NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. ANKARSTROM. No. 74. Zaterdag 13 September 1890. Negentiende jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. De derdie Franseke Republiek. Feuille ton. BINNENLAND. iMERSFOOHTSCHE C0U1ANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 fi regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertcntiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Toen zij daags na de ramp van Sédan op het Parijsche stadhuis werd geproclameerd, hebben zeker weini gen, buiten de hartstochtelijke be strijders van het Napoleontische sys teem, haar een twintigjarigen levens duur durven toeschrijven; of, zoo al, dan beschouwden zij dien als een uitersten termijn, als de laatste con cessie, waartoe het wispelturigste van alle Europeesche volken zou te be wegen zijn. Twintig jarenzoo redeneerde men, geen regeerings- vorm heeft het, zoo lang uitgehou den, sinds het oogenblik waarop de opening derStaten-Generaal van 1789 de groote, aan de eene zijde mis kende, aan den anderen kant over schatte revolutie inleidde; en er is alle reden om te verwachten dat hel gebouw opgetrokken op de puinhoo- pen van het Tweede Keizerrijk, nog minder dan eenig ander in staat zou zijn, de politieke stormen af te weren. Geboren na den diepsten val, dien de Fransche natie zich in de meest pessimistische bui had kunnen voor stellen, het leger geslagen of krijgs gevangen, de aanvoerders ontmoe digd of even als 't Hoofd van den Staat in 's vijands macht, de Duitsche legers opmarcheerende naar de hoofdstad, die zij weldra als over winnaars zouden betreden, kon men de Republiek niet anders noe men dan het kind der grievenste smart, gevolg van de bitterste ont goocheling. En het eerste levensjaar was geheel in overeenstemming met die droevige geboortestondeeen jaar van schier hopeloozen strijd, eerst tegen den buitenlandschen vijand, die met de ijzeren gestrengheid van het Noodlot zijn onafwijsbare eischen stelde, toen tegen de dolzinnigheid der woestelingen, die gelijk in de dagen van het Schrikbewind het ge zag wilden overrompelen om de heerschappij hunner wilde hartstoch- DOOR Mr. William J. ten Hoet. Aan Wolfgang. 16 In heftige ontroering liep hij de kamer op en neer. Alles was onveranderd. Fran ken lag schijnbaar in diepen slaap slechts kreeg de Hopman den dunk alsof een mat geslepen spiegel, tegenover de plaats waar hij gezeten had, aangebracht, eerst met een voorhangsel bedekt was geweest. Hij haastte zich althans om 't gordijn over de roe te trekken hij kon er niet zonder beven aan denken zich zei ven weer te zien. In dat oogenblik werd Franken wakker. «Hebt ge wat gezien?" vroeg hij. «Die damp is dat" «Ik heb gezien," onderbrak de Hop man. «Trad de verschijning klaar voor uwe ziel? «Klaar, maar verschrikkelijk" ant woordde de ander. «Kunt gij ze duiden?" ten daarvoor in de plaats te stellen. Maar de mannen, door den stroom der gebeurtenissen als het ware aan het roer van den Staat geworpen, hielden stand. Zij bezorgden het land een met bloed en tranen en met zware offers gekochten vrede, zij tem den het monster der anarchie. Een kleine man met een grooten ziel wist het wrakke vaartuig door de bran ding heen te sturen; en ofschoon er vele jaren verliepen eer een kalm vaarwater was bereikt, toch wist hij koers te doen houden. Hij, die voor de Republiek slecht een platonische liefde met zich omdroeg, en voor standers van een éénhoofdig gezag als hij van nature was, haar slechts aanvaardde als de regeeringsvorm die voor het oogenblik de Fransche natie liet minst zou verdeelen, heeft niet temin meer voor haar gedaan dan honderd opgewonden lofredenaars; en de