Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. dan het gemiddelde, wil nog niet zeggen, dat de zomer die komt nog natter zal zijn dan de laatste zomers. Over de mate van het hoogere bedrag, is niets met ze kerheid te zeggen; het «te veel" ki n wel van dien aard zijn, dat alleen meteorolo gische waarnemingen het aantoonen. Hoe sterk op sommige plaatsen in de Zuiderzee het ijs nog is, blijkt wel uit het volgende, dat gemeld wordt aan de IV. Ct.: «Vijf Zuiderzee-stoombooten, voorafge gaan door een bekende en sterk gebouw de sleepboot, de Maarten Trompvan de firma Lenting te Amsterdam hebben Zon dag beproefd een weg dooi het ijs in de Zuiderzee naar de Kamper Ketel te banen. Van dezen tocht rapporteert kapt. Oostin- ga van de Zuiderzee der Zwolsche nacht- hootonderneming die Zondagochtend te 7'/, uur Kampen verliet en 's middags ongeveer 5% uur te Amsterdam behou den aankwam, dat hij, op korten afstand van den vuurtoren op den hoek van het IJ, een der vijf stoomers heeft ontmoet geheel gezonken, zoodat nog slechts mast en schoorsteen zichtbaar waren. Van de opvarenden en van de overige vier boo ten had hij verder niéts vernomen. Hij meeDt daarvan de .oorzaak hierin te moe ten zoeken, dat hij zooveel mogelijk langs den Zuidwal koers hield door hel gedu rig voet dikke ijs, terwijl bovenbedoel de stoomers dezerzijds koers hielden langs de Noord. Een nader bericht bevestigde het onge luk, aan de Stad Kampen van de Zwol sche raderstoomboot-maatschappij over komen, dat het schip door het schuiven van liet ijs een lek bekwam en gezon ken is. Overigens is niets bekend. Nader wordt gemeld dat de vijf ver miste stoomschepen, met de ijsmassa naar de Gouwzee afgedreven, aldaar in het ijs beklemd zitten. De opvarenden der Stad Kampen zijn gered." Voor eenigen tijd heeft de Raad der gemeente Ede, op verzoek van dien van Wageningen de concessie voor den stoom tram Wageningen Ede, zonder eenige belangrijke wijziging in de voorwaarden, met "100 jaren verlengd, welke veilenging de Raad van Wageningen noodzakelijk achtte bij hare onderhandelingen met de Exploitatie-Maatschappij over de overname van genoemde lijn. Een aantal ingezetenen van Bennekom (gem. Ede) hebben zich daarna per mis sive tot Ged. Staten gewend, met ver zoek, te trachten dal alsnog in de con cessie-voorwaarden zou woiden opgeno men eene beleie regeling van het goede renvervoer aldaar, zoo mogelijk door het aanleggen van eene losplaats, enz. Ged. Staten hebben thans reeds eenige malen bij den Raad er op aangedrongen, op het eerstgenomen besluit terug te ko men, doch de Raad, overwegende dat Wageningen op dat besluit voor een deel hare onderhandelingen met den Staat heeft gebaseerd en het dus ondoenlijk is, dat besluit thans in te trekken, is hiertoe niet genegen. Ged. Staten maken ook bezwaar tegen het besluit omdat zij hierin niet zijn gekend en volgens hun oordeel art. 40 van het reglement op wegen en voetpaden niet is in acht genomen, 't welk zegt, dat het verboden is op wegen spoor staven te plaatsen zonder toestemming van Ged. Staten. De Raad is evenwel van oordeel, dat aan dit art. geen terugwei kende kracht kan worden toegezegd, daar de spoorsta ven reeds jaren in den weg hebben ge legen, en besloot Zaterdag II. ten tweeden male, niet terug te komen op het een maal genomen besluit. Met belangstelling wordt de afloop dezer quaestie tegemoet gezien. De voorzitter der Tweede Kamer is voornemens aan de centrale afdeeling voor te stellen, daags na de bijeenkomst der Kamer in de afdeelingen te doen on derzoeken o. a. de navolgende wetsont werpen gevoeld door het voorstel tot scheiding en deed die beleediging hare tante eene gehechtheid verbergen, die zij toch bezat. Dit spoorde Anna aan tot spreken. Het was reeds dicht bij twaalven en zij kende