Ingezonden.
Officiëele Publicatie.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
0—,
ADVERTENTIËN.
Voor het assisenhof te Rome is Woens
dag het proces begonnen tegen Calzoni-
Pendroni, en Penazi beschuldigd van sa
menzweering tegen het leven deskonings.
Men weet dat de koning in 1889 uit
Pérugia eenen brief heeft gekregen, ge-
teekend door «eenige nihilisten," hem
bevelende af te treden voor 21 Maart;
anders zou men hem met dynamiet doo-
den. In Juni bevond CalzoDi zich te Rome.
Een kistje met 21 kardoezen kwam toen
aan zijn adres. De politie hield hem aan,
toen hij het kistje kwam halen. Bij zijne
ondervraging bekende Calzoni anarchist
te zijn, maar hij loochent de samenzwe
ring. Hij zegt niet te weten, wie hem
het dynamiet gezonden heeft. De beide
anderen loochenen insgelijks.
Volgens de Indépendance is generaal
Boulanger uit Engeland te Brussel aan
gekomen en heeft hij onder den naam
van Jean Berlin zijnen intrek genomen
in het hotel de Belle-Vue. Tegen midder
nacht heeft hij eene dame met een juf
frouw van gezelschap en eene dienstbode
van den expressetrein uit Parijs afge
haald. De algemeene nieuwsgierigheid
scheen hem zeer te hinderen.
In het Engelsch Lagerhuis heeft de Re
geering gisteren, in antwoord op een aan
tal tot haar gerichte interpellaties omtrent
hare plannen ten opzichte van Egypte,
veiklaaid voorshands nog geen bepaald
bescheid omtrent de handhaving der be
zetting van Tokar te kunnen geven.
Wal Soudan betreft, de souvereini-
teitsrechten over dat land waren nooit
door Egypte prijsgegeven.
In de Servische Skupschlina heeft gis
teren de Minister president Pachilsch hel
progiamma van hel nieuwe Kabinet me
degedeeld. Het zal trachten den toestand
te bevestigen, zooals die door de grondwet
is in het leven geroepen, de oide iri hel
binnenland en den vrede met het buiten
land handhaven, en de vriendschappelijke
betrekkingen met de vreemde Mogendhe
den ontwikkelen.
De Indianen zijn niet zeer voldaan over
de uitkomsten, welke het naar President
Hairison afgevaardigde gezantschap ver
kreeg. Een der stamhoofden, welke daar
van deel uitmaakte, verklaarde op zijn
terugreis
«Men heeft ons eenige beloften gedaan,
maar die zijn als alle andere beloften van
den Grooten Vader. Wij laten oi.s niet
bedotten en we keeren terug met een
bezwaard hart. Als wij ons volk zeggen,
dat wij beloften verkregen hebben, dan
zullen zij lachen en ons suffe grijsaards
noemen."
Woensdagavond omstreeks 7 uien
sprongen bijna tegelijk op vijf verschillende
plaatsen in deze gemeente de hoofdbuizen
der waterleiding, er ontstond daardoor
meer of mindere verzakking in de straat.
Vanwege de directie der waterleiding
werden onmiddelijk de noodige maat
regelen ter voorziening in dit ongeval ge
nomen, en is men Dondermorgen reeds
vroeg begonnen met herstellen.
Z. D. Hoogw. mgr. Snickers,aarts
bisschop van Utrecht, heeft benoemd tot
kapelaan: te Amersfoort (parochie van
O. L. V.) den weleerw. heer W. J. M.
A. Ketelaar.
Gisterenavond omstreeks 8 uur is
de zijmuur en een gedeelte van het dak
van een perceel staande Langegracht
hoek Palernostersteegje door bouwvallig
heid ingestort, zonder peisoonlijke onge
lukken te veroorzaken. Het verkeer in het
steegje was door het gevallen puin ge
stremd, doch terstond werden maatregelen
genomen om voor de openbare veiligheid
en het verkeer te zorgen.
