Def:rr
Kennisgeving.
HORLOGI
Officiëele Publicatie.
TH E E
e. mmn,
kalve-rstraat,
'ERDAM
van zaeevgew,
35, Mej. a. m. beccde,
boekenoogen, Lange-
SOUCHON THEE a f 1.30 per 5 ons.
w- F- A. GIIOlïNII UiZEN
Horloge- en Instrumentmaker,
Havik hoek Lavendelstraat.
Voorde j
echte KMV:
zonder; er ie;
°9A
#1®
KLOK ft EN,
REGULATEURS, WERKERS.
SPEELD00ZEN,
L
PrilS e* ^men worden door
Ki. T)
Sllzen- en Gntta-Perc> ha,e
Verkrijgbaar te Amersfoort b..„
o. dieges, \y. tosh, Laoge:
Weversingel 89, AJ, K.M'IVCRS
straat.
In het bijzonder*--wordt de aan
VAN
rgevestigd op:
vj
lt.ii
een
Met stuift
niet,
/j
L.eii
nemin
tisch
is t MOTEL UIU L
Im,ti f r dezer 1
Ne-
Pei\9 Dec*
E R a.s.
87
.<aarop
dekt door
Nickel
Gouden, Zilveren ej
^=EisriD-urXjE!s,
voorhanden een prachtige keuze
EN
V
Gouden, Zilveren, Nickel en Stalen
Pa,
Ar,
penen en schilden hingen
over den rouwwagen.
sen, welke niet van levende
waren vervaardigd en uitmunt-
sierlijkheid van bewerking, wer
koorden aan den wagen beves-
Dadelijk achter den iijkwage:-"nloc-
en wagen, door 2 paarden gei
•r* i;P'
WEDER VER&Of) haive-ma»" Jffanterie alhier in
Roofdverd "aS do°r 8ef w?rk «esteld
streken C °le va" 8 Met' Hulp"
.v Yilveren galon den b?. Vc3.il
sloor en de zwarte vlakte bra
Een groene taxisrand sloof^U
af.
Het fries met de korfvorir'
was bekleed met fijn grijs-
13 wapens in heraldischs cy-osirton en,
gev /Cl) i «..i-Adinm
O r stu"''***
L::-e.Vgemoeid zijn, wanneer hij kon den
dei d dat van Z_
geflankeerd
m einde aan zijn
en en zijn dochi»'1'
weigerde echte
Vl-weerde, een ander mei.'1"'
chonken had. Op zekeren - 3iA99i^
by zijn schoone verrast er, iOO
angen een --''Vogg- P
gevangen gen
deze feiten v Courant van M
het Assisenhof
r ,an?77/, .1
i^ren lezers, jn.
levenslangen, -,jKe - -tt 776/
naar SiberR.j|e,." 6- v 776 ,n"
'er77.Ike
T I ast
,'iioodig
../Juli '\p -L
Qp.ni>-'' APn'/ 'een vr 5
ue'VT 'bi A-" t. 1 r 4
- a
boot r a..- gipe&Co. 1759/1815 c-n elk 30
hij nar.d^lSZO
K t 3%>4- -■
4-5jte hotel. Het hoogste
liruvjet natuurlijk in New-York staan
faiw- ';ltn,st van een Amerikaan zou er
den Hi'--'
nucci
&J5
nunnceering waren neergelegd. /jVTI7 TJ'gr K
trokken de kransen de aandacb'J-ik
de officieren van het reginer-politiv F"90),
en jagers aan 's Vorsten 'ber 188' -ijt-ijjen en voor amateurs ooi eene zilveren
neeigelegd, de krans uit LuV UÜedaille.
die door de srliild^rsvei onirl
-* vv" jruuiuoii get' j lx# f ^,Ken, w
BRILLEN en PINCE-NËZ. *vaaroP 3e meeste kransen in gestel mee da., '«xiclub «Voorwaarts"
WINDKUSSENS, CLYSO-POM^-
M IRRIGATEURS, ,."öot-
DAD GllSlik toen
ii i 'J n"<
nandel gebrachte
ter wereJdfzui* 27 December a. s.
rpiuigen op schaatsen uitgeschre
i, V(5^i'^manrien boven 17 jaar om drie
die door de scliildersveie-/id
Studio gezonden.