dit uurtje aan het zonnelicht op den muur. «Tante, gij meent dat ik u veronacht zaam door het gedane voorstel in over weging te nemen dat ik ondenkbaar ben voor het geen gij voor mij gedaan hebt." «Kind," was het scherpe antwoord, nik denk niet eens aan u." Anna zweeg en ijveriger dan te voren bewogen zich hare vingeren, even ijverig als die harer tante en in het vertrek deed zich alleen het getik der klossen hooren. Tante Mary was door de woorden harer nicht in hare overpeinzing gestoord over het nachtelijk bezoek, waarvan hare nicht niets wist, en na weinige minuten deed zij Anna door eene vraag opschrikken. «Hoe, zeidet gij, dat de broeder van Lady Burlinson heet?" «Day." «Dokter Day, niet waar? geneesheer te Londen?" »Ja." 't Is niet waarschijnlijk, maar men kan niet te voorzichtig zijn," zeide zij in zich zeiven, en zette op hetzelfde oogenblik haar kussen terzjjde, nam haar hoed en Vaststelling van bepalingen ter uitvoe ring van art. 187 der Grondwet. Verlenging van den diensttijd voor de ingelijfden bij de militie te land der lich tingen van 1885 en van 1886 en voor de ingelijfden bij de zeemilitie der lichting van 1887. Wijziging der wet van 1 Juni 1865 regelende het geneeskundig staatstoezicht. Onder leiding van Mr. E. E. van Raalte werd Zaterdag te Amsterdam de aangekondigde algemeene vergadering gehouden van de «Liberale Linie." Met 26 tegen 10 stemmen werd aan genomen de volgende motie van het be stuur «De «Liberale Unie", zich vereenigende met de strekking van het uitgebrachte praeadvies van meening dat de in grijpende wetswijziging van het achtste Hoofdstuk der Grondwet den wetgever de verplichting oplegt, verbetering te brengen in de inrichting onzer strijd krachten, en dat daarbij toepassing be hoort te erlangen het beginsel van per soonlijken dienstplicht, spreekt den wensch uit, dat thans op den grondslag van het ontvangen wetsontwerp een regeling van dit onderwerp lot stand korrie." Aan het Instituut voor de Marine te Willemsoord kunnen ditjaar 20 jonge lieden geplaatst woiden als adelborsten voor deu zeedienst, en 4 als adspirant-ad- ministrateur bij de zeemacht. Uit Parijs wordt gemeld De daling der Fransche rente wordt toegeschreven aan een artikel in de Kölnische Zcitung. Daarin werden naar aanleiding van het bekende optreden van Deroulède, de Fransche regeering en de verstandige elementen der Fransche natie aan de plichten der gastvrijheid herin nerd, met de verzekering dat door eene beleediging van den Keizer of zijne moe der de geheele Duitsche natie zich be- leedigd zou gevoelen. Fransche dagbladen beweren datBou- langer niet te Brussel is gekomen om er eenige dagen door te brengen, maar wel om er zich te vestigen, wijl hij ernstige voorvallen verwacht en hij noodig heeft, zich dichter bij Frankrijk te bevinden, daar de briefwisseling met het eiland Jersey te moeielijk is. Overigens is zijn verblijf te Brussel met de grootste ge heimzinnigheid omringd. De reporters der dagbladen loeren onophoudelijk op de poort van het hotel, zonder iets te ont dekken. Wat zij vertellen zijn meestal vruchten van hunne verbeelding. De da me, die Boulangei vergezelt, schijnt ziek te zijn. Het Berliner Tageblatt bericht, dat graaf Munster Woensdag in een lang durig ondeihoud met den Minister Ribot, dezen te kennen gegeven heeft dut de huidige poging van Duitschlarid om op vriendschappelijken voet met Frankrijk te komen, wel eens de laatste zou kun nen wezen. Dit blad, dat reeds sedert jaren op verschillende wijzen er> zonder ophouden eene verzoening met Frankrijk bepleit heeft, zegt heden: «tloe dreigend de «Marseillaise" ook over de Vogesen weerklinken moge, met gelijk zelfbewust zijn als vóór 20 jaren zingen wij«Fest steht und treu die Wacht am Rhein I" Er heerscht groote gisting onder de