Dit jaar zal een Kamp betrokken
worden op de terreinen, gelegen in de
gemeenten, Zeist, Soest, Amersfoort en
Leusden, tot het houden van schietoefe
ningen, onder leiding van den comman
dant van het 2e reg. infanterie J. H. Mi-
chaelis, respectievelijk
door het le bat. van het le reg. inf.
en het 5e bat. van het 4e reg. inf. van
8 Mei tot 16 Mei a. s.
door het 3e bat. van het le reg. inf.
en het 2e bat. van het 2e reg. inf. van
20 Mei tot 28 Mei a.s.
door het 2e bat. van het le reg. inf.
en het 3e bat. van het 2e reg. inf. van
29 Mei tot 6 Juni a. s.
door het 4e bat. van het le leg. inf.
en het 4e bat. van het 2e reg. inf. van
8 Juni tot 16 Juni a. s.
De dagen van den heenmarsch der
troepen naar het kamp en die van den
terugmarsch naar de garnizoenen zijn in
de gemelde tijdvakken begrepen, en met
dien verstande, dat genoemde bataljons
de miliciens der lichting van het loopende
jaar met het noodige kader voor hunne
oefeningen in de garnizoenen zullen ach
terlaten.
Voorts heeft de Minister bepaald, dat
het kamp in gereedheid zal worden ge-
bralit dooi een detachement van liet
korps genietroepen, door den korpsconi-
mandant aan te wijzen. Dit detachement
zal op den 27. April a. s. in de leger
plaats bjj Zeist moeten aankomen.
Naar wij uit goede bron vernemen, zal
Ds. C. S. Adama van Scheltema het
beroemde werk van Genei aal Booth in
onze taal overbrengen^ onder den ti
tel van: In Engelands Donkerste Wilder
nissen en de toep Ier ontkoming.
In het begin van Maart zal de 1ste
aflevering het licht zien.
OEDIPUS HEX.
Tweede uitvoering 14 April a. s. van «Koning
Oedipus" te geven door HH. studenten te Utrecht.
Grieksche tragedie van Sophocles, vertaald door
Prof. Dr. H. van Herwerden.
«Oedipus!" Ziedaar 't woord, dat in de laatste
weken in Utrechts oude bisschopsstad ontelbare
malen weerklinkt, en dat ook daarbuiten de ge
moederen in beweging brengt.
De verwachtingen zijn hoog gespannen en ieder
hunkert naar de dingen, die komen zullen.
De commissie heeft hare maatregelen zoo goed
genomen, en heeft hare grondslagen tot de groot-
sche plannen zoo goed gelegd, dat we niet anders
dan vol vertrouwen de zoo gewenschte uitvoering
van 't treurspel van den griekschen schrijver So
phocles, «Koning Oedipus" te gemoet zien.
En wat o. a. een groote eigenaardigheid van
deze opvoering zijn zal, het is: dat we waarschijn
lijk nimmer in ons geheelen leven weder in de
gelegenheid zullen zijn om dit stuk van den grooten
griekschen treurspeldichter op het tooneel te zien
opvoeren.
Een gewoon tooneelgezelschap, van welke grootte
en uitgebreidheid dan ook, zal nooit dat onderwerp
kiezen, daar 't te veel moeite en hoogst eigenaar
dige bezwaren met zich brengt en de kosten te
groot zijn, dan dat het met voordeel zou kunnen
gespeeld worden, daar 't geheele stuk door haar
ongewonen doch zeer schoonen inhoud noodzake
lijk den eisch stelt, dat men 't getal opvoeringen
zeer beperkt
Een grootsch schouwspel moet noodwendig een
zeldzaamheid blijven, anders verdwijnt vanzelf den
nimbus, die 't juist zoo aantrekkelijk maakt.
En dit schouwspel zal grootsch zijn, indrukwek
kend en klassiek, zijn toehoorders boeiend door
spel, inhoud en muziek.
Laat ik, voordat ik u de mythe van Oedipus
koit ga verhalen, nog mededeelen:
Dat de schoone muziek voor de kuren en orkest,
hiervoor uitsluitend, is vervaardigd door Jhr. Mr.
J. C. M. van Riemsdijk, die hierdoor voor de
Utrechtsche studentenwereld een onsterfelijke daad
heeft verricht. Jawant de Oedipus-uitvoerin;
langzamerhand een corps-zaak geworden, waartoe
ons corps zijn beste krachten heeft geleend, een
zaak, waarin ieder student levendis belang stelt.
