Ingezonden. Officiëele Publicatie. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. 0—, ADVERTENTIËN. Voor het assisenhof te Rome is Woens dag het proces begonnen tegen Calzoni- Pendroni, en Penazi beschuldigd van sa menzweering tegen het leven deskonings. Men weet dat de koning in 1889 uit Pérugia eenen brief heeft gekregen, ge- teekend door «eenige nihilisten," hem bevelende af te treden voor 21 Maart; anders zou men hem met dynamiet doo- den. In Juni bevond CalzoDi zich te Rome. Een kistje met 21 kardoezen kwam toen aan zijn adres. De politie hield hem aan, toen hij het kistje kwam halen. Bij zijne ondervraging bekende Calzoni anarchist te zijn, maar hij loochent de samenzwe ring. Hij zegt niet te weten, wie hem het dynamiet gezonden heeft. De beide anderen loochenen insgelijks. Volgens de Indépendance is generaal Boulanger uit Engeland te Brussel aan gekomen en heeft hij onder den naam van Jean Berlin zijnen intrek genomen in het hotel de Belle-Vue. Tegen midder nacht heeft hij eene dame met een juf frouw van gezelschap en eene dienstbode van den expressetrein uit Parijs afge haald. De algemeene nieuwsgierigheid scheen hem zeer te hinderen. In het Engelsch Lagerhuis heeft de Re geering gisteren, in antwoord op een aan tal tot haar gerichte interpellaties omtrent hare plannen ten opzichte van Egypte, veiklaaid voorshands nog geen bepaald bescheid omtrent de handhaving der be zetting van Tokar te kunnen geven. Wal Soudan betreft, de souvereini- teitsrechten over dat land waren nooit door Egypte prijsgegeven. In de Servische Skupschlina heeft gis teren de Minister president Pachilsch hel progiamma van hel nieuwe Kabinet me degedeeld. Het zal trachten den toestand te bevestigen, zooals die door de grondwet is in het leven geroepen, de oide iri hel binnenland en den vrede met het buiten land handhaven, en de vriendschappelijke betrekkingen met de vreemde Mogendhe den ontwikkelen. De Indianen zijn niet zeer voldaan over de uitkomsten, welke het naar President Hairison afgevaardigde gezantschap ver kreeg. Een der stamhoofden, welke daar van deel uitmaakte, verklaarde op zijn terugreis «Men heeft ons eenige beloften gedaan, maar die zijn als alle andere beloften van den Grooten Vader. Wij laten oi.s niet bedotten en we keeren terug met een bezwaard hart. Als wij ons volk zeggen, dat wij beloften verkregen hebben, dan zullen zij lachen en ons suffe grijsaards noemen." Woensdagavond omstreeks 7 uien sprongen bijna tegelijk op vijf verschillende plaatsen in deze gemeente de hoofdbuizen der waterleiding, er ontstond daardoor meer of mindere verzakking in de straat. Vanwege de directie der waterleiding werden onmiddelijk de noodige maat regelen ter voorziening in dit ongeval ge nomen, en is men Dondermorgen reeds vroeg begonnen met herstellen. Z. D. Hoogw. mgr. Snickers,aarts bisschop van Utrecht, heeft benoemd tot kapelaan: te Amersfoort (parochie van O. L. V.) den weleerw. heer W. J. M. A. Ketelaar. Gisterenavond omstreeks 8 uur is de zijmuur en een gedeelte van het dak van een perceel staande Langegracht hoek Palernostersteegje door bouwvallig heid ingestort, zonder peisoonlijke onge lukken te veroorzaken. Het verkeer in het steegje was door het gevallen puin ge stremd, doch terstond werden maatregelen genomen om voor de openbare veiligheid en het verkeer te zorgen. Dit jaar zal een Kamp betrokken worden op de terreinen, gelegen in de