BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Gemengd Nieuws.
Vrijdag zijn in den Duitschen Rijksdag
de kredieten in behandeling gekomen,
welke de regeering aanvraagt voor den
aanbouw van vijf pantserschepen en die
door de begroolingscommissie zijn gewei
gerd. Eene beslissing werd nog niet ge
nomen. Behalve de liberalen, verklaarde
zich ook het centrum tegen het voorstel
der regeering.
De rijkskanselier Caprivi verklaarde
echter zeer beslist, dat de regeering geen
plan heeft aan de vloot een zoo groote
uitbreiding te geven als men uit de on
langs gehouden redevoering van den
minister van marine Hollman heeft op
gemaakt. In zoover werd dus de minister
door den kanselier in den steek gelaten.
De kanselier verzocht echter dringend,
dat ten minste de twee oorlogsschepen
zouden toegestaan worden, welke bestemd
zijn tot verdediging van het Noord-Oost
zeekanaal.
Vermoedelijk zullen nu, ook al geschiedt
dit eerst bij de derde lezing, deze twee
schepen in elk geval worden toegestaan.
De Poolsche afgevaardigde Koscielskij
die als rapporteur der commissie de be
williging der kredieten voor de vijf pant
serschepen verdedigde, ontving van den
keizer een schilderij ten geschenke, waar
op de vloot van den grooten keurvorst
is afgebeeld met het onderschrift: «Aan
den heer Von Koscielski, voor zijn moe
dig optreden voor mijne vloot. Van zijn
dankbaren keizer."
Aan het Berliner Tagéblatt wordt uit
Zanzibar gemeld, dat majoor Von Wiss-
mann de weerspannige Kiboskos heeft
getuchtigd. De Duitsche troepen maakten
(jOOO stuks vee buit, benevens een groo
ten voorraad krijgsbehoeften en ivoor.
Bij dezen strijd sneuvelden 200 Kiboskos,
terwijl 60 hunner gewond en 50 gevan
gen genomen werden. Van de Duitsche
legermacht sneuvelden 2 inboorlingen en
werden 15 soldaten gewond.
De leider der radicale partij in het
Noorsche Storthing, de heer Steen, aan
wien koning Oscar de samenstelling van
een kabinet heeft opgedragen, is geslaagd
en heeft reeds een ministerie gevormd.
De nieuwe president-minister is een
man van "64 jaren. Sedert 1867 is hij
rector van het gymnasium te Stavanger,
welke stad hij ook in het Storthing ver
tegenwoordigde. Allengs werd de rector
een van de meest invloedrijke leiders der
linkerzijde, maar meer en meer werd hij
naar links gediongen, zoodat hij eindelijk
zelfs in een vijandige houding kwam lot
het gematigd-liberale kabinet-Swerdrup.
Toen het ministerie-Swerdrup door Steen
viel, was de radicale leider de aangewe
zen man om aan het hoofd der regeering
op te treden. Koning Oscar wilde dit
echter niet doen, omdat Steen, die zich
in 1880 tegen het koninklijke veto had
verklaard, bij het hof in ongenade was
gevallen.
De koning riep toen het conservatieve
kabinet Stang aan de regeering. Nu ech
ter ook dit ministerie is gevallen, bleef
den koning niets over dan den heer Steen
de samenstelling van een kabinet op te
dragen. Evenals zijne beide voorgangers
zal nu ook de heer Steen een midden
weg moeten inslaan, want het Storthing
telt 38 radicalen, 53 conservatieven en
23 liberalen, zoodal het ministeiie den
steun der liberalen niet kan ontberen.
De heer Parnell heeft weer een rede
gehouden, nu te Londen, waarin hij
hoofdzakelijk spreekt over den strijd tus-
sclien arbeid en kapitaal. De sluwe leider
der nationalisten, die ondanks alle moeite
zijner tegenstanders toch zijne positie
heeft weten te behouden, verklaarde dat
hij zich bij dezen strijd schaarde aan de
zijde der werklieden en huu zou helpen
den werkdag van 8 uur en loonsverhoo-
ging te verkrijgen.