Dat de gansche opvoering als t ware rust op
de schouders van den heer Mendes da Costa, die
bereidwillig en groote opofferingen niet ontziende,
de regie op zich heeft genomen, en met een niet
genoeg te prijzen ijver en hulpvaardigheid, allen,
nu eens afzonderlijk dan weer te zamen voor zich
laat repeteeren en de rol bestudeeren, opdat 't ge
heel kan beantwoorden aan de eischen, die een
kunst-criticus kan stellen.
Dat de tragedie in 't Nederlandsch zal opgevoerd
worden en dat last not least de commissie, die
zich met de opvoering heeft belast en tijd noch
moeite noch kosten ontziet om haar lievelingsplan
verwezenlijkt te zien, bestaat behalve de eore-pre-
sident waartoe onze Rector Magnificus Prof. Dr.
J. H. Gallée zijn naam heeft willen leenen uit de
heeren
H. P. L. O. de Kruylf, President.
F. L, A. Roeloffs Valk, Vice-President.
J. J. Jansen, Secretaris. (Schoolstraat 19).
J. A. F. Geisweit van der Netten, Penningmeester.
H. A, van den Wall Bake.
A. A. Nijland (belast met de koren).
II. Smissaert (belast met de plaatsbespreking).
G. Kirberger.
Zie hier de mythe:
Te Thebe, een stad in Griekenland, heerschte de
koning Laïos met zijn gemalin Jokaste. Zij baarde
hem een zoon. 't Orakel van Delphi nu voorspelde
Laïos dat hij door zijn eigen zoon zou gedood
worden; daarom werd 't kind met gebonden voe
ten te vondeling gelegd, in de wildernissen van den
berg Cithaeron, in de hoop dat 't omkomen zou
en zoo de godspraak niet vervuld zou worden.
Maar de man, die 't bevel moest nakomen, had
deernis met 't wicht en gaf *t aan een herder van
Polybos, koning van ICorinthe, een stad niet ver
van Thebe. En ze noemden hem Oedipus, dat in
't Grieksch is Oidipoes, hetwelk beteekent .,met
jezwollen voeten," daar zijn voetjes door 't vast-
jinden met de touwen opgezwollen waren.
De koning van Korinthe Polybos en zijn gade
Merope nu voedden het kind op als hun eigen
zoon, daar hun huwelijk niet gezegend was. En
toen Oedipus volwassen was geworden, wist hij niet
andei's, of hij was hun zoon.
Op een gastmaal evenwel, toen de hoofden door
wijn verhit waren, schold iemand hem als den
niet echten zoon van den koning.
Hoewel de koning Polybos en zijn vrouw Mero
pe hun aangenomen zoon trachtten gerust te stel
len, wil Oedipus zekerheid hebben en gaat hij naar
't Orakel van Delphi om daar de waarheid van den
God te hooren. Doch in stede van een antwoord
te ontvangen, voorspelt de God Apollo hem dat hij
zijn vader dooden en zijn moeder huwen zal. Hier
over bevreesd ontvlucht hij zijn gewaande ouders
en zwerft rond. Op een plaats gekomen, waar de
weg drie richtingen uitgaat ontmoet hij een grijs
aard op een wagen met een heraut naast zich en
eenig gevolg.
Oedipus krijgt twist en verslaat den grijsaard
met zijn gansche gevolg op één na.
Dat nu was juist de koning Laios zijn eigen doch
onbekenden vader, die op reis was naar Delphi.
Verder gaande komt Oedipus aan de stad Thebe
zijn vaders stad, maar juist toen de geheele omtrek
werd onveilig gemaakt door een monster, Sphinx
geheeten, die aan elk, die er voorbij kwam dit
raadsel opgaf: Welk wezen gaat des morgens op
vier, des middags op twee en des avonds op drie
beenen? En een iegelijk die het niet kon oplossen
werd gedood. Daarom stelde de Thebanen er een
prijs op dat alwie 't op loste koning zou worden
van Thebe en de kand zou bekomen van de we
duwe van Laïos van koningin Jokaste.
En Oedipus gaf als antwoord«den mensch"
en de Sphinx stortte zich zelf in den afgrond.
Hierna werd Oedipus koning van Thebe door ieder
bemind, daar hij verstandig en wijs regeerde, een
voorbeeld voor zijn volken hij huwde Jokaste
zijn eigen moeder, de weduwe van Laios, zijn va
der en kreeg 2 zonen Eleokles en Polynices en
twee dochters Antigone en Ismene.