T\]k-9ra,iustreenw a) deze
9«t.yamp-
voorhanden en koir spoedig,kt worden
Men leze de gununiifnn
Op ontvangst vFKL,j'
den uitgever J. M. Rfcu^ Of' 'T,
a" *L -n
nr er stuk.
sabe. ,g,,
iijne depóts verkrijgbaar 5
er st.nk
jerV^iepten
reiking pj>i)W was te ver.an dec
de heer#»» .ch aan heA niet «alleen
I' v nLar«~~n mannen zijn
onafhattff^lijk en zelfstan
s H
Jn heeft adressant aangetoond,
.-■«arkt bekend, da* én bewezen, dat de staat waarin
kt
aue bespre
j. v?ne bijzaak in plaat-
troï>R DrT t ii
JL/ r fv\.zaak vesiigt, vraagstukken
^SJ°- -Ralhankelijk volksbestaan kan
E.'t 1 behandeld worden
xar
Die
Maria
en
bl°ea verbazend moeielijk, zoo niet
r jk, te zijn voor de Volksvertegeu-
vng een degelijke com role nit te
'.u op alles wat betrekking heeftop het
P -dstuk Oorlog van de iScaatsbegrooim;
7 Vgroute bezwaar is voornamelijk hierin
gelegen, dat het oor een Minister van Oor-
log altijd gemakkelijk zal zijn, niet-deskun-
digen en personen die niet tot in de kleinste
bijzouderhedeu zich m dc zaak hebben inge
werkt, zoogenaamd mot een kluitje in het riet
te sturen.
Hoe gemakkelijk dit is bleek, duidelijk
in de Zitting van de Eerste Kamer der Sta-
ten-Generaal van 80 Januari 1890.
In deze Zitting stelde de afgevaardigde van
Groningen, Mr. 13. van lloijen, den Minister
van Oorlog eenige zeer eenvoudige vragen.
De Minister had die slechts met ja of neen
te beantwoorden om het gehcele volk een
duidelijk inzicht te geven in zijn beleid.
Wat deed nu de minister van oorlog? Na
é<:n vraag beantwoord te hebben, weigerde
hij in het openbaar een g besciioid te geven
op de overige vragen. Z. E. deed het voor
komen als of deze vragen niet in het opeu-
baar konden beantwoord worden, daar zij
betrekking hadden op staatsgeheimen.
Volkomen begrijpelijk liet de Eerste Ka
mer, waarin niet een deskundige zitting heeft,
zich met dit kluitje in het riet sturen; zij
kon niet anders. Noch thans kostte liet den
ondergeteekende niet de minste moeite, kort
daarop te Leeuwarden de door den heer van
Itoyen gedane vragen in het openbaar te
bcantwoordeu, alles uit gedrukte en voor het
publiek verkrijgbare stukken. LJit de beant
woording dezer eenvoudige vrugen vau den
heer van Roy en. kon en moest blijken hoe
ellendig het met onze defensie gesteld is,,
en dit was natuurlijk niet naar den zin van
het hoofd van het Departement van Oorlog,
van daar het kluitje
Over de zaken van defensie wordt sedert
jaren eigenlijk alleen geoordeeld door den
Minister van Oorlog en zeer enkelo afge
vaardigden. Dit zijn er meestal slechts twee
met weerzin, u dien raad voor mijn ver
trek nogmaals te herhalen."
»Maar waartoe mij dit alles gezegd
waarom uwe dochter zelve niet gewaar
schuwd tegen de gevaren eener toevallige
kennismaking?"
pZij is een kind van nog geen zeven
tien jaar," zeide hij zenuwachtig, d waarom
zou ik dan dwaze denkbeelden bij haai
opwekken?
»Maar bemerkt gij dan niet dat gij mij
zeer dwaze dingen in het hoofd brengt?"