gevaren, die na hem het ge- meenebest bedreigden, vermeerden slechts naarmate men, hetzij naar rechts, doch meer nog naar links, afweek van de door hem aangewezen richting. Het twintigjarig bestaan der Re publiek is in Frankrijk schier onop gemerkt gebleven men heeft de her denking van den 4en September 1870 stil laten voorbijgaan. Is dit een gun stig teeken, of moeten wij daarbij denken aan zekere onverschilligheid, die nog erger zijn zou dan eenig an der gevaar waaraan deze jongste der Fransche staatsinstellingen ooit heeft blootgestaan Het laatste gelooven wij niet; veeleer meenen we te mogen aannemen, dat men thans algemeen de Republiek heeft aangenomen als de natuurlijkste zaak van de wereld, en de noodzakelijkheid niet meer in ziet om door zeker vertoon van sym pathie haar vijanden te waarschuwen, haar niet te na te komen. Wij Nederlanders hebben geen re den om den Franschen hun regee ringsvorm te benijden; maar als wij opletten wat er in hun land zijn zou, De Hopman sloeg smartelijk den blik omhoog. «En zoudt ge de uitspraak volgen «Hoe kunt gij nog vragen?" sprak An- karstrom. «Ga dan heen! mijn krachtige leerling!" riep Franken met plechtige stem en om helsde hem. «Eens zien we elkander we der!" «Daar!" riep de Hopman, nu door diepe innige smart in 't gemoed gegrepen en bewogen, terwijl hij met de hand naar den nachtelijken hemel wees, die nu ge heel helder was geworden, zoodat het sterrenlicht de twee kaarsen verdonkerde. Toen nam hij zijn mantel, sloeg dien haastig over, omhelsde Franken en stoof de kamer uit. De man in 't zwart bleef eenige oogen- blikken onbewegelijk staan toen Ankar- strom weg was. Niemand zou hebben kunnen raden wat er in 's mans ziel om ging. Dan, ging hij naar 't venster toe, stiet het open en ondanks den scherpen tochtwind zag hij toe, dat Ankarstrom door de struiken heen zich den heuvel afwerkte. Toen nam hij de boeken van de tafel, wierp ze in een hoek, greep een der lichten en ging in de belendende kamers. De morgen was haast aangebroken toen Ankarstrom thuis kwam. Hij vond op het indien de Republiek was bezweken, dan kunnen wij hun onze gelukwen- schen niet onthouden. Inderdaad kan men zeggen dat de voorstanders der Republiek het bij zonder geluk hebben, dat hun kroon pretendenten, de mannen om wier naam de partijgangers van het mo narchaal gezag zich groepeeren, niet veel zaaks zijn. Mogen enkele geluk zoekers nog gedroomd hebben van herstel van het imperialisme onder leiding van een onbeteekende figuur, als Jéröme Bonaparte of zijn ver waand zoontje Victor, de onverkwik kelijke twisten tusschen deze beide nietigheden heeft aan hun laatste verwachtingen den bodem ingeslagen. En wat de koningsgezinden betreft, de loyale vertegenwoordiger der middeneeuwsche regeeringsbeginse- len, de graaf van Chambord legde het hoofd ter ruste; zijn erfgenaam, tevens die der Orleans, de graai van Parijs namelijk, heeft niet de minste kans ooit een populariteit te verwer ven die hij zich door geen enkele grootsche eigenschap heeft waardig gemaakt. En nu, bij het afsluiten van het eerste twintig-jarig tijdvak, verkeert de Republiek in een bevredigenden toestand. De laatste en misschien las tigste vijand, het Boulangisme, ge vaarlijk orndat alles er aan mee deed wat belang had bij haar val, mits gaders alle ontevredenen, alle grap penmakers, en bijna alle lieden van een slechte reputatie, is neerge veld, en de aanvoerder dier dolle beweging wentelt zich in het stof zijner eigen belachelijkheid naar har telust rond. Zij heeft veel tot stand gebracht, zooals een der meest ge achte bladen, Le Temps, dezer dagen in het licht stelde, al ontbreken ook de schaduwzijden niet. Zij