Doch de moord van Laios was niet gewroken
en daarom zonden de goden pest en misgewas in
het land der Thebanen.
Deze rampen werden aanleiding tot ontdekking
van de gruwepjke waarheid, welke ontdekking het
onderwerp uitmaakt van het treurspel «Koning
Oedipus."
Wanneer het scherm opgaat ziet ge Oedipus uit
zijn koninklijk paleis treden en vóór hem in eer
biedige houding een menigte jongelingen, die on
der aanvoering van een priester van Zeus, den
oppergod der Grieken, als smeekelingen met Olijf-
twygen met wol omwonden (het teeken der smee
kelingen) in de handen, redding komende zoeken
bij hun Koning opdat hij de rampen van hun va
derstad afweren zal, want ofschoon hij geen God
is, is toch niemand zoo groot als hij, hij Oedipus
de geliefde koning, de gunsteling der Goden, en we
hooren hem tot de jongelingen zeggen dat hij
niet behoeft te vragen naar 't doel van hun komst,
dat hij dit reeds weet, want dat ook tot hem reeds
lang de noodkreten van zijn zwaar beproefde
landgenooten zijn doorgedrongen en dat hij reeds
een bode heeft gezonden, en wel niemand minder
dan Kreon, den broeder van zijn vrouw Jokaste,
naar 't orakel van Delphi om den god Phoebus
Apollo, die dóór zijn godspraken door den mond
van de priesteres openbaart, te raadplegen waar
dezen grooten toorn der Goden uit voorkomt.
Zijn zwager Kreon komt dan terug met 't ant
woord van de godheid dat zoolang de dood van
Thebe's vermoorden koning Laios ongewroken
blijft, de plagen niet zullen eindigen.
De koning beveelt hierop dat 't volk van Kad-
mos (d. i. de stichter van Thebe) bij elkaar zal
komen om zijn wil te vernemen.
Het koor zingt een beurtzang, waarin het den
goden smeekt de pest af te wenden en het volk
van Thebe verdei te sparen voor dien ramp.
Onder 't gezang van het koor heeft 't volk zich
inmiddels verzameld, en 't hoort nu, hoe Oedipus
zweert den moordenaar te zullen vinden, hoe hij
hen uitnoodigt, smeekt en dreigt de misdaad te
helpen opsporen en vloek en ellende uitspreekt
over hen, die den dader soms herbergen en over
ieder, die zijn bevel niet opvolgen zal en over den
moordenaar
Vervloekt zij de. onbekende moordenaar
Hem wensch ik, met zijn makkers zijn er meer
Een jammervol bestaan een wreeden dood
Op raad van Kreon is ook reeds tweemaal naar
Tiresias den blinden ziener en wichelaar, die de
wil der goden uit vogelvlucht en ingewanden der
offerdieren opmaakt, een dringende bede gezonden
om toch te willen komen en verkondigen, wie den
moordenaar is, en wat de eigenlijke oorzaak van
deze pestilentie toch zijn mag.
En Tiresias komt, en Tiresias weet de waar
heid, rnaar hij wil telkens uitvluchten zoeken, daar
hij den koning door zijn vreeselijke openbaring
niet wil verpletteren.
Eindelijk wordt hij door Oedipus, die in de ver
ste verte natuurlijk niet vermoedt, daar hij zich
van geen kwaad bewust is, dat niemand dan hij
en hij alleen de oorzaak is, in 't nauw gebracht
door de bedreiging, dat, als hij niet spreken wil,
hij Tiresias als medeplichtige zal beschouwd en
gestraft worden, en nu zegt Tiresias de waarheid,
dat Oedipus zelf 't onheil over 't land bracht.
Hij wordt natuurlijk niet geloofd! Oedipus de
beminde koning, de gunsteling der goden, zooals
ieder meende, hij zou dien hevigèn toorn der go
den verwekt hebben, onmogelijk
En in ruve woorden verwijt de koning hem
dien schandelijken leugen, en verdenkt zelfs zijn
zwager Kreon van deze raad aan Tiresias gegeven
ie hebben, opdat hij dan zou worden afgezet, en
Kreon zelf als koning uitgeroepen!
Hierna zingt 't koor weereen beur'zang waaruit
der wraakgodinnen smeekt den moordenaar toch
op te sporen. Die smeekbede zal maar al te vree-
selijk verhoord worden!
