NISUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
DE HERBERGIER ÏAH HET M),(1)
No. 79.
Woensdag I October 1890.
Negentiende jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMEBSF00BTSC1E COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maaudon ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In een telegram uit Petersburg
wordt gemeld, dat Z. M. de keizer van
Husland het scheidsrechtersehap tussehen
Frankrijk en Nederland, met betrekking
tot de grensscheiding in Guyana voorgoed
heeft aangenomen.
De Minister van Buitenlandsche
Zaken brengt ter kennis van belangheb
benden, dat het in de maand October
e. k. te houden examen ter verkrijging
van het getuigschrift van bekwaamheid
voor de betrekking van leerling-consul,
ten einde bij voorkomende gelegenheid,
voor eene benoeming als zoodanig in
aanmerking te kunnen komen, zal plaats
hebben op Maandag 20 October a. s
en volgende dagen. Plaats en uur van
het examen zullen nader worden bekend
gemaakt. Om tot het examen toegelaten
te worden, moet men den ouderdom van
18 jaren bereikt hebben. Zij die het
examen wenschen af te leggen, moeten
zich daartoe vóór Maandag 6 October
e. k., bij gezegeld adres aan het Depar
tement van Bnitenlandsche Zaken aan
melden met opgave van naam, voornamen
en woonplaats. Men zie verder de St.-Ct.
no. 228.
Het bestuur van eene liefdadige
vereeniging te's-GraveDhage had H. K. H.
Prinses Wilbelmina het beschermvrouw
schap aangeboden. Namens H.H. M.M.
werd aan dat bestuur dezer dagen te
kennen gegeven, dat zoolang de Prinses
minderjarig is, door haar geene beschik
kingen worden genomen, waardoor H. K. H.
zich voor de toekomst zou kunnen binden.
Aan het verzoek kon op dien grond niet
voldaan worden.
Uit Middelburg schrijft men dat het
Prinsesselied, gedicht en gecomponeerd
door den heer Pijper uit Harderwijk, al
daar een echt volkslied geworden is, en
bij de feestelijke uitvoering in het Schut
tershof door de volkszangschool met uit
stekend gevolg gezongen is. Zelfs op
straat hoort men het daar zingen, neuriën
of fluiten. Volgens bevoegde beoordeelaars
kan dit lied met de beste mededingen,
en verdient het overal bekend te worden.
De drie zoons van PHds Albert van
Pruisen (kleinzoons van Prinses Marianne
der Nederlanden), hebben, volgens het
oud gebruik in de Pruisische Koningsfa
milie ieder een ambacht geleerd. Twee
zijn metselaar en de derde is huistimmer
man en schrijnwerker. Zij bouwen nu te
zamen een paviljoentje, onder leiding van
bouwkundige opzichters. Hun vader komt
bijna dagelijks naar het werk zien.
De Haagsche corr. van de Zutf. Ct.
schrijft, naar aanleiding var. het onderzoek
der legerwet in de afdeelingennaar ik
hoor, geven de antirevolutionairen den
moed nog niet op om hunne katholieke
bondgenooten te overtuigen, dat aanne
ming in 's lands belang is. Er loopen zelfs
allerlei geruchten aangaande de middelen,
die zouden worden aangewend om ook
in deze quaestie tot overeenstemming te
komen. De een zegt, dat de overgangs
bepalingen, die bij afzonderlijke wet zul
len voorgesteld, de invoering der wet zoo
zullen verschuiven, dat de tegenstand der
katholieken gebroken wordt. Anderen
beweren en dit heeft in elk geval
de waarschijnlijkheid voor zich dat
er bij den Min. v. Oorlog op wordt aan
gedrongen om zich met de afschaffing
der plaatsvervanging tevreden te stellen
en de nummerverwisseling weer in zijn
ontwerp op te nemen. Nummerverwisse
ling tussehen zonen van hetzelfde gezin
laat hij nu reeds toe, zoo redeneert men
nog een stap verder en de vrede is we
der geteekend Ondertusschen zou het
toch een heel groote stap zijn, een stap
zoo groot, dat ik vooralsnog niet geloof,
dat de minister tot dien prijs de stemmen
van zijn geloofsgenooten zou willen koo-
pen. W3nt door dat te doen, zou hij niet
alleen zijn eigen stelsel weer afbreken,
maar zich ook laten overhalen tot iets,
wat volgens zijn memorie van toelichting
naar zijne innige overtuiging voor de
defensie zeer schadelijk zou zijn."
Te 's-Hage vergaderde Zaterdag
middag, onder leiding des heeren jhr. mr.
