NIIVV1
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
verschijnt woensdag en zaterdag.
binnenland.
i
No. 81.
Woensdag 8 October I8S0.
Negentiende jaargang.
F euille ton.
4MERSF00RTSCRE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers
Ingezonden stukken en berichten intezenden
De St.-Ct. bevat het volgend bericht
omtrent den toestand van Zijne Majesteit
den Koning. De toestand van Zijne Ma
jesteit den Koning is in de laatste week
weinig veranderd. Zifne Majesteit lijdt,
zooals de geneesheeren des Konings be
vonden hebben op een consult gehouden
den 29. September 1S90, aan eene ver
heffing van bet chronisch nierlijden, het
welk Zijne Majesteit noodzaakt het bed
Ie houden. De voeding is voldoende en
de krachten van den Hoogen Lijder zijn
zeer bevredigend.
Weldra zal hier te lande een ko
loniale reserve opgericht worden, ingesteld
bij Kon. besluit van 24 Augustus jl.
Het doel hiervan is, om te geraken tot
de oprichting van een korps, bestemd om
de wegens tijdelijke ongeschiktheid uit
Indië teruggekeerde militairen op te ne
men. Zij zullen dienen als kern vnor de
uitzending van aanvullingstroepen naar
onze bezittingen.
Menis er in de eerste plaats op be
dacht geweest orn de militairen, die be-
hooren tot de tijdelijk afgekeurden" bij
elkander te houden, teneinde hen later
gezond in de gelederen terug te krijgen
als bruikbare soldaten. Tot nu toe werd
aan honderden, die in de burgermaat
schappij terugkeerden, een tijdelijk jaar-
lijksch pensioen van honderd gulden uit
gekeerd en verder liet men hen aan hun
lot over.
Deze personen kunnen thans dienst ne
men in de koloniale reserve. Nederlanders
voor den tijd van vier of zes jaren, al
naar mate zij niet meer of nog wel mili-
tieplichtig zijn. Vreemdelingen voor zes
jaren.
Zij ontvangen een premie van twintig
gulden en worden na verloop van drie
maanden lichamelijk onderzocht. Blijkt
daarbij, dat geen voldoende verbetering
der gezondheid is te verwachten, dan
worden zij van hun verbintenis ontheven.
Wijst de keuring uit, dat de man wel
geschikt is, dan wordt hij ingedeeld bij
een der dadelijk bruikbare compagniën,
zooals de koloniale reserve er vier zal
hebben. De geheele koloniale reserve zal
bestaan uit 30 officieren en 1209 minde-
iinsdag en Vrijdag.
Uitgever A. M. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
rende tot het wapen der in-
Een. her stellende mag hoogstens twee
jaiMpUt herstel van gezondheid dienen.
™"i. die overgaan tot de reserve of
fdepót, wordt dertig gulden in
geven en honderd-en-vyftig gul
hen in 's rijks post-spaarbank
compagniën, die geschikt zijn om
dadelijk naar Indië te vertrekken, zullen
gaandeweg gevormd worden uit hen, die
hier t# lande komen om herstel van ge-
zondheW' te zoeken. Evenwel kunnen zich
ook vrijwilligers bij de koloniale reserve
doen inschrijven.
Het nut der instelling van de koloniale
reserve voor zoover zij moet dienen om
tijdelijk afgekeurden voor den dienst te
behouden, is onbetwistbaar.
Zij, die wegens beri-beri en disenterie
naar Nederland terugkeeren, worden thans
nog na een tweejarig verblijf in Europa
nagenoeg allen, voor de herkeuring zich
aanmeldende, afgekeurd. Het is immers
ook duidelijk, dat deze lijders met slechts
honderd gulden pensioen, in de burger
maatschappij geen verpleging voor hun
kwalen kunnen vinden, zooals thans wel
het geval kan worden in de compagnie
voor herstellende der reserve.