In 't nu volgend tooneel, tusschen Oedipus en
Kreon zijn zwager, beschuldigt Oedipus hem weer,
gemeene zaak gemaakt te hebben met Teresias
den ziener en de twist loopt zoo hoog, dat de ko
ning den broèr zijner vrouw wil dooden.
Doch Jokaste de koningin kornt gelukkig tusschen
beide en scheidt de broeders, waarna ze als Kreon
weggegaan is, opheldering vraagt van Oedipus, wat
toch de rede is, dat hij zoo in drift ontstak?
Schoon is 't gesprek dat nu tusschen man en
vrouw (zoon en moeder) ontstaat en waarin Jo-
kasta aan den koning aanraadt toch niet te veel
te hechten aan die praatjes van wichelaars en zie
ners, daar hun voorspellingen toch niet uitkomen.
En als voorbeeld hoe wichelaars en orakels slechts
verzinsels vertellen, haalt zij aan 't gebeurde met
haar eigen zoon (arme moeder! niet wetende dat
't haar eigen zoon was, met wien ze sprak) die
tot r> .oordenaar zou moeten opgroeien van zijn
vader Laios, en die daarom te vondeling gelegd is
op den berg Cithaeron, waar hij reeds lang is ver
scheurd of verhongerd, en ze spot met de taal der
zieners, en ze lacht om de orakels. Want dat kind
is immers reeds lang dood, en Laïos is vermoord
door een bende roovers op den weg naar Delphi
juist op een driesprong, zooals de slaaf, die alléén
terugkwam, verhaalde. Bij 't hooren van die bijzon
derheden (wonderlijk dat hij. die eerst nu hoort!)
van den moord des konings Laïos, juist op dien
driesprong van den weg die naar Delphi leidt schiet
als een bliksemstraal de vreeselijke gedachte door
zijn brein «dat was ik," en na een nadere beschrij
ving gehoord te hebben om'rent Laïos en zijn ge
volg en na juist te zijn ingelicht omtrent 't tijdstip
van den moord nl. even vóór dat hij zelf koning
was geworden, krijgt die wanhopig treurige waar
schijnlijkheid voor hem rneer en meer den vorm
van vreeselijke werkelijkheid.
O, Zeus! hoe vreeselijkhij zelf de konings
moordenaar en dat door 't blinde toeval
En hij verhaalt nog eens geheel nauwkeurig aan
zijn vrouw zijn wedervaren sedert hij zijn ouders
(voor ons zijn pleegoudei's) te Korinthe ontvlood
en hij is geheel ter neer geslagen, en verpletterd
dat hij onwetend zoo'n ramp zou gebracht hebben
over de onschuldige stad Thebe- Maar nu nog éen
lichtstraal ziet hij in de duisternis. De slaaf n.l.
die alléén was teruggekeerd had bericht, dat niet
één maar een bende roovers den koning hadden
vermoord, (door den slaaf gelogen waar>cliijnlijk
uit vrees voor beschuldiging van lafhartigheid).
Beiden verlaten nu 't tooneel orn plaats te rnaken
voor 't mooie beurtgezang van het koor, dat nu
volgt, en dat met de muziek prachtig zal klinken.
Schoon steekt de godsdienstige stemming hierin af
tegen de voor dien tijd goddelooze uitingen van
twijfel en ongeloof van Jokaste in 't voorafgaande.
"t Eerste couplet zal ik aanhalen om u zelf te
laten oordeelen:
Moge ik rein en heilig wezen,
heilig steeds in woord en daad,
en de aloude wetten vreezen,
die weleer der goden raad
uit de hooge, reine sferen
van d' Olympus nederzoinl,
vrucht van 't brein der Hemelheeren,
niet een zwakken menschenbond
Nooit zal in der tijden stroomen
hare kracht te gronde gaan,
maar eerbiedigd door de vromen,
eeuwig als God zelf bestaan I
Een bode uit 't land van Korinthe kornt nu op
om Oedipus te verkondigen, dat hij tot koning van
dat land, waar Polybos regeerde, is benoemd. De
koning Polybos is dood, en nu is hij Oedipus tot
opvolger gekozen.