Tevergeefs had Parnell, naar hij zeide,
er steeds bij de liberale leiders op aan
gedrongen om een dergelijke politiek te
volgen. Het lag niet op den weg van een
voorbij was, en waur zij brood en koek
in allerlei vormen en in groote hoeveel
heid voor het venster had zien liggen,
alsmede borstels en stofvaikens en een
vierkanten houten blok waarop geschre
ven stond Postkantoor. Zij ging naar de
zen winkel en bemerkte dat eene vrouw
met een zijden shawl en grijs merinos-
sen japon haar oplettend had gadegesla
gen en over het vervallen hek leunde,
om haar eens goed op te nemen. Die
vrouw week terug toen Anna haar na
derde en sloop den winkel in, angstig
achter zich omziende, terwijl onze heldin
voortging. Toen zij te zamen in den win
kel waren nam de vreemdelinge een sier
lijke bewerkt kaartje in handen, met den
naam «Wilson's Honey Soap, Wolches-
ter," en zich houdende alsof zij dit be
wonderde, keerde zij Anna Judge den
rug toe.
De winkelierster, eene oude vrouw met
een bril op den neus, stond achter baar
toonbank om hare nieuwe klanten zoo
goed mogelijk te bedienen.
Zij lii.d geen melk te koop, zeide, zij,
toen Anna hiernaar gevraagd had, maar
beschuit van allerlei soort en naar het
bleek van allerlei graad van hard- en
bioosheid, daar er in Thirty Cross wei
nig vraag nuar dit artikel was.
Anna kocht eenige beschuiten, wei-
Ier om zich aan het hoofd te stellen van
deze beweging, maar toch zou hij al zijn
invloed gaarne aanwenden om te verkrij
gen dat de regeering het voorbeeld geve
door de werkuren harer ambtenaren te
veikoilen, door den toestand in fabrie
ken en mijnen te verbeteren en door
het benoemen van een scheidsrechter,
tot het beslissen van geschillen tusschen
werkgevers en werklieden.
Deze verklaring van Parnell heeft voor
al onder de liberalen zeer de aandacht
getrokken. Men ziet daarin het bewijs,
dat Parnell voornemens is bij de aanstaan
de algemeene verkiezingen voor het Par
lement gebruik te maken van de stem
men der Iersche werklieden in de Engel-
sche districten en deze tegen zijn gewe
zen bondgenooten, de liberalen, in het
veld te brengen. Ook in dit opzicht zou
Parnell den heer Gladstone wel eens te
slim kunnen zijn.
Zondag 15 Maart, e. k., zal de gods
dienstoefening in de Remonstrantsche
kerk alhier geleid worden door Ds. A.
Snellen, Emeritus-predikant te Utrecht.
De dirig. Offic. v. Gez. 2e kl. (luit.-
kol.) C. de Mooy, chef van het Militair
Hospitaal zal den militairen dienst met
pensioen verlaten.
Tot Instructeur bij de Rijschool
alhier is benoemd de Ritmeester J. G.
Blaauw, thans commandant van het esca-
dron ordonr.ancen.
De ritmeester L. Bolle van het 2e.
reg. huzaren te 's Hertogenbosch is be
noemd tol commandant van liet escadron
ordonnancen alhier.
De 2e luit.-kwartm. Rienks van het
2e Bat. 5e Reg. Inf. die bij kon. besluit
benoemd is tot le luit.-kwartm. gaat op
30 April a. s. over bij het 4e Bat. van
genoemd Reg. in garnizoen te Nijmegen.
In verband daarmede wordt de 2e luit.-
kwartm. Smits voorloopig belast met de
administratie van het le en 2e Bat. van
dat Regiment.
De kanonnier L., van de 5e batterij,
2e afdeeling, van het 1. regiment veld-
uilillerie, is, wegens aanhoudend wange
drag, met een biiefje van ontslag uit de
gelederen verwijderd.