mijnwerkers in de steenkolenmijnen in het noorden van Engeland. De vaste werk lui in ééne der mijnen van den markies van Landsdowne hebben onlangs den arbeid gestaakt om liooger loon en min der werkuren te bekomen. Daar hun eisch niet werd ingewilligd, zij ook niet verkozen weer aan den arbeid te gaan, maar wel de huisjes willen blijven be wonen, die de markies voor hen heeft laten bouwen en niet verkozen die te verlaten, zijn in de vorige week eenige gezinnen met behulp van den sterken arm der wet op straat gezet en zou deze doek van den muur waarna zij hare lin ten onder haar kin vaststrikte of liever rukte. «Gaat gij uit?" vraagde Anna. «Ja, een oogenblik, ik moet naar de markt." Op hetzelfde oogenblik verliet zij het huis en met snellen tred, als door de dui velin der achterdocht voortgezweepl,snelde zij voort. Met groote stappen ging zij over het voetpad en zag er in het volle daglicht, waarin wij haar thans voor de eerste maal ontmoetten, nog norscher en onvrouwelijker uit dan ooit. De rij hutten van het Blackwater had zij welhaast be reikt; en daar de bewoners dier buurt nooit schijnen te werken en alleen over hunne armoede nadenken, zoo lagen er ook nu eenige mannen met hunne pijpen in den mond, die de armoede er niet uit kon verdrijven, en nog meer vrouwen en kinderen over hunne onderdeuren of uit hunne ramen, toen zij voorbijkwam. Zij waren allen beleefd, een paar zelfs zagen haar met zekeren eerbied aan, als eene vrouw die dag en nacht arbeidt en geen ledigheid kent; als eene vrouw, die men nog nimmer op dat uur van den dag op straat gezien had. «Goeden morgen juffrouw," hoorde men meer dan eens, doch Mary vertaar- dige zich bijna niet dien groet te beant week daarmede worden voortgegaan. Duizenden mijnwerkers in de buuit slaak ten nu uit sympathie hun werk. Generaal Booth maakt op het oogen blik een reis door het noorden. Te Stock holm werd de rtfime Emanuel-kerk hem afgestaan om zijne maatschappelijke plan nen uiteen te zetten. Prinsen van den bloede, ministers, leden van den adel en geleerden waren onder zijn gehoor. De belangstelling schijnt zeer groot geweest te zijn. Maandag kwam Booth te Berlijn aan, waar hij in de vereenigingszaal van het Heilsleger een voordracht hield. Aangaande de revolutie in Chili (Zuid- Amerika) meldt het laatste bericht, dat de telegraphische gemeenschap tusschen Iquique en de Vereenigde Staten, niet tegenstaande de stad zich waarschijnlijk in handen der opstandelingen bevindt, weder hersteld is. De dienst is echter beperkt en de burgers mogen niets sei nen, wat de goedkeuring der regeering niet heeft verkregen. Voorts zijn uit Chili te Lissabon telegrammen ontvan gen loopende tot 11 Februari. Toen woedde de burgerkrijg heviger dan ooit. Balmaceda had zijn leger opgevoerd tot 30.000 man, deels door gedwongen in lijving van vreemdelingen bij het leger, hetgeen leeds één protest heeft uitgelokt vanwege de regeering van Bolivia. Bal maceda zond den nieuw benoemden ge zant in Duitschland Godoy, instructiën, om, daarheen op weg zijnde, te Buenos- Ayres met de Argentijnsche Regeering te onderhandelen, over het aankoopen van wapenen en krijgsvoorraad, alsook van den pas afgeloopen, in Engeland ge bouwden. kruiser, genaamd «25 Mei". Het is echter hoogst twijfelachtig, of de Argentijnsche regeeiing daarin zal toestemmen. Pellegrini schijnt integendeel besloten te zijn onzijdig te blijven, en zendt troepen naar de grenzen om de neutraliteit te handhaven. De opvarenden van drie Chileensche oorlogsschepen te Montevideo besloten eveneens onzijdig te blijven. De bankiers Edwards Matie Co. hebben hunne instellingen te Valpa raiso en Santiago gesloten, omdat Bal maceda zich in hunne zaken heeft geméngd hetgeen onttrekking van deposito's bij andere banken veroorzaakte. Dientengevolge