De gemeenteraad van Nijmegen
besloot Zaterdag middag tot den aanleg
van een nieuw zwembassin, waarvan de
kosten op 18,000 worden geraamd.
De onderwijzer H. aldaar, tegen wien
ernstige beschuldigingen zijn ingebracht,
welke tot een gerechtelijk onderzoek aan
leiding hebben gegeven, is door den ge-
meenteraaad ontslagen. B. en W. hadden
hem te voren een verhoor doen onder
gaan, waaruit zij de overtuiging kregen,
dat hij onzedelijke handelingen pleegde,
die het niet wenschelijk maakten, dat hij
langer aan het openbaar onderwi^ in
Nijmegen verbonden bleef.
Men schrijft aan de A'. o.a.:
Omtrent het gedajjkfëeken ter herin
nering aan den veldslag op.de Mooker-
heide kan thans met zekerheid gemeld
worden, dat de gedenksteen niet op de
Mookerheide komt te staan, maar in de
kerk te Heumen. Zooals men weet. wordt
dit gedaan '.net het oog op mogelijke bal
dadigheid. Vorm en opschrift van den
gedenksteen worden door de commissie
nog geheim gehouden. Evenwel zal de
onthulling in de maand December door
gaan. Professer dr. Blok uit Leiden zal
de feestrede honden. De commissie kan
nog veel geld gebruiken en ds. Meerburg
Snarenberg, predikant te Heumen, zal
elke gift dankbaar aannemen.
In de toepasselijk versierde zaal
van het Loge-gebouw te 's Hage, werd
gister namiddag eene buitengewone ver
gadering gehouden van de vereeniging ter
beoefening van de Krijgswetenschap ter
gelegenheid van het 25-jarig bestaan dier
vereeniging. Onder de talrijke opper-,
hoofd- en verdere officieren die tegen
woordig waren, werden opgemerkt de
generaals van Meurs, Verspijck, Krom
hout, van Bel, Doorman, Kempers, de
vice-admiraal de Casembroot, zooaiede de
leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaa], de heeren Rooseboom en Seijf-
fardt en de oud procureur-generaal Römer.
De voorzitter, de generaal P. M. Met-
scher, heette de aanwezigen welkom,
dankte hen voor de trouwe opkomst en
sprak zijn leedwezen uit dat de eere-voorzit-
ter der vereeniging, generaal Knoop, door
gezondheidsredenen was verhinderd te
genwoordig te zijn.
Alvorens het woord te geven aan den
feestredenaar, den gepension. generaal-
majoor P. G. Booms, deed de voorzitter
mededeeling, dat van de firma Van Doorn,
welke een kwart eeuw lang de boekwer
ken van de vereeniging drukte, als ge
schenk op het lieden te vieren feest een
met zilver gemonteerde voorzittershamer
was gezonden, welk geschenk met ge
noegen werd aanvaard. Na nog hulde te
hebben gebracht aan den secretaris der
vereeniging, den heer G. N. H. Schultz
van Haegen, gaf de voorzitter het woord
aan den feestredenaar.
Na een welkomsgroet begon de heer
Booms zijne rede met eene schets van
het ontstaan der vereeniging, die uit de
tijdsomstandigheden was geboren en hij
verzocht zijne toehoorders zich daartoe
in gedachten te verplaatsen in de jaren
18621866, tijdens het tweede ministe-
iie-Thorbecke, toen ons krijgswezen slecht
was en niet meer beantwoordde aan de
eischen van een gezond krijgswezen. Met
verschillende voorbeelden loonde Spr. dat
aan en deed daarbij vooral uitkomen den
verkeerden aanleg van de vestingen en
verdedigingswei ken, in 't kort hoe aan
de doode weermiddelen tonnen gouds
werden besteed ten koste van de levende
strijdkrachten.