Wederom is het aantal oud-strijders
alhier met een verminderd. De bij de
meeste onzer stadgenooten welbekende
«kleine Stuart", oud-tamboer bij de d.d.
schutterij, gerechtigd tot het dragen van
het metalen kruis is in den ouderdom van
78 jaar oveileden.
Blijkens de herziene lijsten bedraagt
het aantal kiezers van leden voor de
Tweede Kamer der Slaten-Generaal 795,
voor de Provinciale Staten 787 en voor
den Gemeenteraad 786.
Ter Maandag gehouden halfvasten
paardenmarkt waren 310 stuks paarden
aangevoerd, waaronder 27 hitten en 30
veulens. Bij levendigen handel besteedde
men voor 1. kwaliteit paarden f300 k
f450; voor gladtandsche f150 a f250;
voor oude paarden f60 a f150. Veel
kooplieden, doch geen buitenlandsche,
bezochten de markt.
Ter Vrijdag 6 dezer gehouden Keu
ring van Hengsten in de Militaire Manége
alhier vanwege de Afd. Amersfoort van
hel Uti. Gen. v. Landb. en Kruidk. wa
ren aangevoerd
in afd. A. Hengsten geboren in 1888
of vroeger, 8 Exemplaren;
en in afd. B. Hengsten geboren in 1889
slechts 2 Exemplaren.
In geen der beide afdeelingen werd
door de Keurmeesters, zijnde de heeren
ren J. G. Blaauw, ritmeester der huzaren,
A. Frederikse, paardenarts 2e klasse, bei
den te Amersfoort, en J. Mazure te Am
sterdam, den eersten prijs toegekend.
In afd. A. behaalde den 2en prijs van
f25 een bruine hengst van J. van der
gerde het gemberbier, dat de winkelier
ster haar aanbood, en stond op het punt
van te vertrekken, toen eene kennisge
ving der posterij op een theekist geplakt
haar op een inval bracht.
«Hoe laat vertrekt de post van hier?"
vraagde zij.
«Om half vijf naar Londen."
«En naar Ilpham?"
«Insgelijks."
«Worden de brieven naar Ilpham nog
dezen avond uitgedeeld?"
«Zeer zeker."
Dan moest ik maar liever san tante
Judge schrijven en mij niet geheel op
Gravat verlaten, zeide Anna in zich zelven.
«Wees zoo goed mij eene pen en inkt
te geven," zeide ze, «want ik heb nog
een groot eind weegs te gaan en de tijd
is kostbaar voor mij."
Zij ging zitten, legde haar pakje op
dc toonbank en van de noodige schrijf
behoeften voorzien, schreef zij een brief
aan hare tante, haar verzoekende niet
ongerust te zijn zoo zij dien avond le
Wolchesler te lang werd opgehouden en
dat zij ook niet behoefde te vreezen dat
haie nicht tijd zou verliezen, daar zij
al haar werk met zich had genomen.
Ofschoon zij veel haast had, voegde zij
ar toch nog bij, dat zij hoopte dat Tante
Judge niet boos zjjn zou over den on-
Fliert te Woudenbergden len Bestuurs-
prijs van f25 een zwarte hengst van G.
Hartman te Stoutenburg; en den 2en
Bestuursprijs van f 15 een bruine hengst
van D. Verbeek te Leusden.
In afd. B. werd de 2e prijs van f20
toegekend aan een zwarten hengst van
G. Hilhorst te Eemnes.
Uit het niet toekennen der eerste prij
zen blijkt, dal de hoedanigheid der heng
sten niet aan de verwachting beantwoordde
al waren er dan ook, volgens heeren
keurmeesters, onder de bekroonden tame
lijk goede exemplaren.
Lijst van brieven, geadresseerd aan
onbekenden, verzonden van het postkan
toor te Amersfoort over de le helft der
maand Februari 1891.