gemeenten, Zeist, Soest, Amersfoort en Leusden, tot het houden van schietoefe ningen, onder leiding van den comman dant van het 2e reg. infanterie J. H. Mi- chaelis, respectievelijk door het le bat. van het le reg. inf. en het 5e bat. van het 4e reg. inf. van 8 Mei tot 16 Mei a. s. door het 3e bat. van het le reg. inf. en het 2e bat. van het 2e reg. inf. van 20 Mei tot 28 Mei a.s. door het 2e bat. van het le reg. inf. en het 3e bat. van het 2e reg. inf. van 29 Mei tot 6 Juni a. s. door het 4e bat. van het le leg. inf. en het 4e bat. van het 2e reg. inf. van 8 Juni tot 16 Juni a. s. De dagen van den heenmarsch der troepen naar het kamp en die van den terugmarsch naar de garnizoenen zijn in de gemelde tijdvakken begrepen, en met dien verstande, dat genoemde bataljons de miliciens der lichting van het loopende jaar met het noodige kader voor hunne oefeningen in de garnizoenen zullen ach terlaten. Voorts heeft de Minister bepaald, dat het kamp in gereedheid zal worden ge- bralit dooi een detachement van liet korps genietroepen, door den korpsconi- mandant aan te wijzen. Dit detachement zal op den 27. April a. s. in de leger plaats bjj Zeist moeten aankomen. Naar wij uit goede bron vernemen, zal Ds. C. S. Adama van Scheltema het beroemde werk van Genei aal Booth in onze taal overbrengen^ onder den ti tel van: In Engelands Donkerste Wilder nissen en de toep Ier ontkoming. In het begin van Maart zal de 1ste aflevering het licht zien. OEDIPUS HEX. Tweede uitvoering 14 April a. s. van «Koning Oedipus" te geven door HH. studenten te Utrecht. Grieksche tragedie van Sophocles, vertaald door Prof. Dr. H. van Herwerden. «Oedipus!" Ziedaar 't woord, dat in de laatste weken in Utrechts oude bisschopsstad ontelbare malen weerklinkt, en dat ook daarbuiten de ge moederen in beweging brengt. De verwachtingen zijn hoog gespannen en ieder hunkert naar de dingen, die komen zullen. De commissie heeft hare maatregelen zoo goed genomen, en heeft hare grondslagen tot de groot- sche plannen zoo goed gelegd, dat we niet anders dan vol vertrouwen de zoo gewenschte uitvoering van 't treurspel van den griekschen schrijver So phocles, «Koning Oedipus" te gemoet zien. En wat o. a. een groote eigenaardigheid van deze opvoering zijn zal, het is: dat we waarschijn lijk nimmer in ons geheelen leven weder in de gelegenheid zullen zijn om dit stuk van den grooten griekschen treurspeldichter op het tooneel te zien opvoeren. Een gewoon tooneelgezelschap, van welke grootte en uitgebreidheid dan ook, zal nooit dat onderwerp kiezen, daar 't te veel moeite en hoogst eigenaar dige bezwaren met zich brengt en de kosten te groot zijn, dan dat het met voordeel zou kunnen gespeeld worden, daar 't geheele stuk door haar ongewonen doch zeer schoonen inhoud noodzake lijk den eisch stelt, dat men 't getal opvoeringen zeer beperkt Een grootsch schouwspel moet noodwendig een zeldzaamheid blijven, anders verdwijnt vanzelf den nimbus, die 't juist zoo aantrekkelijk maakt. En dit schouwspel zal grootsch zijn, indrukwek kend en klassiek, zijn toehoorders boeiend door spel, inhoud en muziek. Laat ik, voordat ik u de mythe van Oedipus koit ga verhalen, nog mededeelen: Dat de schoone muziek voor de kuren en orkest, hiervoor uitsluitend, is vervaardigd door Jhr. Mr. J. C. M. van Riemsdijk, die hierdoor voor de Utrechtsche studentenwereld een onsterfelijke daad heeft verricht. Jawant de Oedipus-uitvoerin; langzamerhand