J. K. F. K. van Swinderen, de anti-opi-
umbond. In het jaarverslag over 1889/90
schetste de secretaris, jhr. W. C. A. Elout
van Soeterwoude, hetgeen de bond in
dat jaar tot stand bracht en wees er op,
dat 446 personen, waaronder vele plan
ters- en landbouwersvereenigingen in
Indië, alsmede ambtenaren tot den Bond
waren toegetreden.
De rekening sloot met een voordeelig
saldo van f 334.36'/2 Het bestuur werd
aangevuld tot 35 leden en als leden wer
den gekozen de heeren H. Muller Szn.
te Rotterdam; Zegers, oudzendeling In-
dramajoe (Java); Breijer, uitgever te
Arnhem, en van Kesteren, red. der Ind.
Gids te Brussel.
Nog werd besloten, dat de heeren
Schaepman en Zegers dezen winter in de
hoofdsteden des lands het doel van den
Bond nader uiteen zullen zetten.
Voor den Hoogen Raad werd Maan
dag in cassatie behandeld de bekende
zaak van den Utrechtschen drukker, door
het Hof te Amsterdam veroordeeld we
gens het plegen van eene bedriegelijke
handeling bij eene verkiezing, waardoor
de stemmen van 3 kiezers zijn verijdeld
of althans hunne stemmen zijn uitgebracht
op andere personen dan zij bedoelden.
De hoofdvraag was, volgens pl. mr. Harte,
in deze of 's Hofs arrest aanleiding gaf
tot cassatie. Z. i. ongetwijfeld ja. Art.
127 Strafwetboek vas geschonden en
verkeerd toegepast. Dit artikel slaat niet
op handelingen, waardoor een ander dan
de bedoelde persoor, wordt aangewezen
door den kiezer, maar wel door den be
drieger. De bedrieger moet zijn auctor
intellectualis en physicus van het inge
leverde stembiljet.
Het O. M. zal 13 October conclusie
nemen.
Uit Eist (Betuwe) meldt men
«De verzending van suikerbieten voor
de Arnhemsche fabriek is in vollen gang.
Duizenden kilo's worden van hier en uit
de omstreken verzonden. Het gewas is
vrij goed geslaagd. De prijs is f'10 afl2
terwijl voor de nieuwe campagne f 180
f190 per H.A. wordt besteed, zonder
het kar- of rijwerk."
Op 78-jarigen leeftijd is te IJsel-
monde overleden de oudstrijder van
183031, de heer W. Wielink. Te Ingen
overleed, 81 jaar oud, de oudstrijder G.
Zegveld.
De gemeenteraad van Deventer be
sloot in zijne vergadering van gister, den
commissarissen der spaarbank toe te staan,
in plaats van f 100,000, eene som van
f 200,000 te beleggen in rentegevende
fondsen of schuldbekentenissen.
Men deelt ons uit Arnhem, dd. 28
dezer
Gisteren stond voor de rechtbank al
hier terecht J. W. v. d. B., oud 15jaar,
vroeger huisknecht van den heer Blanc-
kenhagen aldaar, die hem den 13. dezer
een bankbiljet van f 100 ter hand stelde
om daarvan eene rekening te betalen.
Bebl. kocht een horloge voor f 18,50 en
reisde naar Utrecht, waar hij het verdere
geld verbraste en weldra «de hoogte
had." In dien toestand begaf hij zich naar
den commissaris van politie, wien hij
vertelde de zoon te zijn van den heer B.,
wiens knecht met f 1Ö0 er van door was
gegaan.
Hij heette uitgezonden om dien knecht
op te sporen.
De comm. van politie sloeg geen geloof
aan die vertelling, hield den knaap in
bewaring en wist aldra de waai held uit
hem te krijgen. Ook op de terechtzitting
bekende bekl. volmondig, maar toonde
niet veel berouw. Daarom eischte de offi
cier van justitie 6 maanden gevangenis
straf. (Utr. Bgbl.)
Christine K., te Arnhem, stond Za
terdag voor de rechtbank aldaar terecht,
beschuldigd van brandstichting. Zij be
kende tot de daad gekomen te zijn door
angst gedreven. Haar man was van huis
al 14 dagen, en wilde niet terugkeeren.
Hij had elders werk. De angst nam hand
over hand toe en ten slotte stak zij den
zolder in brand, «dan zou haar man toch
wel moeten komen." Tegen deze zenuw
achtige ongelukkige vrouw werd 1 jaar
gevangenisstraf geeischt. Uitspraak 7 Oct.
Naar de Zutph. Ct. meldt, heeft de
heer van Asperen zijn ontslag gevraagd
als directeur der Geld.-Over. Stoomtram
maatschappij.