1. H. J. Geerts Amsterdam.
2. Kok
3. Lateur Hilversum
4 G. Schrijver Doorn.
Van Bunschoten.
5. D. Honing Huizen.
JBuiiseliotcii. Maandag en Dinsdag
jl. is de vloot weder ter haringvisscherij
uitgegaan: circa 14 weken moest zij in
de haven alhier verblijf houden wegens
den strengen en aanhoudenden winter,
zood8t hoofdzakelijk door spieringvangst
op het ijs eenigszins in de dagelijksche
behoefte kon voorzien worden, nu echter
gaat men weer met frisschen moed en
vol hoop naar zee, daar de vangst zich
gunstig laat aanzien en de prijs nog tame
lijk hoog is; men besteedde deze week
van 7 tot 4 gulden per tal (200) en de
vangst bedroeg gemiddeld 4 tot 20 tal per
span. Jammer dat Paschen dit jaar zoo
vroeg invalt en de vasten zoo spoedig
eindigt, daar doorgaans na Paschen de
beste tijd gerekend wordt voorbij te zijn.
Uit Amsterdam wordt gemeld:
Een gevaarlijke en bij de justitie wel
bekende inbreker viel in handen der
politie. Voor de factory der firma Van
Gend Loos, aan de Prins-Hendrikkade
(Haringpakkerij) was namelijk een vracht
wagen met stukgoederen aangekomen.
Bij het afrijden van de glooiing had de
koetsier een paar mannen van verdacht
voorkomen onder de lantaarn gezien, en
hield die in het oog. Toen hij den bok
afgleed, zag hij, (en hij maakte er zijn
makker juist opmerkzaam op), dat een
der beide mannen een doos van den
wagen stal en aar, zijn handlanger over
reikte, die er mede aan den haal ging.
De wakkere kleine koetsier zette den
dief onmiddellijk na, die, ziende dat er
onraad was, de doos met schoenen weg
wierp. De koetsier haalde hem echter in,
pakte hem in de kraag van zijne jas, en
wist door het roepen van «houdt den
dief" een paar personen tot hulp te doen
toeschieten, waarbij al spoedig een agent
van politie zich voegde, die den vluchte
ling mede narn naar het bureau van
politie aan de Oudebrugsteeg, en waar
hij bleek te zijn Cornelis Lavertu.
In een hoeden- en pettenmagazijn te
Arnhem is een hoed verkrijgbaar, dien
de fabrikant «levensredder" noemt. Mis
schien niet zoo geheel ten onrechtebij
zw re verwondingen is spoedige heelkun
dige hulp van groot belang en deze hoed
bevat de middelen, die tot stelping van
het bloed allereerst gevorderd worden.
Een Esmarchband is om den hoed ge
slagen, welk antiseptisch verband van
grooten dienst is, vooral bij onmiddellijke
aanwending; voorts in ijzeroxydegedrenkte
watten en andere middelen, die in de
verei6chte hoeveelheid in den hoed zijn
geborgen. Het is een vernuftige uitvin
ding, die bij ongelukken van veel nut kaD
zijn, terwijl de prijs van deze overigens
zeer nette hoeden niet hooger is dan van
andere.
verwachten stap, dien zij gedaan had
want dat zij gevoelde goed te handelen
door haar vader zelf te gaan spreken
over het belangrijke onderwerp, welks
volvoering wellicht een belangrijk keer
punt in haar leven zijn zou.
Zij onderteekende den brief en eens
klaps opziende, ontstelde zij een weinig
door het gelaat der vreemdelinge, die
over haar schouder heen zag en een
groot belang scheen te stellen in elk
woord dat zij schreef.
«Ik ik vraag u verschooning," zeide
de dame, snel terugtredende, «ik bewon
derde uwe hand, die voor iemand van
deze omstreken buitengewoon is. Eene
zeer fiksche en vaste hand, inderdaad,
voor een meisje."