een corps-zaak geworden, waartoe ons corps zijn beste krachten heeft geleend, een zaak, waarin ieder student levendis belang stelt. Dat de gansche opvoering als t ware rust op de schouders van den heer Mendes da Costa, die bereidwillig en groote opofferingen niet ontziende, de regie op zich heeft genomen, en met een niet genoeg te prijzen ijver en hulpvaardigheid, allen, nu eens afzonderlijk dan weer te zamen voor zich laat repeteeren en de rol bestudeeren, opdat 't ge heel kan beantwoorden aan de eischen, die een kunst-criticus kan stellen. Dat de tragedie in 't Nederlandsch zal opgevoerd worden en dat last not least de commissie, die zich met de opvoering heeft belast en tijd noch moeite noch kosten ontziet om haar lievelingsplan verwezenlijkt te zien, bestaat behalve de eore-pre- sident waartoe onze Rector Magnificus Prof. Dr. J. H. Gallée zijn naam heeft willen leenen uit de heeren H. P. L. O. de Kruylf, President. F. L, A. Roeloffs Valk, Vice-President. J. J. Jansen, Secretaris. (Schoolstraat 19). J. A. F. Geisweit van der Netten, Penningmeester. H. A, van den Wall Bake. A. A. Nijland (belast met de koren). II. Smissaert (belast met de plaatsbespreking). G. Kirberger. Zie hier de mythe: Te Thebe, een stad in Griekenland, heerschte de koning Laïos met zijn gemalin Jokaste. Zij baarde hem een zoon. 't Orakel van Delphi nu voorspelde Laïos dat hij door zijn eigen zoon zou gedood worden; daarom werd 't kind met gebonden voe ten te vondeling gelegd, in de wildernissen van den berg Cithaeron, in de hoop dat 't omkomen zou en zoo de godspraak niet vervuld zou worden. Maar de man, die 't bevel moest nakomen, had deernis met 't wicht en gaf *t aan een herder van Polybos, koning van ICorinthe, een stad niet ver van Thebe. En ze noemden hem Oedipus, dat in 't Grieksch is Oidipoes, hetwelk beteekent .,met jezwollen voeten," daar zijn voetjes door 't vast- jinden met de touwen opgezwollen waren. De koning van Korinthe Polybos en zijn gade Merope nu voedden het kind op als hun eigen zoon, daar hun huwelijk niet gezegend was. En toen Oedipus volwassen was geworden, wist hij niet andei's, of hij was hun zoon. Op een gastmaal evenwel, toen de hoofden door wijn verhit waren, schold iemand hem als den niet echten zoon van den koning. Hoewel de koning Polybos en zijn vrouw Mero pe hun aangenomen zoon trachtten gerust te stel len, wil Oedipus zekerheid hebben en gaat hij naar 't Orakel van Delphi om daar de waarheid van den God te hooren. Doch in stede van een antwoord te ontvangen, voorspelt de God Apollo hem dat hij zijn vader dooden en zijn moeder huwen zal. Hier over bevreesd ontvlucht hij zijn gewaande ouders en zwerft rond. Op een plaats gekomen, waar de weg drie richtingen uitgaat ontmoet hij een grijs aard op een wagen met een heraut naast zich en eenig gevolg. Oedipus krijgt twist en verslaat den grijsaard met zijn gansche gevolg op één na. Dat nu was juist de koning Laios zijn eigen doch onbekenden vader, die op reis was naar Delphi. Verder gaande komt Oedipus aan de stad Thebe zijn vaders stad, maar juist toen de geheele omtrek werd onveilig gemaakt door een monster, Sphinx geheeten, die aan elk, die er voorbij kwam dit raadsel opgaf: Welk wezen gaat des morgens op vier, des middags op twee en des avonds op drie beenen? En een iegelijk die het niet kon oplossen werd gedood. Daarom stelde de Thebanen er een prijs op dat alwie 't