herstelde de weerbaarheid des lands, al kon dat niet geschieden zonder recht streeks of zijdelings het droombeeld van de revanche levendig te houden zij heeft «koloniën" veroverd, trac- slot alles reeds in rep en roer koffers en allerlei bagaadje waren al op de reis wagens verdeeld en het afscheidsuur na derde, met het aanbreken van den dag. De vrijheer zei Alfred vaarwel als een vader zijn zoon; want als zoodanig was de jongeling den ouden man dierbaar geworden. Oda zag bleek en reikte zwij gend aan Aarberg hare hand. Klara weende, en praatte toch in 't zelfde oogen blik over 't weerzien op de bal-masqués in Stockholm, De neef was beleefd, maar koel, en Ankarstrom, als altoos somber, in zich zelf gekeerd. Zoo klom dan ook Alfred op de hooge lichte sjees en rolde zijn weg op. Zijne reize was voorspoedig en zonder hinder nissen daarom werd ze spoediger en in korter tijd afgelegd dat hij zelf 't in dit jaargetijde had verwacht. Op een schoonen helderen winterdag naderde hij Stockholm en voor hem lag het Noor- sche Napels, 't Glinsterde in den glans der winterzon, en daar er nog juist geen sneeuw gevallen was, bood het een lachenden aanblik. Ter linker zag de reiziger de blauwe golven der Oostzee, waarop in de win terdagen echter zelden een zeil schemert. Rechts strekte zich het groote Melermeer uit, met zijn duizend, deels met heerlijke buitenplaatsen bebouwde eilandjes, zoo taten geteekend, Wereldtentoonstel lingen geopend en onvergetelijke fees ten gegeven." De reusachtige leenin gen, die zij heeft moeten sluiten om den milliarden schat te betalen en 's lands wedergeboorte, te bewerken, hebben geen schade kunnen toebren gen aan het crediet des lands, zoo dat thans, wat nog nooit is gebeurd en, behalve aan de algemeene daling van den rentekoers zeer stellig is toe te schrijven aan het vertrouwen dat de natie inboezemt, de 3 procent rente bijna tot den parikoers is ge stegen. Geheel wolkeloos was de hemel der Republiek nooit, zij is het nu evenmin. Wij zien het militairisme gestegen tot een ontzettende hoogte, en vragen met beving: «Hoe lang nog?" Wij hebben 's lands schulden last zien uitzetten, zien verzwaren, de welvaart van alle maatschappelijke klassen bedreigende, wij zien nog altijd het revanchéspook zich op den achtergrond vertoonen, ofschoon zijn omtrekken flauwer schijnen te wor den naarmate het nieuwe geslacht opwast hetwelk van Gravelotte en van Sédan geen persoonlijke herin neringen meer heeftLaat ons hopen. Frankrijk heeft in het bescha vingsproces een hoogst belangrijke rol te vervullenhet streeft de vol ken vooruit als een dartele knaap op den wandelweg, telkens dwaasheden begaande en in dwalingen vervallende, maar toch, het wijst in menig opzicht het veilige pad aan. Moge het, zijn gezond verstand bewarende, ons nog lang dezen dienst bewijzen. De bezoeken van den Ministei van Oorlog aan Alkmaar en Kampen staan in verband met de oprichting eener kadet- tenschool, waarvoor door die gemeenten aanbiedingen zijn gedaan. Te Utrecht moeten alle militaire gebouwen ten spoedigste telegraphisch ver het oog reikte. Duidelijk herkende men daaronder zoo wat een mijl ver, het heerlijke Drottningholm. In 't midden daar waar Oostzee en Meier samenvallen, lag de hoofdstad deels op eilanden, deels op schiereilanden gebouwd, door twaalf bruggen onderling verbonden. Hoe aan zienlijk ook de eigenlijke stad, met het Koninklijk Slot, de Koningshohn, de Bla- siusholm, 't Heiligegeest-eiland, zich voor doen mocht, toch werd des reizigers oog nog meer geboeid door den Ridderholm en zijn eerwaardig oud kerkgebouw. Hier toch rusten Koning Magnus Ladulus, dan de achtste, tiende, elfde en twaalfde