«Mijn vader was mijn schrijfmeester in
de laatste jaren mijner kindsheid en
misschien heb ik veel van zijne hand
overgenomen, waardoor zij minder naar
eene vrouwenhand gelijkt," antwoordde
zij, den brief toevouwende, dien sloot en
het adres er opzette.
«Hebt gij ook een postzegel noodig,"
zeide de postdirectrice.
«O, dat is waar ook," En Anna Judge
dacht aan het verschrikt gelaat, dat ha
re tante zou opgezet hebben, zoo zij
voor dien brief twee stuivers betalen
moe9t.
In het Zuid-Afrikaansche Tijdschrift"
komt het volgende verhaaltje voor:
«Toen de Zendingstatie Bethanie aan
de Rietrivier gesticht werd, zoowat 50
jaar geleden was het land, dat later de
Oranje-Vrijstaat geworden is, woest en
slechts hier en daar door Boesmanbenden,
eenige Bathlapin en Koranna's bewoond,
De zendelingen van het Berlijnergenoot
schap hadden tien jaren lang onder dat
volk met vele opofferingen en moeielïjk-
heden gearbeid en nog was er geen tee-
ken te bespeuren van zelfs één enkelen
bekeerling onder die heidenen.
Op het laatst predikte op een goeden
Zondag een der zendelingen over den
Verloren Zoon. Zekere oude Boesman zat
met buitengewone aandacht te luisteren,
en toen de dienst over was, kwam hij
den prediker opzoeken.
Ou Baas, zeide hij, jij het vandaag
mooi gepreek, en wat je zeide heeft mij
diep getroffe.
Zie zoo, dacht de Evangeliedienaar,
eindelijk is het brood dat wij hier in het
water geworpen hebben, toch weer bo
ven komen aandrijven. Wel Platje,
zeide hij, ik ben ver blijd je dat te hooren
zeggen.
Ja Ou Baas, ik is die verloren zoon
ik gevoel dit; en jij is mijn vader.
Neen! Neen, antwoordde de zende
ling, ik ben dat niet
Jawel, viel die Boesman hem in de
rede. Ik is die verloren zoon, en jij is
mijn vader en nou wil ik maar weet
wanneer zal jij die kalf slag?
Dit verhaal heeft de oude eerwaardige
zendeling zelf medegedeeld.
£eu geheimzinnige verdwijning.
Nauwelijks zijn in Londen de gemoe
deren weer eenigszins tot bedaren ge
komen na den nieuwen moord in White-
chapel, die nog altijd in een geheimzin-
nigen nevel gehuld blijft, of een andere
even geheimzinnige zaak houdt thans
weer iedereen bezig, namelijk de zonder
linge verdwijnieg eener schatrijke dame.
Na een nauwkeurige onderzoek is het
volgende daaromtrent gebleken
Het schijnt, dat mevrouw Cathcart
sinds eenigen tijd gescheiden was van
haar man en tengevolge daarvan in een
paar processen werd gewikkeld, welke
iraar eenige malen naar het Paleis-^an
Justitie riepen.
Den 24sten Februari, op het oogenblik
dat zij dit gebouw verliet, werd zij aan
gesproken door vier personen twee
mannen en twee vrouwen oppassers
in een krankzinnigengesticht, die haar
dwongen in een rijtuig plaats te nemen
en met hen naar het gesticht te rijden.
Zij protesteerde daartegen en wendde zich
tot een aldaar op post staanden politie
agent. Toen deze echter inzage gekregen
had van een document, waarin werd ver
klaard, dat bedoelde dame in haar geest
vermogens was gekrenkt, verzette deze
politieagent zich niet tegen het voornemen
der vier personen, zoodat de dame in het
krankzinnigengesticht terecht kwam. Men
verdiepte zich in gissingen omtrent de
aanleiding tot deze wederrechtelijke daad,
tot nu toe echter zonder voldoende resul
taten.