op loste koning zou worden van Thebe en de kand zou bekomen van de we duwe van Laïos van koningin Jokaste. En Oedipus gaf als antwoord«den mensch" en de Sphinx stortte zich zelf in den afgrond. Hierna werd Oedipus koning van Thebe door ieder bemind, daar hij verstandig en wijs regeerde, een voorbeeld voor zijn volken hij huwde Jokaste zijn eigen moeder, de weduwe van Laios, zijn va der en kreeg 2 zonen Eleokles en Polynices en twee dochters Antigone en Ismene. Doch de moord van Laios was niet gewroken en daarom zonden de goden pest en misgewas in het land der Thebanen. Deze rampen werden aanleiding tot ontdekking van de gruwepjke waarheid, welke ontdekking het onderwerp uitmaakt van het treurspel «Koning Oedipus." Wanneer het scherm opgaat ziet ge Oedipus uit zijn koninklijk paleis treden en vóór hem in eer biedige houding een menigte jongelingen, die on der aanvoering van een priester van Zeus, den oppergod der Grieken, als smeekelingen met Olijf- twygen met wol omwonden (het teeken der smee kelingen) in de handen, redding komende zoeken bij hun Koning opdat hij de rampen van hun va derstad afweren zal, want ofschoon hij geen God is, is toch niemand zoo groot als hij, hij Oedipus de geliefde koning, de gunsteling der Goden, en we hooren hem tot de jongelingen zeggen dat hij niet behoeft te vragen naar 't doel van hun komst, dat hij dit reeds weet, want dat ook tot hem reeds lang de noodkreten van zijn zwaar beproefde landgenooten zijn doorgedrongen en dat hij reeds een bode heeft gezonden, en wel niemand minder dan Kreon, den broeder van zijn vrouw Jokaste, naar 't orakel van Delphi om den god Phoebus Apollo, die dóór zijn godspraken door den mond van de priesteres openbaart, te raadplegen waar dezen grooten toorn der Goden uit voorkomt. Zijn zwager Kreon komt dan terug met 't ant woord van de godheid dat zoolang de dood van Thebe's vermoorden koning Laios ongewroken blijft, de plagen niet zullen eindigen. De koning beveelt hierop dat 't volk van Kad- mos (d. i. de stichter van Thebe) bij elkaar zal komen om zijn wil te vernemen. Het koor zingt een beurtzang, waarin het den goden smeekt de pest af te wenden en het volk van Thebe verdei te sparen voor dien ramp. Onder 't gezang van het koor heeft 't volk zich inmiddels verzameld, en 't hoort nu, hoe Oedipus zweert den moordenaar te zullen vinden, hoe hij hen uitnoodigt, smeekt en dreigt de misdaad te helpen opsporen en vloek en ellende uitspreekt over hen, die den dader soms herbergen en over ieder, die zijn bevel niet opvolgen zal en over den moordenaar Vervloekt zij de. onbekende moordenaar Hem wensch ik, met zijn makkers zijn er meer Een jammervol bestaan een wreeden dood Op raad van Kreon is ook reeds tweemaal naar Tiresias den blinden ziener en wichelaar, die de wil der goden uit vogelvlucht en ingewanden der offerdieren opmaakt, een dringende bede gezonden om toch te willen komen en verkondigen, wie den moordenaar is, en wat de eigenlijke oorzaak van deze pestilentie toch zijn mag. En Tiresias komt, en Tiresias weet de waar heid, rnaar hij wil telkens uitvluchten zoeken, daar hij den koning door zijn vreeselijke openbaring niet wil verpletteren. Eindelijk wordt hij door Oedipus, die in de ver ste verte natuurlijk niet vermoedt, daar hij zich van geen kwaad bewust is, dat niemand dan hij en hij alleen de oorzaak is, in 't nauw gebracht door de bedreiging, dat, als hij niet spreken