zouden deze gesloten moeten zijn hadde Balmaceda haar niet een gioot gedeelte overgedragen van de uitgifte van 12 millioen dollar biljetten. Daardoor werd de schatkist uitgeput, doch Balmaceda schijnt met het uitgeven van papieren geld vuurt te willen gaan Te. Santiago en Valparaiso wordt de ellende onder de bevolking verontrustend. Balma ceda beval zijne kusttroepen hun intrek te nemen in de woningen der burgers, opdat de bombardeerende schepen der muiters die huizen zullen verniel en en zoodoende de aanhangers van den presi dent getroffen worden. De opstandelingen hebben den gegijzelden bisschop van Se rena losgelaten. De 1 Luitenant C. C. J. J. Pfenni- ger van het 5 Regiment Infanterie is bij koninklijk besluit van 17 Februari jl. No. 10 benoemd tot kapitein bij het 1 Regi ment Infanterie. Het aantal arbeidskaarten, bedoeld in artikel 10 der wet van den 5en Mei 1889 (Staatsblad no. 48), in '1890 door den burgemeester dezer gemeente uitge reikt, bedraagt 166, en het aantal geldige ai beidskaarten einde 1890 in omloop 198, als: 16 voor jongens en 5 voor meisjes tusschen 12 en 13 jaar; 40 voor jongens en 6 voor meisjes tusschen 13 en 14 jaar; 48 voor jongens en 9 voor meisjes tusschen 14 en 15 jaar en 62 voor jon gens en 12 voor meisjes tusschen 15 en 16 jaar. Het aantal fabrikanten en werk bazen, die met beschermde personen wer ken, en dus zijn voorzien van eene door of namens den burgemeester in 1890 ge waarmerkte arbeidslijst, overeenkomstig woorden, zelfs verbeeldde zich eene dier buurvrouwen dat zij haai met een blik vol minachting aanzag. «Een kale trolsche nuf," voegde zij er bij, toen Mary Judge ver genoeg was om het niet te hooren; «zij denkt boven ons verheven te zijn, omdat zij meer te doen heeft dan wij zij geeft zich den tijd niet iemand te groeten. Ik zou wel eens willen weten wie zij toch is, daar zij zich zoo geheel afgezonderd houdt en toch in ons midden leeft." Mary Judge echter sloeg op niets acht en stapte door tot zij in de High street gekomen was, sloeg toen rechtsom in de richting van Markham's Hotel, dat zij ein delijk bereikte, de trappen zonder aarzelen opliep, als eerie vrouw, d e haar besluit genomen heeft en wier tijd kostbaar was. «Kan ik dokter Day spreken?" vroeg zij aan den eersten lakei, dien zij tegen kwam, en onder een ongeduldig kloppen tegen een beschot herhaalde zij de vraag. «Is hij te huis?" «Ja, hij is te huis, geloof ik. Wie moet ik zeggen dat er is Zij bracht haar vinger aan haren mond om een oogenblik na te denken. «Dat is hetzelfde. Zeg hem dat het eene zeer belangrijke zaak geldt." De bediende vertrok, denkende dat Zy art. 11 der voornoemde wet, beloopt 79, terwijl in het geheel 141 zoodanige fa brikanten en werkbazen in deze gemeente worden aangetroffen. Dagelijks, van af 1 Mei 1890, werden de fabi ieken en wei k- plaatsen achtereenvolgens geïnspecteerd. Het getal weezen ten laste van het burger'weeshuis was op 1 Januari 1890 12 jongens en meisjes, van welke er in den loop des jaars 5 het huis verlieten. Daarentegen zijn er 4 in opgenomen, zoo dat er op 1 Januari 1891 ten laste van het gesticht werden verpleegd 26 weezen waarvan een buiten het gesticht. (Utr. Dgbl.) Aar, een particulier schrijven uit New- York ontleent «het vaderland" het bericht, dat een honderdtal Amerikaansche pre dikanten voornemens zijn dezen zomer Leiden te bezoeken, om aldaar in de Pieterskerk een gedenkteeken te plaatsen voor Robinson. Aan de Tijd kwam dezer dagen een vermakelijk staaltje ter oore, waaruit blijkt, dat bij sommige meubelfabrikan ten zelfs de eisch, dat zij geen totaal onbekenden zijn op het gebied der ge schiedenis, voor zoover die met de stijlen aanrakingspunten heeft, wel wal kras is. Een meubelfabrikant geen baasje, maar een baas! van een onzer