Niettegenstaande die droevige tijding is Oedipus
toch verheugd, dat hij nu niet zooals 't orakel
heeft voorspeld vadermoordenaar kan worden (hij
meent nog altijd dat Polybos zijn werkelijken va
der is) en overmoedig geworden bespot hij al
weder de godsspraken.
Nu dit eerste gedeelte van de orakel-spreuk niet
is uitgekomen herleeft zijn hoop en hij is alleen
bevreesd dat 't tweede deel,- nl. 't trouwen met
zijn eigen moeder zal moeten uitkomen, daar zij
nog leeft.
De bode maakt zich nu nader bekend, en ver
telt, dat hij 't was, die hein koning Oedipus had
ontvangen van een slaaf van koning Laïos, en dat
hij hem had zien opgroeien aan 't hof van Polybos
voor 's konings zoon doorgaande, maar, dat hij
geen kind van Polybos en Merope was, en dus
niet bevreesd behoefde te zijn voor dit tweede ge
deelte van de godspraak.
De slaaf van Laïos, die den bode 't kind had
gegeven wordt direct ontboden, en blijkt dezelfde
te zijn als hij, die alleen ontkwam bij nen konings
moord van 't gansche gevolg van koning Laïos.
f Jokaste, voor wie intusschen de vreeselijke wer
kelijkheid duidelijk is geworden, tracht haar man
en haar zoon te behoeden voor de waarheid, maar
Oedipus, die nog niets vermoedt, wil nu weten van
wie hij afstamt, ja al is 't van een slavin I
Jokaste verlaat in vreeselijke wanhoop het
tooneel.
De herder, die eerst niets wil zeggen, doch ge
noodzaakt wordt te spreken, vertelt wat hij weet,
en nu komt uit wat hij en de bode openbaar ma
ken de gansche vreeselijke diep treurige waarheid
voor Oedipus aan 't licht, dat hij de zoon is van
Laïos en Jokaste en dat hij zijn vader vermoord
en zijn moeder gehuwd heeft!
Vreeselijk zijn zijn vertwijfeling en zijn wee
klachten. Een dienaar komt hierna uit 't paleis
naar buiten stormen, en verhaalt dat de koningin
zich gedood, en de koning zich van het gezicht
beroofd heeft.
Ten slotte kornt Oedipus (en bij zijn verschijnen
gaat een rilling van afgrijzen en medelijden door
de verzamelde menigte) om zijn volk vaarwel te
zeggen, want hij wil hen niet tot een vloek zijn
hij de onlangs nog gevierde koning, de gunsteling
der goden, zooals ieder meende, en die nu, diep
medelijden opwekkend, met uitgestoken nog bloe
dende oogen, ellendiger dan de minste slaaf de
rest van zijn rampzalig leven rondzwervend en
eenzaam zal voortslepen in den vreemde om nimmer
terug te keeren naar zijn vaderstad Thebe.
Als laatste bede beveelt hij aan Kreon. zijn zwa
ger en oom, die nu koning geworden is, zijn beide
dochtertjes, zijn lievelingen, Antigone en Ismene
aan opdat zij, die nu door ieder bespot en nage
wezen zullen worden in hem een tweede vader
zullen vinden.
Ziet hier, zegt 't koor tot slot, de tragedie van
een mensch, eerst machtig en groot als een god
heid, nu arm en ongelukkig als geen ander op
dee'z aard.
Dit is de inhoud van de schoone tragedie,
die we 11 en 14 April opgevoerd zullen zien in
Utrecht. Voor de eerste uitvoering is de zaal
nagenoeg geheel vol en niet minder dan drie
ministers zullen de uitvoering rnet hun tegen-
woor Mgheid vereeren Doch voor de 2e uitvoering
is juist dit stuk geschreven en daarvoor kan
men op alle rangen nog plaatsen ad libitum
bekomen
De hoofdrol zal vervuld worden door den heer
•T. J Jansen, die reeds zoo dikwijls op ons too
neel getoond heeft dal moeilijke rollen zoo
uitstekend aan hem toevertrouwd zijn en wie
anders dan de heer J Royaards, de acteur bij
uitnemendheid, zou de rol van Jokaste op zich
durven nemen. In 't geheel doen met figuranten
er onder Begrepen een kleine F>0 personen aan
deze uitvoering mee.