wil, hij Tiresias als medeplichtige zal beschouwd en gestraft worden, en nu zegt Tiresias de waarheid, dat Oedipus zelf 't onheil over 't land bracht. Hij wordt natuurlijk niet geloofd! Oedipus de beminde koning, de gunsteling der goden, zooals ieder meende, hij zou dien hevigèn toorn der go den verwekt hebben, onmogelijk En in ruve woorden verwijt de koning hem dien schandelijken leugen, en verdenkt zelfs zijn zwager Kreon van deze raad aan Tiresias gegeven ie hebben, opdat hij dan zou worden afgezet, en Kreon zelf als koning uitgeroepen! Hierna zingt 't koor weereen beur'zang waaruit der wraakgodinnen smeekt den moordenaar toch op te sporen. Die smeekbede zal maar al te vree- selijk verhoord worden! In 't nu volgend tooneel, tusschen Oedipus en Kreon zijn zwager, beschuldigt Oedipus hem weer, gemeene zaak gemaakt te hebben met Teresias den ziener en de twist loopt zoo hoog, dat de ko ning den broèr zijner vrouw wil dooden. Doch Jokaste de koningin kornt gelukkig tusschen beide en scheidt de broeders, waarna ze als Kreon weggegaan is, opheldering vraagt van Oedipus, wat toch de rede is, dat hij zoo in drift ontstak? Schoon is 't gesprek dat nu tusschen man en vrouw (zoon en moeder) ontstaat en waarin Jo- kasta aan den koning aanraadt toch niet te veel te hechten aan die praatjes van wichelaars en zie ners, daar hun voorspellingen toch niet uitkomen. En als voorbeeld hoe wichelaars en orakels slechts verzinsels vertellen, haalt zij aan 't gebeurde met haar eigen zoon (arme moeder! niet wetende dat 't haar eigen zoon was, met wien ze sprak) die tot r> .oordenaar zou moeten opgroeien van zijn vader Laios, en die daarom te vondeling gelegd is op den berg Cithaeron, waar hij reeds lang is ver scheurd of verhongerd, en ze spot met de taal der zieners, en ze lacht om de orakels. Want dat kind is immers reeds lang dood, en Laïos is vermoord door een bende roovers op den weg naar Delphi juist op een driesprong, zooals de slaaf, die alléén terugkwam, verhaalde. Bij 't hooren van die bijzon derheden (wonderlijk dat hij. die eerst nu hoort!) van den moord des konings Laïos, juist op dien driesprong van den weg die naar Delphi leidt schiet als een bliksemstraal de vreeselijke gedachte door zijn brein «dat was ik," en na een nadere beschrij ving gehoord te hebben om'rent Laïos en zijn ge volg en na juist te zijn ingelicht omtrent 't tijdstip van den moord nl. even vóór dat hij zelf koning was geworden, krijgt die wanhopig treurige waar schijnlijkheid voor hem rneer en meer den vorm van vreeselijke werkelijkheid. O, Zeus! hoe vreeselijkhij zelf de konings moordenaar en dat door 't blinde toeval En hij verhaalt nog eens geheel nauwkeurig aan zijn vrouw zijn wedervaren sedert hij zijn ouders (voor ons zijn pleegoudei's) te Korinthe ontvlood en hij is geheel ter neer geslagen, en verpletterd dat hij onwetend zoo'n ramp zou gebracht hebben over de onschuldige stad Thebe- Maar nu nog éen lichtstraal ziet hij in de duisternis. De slaaf n.l. die alléén was teruggekeerd had bericht, dat niet één maar een bende roovers den koning hadden vermoord, (door den slaaf gelogen waar>cliijnlijk uit vrees voor beschuldiging van lafhartigheid). Beiden verlaten nu 't tooneel orn plaats te rnaken voor 't mooie beurtgezang van het koor, dat nu volgt, en dat met de muziek prachtig zal klinken. Schoon steekt de godsdienstige stemming hierin af tegen de voor dien tijd goddelooze