Voor een paar dagen, vertelt de
Maasb. kreeg een bedienaar ter begra
fenis te Rotterdam een bezoek van twee
personen uit de geringe klas. «Wij zijn
die en die" zeiden zij«gisterenavond is
onze moeder gestorven, en daar wij niet
in eene begrafenisvereeniging waren, ver
zoeken wij u, u met alles te willen be
lasten." De «bidder" boog als een knip
mes Drie dagen later kwam hij met zijne
quitantie, groot f35, aan het sterfhuis.
De zoons waren afwezig. Den volgenden
dag kwam de man terug en ontving toen
'tcynieke antwoord, dat hem verzocht
was, zich met alles te belasten, dus ook
met de kosten, wat hij bereidwillig op
zich had genomen. Daarmede was de
man natuurlijk niet tevreden. Zijne pro
testen werden door de dochter vernomen,
en deze gaf hem haar deel in het karige
erfenisje der moeder met de enkele gul
dens die zij gespaard had, in betaling. Maar
hoe hij aan de rest van zjjn geld komt,
moet de man zelf maar zien.
De echtgenoote van den broodbak
ker K. te den Helder is Vrijdag door een
slaapziekte overvallen en sinds dien tijd
nog niet wakker geweest. Alle pogingen
om haar wakker te krijgen schijnen
vruchteloos te zijn.
In de kas van den luit.-kwartierm.
v. 't H., van het 7. reg. inf. te Amster
dam, is een tekort ontdekt. Genoemde
officier, aan wien onmiddellijk huis-arrest
was opgelegd, heeft zich waarschijnlijk
naar Amerika verwijderd. Vad.
Het voorloopig onderzoek in zake
de beschuldiging van vergiftiging tegen
Aafke ICuypers is thans gesloten. Binnen
kort zal deze zaak naar de terechtzitting
verwezen worden.
Adv.-gen. mr. Van Maanen nam
gister voor den Hoogen Raad conclusie
in de zaak van een Winkelierster, die
door de Utrechtsche rechtbank was ver
oordeeld wegens overtreding der boter-
wet (het afleveren van hoter-surrogaat
zonder bepaalde aanduiding).
Adv.-gen. was van meening, dat, al is
het monster tot onderzoek niet verkre
gen op de wijze bij art. 5 der boterwet
bepaald, het onderzoek daarom niet mag
worden opgedragen aan andere deskun
digen, dan die door den minister aange
wezen. Hij concludeerde tot vernietiging
van het vonnis en verwijzing der zaak.
Uitspraak 27 October.
- Eene talrijke schare woonde Zondag
de avondgodsdienstoefening bij in de
Groote Kerk te 's Gravenhage om met
den hooggeachten hofprediker dr. C. F.
van Koetsveld diens 60-jarige evangelie
bediening te herdenken. Hoewel hij gaarne
had gewenscht, dit feit ir, zijne binnenka
mer afgezonderd te vieren, had de leeraar
toch gemeend, dat de gemeente, die hem
1) Het was op den 9r, April van het jaar
1809, dat een jong Fransch officier van
een fraaien langharigen jachthond gevolgd,
en met zijn geweer met dubbelen loop
op den rug langs de kronkelige boogden
van de Passer voortwandelde, in de rich
ting van St. Leonard, een klein vlek, op
drie mijlen van Méran. Hoe, en door
welke begunstiging der fortuin konde een
Fransch officier van den berg Jauchen
afkomende, daar zoo vreedzaam in de
dalen van Tyrol jagen het volgende ver-
verhaal zal ons deze vraagbeautwoorden.
Na de eene overwinning al schitterender
dan de anderen, had Napoleon Oostenrijk
krachteloos gemaakt, door het te verdeelen
en om voor zich ook de poorten van Italië
te openen, had hij een der getrouwste
provinciën, Tyrol, aan Beieren geschonken,
dat bovendien reeds aanmerkelijk vergroot
was. In April van 1809 bezetten de Beier-
sche troepen de vestingen en steden van
Tyrol en de Hemel weet hoe zij door de
'J Onder dezen naam is Andreas Hofer in
Duitschland algemeen bekend.
bevolking veracht werden. Uit een staat-
of krijgskundig oogpunt hield een klein
korps Franschen, onder de bevelen van
generaal Bisson Insbrugg (brug over de
Inn) of Inspruck bezet. Indien wij zeiden
dat de Tyrolers de Franschen hoogachten,
zou het eene beleediging zijn genen aan
gedaan, die zij niet verdienden, zij dulden
ze, meer niet, doch hadden al hun haat
in een punt vereenigd op de Beierschen,
welke dien dan ook volkomen verdienden.