Bij genoegzame deelneming zal een extra-
trein loopen van Utrecht naar Amersfoort na
afloop van de voorstelling.
Van Amersfoort naar Utrecht gaat een trein
om 6.10.
Op de binnen- en buitensocieteit zullen lijsten
gedeponeerd worden, waarop zij die van de
extra-trein willen gebruik maken hun naam
kunnen zetten.
Wanneer er voor f 30 aan spoorweg-kaartjes
genomen wordt is er zekerheid, dat de extra-
trein loopt. De retour-kaartjes worden natuurlijk
maar voor de helft bij de f ''O in rekening ge
bracht. Indien het mogelijk was, zou 't het v»en-
schelijkste ziin wanneer op de lijsten Zaterdag
a s reeds genoeg bewijzen van deelname voor
kwamen, daar in dat geval a. s. Zaterdag en
Zondag gelegenheid bestaat tot plaatsbespreking
en het verkrijgen van tekstboekjes bij onderge
tekende: Zaterdagavond van 7—9, en Zondag
van 1 3.
De prijzen der plaatsen voor de 2e uitvoering
op 14 April zijn als volgt:
Balcon 4.99, Stalles 3 99. le Amph. 3.49, le
Zijloge 2.99, Baignoires 2.49, 2e Amph. 1.99,
Parterre 1 99, 3e Amph. 0.99, voor Gymna
siasten 0.7 5, 2e Zijloge 0.99
Laat u vooral op 't perste gezicht niet af
schrikken door de hooge prijzen daar't schouw
spel geheel eenig zijn zal.
En gij leerlingen van het gymnasium aarzelt
niet uw naam te schrijven op de lijsten; de
commissie heeft u uitsluitend in de gelegenheid
willen stellen de uitvoering tegen verminderde
prijzen bij te wonen, opdat gij dit kunstgenot
zult kunnen smaken in groote getale.
H. W. METHORST,
Jur. Cand.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORT brengen ter
openbnie kennis, «Int de in artikel 81
der wet op het lager ondei wijs bedoelde
staat der kinderen boven de zes eri be
neden de twaalf jaren, op de gemeente
secretarie ter lezing is nedergelegd.
Amersfoort, den 26. Februari 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
T. A. J. VAN ASCH VAN WIJCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
IIIIRGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
GEBOREN: IS Febr., Mietje, d. van Hen
drik van Putten en Heudrika van de Hoef.
20 Febr Aart, z. van Albertus Kortes
en Willemijntje van Beek. 21 Febr., Jo
hanna, d. van Hendrik van de Kolk en Jo-
hauna Collet. Arie, z. van Rijk van Ben-
nenkorn en Johanna van der Velden.
Hendrikje, d. van Dirk van de Hoek en
Jannetje Leijenborst Elbert, z. van Ger-
rit de Ruiter en Geertruida Herinaus.
Barbara Clara Maria, d. van Lodewijk Wil
helmus van der Mast en Johanna Cornelia
van Ekeleu - 22 Febr., Willebrordus Joseph,
z. van Hubertus Lablans en Willemina Haze
laar. 23 Febr. Elizabeth Petronella, d.
van Johannes Franciscus Pieter Bekkers en
Maria Jaeoba Elizabeth van Oijen Heu
drika Johanna, d. van Hendrik Koning en
Hendrika Johanna Kaïnperman. -- 24 Febr.,
Alberta, d. van Johannes Meijer en Adriana
Quick. 25 Febr., Elisabeth Juliana Maria
d. van Pelegrinus Jacobus Bernardus Jacobs
en Maria Franssin a Martina Hoes. Aal-
bert, z. van Willeui Hijmcring en Anna van
de Biessebos. Maria Geertruida, d. van
Nicolaas de Folter en Adriana Heesters.
ONDERTROUWD: 26 Febr, Hendrik
Jacob de Vries en Pauline den Enting.
GEHUWD: 25 Febr., Albertus van Nus
en Dirkje van den Berg.
OVERLEDEN20 FebrWillem Miene-
kamp 57 j. ongeh. 21 Febr David van
Gelder 79 j. wedr. van Rebekka Barend de
Lange. 23 Febr. Dirk Fok van Slooten
33 j. echtg. van Jacoba Rudolfina Spruijt.