groot ste steden, bij een klant ontboden en door dezen gevraagd, hoe hij het best zijn huis zou meubelen, kreeg ten ant woord «Wel, u kunt 't krijgen zooals u wilt: Louis XIV, veertiende eeuw, Louis XV, vijftiende eeuw, precies zooals u maar verkiestTableau! Gelukkig voor die meubelfabrikant, dat er geen stijl-Heinrich von Reuss bestaat, want hij zou raar nebben staan kijken, zoo zijn klant hem een toekomst-ameu- blernent-Heinrich von Reus XXIV, vier- en-twintigste eeuw, had besteld I! Gedurende den winter zijn aan de Texelsche kust nog niet zooveel wilde zwanen gezien als in de afgeloopen week het geval was. Een jager telde eenmaal een troep bij elkaar van 148 zwanen. De schuwe vogels weten zich echter zorg vuldig buiten het bei eik der geweren te houden. Een ongehuwd man had een kosthuis betrokken te Jubbega Schnrega. Steeds betaalde hij geregeld zijn kostgeld, tot hij voor eenigen tijd door ziekte daartoe niet meer in staat was. Zijn kostbaas had geen zin om hem langer te onder houden. Hij legde zijn commensaal in een kiniwagen en vervoerde hem op dietwijze naar het een paar uur verder gelegen Wijnjeterp, waar de man eigenlijk thuis behoorde Niemand wilde zich daar over den armen zieke ontfermen. Goede raad was nu duur, en de ver legen kostbaas zag geen anderen uitweg dan zijn kruiwagen om te keeren en den last aan den dijk te laten liggen. Eenigen tijd later werd hij daar dood gevonden. Naar aanleiding van dit voorval vertrok ken Maandag van Purmerend de officier van justitie, de rechter-commissaris en een beeedigde klerk ter griffi, vergezeld van de doctoren Rinkes en Kijlstra, naar Wijn jeterp om een onderzoek ter plaatse in te stellen. Een Simson. Een jongman in Canada wordt genoemd de sterkste man der wereld. Het is een Canadees van Fran sche afkomst, Louis Cyr genaamd, ge boren te St. Jean, twintig mijl van Mon treal. Ofschoon eerst 27 jaren en nog geen zes voet lang, weegt hij reeds 84 kilo. Hij ziet er eerder uit als een dik man, dan als een sterk man, doch zijn spieren zijn lang niet zacht. Zijn hoofd haar is lichtblond en gekruld, hij druagt het lang, «niet", zegt hij, «omdat de Simson der overlevering het zoo dioeg, doch omdat lang haar den man iets aan trekkelijks, iets artistieks geeft." Soms eene kiespijnlijderes was, en keerde na weinige minuten terug met hel verzoek van in de zijkamer te willen gaan. Mary Judge liep de trappen op, telkens eene trede overstappende en was bijna den jongeling, die haar voorging, omgeloopen, toen deze in tijds nog de deur der zij kamer bereikt had. «Deze kamer?" vraagde zij ongeduldig. «Ja, deze kamer." Hij opende voor haar de deur eu met dezelfde vaart trad zij binnen, alwaar zij een kort en mager man vond zitten met eenige brieven in de hand. Hij stond be leefd op, toen zij binnentrad, want in weerwil dier armoedige kleeding en harde gelaatstrekken was er toch nog genoeg in Mary Judge van de fatsoenlijke vrouw overg-bleven. «Zijt gij dokter Day?" vraagde zij. «Ja, mevrouw, ik ben dokter Day." «Dan behoef ik u niet langer optehou- den," zeide zij. «Ik vraag u om vergeving u lastig gevallen te zijn." De heer boog. Mary Judge had de deur reeds weder bereikt toen een tweede gedachte haar weerhield. «Kent gij een heer van uw beroep, Seymour genaamd?" De aangesprokene wreef zich eenige malen de kin met de brieven, die hy in draagt hij het haar tot een knot opge speld onder den hoed. Deze man kan kolossaal zware gewich ten tillen, het zwaarste gewicht dat hij tilde was 1796,85 kilo. Door een dagblad reporter geïntereviewd zeide hij «De eerste vracht, dien ik tilde was op deze wijze. Een vracht steenen meer dan 900 kilo was in een gat in den weg blijven steken en het paard kon er den wagen niet uit krijgen. Ik was eerst zeven tien jaar oud, doch een flinke