Wat die levende strijdkrachten betreft:
de bazis van de militiewet van 1861 was
verkeerd, wat de sterkte betreft, en zij
leverde een te gering contingent zelfs
voor een geconcentreerd verdedigings
stelsel, laat staan voor het toen bestaande
stelsel met uitgebreide vestingen en for
ten. In éen woord met de sterkte van
ons veldleger was het in die dagen be
droevend gesteld. Zonder dezen toestand
nu geheel te willen stellen op rekening
der toenmalige regeering meende Spr.
toch op een en ander te moeten wijzen
om te doen beseffen hoe verkeerd wij
destijds aan ons 17-eeuwseh vestingstel
sel bleven voortknutselen, terwijl nabu
rige mogendheden zich geducht toerust
ten. Ja, in den oorlog van 1866 toen ons
land zoo' licht- in den geduchten toen ge-
voerdarfc strijd- had kunnen worden me-
degesleept, hielden wij ons nog bezig met
uniformveranderingen, met kwasten en
pluimen. Geen wonder, dat alarmkieten
weerklonken. Wel werd in 1864 eene
poging gewaagd om onze schutterijwet
te verbeteren, maar het desbetreffende
ontwerp werd weder ingetrokken, hetgeen
evenwel niet betreurd behoeft te worden.
Over het algemeen werd te weinig no
titie genomen van ons krijgswezen. Door
sommige schrijvers werd het leger afge
schilderd als de zondebok, 't volk werd
op een dwaalspoor gebracht en gehouden,
in 't kort liet leger werd miskend.
In 1864 werd door den generaal
Duijcker een poging gedaan om althans
de infanterie te verbeteren, doch alle po
gingen daartoe leden schipbreuk. Omver
betering in de toestand te brengen, was
noodig de belangstelling voor het leger
optewekken, meerdere kennis omtrent ons
krijgswezen te verspreiden en ziet daar
de oorzaak van het ontstaan der Ver
eeniging ter beoefening der krijgsweten
schap.
Langzamerhand ontwikkelde zich dan
ook meerde belangstelling in de kiijgs-
zaken, doch het openbaar schrijven over
militaire aangelegenheden vond veel te
genkanting; ja, er verscheen zelfs eene
zoogenaamde dreigcirculaire. Niettemin
werd op 6 October 1865 in deze zelfde
zaal de eerste vergadering gehouden van
de vereeniging, welke heden haar 25ja-
rig bestaan viert.
Daarna stelde spr. de tegenwerking in
't licht, welke de militaire schrijvers van
hooger hand ondervonden. Niettemin steeg
het aantal militaire werken, terwijl de
veieeniging weldra 300 leden telde. De
toenmalige minister van oorlog generaal
Blanken zag in haar optreden eene per
soonlijke oppositie. Dientengevolge wer
den velen huiverig eene spreekbeurt te
vervuilen. Nochtfians heeft de vereeni
ging door openlijken bespreking en be
handeling van de militaire vraagstukken
veel nut gesticht. Gelukkig kwam er, in
de regeeringkringen, met liet optreden
van den minister Van den Bossche, in
middels eene kentering, was er beweging
waar te nemen om het krijgswegen vooral
in onze levende strijdkrachten te verbe
teren. En nu werden in dezen kring tal
van onderwerpen behandeld, die de feest
redenaar opsomde. Aan voorlichting ont
brak 't dus niet. De vereeniging telt thans
1461 leden hier te lande en 550 in In
dië. In hoever heeft nu de vereeniging
haar doel bereikt?
De gordel van doode weermiddelen is
vervallen, doch de sterkte en de qualiteit
van liet leger zijn nog steeds onvoldoende.