»Neen, mijnheer," zeide Mr. Judge, met
meer vuur; »er is er is ir. u toch
iets, dat mij doet gelooven dat ik u kan
vertrouwen. Ik zou dit niet aan iedereen
gezegd hebben zelfs voor een uur zou
ik het niet geloofd hebben, dat ik zoo
met u zou spreken want Anna is in goede
handen en heeft te Jlpham bescherming
genoeg. Ik verzoek u ulleer» om haren
twil, u van haar en haie tante verwij
derd te houden, daar zij door uwe be
zoeken zouden iijden en gij haar van een
gedeelte van haar inkomen berooven,
want zij zijn kantwerksters. Ik ik,"
voegde hij er met bevende slem bij,"
wenschte u alleen te doen begrijpen,
dat
»Dai gij en uwe dochter mijn gezel
schap niet verlangt; nu is er dan ook geen
reden, waarom ik het zoeken zou."
vêerraiddelen verkeeren, allergevaarlijkst
is voor liet behoud van ouze onafhankelijk
heid.
Uit het leger ontving hij dadelijk vele
bewijzen van symphatie en de bewijzen van
instemming vermeerderden met den dag ln
dc laatst verloo/en weken heeft hij honderden
adressen van adhaesie bekomen uit nagenoeg
alle deelen des lands. Duizende, tienduizende
ja wellicht houdderdduizende Nederlanders
de den zijne ongerustheid. Hij is dus zoo vrij
zijn gevoelen uit te sprekendaar het thans
hoog tijd is dat bewezeu uorde, dat alles
werkelijk goed in orde is, of wel dat ten
spoedigste verandering worde gebracht in
het bestaande
Ook vau vele leden uwer Kamer is het
den ondergeteekende bekend, dat zij zijne
gevoelens hieromtrent deelden. Zooals reeds
werd opgemerkt, is liet echter voor die af
gevaardigden ondoenlijk hierover in het
openbaar met de regeering in debat te tre
den.
Het is daarom dat adressant thans de vrij
heid neemt zich tot Uwe Kamer te wenden,
met het eerbiedig verzoek, den tcgenwoordi-
gen staat van onze weermiddelen het onder
werp te doen uitmaken van eene parlemou-
taire enquête-
Het houden van eene dergelijke enquête
over hoofdzaken, zelfs door nietdeskundigen,
heeft geene bezwaren in. In het verhoor van
de enquête-commissie zal dc oudergeteekende
niet angstvallig behoeven te ziju, zooals in
het openbaar, dat hij wellicht een zoogenaamd
geheim verklapt. Na het verhoor dat hij on
dergaan heeft, zal het voor elk onbevooroor
deeld persoon gemakkelijk ziju, door het hoo-
reu van de beëedigde verklaringen van de
betrokken deskundigen, uit te makeu of het
geen de oudergeteekende beweert al of niet
op w.aarheid berust.
De enquête behoeft alleen te loopen over
deze hoofdzaakuit te maken of het waar
is wat adressaut en duizenden met hem in
en buiten het leger gelooven, namelijk: dat
wij op het oogenblik zoo goed als weerloos
zijn.
Adressant vleit zich er mede, dat alle
leden uwer Kamer hunne adhaesie zullen
kunnen geven aan het verzoek om een gron
dig onderzoek ter zake in te stellen. Ook
aan de regeering zal waarschijnlijk deze ge
legenheid welkom ziju om aan te toonen dat
»Belooft gij mij dat?"
i>Op mijn woord, Mr. Judge, ik be
grijp niet waarom gij hier moet komen
om mij door eene belofte van dien aard
te binden. Gij vreest immers niet dat ik
op Anna Jugde verliefd worden zal?"
Ȇat zoudt gij niet,,' zeide Mr. Judge,
verbleekende. »Zij is immers nog maar
een kind, een arm, verlaten kind, die een
paar shillingen 's weeks verdient met
kantwerken. Arm en onnoozel en zonder
opvoeding neen, mijnheer, gij spreekt
natuurlijk in scherts. Maar zij is een
schroomvallig meisje, een meisje met zon
derlinge luimen; zoo heeft zij een soort
van afkeer van u opgevat en het hin
dert haar u te zien; daarom dacht ik
dat het voor ons beter ware vertrouwen
in u te stellen, dan heen te gaan zon
der iels te zeggen."