knaap; ik kroop onder de kar, zette er mijn schouders onder en tilde den wagen uit de kuil. Toen heb ik mij geoefend en tilde met gemak spoedig 1200 kilo." «Tien jaar geleden schafte ik alle ge bruik van tabak en sterken drank af, voor dien tijd deed ik veel aan drinken en rooken. In die twee jaren heb ik 350 kilo meer leeren tillen. Ik voel mij veel gezonder sinds ik alle tabak en drank laat staan. Ik eet 2'/a of 3 kilo vleesch daags ik eet evenveel als drie hout hakkers. «Mijn moeder was zeer sterk. Zij kon met gemak 40 HL. graan twee verdie pingen hoog dragen. Zij woog 130 kilo. Mijn vader woog 110 kilo, maar kon niet meer tillen dan een ander man. Geen van mijn broeders is sterker dan een ander man. Ik licht alles op met mijn handen, zonder een riem over den schou der. Ik heb 260 kilo getild met mijn wijsvinger en met één hand 150 kilo cement op mijn schouders getild." Het ideaal van een civiele huwelijks plechtigheid. Naar aanleiding van het huwelijk van de kleindochter van Victor Hugo met den zoon van Daudet, welk huwelijk alleen burgerlijk gesloten is, maakt de Gaulois de volgende voor spelling, hoe in de toekomst de huwe lijken gesloten worden, waarvan men zeer zeker zal moeten erkennen dat het een boel soesali zou besparen. De trouwzaal ten stadhuize, zeer een voudig, zonder schilderwerk, blank gewit, geen ornamenten, geen stoelen. Aan het einde der zaal het borstbeeld van de re publiek op een kolom. Loketten evenals in een station of in een postkantoor. Boven het eerste leest men «Huwelijken" boven het tweede «Echtscheidingen"; boven het derde «Overleden". Achter ieder loket staat een ambtenaar. Een heer en eene dame komen voor het eerste loket. «Is dat hier voor trouw-aangelegen- heden?" vraagt de heer. «Is u soms blind?" antwoordt de ambtenaar. «Pardon I Ik had het opschrift niet opgemerkt. Wil u zoo goed zijn om ons te trouwen?" «Is zij daar met wie gij trouwen wilt?" «Ja." i't Is goed. Uw namen en voornamen?" «Ik heet «Och, dat duurt te lang. Heb ge geen visitekaartje «Zeker." De ambtenaar schrijft de namen van bruid en bruigom over. «De namen en voornamen van de juf vrouw?" De heer trekt eene enveloppe uit zijn zak. De ambtenaar neemt vervolgens een kaartje niet ongelijk aan die der spoor wegen, schrijft daar een paar woorden op, stempelt het, en terwijl hij het den heer overgeeft: «Daar is uw huwelijks-kaartje. Ge zijt getrouwd I" «Dank U." «Pas op, verlies uw kaartje niet. Kos ten 10 gulden." Zoo zal gewis de uiterste perfectie van het huwelijk zijn: de snelheid gepaard aan den eenvoud. Wij zijn nog zoo ver niet, maar het zal wel komen. Wat gaat sneller: een exprestrein of een wielrijder? Ziehier een vraag, die iedereen zal beantwoorden ten gunste van het ijzeren paard, en toch zou hij dan den wielrijder gedeeltelijk onrechtaandoen, zegt de Ned. Sport. de hand had. «Seymour, Seymour," zeide hij in ge dachte. «Ik herinner mij dien naam niet." «Ik dank u," zeide Mary Judge, verliet de zijkamer en sloot de deur achter zich. Een kwartier later was zij weder aan hare woning en worstelde met de deur, doch deze weerstond al hare pogingen. «Zij is zeker op slot," zeide zy einde lijk, hare inspanning stakende en naar adem hijgende. Op dit oogenblik kwam een kleine krullekop naar haar toeloopen, insgelijks naar zijn adem hijgende ten gevolge van den haast, waarmede hjj geloopen had teneinde haar in te halen. «Als het u belieft, Miss Judge, hier is de sleutel." «De sleutel!" riep Mary Judge verbaasd uit, terwijl zij hem van den kleinen aan nam. «Wie gaf u dien, Wim? Waar is Anna «Anna heeft hem bij ons gebracht. Zij wist dat hij bij moeder goed bewaard was, zeide zij, tot gij terug kwaamt." «En Anna, is Anna niet aan het werk? Is zij niet {Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2