtbank te Utrecht deed Woens
dag o. m. uitspraak in de navolgende
strafzaken
J. H. v. O., won. te Amersfoort, bekl.
van mishandeling van K. J. en W. V.,
aldaar op 2 Juni gepleegd; veroordeeld
tot 2 dagen gevangenisstraf.
J. H., hvr. van L. R., wonende te
Spakenburg (Bunschoten) bekl. van be-
leediging van J. V., huisvr. van W. R.,
aldaar op 2 Juni jl. gepleegdveroor
deeld tot een geldboete van f3, subs. 2
dagen hechtenis.
In de zitting van Donderdag werden
o. m. de navolgende strafzaken behan
deld
P. R. won. te Baarn, bekl. van dief
stal van een vogelkooi en twee lijsters,
met behulp van braak en verbreking van
het erf en ten nadeele van E. v. J., te
Soest gepleegd op 18 Mei jl.
Bekl. reeds vroeger veroordeeld, lag
onder vermoeden van de kooi weggeno
men te hebben, toen deze vermist werd.
Werkelijk werd zij ook te zijnen huize
gevonden, doch naar zijne verklaring was
hij op zonderlinge wijze in het bezit er
van gekomen. Hij was n.l. bij het loopen
over den openbaren weg gestruikeld over
de daar liggende kooi, bezeerd had hij
zich daardoor niet, maar om te zorgen
dat een ander er niet over vallen zou,
en gelegenheid te hebben haar terug te
kunnen geven, als hij den eigenaar ge
vonden had, had hij haar meegenomen.
Wel wat in strijd daarmee ontkende
hij vogels te hebben, toen de politie hem
daarna vraagde, terwijl bij onderzoek de
kooi op zijn zolder gevonden werd.
Volgens verklaring van de politie slaat
bekl. niet gunstig bij haar bekend.
De eigenares der kooi had Zondags
avonds 10 ure nog hare vogels, hangende
aan den achtergevel harer woning, be
zocht. Tegen ll ure was zij opmerkzaam
geworden door hondengeblaf, en zag den
volgenden morgen, dat een kooi met een
lijster was verdwenen, een tweede kooi
lag met verbogen tralies en ledig in het
pad, en het hek om het erf was duidelijk
zichtbaar met geweld geopend.
Bij een der getuigen, winkelier, had
bekl. Maandagsmorgens beschuit gekocht
en tevens naar vogelzaad gevraagd.
Een andere getuige, die 's avonds half
elf met bekl. had staan praten, was juist
den weg afgekomen, waarop bekl., naar
zijn zeggen, kort daarna over de kooi
was gestruikeld.
Bij een derden getuige had bekl. vogels
te koop aangeboden, waarvan er een
gehavend uitzag. Bekl. zeide hem de vo
gels reeds een jaar in bezit te hebben,
waartegenover de kooper het wel wat
vreemd vond, dat hij, reeds zoo lang
vogels hebbende, er naar zijn beweren,
nog niet eens een kooi voor had. Bekl.
gaf voor, zoo uit koopmansschap gehan
deld te hebben.
Herhaaldelijk door den president der
rechtbank gewaarschuwd zijnde, zjjne
zaak niet door leugens te bezwaren, hield
bekl. zijne ontkentenis vol, alsmede zijne
verklaring dat hij aan den berm van den
weg eene kooi met twee vogels heeft
gevonden, waarna de ambtenaar van het
O. M., na uiteenzetting van zijn requisi
toir, waarin hij wees op de geheele on
aannemelijke bewering van bekl. en op
de tegen bekl. getuigende feiten, op grond
daarvan als eisch stelde schuldverklaring
van bekl. aan het hem ten laste gelegde,
en gevangenisstraf van negen maanden.
Na de pauze kwamen voor J. en W.
M., beiden won. te Hoogland, bekl. van
zware mishandeling met voorbedachten
rade, gepleegd tegen G. v. d. II. aldaar
in den nacht van 3 op 4 Juni gepleegd.