uitingen van twijfel en ongeloof van Jokaste in 't voorafgaande. "t Eerste couplet zal ik aanhalen om u zelf te laten oordeelen: Moge ik rein en heilig wezen, heilig steeds in woord en daad, en de aloude wetten vreezen, die weleer der goden raad uit de hooge, reine sferen van d' Olympus nederzoinl, vrucht van 't brein der Hemelheeren, niet een zwakken menschenbond Nooit zal in der tijden stroomen hare kracht te gronde gaan, maar eerbiedigd door de vromen, eeuwig als God zelf bestaan I Een bode uit 't land van Korinthe kornt nu op om Oedipus te verkondigen, dat hij tot koning van dat land, waar Polybos regeerde, is benoemd. De koning Polybos is dood, en nu is hij Oedipus tot opvolger gekozen. Niettegenstaande die droevige tijding is Oedipus toch verheugd, dat hij nu niet zooals 't orakel heeft voorspeld vadermoordenaar kan worden (hij meent nog altijd dat Polybos zijn werkelijken va der is) en overmoedig geworden bespot hij al weder de godsspraken. Nu dit eerste gedeelte van de orakel-spreuk niet is uitgekomen herleeft zijn hoop en hij is alleen bevreesd dat 't tweede deel,- nl. 't trouwen met zijn eigen moeder zal moeten uitkomen, daar zij nog leeft. De bode maakt zich nu nader bekend, en ver telt, dat hij 't was, die hein koning Oedipus had ontvangen van een slaaf van koning Laïos, en dat hij hem had zien opgroeien aan 't hof van Polybos voor 's konings zoon doorgaande, maar, dat hij geen kind van Polybos en Merope was, en dus niet bevreesd behoefde te zijn voor dit tweede ge deelte van de godspraak. De slaaf van Laïos, die den bode 't kind had gegeven wordt direct ontboden, en blijkt dezelfde te zijn als hij, die alleen ontkwam bij nen konings moord van 't gansche gevolg van koning Laïos. f Jokaste, voor wie intusschen de vreeselijke wer kelijkheid duidelijk is geworden, tracht haar man en haar zoon te behoeden voor de waarheid, maar Oedipus, die nog niets vermoedt, wil nu weten van wie hij afstamt, ja al is 't van een slavin I Jokaste verlaat in vreeselijke wanhoop het tooneel. De herder, die eerst niets wil zeggen, doch ge noodzaakt wordt te spreken, vertelt wat hij weet, en nu komt uit wat hij en de bode openbaar ma ken de gansche vreeselijke diep treurige waarheid voor Oedipus aan 't licht, dat hij de zoon is van Laïos en Jokaste en dat hij zijn vader vermoord en zijn moeder gehuwd heeft! Vreeselijk zijn zijn vertwijfeling en zijn wee klachten. Een dienaar komt hierna uit 't paleis naar buiten stormen, en verhaalt dat de koningin zich gedood, en de koning zich van het gezicht beroofd heeft. Ten slotte kornt Oedipus (en bij zijn verschijnen gaat een rilling van afgrijzen en medelijden door de verzamelde menigte) om zijn volk vaarwel te zeggen, want hij wil hen niet tot een vloek zijn hij de onlangs nog gevierde koning, de gunsteling der goden, zooals ieder meende, en die nu, diep medelijden opwekkend, met uitgestoken nog bloe dende oogen, ellendiger dan de minste slaaf de rest van zijn rampzalig leven rondzwervend en eenzaam zal voortslepen in den vreemde om nimmer terug te keeren naar zijn vaderstad Thebe. Als laatste bede beveelt hij aan Kreon. zijn zwa ger en oom, die nu koning geworden is, zijn beide dochtertjes, zijn lievelingen, Antigone en Ismene aan opdat zij, die nu door ieder bespot en nage wezen zullen worden in hem een tweede vader zullen vinden. Ziet hier, zegt 't koor tot slot, de tragedie van een mensch, eerst