Mevrouw Cathcart is, naar 't schijnt,
nog een jonge, mooie vrouw, in 't bezit
van een reusachtig vei mogen (men spreekt
van 25 millioen). Zij stamt van moeders
zijde af van lord Eldon, en van vaders
zijde van de familie Fleetwood, die ee .e
belangrijke rol speelde in Engeland tijdens
het protectoraat van Cromwell. Zij was
de dochter van wijlen den schatrijken
magistraat Unwin, en huwde vier jaren
geleden met haar neef James Cathcart,
vrederechter te Fifeshire (Schotland). Drie
weken na haar huwelijk verliet zij de
echtelijke woning en stelde een vordering
tot echtscheiding in, op grond dat hij
haar slechts om haar vermogen gehuwd
had en haar mishandelde. Deze eisch
werd afgewezen, waarna zij scheiding v.in
tafel eu bed aanvroeg, ditmaal met beter
gevolg.
Sedert deed haar echtgenoot haar eenige
Toen de brief gereed en zij dien der
winkelierster ter hand gesteld had, maak
te Anna Judge zich gereed om te ver
trekken.
«Zult gij die verschillende artikelen
aan huis laten bezorgen," hoorde zij de
dame zeggen, die in hare hand zoo veel
belang scheen te stellen.
«Daar kunt gij op rekenen, Mrs. Hol
mes," zeide de winkelierster op zeer on
derdaniger! toon, «ik dank u."
«Goeden dag."
«Goeden dag, Mrs. Holmes, dank u,
jufvrouw."
Mrs. Holmes spoedde zich naar builen
en stiet Anna Judge, die met haar kus
sen onder den arm in de deur stond, ter
zijde. «Een lomp wijf," dacht Anna Judge,
terwijl zij de grijze merinossen japon op
den eenigen weg die naar Wolchester
leidde, volgde. Anna begon een harer be
schuiten op te eten en hield, bijna zon
der het te weten, Mrs. Holmes in het
oog. Zij was reeds aan een tweede be
gonnen, toen Mrs. Holmes omzag, eens
klaps staan bleef, weder voortging en
op nieuw bleef staan.
Anna Judge, die voor hare jaren zeer
veel zelfbeheerschiog bezat, onstelde toch
eenigszins door het zonderlinge gedrag
dier vrouw. De eerste gedachte was dat
deze het op haar kussen met kant voor
processen aan, waarbij hij eenige geld
sommen opeischte, die hem krachtens
het huwelijks-contract toekwamen; ter
zelfder tijd beschuldigde hij zijn vrouw
hem publiek te hebben beleedigd door
middel van aanplakbiljetten.
Deze processen maakten haar verblijf
te Londen in de laatste maand noodzake
lijk. Toen de politie een onderzoek instelde
en een bezoek bracht aan hel krankzin
nigengesticht van Dr. Wood te Rochamp-
ton, vertoonde men Iraar een certificaat,
op grond waarvan genoemde dame in het
gesticht was opgesloten. Dit certificaat
was onderteekend door de doctoren Boud
en Savage, die in verhoor werden genomen.
Deze weigerden tot nu toe hardnekkig
den naam te noemen van hem, op wiens
last zij mevrouw Cathcart krankzinnig ver
klaarden.
Het is echter niet moeilijk te raden,
dat hier dc hand van iraar echtgenoot in
't spel is, welke opinie dan ook algemeen
wordt gedeeld.
De politie gaat inmiddels voort met
haar onderzoek omtrent de motieven de
zer wederrechtelijke vrijheidsbeneming.
Volgens de laatste berichten is er eenig
licht gekomen in deze zonderlinge zaak.
De echtgenoot van mevrouw Cathcart
heeft namelijk voor den rechter van in
structie verklaard, dat het bevel tot op
sluiting in een krankzinnigengesticht op
zijn verzoek is geschied.
Hij beweerde grond te hebben voor
het vermoeden, dat zij in hare geestelij
ke vermogens gekrenkt was, door het
feit, dat zij in verscheidene steden van
Schotland en Engeland lasterlijke billet-
ten liet verspreiden. Eene dier billelten
bevatte o. a. de waarschuwing, dat zij
niet aansprakelijk was voor de schulden,
door haar man gemaakt.