Na afgelegde geneesk. verklaring, waar
uit bleek, dat de mishandeling vrij belang
rijke verwonding ten gevolge had gehad
en blijkbaar met kracht daarbij was te
werk gegaan, zoo zelfs dat de mishandelde
ook nu nog geen werk met den linker
arm zou kunnen doen, indien hy handen
arbeid moest verrichten, bleek uit ver
klaringen van mishandelde eii getuigen,
dat de steeds goede verhouding tusschen
beklaagden en v. d. H. in den avond van
3 Juni verstoord was in de herberg,
waar na 't gebruik van «enkele rondjes"
v. d. H. eene uittartende houding aan
nam, waardoor, in de herberg reeds sla
gen vielen, ten gevolge waarvan de her
bergier de gebroeders M. verwijderde en
v. d. H. terughield. Toen de laatste ten
2 ure ongeveer ook de herberg verliet,
werd hij dicht daarbij aangevallen door
de nog steeds op hem wachtende M's.,
die hem met stokken afranselden, maar
op 't trekken van 't mes door hun slacht
offer weggingen. Het slachtoffer in
dit geval schijnt in zijne gemeente als
vechtersbaas bekend te staan, en werd
door den pres. der rechtbank er ernstig
op gewezen, dat hij aanleiding had gege
ven, terwijl de rechtbank er bekl. mede
zeer ernstig verwijt van maakte, dat zij,
alleen om aan hunne wraakzucht te vol
doen, bijna 4 uren buiten de herberg
bleven wachten, niettegenstaande de her
bergier voorzichtig en verstandig genoeg
was geweest om, ten einde alle moeite
te voorkomen, v. d. H. binnen 's huis te
houden na hel vertrek der beide M.'s,
waarvan de een, Jan M., van buiten door
het raam v. de H. nog opriep «om er
eens uit te komen." Het ongelukkig
«borreltje" heeft ook weer in deze zaak
eene treurige rol gespeeld, door oorzaak
le zijn, dat tusschen menschen, die steeds
goed met elkaar geweest waren, zonder
eenige aanleiding twist, handtastelijkheid,
wraakzucht en grove mishandeling plaats
grepen, en dat een paar broeders, die
tot dusver gunstig bekend stonden, thans
voor zulk eene treurige daad moesten
terecht staan, hoezeer volgens verklarin
gen der getuigen, ook der politie, de
mishandelde minder dan zij, de beklaag
den, te goeder naam bekend staat en
door zijne houding aanleiding tot het
ongeval schijnt gegeven te hebben.
De ambtenaar van 't O. M. eischte te
gen bekl: schuldigverklaring aan 't mis
drijf en gevangenisstraf voor den tijd van
vier maanden.
Door de heeren L. KamesenG. B.
Gijsbertse, die aan het visschen waren,
is een driejarig jongetje van zekeren Flos
uit de beek achter Beekestein gered,
waarin het in zinkenden toestand ver
keerde.
33lato S'fAATüfLOTEBIJ.
Eerste klasse.
Trekking van 23 en 24 Juli.
(600 loten.)
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen
Prijzen van fSO
1040 1062 1079 1084 3686 4005 12561
12568 12589 12877 20954 en 20970.
Te zamen 12 prijzen.
Hoevelaken. De heer J. B. Nijhoff,
hoofd der openb. school, alhier, heeft bij
het herdenken van zijn 50-jarige werk
zaamheid als onderwijzer vele en tref
fende bewijzen van belangstelling en
viiendschap ontvangen. Uit de gemeente
werden hem een prachtige regulateur-
klok, een sierlijke leuningstoel en een
barometer ten geschenke aangeboden, en
van de leden der afdeeling Nijkerk van
het Ned. Onderwijzersgenootschap ontving
hij een fraaie hanglamp.
Een Franscliman, uilvinder der boek
drukkunst. De Fransche historieken-
ker Réquin is plotseling voor den dag
gekomen met eenige geschiedkundige
gronden, waaruit hij meent te kunnen
afleiden, dat de boekdrukkunst reeds was
uitgevonden te Avignon, 8 of 10 jaren
vóór het tijdstip, waarop zij volgens de
geschiedenis zou hebben plaats gehad.
Réquin meent voor deze bewering onom-
stootelijke bewijzen te hebben gevonden
in het archief van Avigvon. Waarschijn
lijk zal men er dan binnenkort wel meer
van hooren.
Eene missie in China. Voor eenige
weken werd te Shanghai een groote con
ferentie van missionarissen gehouden, die
14 dagen duurde. Het doel dezer verga
deringen was de bespreking over eene
nieuwe overzetting van den Bijbel in de
Ciiiueesche taal. Na lange discussiën werd
besloten, dat de Bijbel zou vertaald wor
den in de drie takken van het Chineesch:
het hoog-klassisch, het laag-klassisch en
het mandarijnen-Chineesch.
Te Soerabaia (Java) had onlangs een
brutale aanranding plaats op het parket
van den Raad van Justitie.
Het echtpaar A. compareerde daar in
zake echtscheiding, waartoe de eisch door
mevr. A. geboren v. M. was ingesteld, op
grond onder andere van mishandeling door
den man.
Na de comparitie ging genoemdeA.de
zaal uit, doch bleef in de deur staan en
toen kort daarop zijn vrouw, die zich even
met den griffier onderhouden had, de deur