Ka- rel Frederik de Eerste en Gustaaf Adolf de onsterfelijke. De beide voor steden de Noorder en Zuider-malm ver loren zich met hun kleine huisjes voor den turenden blik in de verteslechts verhief zich hij de eerste een hooge zand berg, waarop eens het bloed van den Landdrost Brunke vloot, nog steil op waarts. Alfred haastte zich naar zijn huis, dat dicht bij de residence lag, en vond hier reeds een brief van den Vrijheer, die hem, door de post bezorgd, voorgekomen was. De inhoud schokte hem diep. „Gij hebt" schreef de oude Heer, «zooveel verdriet over mijn grijzen schedel gebracht dat het mijn haren zou hebben gebleekt worden verbonden en in gemeenschap worden gebracht met de Nieuwe Hol- landsche waterlinie. Dr. Schaepman zal op uitnoodiging een voordracht houden voor de Ieder, der afd. Amsterdam van den soc.-democratischen bond. Te Arnhem is op 86-jarigen leef tijd overleden de gepensioneerde kolonel der cavallerie L. M. Castendijk. Dr. C. H. J. VV. J. Getsink zal zijne betrekking van buitengewoon hoog leeraar in he faculteit der godgeleerdheid aan de vrije universiteit aanvaarden Vrijdag 19 September a.s., met het houden van eene rede in de Scliotsche zendingskerk, des namiddags te 2 uur. Van de twee infanteristen, die bij liet bekende ongeval op het fort Rijnauwen nabij Utrecht, verwond werden, heeft een reeds het hospitaal verlaten. De andere is echter niet zoo gelukkig, daar diens aangezicht, tengevolge van liet ontbranden van het kruit, nog steeds geheel zwart is. Het omtrent dit ongeval, waarbij een milicien gedood werd, ingesteld wordende streng onderzoek is thans in vollen gang. Sedert de kermis werden te Almeloo een jongen en een meisje uil de nabijzijnde buurtschap vermist. De jongen werd gisteren levenloos uit het water opgehaald. Het meisje heeft men tot nu toe nog niet kunnen opsporen. De directeur van de weesinrichting te Neerbosch ontving deze week behalve tal van andere giften o. a. van de Persis- vereeniging te Amsterdam f427.38; van de chr. Jongelingsvereeniging te Win terswijk f 100 en van de meisjesvereeni- ging aldaar eveneens f 100. Dezer dagen heeft men bij de op gravingen in de Servatiuskerk te Maas tricht nog gevonden een sarcophaag zon der deksel, die, naar men verneemt onder de oudste Frankische zerken gerekend kan worden. Uit Ede schrijft men: „Vrijdagavond werden bij den heer Storm de Grave, alhier, van zijne circa 140 hennen 58 dood in het hok gevonden. had de leeftijd dat niet bereids gedaan. De verklaring mijner dochter, doet een gebouw in puin vallen, dat ik van haar kinderjaren af al met voorliefde heb op getrokken. Gij moet nu evenwel niet ge looven dat die klacht, welke het hart van een oud man behoefte heeft te uiten, een verwijt is, dat ik mij nu nog gerechtigd achten zou u te maken. Dit is volstrekt 't geval niet. Ik ben ook jong geweest en verontschuldig u allebei; maar ik weet ook nog al te goed, hoe dikwerf een in die jaren zoo snel opvlammend vuur ook weer daalt en dooft. Daarom hoop ik en zeg het u onbewimpeld, dat Oda's gevoe lens wel weer veranderen zullen. Gaan er jaren overheen zonder dat dit gebeurt, en evenmin bij u, nu dan, in vrede. Op het tot stand komen van mijn geliefd- koosd plan wil ik 't ongeluk van mijn geliefd kind niet vestigen. Maar tot dat het zoover komen mocht vorder ik van u, als edelman, als man, als ridder, dat gij de gelegenheid niet zoeken zult Oda te zien en voor alles dat gij zwijgen zult ook over dezen brief." In zijn antwoord legde nu van Aar- berg de gevoelens zijns harten bloot, maar hij gaf den vrijheer de belofte die deze van hem gevergd had. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1890 | | pagina 1