Om den toorn van dat edele volk, dat het
zegevierende zwaard der Franschen aan
Beieren geschonken had, nog meer te
sarren, liet de vreemde bezetting geen
middelen onbeproefd, ofschoon de Fransche
generaal niet ophield hem voor de gevolgen
daarvan te waarschuwen. Zij tastten hunne
stoffelijke belangen aan door hun handel
en nijverheid te belemmeren, zij kwetsten
hen en hun godsdienstig gevoel door de
priesters te hoonen en alle godsdienstige
optochten te verbieden en eindelijk door
het oude kasteel van Tyrol te slechten
dat door den vaderlandslievenden Tyroler
als een gewijd palladium beschouwd werd,
zoodat zij in alle opzichten den nationalen
haat tegen zich hadden opgewekt van een
industrieel, godsdienstig beldenvolk.
Hoewel alles rustig in het land scheen,
belastte generaal Bisson, die niet zonder
ongerustheid was, een officier Tyrol in
alle richtingen te doorkruisen, om den
geest der bevolking te onderzoeken en,
zoo mogelijk, den Beierschen overmoed
tot reden te brengen. Die moeieüjke zen
ding, welke wijsheid en voorzichtigheid
vereischte, vertrouwde hij toe aan een
jong artillerie-kapitein, Gustave Lebrun
geheeten. Ofschoon eerst vjjf en twintig
jaar, was Gustave Lebrun als krijgsman
zoo wel als geleerde gunstig bekend niet
somber of verwaand beminde hij het
slaggewoel, doch met een treurigen blik
aanschouwde hij het slagveld waar zijn
geschut dood en verdeif hadden gebracht.
Als soldaat had hij de Tyrolers lief om
hun uitstekend genie in verschillende tak
ken van kunst. Eindelijk om niets te ver
geten, zijne jeugd, zonder echter tot on
gebondenheid te vervallen, schepte beha
gen in de naïve en blonde meisjes van
het gebergte, hare lange haarvlechten,
hare schilderachtige kleeding en hare
liederen. Hierbij kunnen wij nog voegen
dat Gusrave Lebrun in alle opzichten al
de voordeelen bezat van een elegant rid
der.
Hij was het, die langs de boorden van
de Passer jaagde, op den bedoelden 9
April, 1809, en hij was bekend als een
tweede Nimrod. De Passer is gedurende
den winter geheel met ijs bedekt, thans
echter niet tot groot genoegen van eenige
wilde eenden, die in de verschillende kre
ken rondplasten. Reeds had Gustave er
door zijne eigene behendigheid en den
goeden reuk van zijn hond eenige neer
geschoten, toen hij, bij eene kromming
der rivier een visscher bemerkte die, met
een langen hengel in de hand, zijne aan
komst niet scheen bemerkt te hebben.
De visscher was een Capucijner monnik,
met rooden baard; zijn zwarte kap ach
terwaarts op zijn breede schouders han
gende, vertoonde in hun geheel zijn harde
trekken, waar te gelijk volharding en
verstand uit spraken.
»Is de vangst van morgen goed zeide
Gustave nader tredende.
De monnik wende het hoofd om, eene
rilling scheen hem te bevangen, toen hij
een Fransche uniform zag, en hij ant
woordde op doffen toon, dat hij nog niets
gevangen had.
«Maar zeg mij eens, broeder," hernam
de officier: «waartoe ziet men op al die
stukken hout die door den vloed worden
medegevoerd zulke kleine vaantjes!"
Hetzij de monnik deze vraag niet ver
staan had, of dat hij niet wilde antwoor
den, de Capucijner sloeg zijn kap over
het hoofd en wendde zijn gelaat af.
«Ik dacht half," vervolgde Gustave,
«dat het een teeken was bestemd om
de soort van koopwaar te doen herken
nen door hem aan wien zij afgezonden
was."
Op deze woorden keerde de monnik
zich om en scheen met moeite zich te
bedwingen, om niet in een luid gelach
los te barsten, en maakte een beweging
als wilde hij der schranderheid van den
Franschman hulde toebrengen. Vervol
gens zag deze eenige oogenblikken toe,
hoe de monnik te vergeefs zijn vischtuig
uitwierp, en in zijn weitasch grijpende,
zeide hij
«In geval de forellen u in den steek
mochten laten, neern dan deze eend aan,
dan zult gij toch uwen morgen niet ge
heel verloren hebben; wijs mijn geschenk
niet af, vaarwel."
De monnik nam den schoonen vogel
met zijne bronzen vederen aan, bedankte
den officier recht hartelijk, die, zich reeds
omgekeerd had, doch op eens terugkeerde.
«Ik ga te St. Leonard ontbijten," her
nam de jonge officier. «Welke is daar de
beste herberg?"
«Die van «het Zand."
«Hoe heet gij, broeder?"
«Onder de orde draag ik den nederi-
gen naam van broeder Florianmaar
voor de Beierschen, die mijn klooster
hebben vernield, hen ik Joachim Haspin-
ger.'
«Gelukkige vangst, broeder Florian 1"