machtig en groot als een god heid, nu arm en ongelukkig als geen ander op dee'z aard. Dit is de inhoud van de schoone tragedie, die we 11 en 14 April opgevoerd zullen zien in Utrecht. Voor de eerste uitvoering is de zaal nagenoeg geheel vol en niet minder dan drie ministers zullen de uitvoering rnet hun tegen- woor Mgheid vereeren Doch voor de 2e uitvoering is juist dit stuk geschreven en daarvoor kan men op alle rangen nog plaatsen ad libitum bekomen De hoofdrol zal vervuld worden door den heer •T. J Jansen, die reeds zoo dikwijls op ons too neel getoond heeft dal moeilijke rollen zoo uitstekend aan hem toevertrouwd zijn en wie anders dan de heer J Royaards, de acteur bij uitnemendheid, zou de rol van Jokaste op zich durven nemen. In 't geheel doen met figuranten er onder Begrepen een kleine F>0 personen aan deze uitvoering mee. Bij genoegzame deelneming zal een extra- trein loopen van Utrecht naar Amersfoort na afloop van de voorstelling. Van Amersfoort naar Utrecht gaat een trein om 6.10. Op de binnen- en buitensocieteit zullen lijsten gedeponeerd worden, waarop zij die van de extra-trein willen gebruik maken hun naam kunnen zetten. Wanneer er voor f 30 aan spoorweg-kaartjes genomen wordt is er zekerheid, dat de extra- trein loopt. De retour-kaartjes worden natuurlijk maar voor de helft bij de f ''O in rekening ge bracht. Indien het mogelijk was, zou 't het v»en- schelijkste ziin wanneer op de lijsten Zaterdag a s reeds genoeg bewijzen van deelname voor kwamen, daar in dat geval a. s. Zaterdag en Zondag gelegenheid bestaat tot plaatsbespreking en het verkrijgen van tekstboekjes bij onderge tekende: Zaterdagavond van 7—9, en Zondag van 1 3. De prijzen der plaatsen voor de 2e uitvoering op 14 April zijn als volgt: Balcon 4.99, Stalles 3 99. le Amph. 3.49, le Zijloge 2.99, Baignoires 2.49, 2e Amph. 1.99, Parterre 1 99, 3e Amph. 0.99, voor Gymna siasten 0.7 5, 2e Zijloge 0.99 Laat u vooral op 't perste gezicht niet af schrikken door de hooge prijzen daar't schouw spel geheel eenig zijn zal. En gij leerlingen van het gymnasium aarzelt niet uw naam te schrijven op de lijsten; de commissie heeft u uitsluitend in de gelegenheid willen stellen de uitvoering tegen verminderde prijzen bij te wonen, opdat gij dit kunstgenot zult kunnen smaken in groote getale. H. W. METHORST, Jur. Cand. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT brengen ter openbnie kennis, «Int de in artikel 81 der wet op het lager ondei wijs bedoelde staat der kinderen boven de zes eri be neden de twaalf jaren, op de gemeente secretarie ter lezing is nedergelegd. Amersfoort, den 26. Februari 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. IIIIRGERLIJKE STANDEN. Amersfoort. GEBOREN: IS Febr., Mietje, d. van Hen drik van Putten en Heudrika van de Hoef. 20 Febr Aart, z. van Albertus Kortes en Willemijntje van Beek. 21 Febr., Jo hanna, d. van Hendrik van de Kolk en Jo- hauna Collet. Arie, z. van Rijk van Ben- nenkorn en Johanna van der Velden. Hendrikje, d. van Dirk van de Hoek en Jannetje Leijenborst Elbert, z. van Ger- rit de Ruiter en Geertruida Herinaus. Barbara Clara Maria, d. van Lodewijk Wil helmus van der Mast en Johanna Cornelia van Ekeleu - 22 Febr., Willebrordus Joseph, z. van Hubertus Lablans en Willemina Haze laar. 23 Febr. Elizabeth Petronella, d. van Johannes Franciscus Pieter Bekkers en Maria Jaeoba Elizabeth van Oijen Heu drika Johanna, d. van Hendrik Koning en Hendrika Johanna Kaïnperman. -- 24 Febr., Alberta, d. van Johannes Meijer en Adriana Quick. 