Een nader onderzoek heeft aan Lel licht
gebracht, dat tijdens de behandeling van
een proces, dat zij tegen haar man had
begonnen op even onverklaarbare wijze
eenige personen verdwenen waren, die
als getuigen in deze zaak waren gedag
vaard, Men heeft hen later in eenige
kloosters en krankzinnigengestichten te
ruggevonden, waar zij onder dezelfde
omstandigheden tegen hun wil waren aan
geland. Een en ander geeft gegronde ver
denkingen tegen den heer Cathcart.
Uit Bordeaux wordt gemeld, dat in
de streek «Les Landes" (Frankrijk) een
groote boschbrand is uitgebroken, die zich
reeds over 2000 a 3000 A. (1 acre 6000
M2) heeft uitgestrekt. De brand schijnt
begonnen te zijn Woensdagnacht in de
nabijheid van het station Ychoux. De be
volking is niet weinig ongerust over de
gevolgen dezer catastrophe, waardoor
een groot gedeelte der bevolking die in
het bosch haar bestaan vindt, broodeloos
is geworden. Het afgebrande woud be
stond uit forsche denneboomen, die èn
door de hars èn door het hout, voor ve
len een middel van bestaan was. Tot nu
toe is men er nog niet in geslaagd het
vuur te blusschen.
Wedden! Wij, Nederlanders, doen
ook aan sport, gaan ook kijken naar wed
rennen. En wanneer wij veel geld op zak
dragen, gaan wij door 't allerlaatste hekje
op 't grasperk achter 't Rijksmuseum,
nemen wij een kijkje bij de bookmakers
maar wedden doen wij niet. Dat doen
alleen zij, die heel veel geld hebben. Wij,
die het dobbelspel verfoeien en niet gaarne
ons fortuin laten vertrappen onder de
hoeven van een renner, hij mag loopen
zoo mooi hij wil, of afhankelijk stellen
van de nukken van een jockey, wij zou
den dan ook 't hoofd schudden, wanneer
wij alle dagen kolommen en nog eens
kolommen lazen in de dagbladen over
't wedden bij wedrennen en wij zouden
vragen of 't nieuws zoo schaars, of 't pa
pier zoo goedkoop was.
Anders is 't met de Parijzenaars. Daar
speelt ieder, de klerken der koopmans-
kantooren, de knechten en dienstboden;
en die niet langs eerlijken weg geld voor
de weddenschappen machtig kan worden,
welnu, die krijgt 't langs oneerlijken weg,
zien had, toen zij bedacht dat de winke
lierster haar kende en met veel onderda
nigheid behandeld had. De vreemdeling
wachtte tot Anna dicht bij haar was en
toen beschouwde Anna haar zeer oplet
tend, en zag dat zij iemand van middel
baren leeftijd was, met een bleek en door
voren van verdriet doorploegd gelaat, met
groote bruine oogen, die den vasten blik
van het jonge meisje niet schenen te kun
nen verdragen.
«Heet gij niet Judge?" vraagde de da
me, toen Anna haar genaderd was.
«Ja, zoo heet ik."
«Ik heb u vroegei reeds te Ilpham
gezien. Gij woont bij het Backwater?"
»Ja," antwoordde Anna.
«Ik kom van tijd tot tijd te Ilpham,
dus begrijpt gij dat wij elkander niet ge
heel vreemd zijn," zeide zij met een zon
derlingen, gedwongen glimlach.
Anna begreep hel niet, maar sprak de
vreemdeling niet tegen.
«Gij schijnt eene lange reis te moeten
doen, en zijt nog zeer jong om alleen
verre tochten te maken," zeide zij, ter
wijl zij met Anna gelijken tred hield, wat
deze niet zeer scheen te bevallen.
(Wordt vervolgd).