»Gij maakt u te bekommerd over
Anna," zeide de jongeling, »en zoo gij
niet oppast, wordt gij er nog krankzinnig
van, oude beer."
uGij weet niet wat het zegt slechts
één voorwerp te hebben om liet te heb
ben één voorwerp om voor te zorgen
één voorwerp, welks verlies mijn dood
zijn zou," zeide hij rnet eene siddering.
dZij heeft nu haar vader en meent dat
er zoo geen tweede in de wereld is. Zij
weet welk een ellendig leven hij getorscht
C&cl.'-.kenci7 ziju.
\eral waar de f1™ z0° handole
kwam 00lt kunaei1 zet'ge.n
"--al zal zijn.
jjj,Kv^5eude enz.
TT'? HENRY TINDAL
Amsterdam, 18 December 1890.
Men leest in de Haagsche kout der
Pi-ov. Gr. Ct.
Als een staaltje van de goede opvoe
ding, die de jeudige Koningin van hare
moeder ontvangt, vertelt men, dat zeke-
len dag op het Loo het Prinsesje aan de
deur harer inoeder kloppende, Koningin
Emma lachend vroeg: «Wie is daar?"
»De Prinses van Oranje," luidde 't ant
woord der tienjarige.
»Als Willemientje er is, riep de Koning
in, »inag ze hinnenkomen, maar de Prin
ses van Oranje kan ik op 't oogenblik
niet ontvangen."
Onze Koningin-regentes zal in de dege
lijke en eenvoudige opvoeding, uie zij aan
de jeudige Wilheltnina wil geven, dikweif
gedwarsboomd worden door hare omge
ving, ristocratische hovelingen, die met
hunne vleierijen jegens het kind van staat
niet spaaizaam zullen zijn. Doch het is
veel waard, dat de moeder zelve al het
mogelijke zal doen, om onze jeugdige
koningin als een gewoon sterveling op te
voeden. Zooals kinderen van 10 jaar zijn,
op wie de dood, zelfs van hunne naaste
bloedverwanten, nog geen diepen indruk
kan maken, is de jeudige koningin nu en
dan reeds heel vroolijk en opgeruimd.
Gisterenmorgen nog zag een mijner be
kenden, die toevallig in 't paleis was
haar op èen been hinkende door een der
gangen komen, terwijl zij echt kinderlijk,
pret had.
Er is nu weer leven en bedrijvigheid
in het Noordeinde. Koningin Emma, die
zonder twijfel eene allerpopulairste vorstin
zal worden, zal zich in ons residentie-leven
mengen, en dat zegt voor het geluk van
een echten Hagenaar al heel wat.
Ons Volkslied. Nu het Wien Neèr-
landsch bloed" op het oogenblik onbi uik-
baar is, omdat we geen Koning, maar
een Koningin hebben, moest men liet als
volkslied maar voorgoed op non-activiteit
zetten.
Er is niets eigenaardig Nederlandsch,
niets van het lijden en den strijd der
voorgeslachten in.
Meermalen is opgemerkt, dat men,
enkel door het woord Nederlandsch te
veranderen, het bruikbaar maken kan
voor alle naties van Europa. «Wie
Frankrijke bloed, Wie Engelands' bloed
door de aadren vloeit" enz.
Het is een cosmopolitisch lied.
Het vertolkt het nationale gevoel niet
en bezielt niet tot nationale gevoelens, en
behoort in den gevaarlijken neutraliteits-
heeft zonder geld, zonder vrienden
zonder liefde bij eiken voetstap eene
teleurstelling of een slag; en zij weet het
dat zijn verlangen naar den hemel niet
grooler zijn kan dan naar die laatste da
gen zijns levens, welke hij met haar al
leen wenscht door te brengen. Ja, mijn
heer," voegde hij er driftig bij, terwijl hij
met zijn stok op den grond stampte, «de
man, die het zou kunnen wagen hare
gedachten van mij af te trekken, zou de
wreedste ellendeling op aarde zijn."
«Bij St. Joris!" riep Delancy uit. «nu
herinner ik mij, waar ik u ontmoet heb."
«Ontmoet mij? herhaalde Mr. Judge
in verbazing. «Wat wilt gij zeggen?"