25 Febr., Elisabeth Juliana Maria d. van Pelegrinus Jacobus Bernardus Jacobs en Maria Franssin a Martina Hoes. Aal- bert, z. van Willeui Hijmcring en Anna van de Biessebos. Maria Geertruida, d. van Nicolaas de Folter en Adriana Heesters. ONDERTROUWD: 26 Febr, Hendrik Jacob de Vries en Pauline den Enting. GEHUWD: 25 Febr., Albertus van Nus en Dirkje van den Berg. OVERLEDEN20 FebrWillem Miene- kamp 57 j. ongeh. 21 Febr David van Gelder 79 j. wedr. van Rebekka Barend de Lange. 23 Febr. Dirk Fok van Slooten 33 j. echtg. van Jacoba Rudolfina Spruijt. Hendrika Johanna Kamperman 30j. echtg. van Hendrik Koning. 24 Febr., Jacobus de Graaf, 6 j. 25 Febr., Margaretha Annechina Fekkes. 16 m. Ge.-rtruij van Zeilen 72 j. wed. van Johannes Walet. Hoogland. ONDERTRUOWD21. Febr., Hendrikus Smink met Johanna Gijsbarta ten Hoven OVERLEDEN24 Febr., Kobus van Putten oud 64 jaren wedr. van Jannetje van Diermen. Woudenberg. GEBOREN: 22 Febr. Jan z. van Jan Bruggink en Alida van Donkelaar 25 Febr. Jan Willem, z. van Rijk van Egdom en An- touia van den Bos. Santje, d. van Teu- nis van Essen en Dirkje van de Lagemaat. 26 Febr. Christina, d. van Herm.inus van Egdom en Aaltje Methorst. GEHUWD 20 Febr. Dirk van Dam, 38 j. en Willempje Beek, 33 j. OVERLEDEN: 26 Febr. Dirkje Jetten, 8 maanden. Geertruida van Egdom, geh. met Jacob Beek, 27 j. MARKTBERICHT. AMERSFOORT, 27 Febr. 1891. Tarwe Rogge Boekweit Appelen Pereu Kleiuardapp. Zand lloeudcreieren Boter Margarine Zoetem. kaas Kippen Kuikeus Piepkuikens Ganzen Ëendeu Jonge [lazen Wilde konijnen Tamme Duiven Biggen Schrammen Vette koeien Guste Kal f Kalfv aarzen Binken Piukstieren Guste vaarzen per hecto liter. per. stuk per stuk. 0.a f o.— 0.- - 0— - - 0.— - 2— - 3.25 - I.25 0.- - 0— - II.60 - 0.90 - 0.- 0— - 0.60 - 0.- 0.— - 0.— - 0.30 - 0.30 - 5.- 11— 0— 0—, 0— 0— 0.— o— Aangevoerd waren ongeveer L'arwe; heet. ltogge; heet. weit; liect. Appelen; 20 heet. heet. Kleiaaiuappelen110 heet. aardappelen; 7000 stuks Hoenderoieren stuks Eendeneieren; 1200 kilo Boter; Vette varkeus - 0.- 0.kilo. kilo Margarinekilo Kaas -tuks vee; 130 biggen; 35 schrammen. Gevoiidcnopdeiiopcuhareii weg Een metalen rozenkrans. Rechthebbende vervoege zich ter fe- nighekoming aan het bureau van politie. Heden overleed, in den ouder- I dom vijn ruim 30 jaten, mijn ge I liefde.'echlgenoote HENDRIKA JjttHANNA KAMPERS! AN, I mij nalatende zeyfintft-ren,!? jong j om hun, groot en smirteJtjk ver- lies le fayineri .Beseffen. H. .koning. Amersfoort, 23 Februari 1891.1 0— 0 0— 0— 6— 0— 2.50 4. p. 100 st. 1.50 p kilo. 0.— p. 0— p.60 1 1.25 j 0. 0— 0.90 0— 0— 0— 1.20 0.70 perpaa 8— 16— 0— 0— 0— 0— 0— 0— 0 heet. Boek- Peren. Zand- Heden ovetleed te Arnhem I Ivoorzien van de H. H. Sacramen-I I ten onze geliefde moeder en be-[ huwd-moeder MEJIJFFR. JOHANNA OVERGOOR Geb. Freriks. I in de ouderdom van 62 jaar. M. A. F. BRANDSEN— overgoor. Th, H. G. BRANDSEN. Amersfoort, 26 Februari 1891.1 O&Mp» Allen die bijgedragen heb- ben tot de ondersteuning van werklieden, worden langs dezen weg uit- genoodigd op Vrijdag, den 6. Maart aanstaande, 's avonds te 8 oren,, in Amicitia eenfe algemeene vergadering bijtewonen, vyaarin mededeelibgen zullen gedaan worden. niens de Commissie, Ge Secretaris, J. O. LEINWEBER. Nan

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2