Hendrika Johanna Kamperman 30j. echtg.
van Hendrik Koning. 24 Febr., Jacobus
de Graaf, 6 j. 25 Febr., Margaretha
Annechina Fekkes. 16 m. Ge.-rtruij van
Zeilen 72 j. wed. van Johannes Walet.
Hoogland.
ONDERTRUOWD21. Febr., Hendrikus
Smink met Johanna Gijsbarta ten Hoven
OVERLEDEN24 Febr., Kobus van
Putten oud 64 jaren wedr. van Jannetje van
Diermen.
Woudenberg.
GEBOREN: 22 Febr. Jan z. van Jan
Bruggink en Alida van Donkelaar 25 Febr.
Jan Willem, z. van Rijk van Egdom en An-
touia van den Bos. Santje, d. van Teu-
nis van Essen en Dirkje van de Lagemaat.
26 Febr. Christina, d. van Herm.inus van
Egdom en Aaltje Methorst.
GEHUWD 20 Febr. Dirk van Dam, 38 j.
en Willempje Beek, 33 j.
OVERLEDEN: 26 Febr. Dirkje Jetten,
8 maanden. Geertruida van Egdom, geh.
met Jacob Beek, 27 j.
MARKTBERICHT.
AMERSFOORT, 27 Febr. 1891.
Tarwe
Rogge
Boekweit
Appelen
Pereu
Kleiuardapp.
Zand
lloeudcreieren
Boter
Margarine
Zoetem. kaas
Kippen
Kuikeus
Piepkuikens
Ganzen
Ëendeu
Jonge
[lazen
Wilde konijnen
Tamme
Duiven
Biggen
Schrammen
Vette koeien
Guste
Kal f
Kalfv aarzen
Binken
Piukstieren
Guste vaarzen
per
hecto
liter.
per.
stuk
per
stuk.
0.a f
o.—
0.- -
0— -
-
0.— -
2— -
3.25 -
I.25
0.- -
0— -
II.60 -
0.90 -
0.-
0— -
0.60 -
0.-
0.— -
0.— -
0.30 -
0.30 -
5.-
11—
0—
0—,
0—
0—
0.—
o—
Aangevoerd waren ongeveer
L'arwe; heet. ltogge; heet.
weit; liect. Appelen; 20 heet.
heet. Kleiaaiuappelen110 heet.
aardappelen; 7000 stuks Hoenderoieren
stuks Eendeneieren; 1200 kilo Boter;
Vette varkeus - 0.- 0.kilo.
kilo Margarinekilo Kaas
-tuks vee; 130 biggen; 35 schrammen.
Gevoiidcnopdeiiopcuhareii weg
Een metalen rozenkrans.
Rechthebbende vervoege zich ter fe-
nighekoming aan het bureau van politie.
Heden overleed, in den ouder-
I dom vijn ruim 30 jaten, mijn ge
I liefde.'echlgenoote
HENDRIKA JjttHANNA
KAMPERS! AN,
I mij nalatende zeyfintft-ren,!? jong j
om hun, groot en smirteJtjk ver-
lies le fayineri .Beseffen.
H. .koning.
Amersfoort, 23 Februari 1891.1
0—
0
0—
0—
6—
0—
2.50
4. p. 100 st.
1.50 p kilo.
0.— p.
0— p.60
1
1.25 j
0.
0—
0.90
0—
0—
0—
1.20
0.70 perpaa
8—
16—
0—
0—
0—
0—
0—
0—
0
heet.
Boek-
Peren.
Zand-
Heden ovetleed te Arnhem I
Ivoorzien van de H. H. Sacramen-I
I ten onze geliefde moeder en be-[
huwd-moeder
MEJIJFFR. JOHANNA
OVERGOOR
Geb. Freriks.
I in de ouderdom van 62 jaar.
M. A. F. BRANDSEN—
overgoor.
Th, H. G. BRANDSEN.
Amersfoort, 26 Februari 1891.1
O&Mp» Allen die bijgedragen heb-
ben tot de ondersteuning van
werklieden, worden langs dezen weg uit-
genoodigd op Vrijdag, den 6. Maart
aanstaande, 's avonds te 8 oren,, in
Amicitia eenfe algemeene vergadering
bijtewonen, vyaarin mededeelibgen zullen
gedaan worden.
niens de Commissie,
Ge Secretaris,
J. O. LEINWEBER.
Nan