«Ik heb al zoo gedacht waai ik u toch
kon gezien hebben, doch nu heb ik liet
gevonden," zeide Delancv. «Gij waart een
aanzienlijk aandeelhouder in de «Unlimi
ted Credit Company," zoo wel als ik, en
wij beiden bezochten de laatste vergade
ring toen de slag weinige dagen later
plaats bad; gij slondt op en hield een
lange speech over den slag dieu getrof
fen had door de onverantwoordelijke na
latigheid der directie en telkens stampet
gij met uw stok op den grond en zeide
den voorzitter dat hu de wieedaardigste
ellendeling was, die er leefde; ik herin
ner mij uwe woorden nog zeer goed,
want hij beriep zich op de vergadering
De exploitatie van een houten ver
verscliingstent op de baan van de ijsclub
«Voorwaarts" is aangenomen door de
heer J Sloik en A. Wéry alhier. Moigen
zal ze er reeds staan.
Jan. Parnell heeft door zijn onzedelijk
gedrag maar een leelijke scheuring in de
Iersche Home-rule-partij doen ontstaan
Piet. Of de naenschen, die geen per
sonen van zaken weten te scheiden.
J. Je lijkt wel een weerhaan. Anders
heb je altijd den mond vol van een man
uit één stuk, en nu trek je partij voor
iemand, die uit twee, of de Hemel weet
uit hoeveel stukken bestaat.
P. Ik bedoelde, dat zijn misstap niet
te maken heeft met zijn staatkunde.
J. Alsof staatkunde geen moraliteit
van doen heeft. Een man uit één stuk-
gedraagt zich te allen tijde en in alle
omstandigheden naar eerli ke beginselen.
Hij kan niet getrouw zijn aan zijn partij
en te gelijkertijd zooals Darnell zijn vriend
verraden.
P. 't Is rnaar jammer voor de Ieren,
dat zij nu zoo verdeeld zijn.
J. Maar 't is toch gelukkigf dat niet
alle Ieren de moraliteit op den mesthoop
hebben gegooid.
KERKNIEUWS.
Ned. Herv. gemeente:
Beroepen naar Waddingsveen, ds.
K. Havinga, te Zuilen. Naai' Over- eu
Neder-Asselt, ds. J Schrijver, te Anjum.
Naar Gaiijp, de heer P. J. Raap, cand.
te Driesum. Naar Winsen en Korten-
hoef, de lieer C. Plaatsman, cand. te
Utrecht. Naar Woudsend en Indijk,
de heer H. Visscher, cand. te Zwolle. -
Naar Ter ileijde, ds. J. J. Sanders, te
Lichtenvoorde.
Bedankt voor Blokzijl, ds. H Canne-
gieler, te Wartena. Voor Wijnjeterp
eu Wilhelminadorp, de lieer C. Plaatsman,
cand. te Utrecht.
Chr. Ger. gemeente
Bedankt voor Zalk, ds. C. H. F.
Krohne, te Hoek van Holland. Voor
Drongelen, ds. M. van den Boom, te
Ambt-Vollenhoven.
Ned. Gerej'. gemeente (doleerendé)
Bedankt voor Harmeien (2de maal),
ds. M. J. Ëouman, te Ameisfoort,
tegen deze grove beleediging en de ver
gadering floot hem uit, en ik gerui-
neerd even als gij floot mede, zoo
hard ik kou. «Herinner gij het u nog
wel
«Waart gij dan de jongeling die eene
commissie van onderzoek voorsteldet,
waarvan ik de voorzitter zijn zou?"
»Ja."
«Het verheugt mij dat is, ik zou
verheugd geweest zijn u onder andere
omstandigheden te ontmoeten. Gij spraakl
zeer goed en ik werd driftig, toen ik
daar mijn volslagen ondergang beslist
zag."
«Ook ik heb alles verloren, Judge;
maar ik weet niet of ik er te ongeluk
kiger door ben."
«Gij zijt een jong mensch, bezit nog
kiacht en leven," zeide hij op een toon,
als benijdde hij liet hein«mijn leven eu
mijne kracht werden bijna geheel uitge
put in het bijeenbrengen der som, waar
van ik mij zoo op eens zag berooven."