Een gioot bezwaar om tot verbetering
te komen liet grondwettig bezwaar
is thans opgeruimd. In de pers worden
de defensiebelangen meer en meer be
sproken. Bij de jonge lieden blijkt lust
te bestaan om zich in den wapenhandel
te oefenen. In 't l.ort, er is beweging ten
goede waar te nemen. In de laatste da
gen treed ook het vraagstuk van den ul-
geineenen dienstplicht meer en meer op
den voorgrond, doch Spr. betreur', het
dat kerkelijke hartstochten worden opge
zweept om de invoering van den dienst
plicht tegen te werken. Te meer is dit
te betreuren omdat het geldt de vrijheid
van ons land te waarborgen, ons land,
van nature zoo sterk, zoo ruim voorzien
van hulpmiddelen. Met kracht zou de
vereeniging voortgaan heldere begrippen
omtrent ons krijgswezen te verspreiden
en propaganda te maken voor ons leger.
Wil dat echter met vrucht geschieden,
dan is liet wenschelijk dat meer afwisse
ling in de voordrachten gebracht vvoide,
waartoe Spr. de jeugdige krachten op
wekte.
Na eene herinnering aan 't bekende
3) Na dit kleine tooneel ging Wilhel-
mina weder naast den kapitein zitten,
en, als ware het eene behoefte, hem met
hare levensgeschiedenis bekend te maken,
herhaalde zjj hem dat zij in een klooster
te Bolsano was opgevoed en dit kort ge
leden verlaten had. Niet de minste ver
legenheid, geen valsche schaamte, alles
was bevalligheid, onschuld en gemeen
zaamheid in haar.
Luister," zeide zij tot hem, a wilt gij
mij een genoegen doen Het is reeds drie
uren, weldra zal de duisternis vallen gij
moet dezen avond niet naar het kasteel
van Jauchen terugkeeren."
a Dat is onmogelijk, Wilhelmine, men
wacht mijmaar ik zal morgen terugko
men."
aGij zult morgen niet terugkomen,"
zeide zij, treurig het hoofd schuddende,
agij zult morgen niet terugkom^, gij
zult nooit weder terugkomen....",
alk moet. Morgen vroeg zal ik weder
hier zijn."
aGij zult blijven," zeide Hofer, die op
dit oogenblik juist binnentrad, nik heb
op Jauchen doen weten dat men u heden
niet behoeft te wachten. En gij Wilhel
mine, laat ons alleen, ga naar uwe tante,
ik zal u straks terugroepen ik moet met
mijn gevangene spreken."
Wilhelmine vertrok.
Vrij willig gevangen," zeide Gustave
glimlachende.
aNeen, neen, bij Godeen krijgsgevan
gene...
En toen de jongeling eene beweging
maakte om op te staan, hernam Hofer
alk spreek in ernst. Sla uw blik niet
naar gindschen hoek, uw geweer is er
niet meer. Op ditzelfde oogenblik is geheel
Tyrol in opstand;het zou u onmogelijk
zijn u eene schrede van hier te verwij
deren, zonder doodelijk getroffen te wor
den, en ik, Andreas Hofer, zal niet ge-
doogen dat u een haar van het hoofd
gekrenkt wordt, ik heb het gezworen bij
Onze Lieve Vrouw van Tyrol!
Bleek, staande en bevende van toorn, stond
Gustave gereed zich op den reusachtigen
bergbewoner te werpen, toen deze her
nam
alk begrijp u, kapitein, ik weet ook
wat krijgsmanseer is;rnaar zie dooi dat
venster. Zoudt gij aan die bergbewoners
kunnen ontsnappen?Zie naar alle kanten
rond, hoe op alle bergen rookkolommen
ten hemel stijgen:dat zijn de seinen tot
een algemeenen opstand: zij verkondigen
mij dat alles gereed is, dat op het gezicht
der vlagjes en van het zaagsel door onze
stroomen medegevoerd, Tyrol in opstand
isIk heb aan Oostenrijk twintig dui
zend man en tien overwinningen beloofd;
het zal ze hebben
Terwijl Andreas Hofer aldus sprak,
sloeg Gustave een blik naar buiten op
het tooneel, dat zich daar voor hem ver
toonde. Voor de herberg verdrongen hon
derd vijftig bergbewoners, met hunne
geduchte karabijnen gewapend, elkander
rondom broeder Florian, die met een
crucifix in de hand hen toesprak. Hij
predikte hun den heiligen oorlogHo
fer opende het venster en zijne stem met
kracht verheffende, zeide hij
»De zoo lang verbeide bruiloftsnacht
is aangebroken het uur der vrijheid heeft
geslagen Gij zijt Tyrolers, of ten minste
uwe vaderen zeide het, en men wil dal
gij Beierschen heeten zult, en men heeft
uwe oude sloten vernieldZijt gij tevre
den? Gij oogst drie maïsaren, en men
ontneemt er u twee.... Zijt gij gelukkig?