«Dat maakt een onderscheid. En wat
doet gij nu, om in uw onderhoud te voor
zien
«Wie ik?" riep Mr. Judge verschrikt,
«O, ik ben klerk op een kantoor te Wol-
chester; eene karige bezoldiging en
zeer zwaar werk."
«Maar gij moet toch ook ergens wonen?"
.«en, dit iemand een paar decimeter hoo-
ger kon logeeren dan hij. De heer Wil
liam Waldorf Astor heeft daarom, om de
ijdelheid der Amerikanen te streelen, het
plan opgevat een hotel te bouwen, dat
nergens zijn wederga vindt. Het bouw
terrein is 150 hij 175 voet groot; de
fondamenten worden 40 voet beneden de
oppervlakte op rotsgrond aangelegd,
waarop zich zeventien verdiepingen zul
len verheffen ter hoogte van 225 voet.
Het hotel moet in 2 jaar gereed zijn en
zal ongeveer twee en een half millioen
gulden kosten.
De BURGEMEESTER der gemeente
AMERSFOORT
Gelezen eene missive van den heer
Commissaris des Konings in deze pro
vincie van den 17. December 1890, No. 1,
N. M. S., ten geleide van een op last
van het Depaitement van Oorlog uitge
geven werkje, getiteld
„NEERLAND'S LEGE R,"
Inlichtingen omtrent den vrijwilligen
dienst bij de korpsen, het instructie-
bataljon, de instructie-compagnie, de
instructie-batterij, de pupillenschool,
de militaire hospitalen, de marechaus
see, de koloniale troepen, de koloniale
reserve, liet korps Mariniers en's Rijks
zeedienst; de opleiding tot den rang
van officier; de verbintenissen van
studenten in de geneeskunde voor
officier van gezondheid en voor reserve
officier van gezondheidde toelating
als kweekeling bij 's rijks veeartsenij
school; de verbintenis als militair
apothekersbediende; de militaire wiel
rijders en den dienst bij de militie te
land.
Brengt bij deze ter kennis van de be
langhebbenden, dat het bedoelde werkje
ter inzage is nedergelegd ter Secretarie,
opdat ouders of voogden, die verlangen
dat hunne zonen of pupillen den militai
ren loopbaan zullen kiezen, zich zouden
kunnen onderrichten nopens de vele
wegen, welke hun daartoe openstaan.
Amersfoort, den 23. December 1890.
De Burgemeester voornoemd,
w. a. croockewit,
Wethrlo. Br.
Op den 19«n December werd uit Rot
terdam aan een ingezetene van Amers
foort een onaangeteekende brief verzon
den, inhoudende eene geldswaarde van
ZESTIG GULDEN aan muntpapier, welke
brief vermoedelijk op het traject Utrecht
Amersfoort is ontvreemd. Zoo althans
de geadresseerde dep. brief niet mocht
hebben ontvangen, wordt hij, in zijn
eigen belang, uitgenoodigd ten spoedigste
daarvan aan het Commissariaat van
Politie alhier aangifte te doen.
De Commissaris van Politie,
dammers.
«O, ja, maar het is er naar," zeide hij,
opstaande en zich gereed makende om te
vertrekken.
«Waarom neemt gij dan uwe dochter
niet bij u?'"
«Nog niet; spoedig misschien. Wan
neer zij sterker is, en de zeelucht niet
rneer noodig heeft. Vaarwel, het is bij
achten, en ik moet den wagen niet zon
der mij laten wegrijden."
«Wanneer komt gij terug?"
«Ik weet het niet, mijnheer; dat juist
hindert mij."
Hij bleef nogmaals aan den ingang der
deur staan, en zeide
«Gij houdt mij voor een hartvochtig,
zelfzuchtig inenscli, geloof ik; misschien
ben ik niet zoo dankbaar als ik behoorde
te zijn voor de goedheid die gij mij be
wezen hebt. Maar het leven heeft mij ge
leerd alles en iedereen te wantrouwen."
«Dat bemeik ik."
«Ik ben op zoo velerlei wijze miskend
en verraden, mijnheer," zeide hij, als om
zich te verdedigen, «dat ik niemand ver
trouwen kan dan Anna en hare tante.
Blijit gij iiier eenigen tijd?"
Minstens drie maanden."
(Wordt vervolgd).