Wanneer gij een beeld van een uwer
heiligen voltooid hebt, kunt gij dan naar
Weenen gaan om het te verkoopen
Zijt gij vrij?Valt dus als een sneeuw
val op die ellendige Beierschen aan, ver
plettert ze onder de slagen uwer kolven
Maar slaat ze alleen dan dood als zij over
eind staan; een lafaard alleen treft den
weerlooze, die op den grond ligt, omdat
hij bevreesd is dat deze mocht opstaan.
Op het hooien dier hun bekende en
geliefde stem, hieven de opstandelingen
een herhaald hoera aan, en zwaaiden
hunne wapenen.
aHoor," hernam Hofer, zich tot den
kapitein wendende. «Blijf hier; hetzij ik
sterve of overwinne, gij zult vrij tot uwen
generaal terugkeerenmaar doe geen
dwaze poging om te ontvluchten achter
elk dier boomen, loert een karabijn, en
ik heb gezworen, dat geen leed u zou
wedervarenGeef mij uwe hand en uw
krijgsmanswoord dat gij St. Leonard niet
verlaten zult voor ik u roepen zal."
Gustave wilde nog weerstand bieden
maar den strijd vol te houden was on
mogelijkhij moest sterven, zoo hij de
voorwaarden, welke het groote opperhoofd
van den Tyrolschen opstand hem voor
stelde, wiegerde.... De nacht was aange
broken en vertrokken.... Een uur ging
voorbij, toen zich op eens een hevig mus-
ketvuur deed hooren, duizendmaal her
haald door de echo's der bergen;het
kasteel van Jauchen was door de Tyrolers
veroverd, en in de verte, naar het zuiden
hoorde men het gebulder van het kanon.
Daar viel Méran in de handen der op
standelingen.
De nacht \an den 9n op deri lOn was
voor de Beierschen verschrikkelijkoveral
overvallen en omsingeld, werden hunne
posten ontwapend of opgelicht, en eenige
dagen later stonden aan liet hoofd van
twintig duizend man, Andreas Hofer en
zijne luitenants Speckbacker, Mortin Tei-
mer, Pierre Mayer, Keumater, Schen en
den geduchten Capucijner Joachin Has-
pinger, en hielden binnen Inspruck de
overblijfsels van het Beiersche leger en
de weinige Franschen onder de hevelen
van generaal Bisson ingesloten.
Eiken dag kwamen er expressen te St.
Leonard, door Hofer afgezonden, om aan
zijne familie goede en roemrijke tijding
te brengen.
Maar, wat vreugde bracht aan zijne
vrouw, zijne jonge kinderen en Wilhel
mine, was rouw en droefenis voor den
gevangene.
Met de meeste kiescliheid wist Wil
helmine voor Gustave dalgene verborgen
te houden wat hem pijnlijk zou kunnen
aandofnzij liet hem den lijd niet zich
aan hittere overdenkingen over te geven,
maar wist hem door haar vindingrijken
geest afleiding te geven, die hem allés
moest doen vergeten.
Toen hij echter vernam dat Hofer voor
Inspruck was, haastte Gpstave zich hem