BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Gemengd Nieuws. Vrijdag zijn in den Duitschen Rijksdag de kredieten in behandeling gekomen, welke de regeering aanvraagt voor den aanbouw van vijf pantserschepen en die door de begroolingscommissie zijn gewei gerd. Eene beslissing werd nog niet ge nomen. Behalve de liberalen, verklaarde zich ook het centrum tegen het voorstel der regeering. De rijkskanselier Caprivi verklaarde echter zeer beslist, dat de regeering geen plan heeft aan de vloot een zoo groote uitbreiding te geven als men uit de on langs gehouden redevoering van den minister van marine Hollman heeft op gemaakt. In zoover werd dus de minister door den kanselier in den steek gelaten. De kanselier verzocht echter dringend, dat ten minste de twee oorlogsschepen zouden toegestaan worden, welke bestemd zijn tot verdediging van het Noord-Oost zeekanaal. Vermoedelijk zullen nu, ook al geschiedt dit eerst bij de derde lezing, deze twee schepen in elk geval worden toegestaan. De Poolsche afgevaardigde Koscielskij die als rapporteur der commissie de be williging der kredieten voor de vijf pant serschepen verdedigde, ontving van den keizer een schilderij ten geschenke, waar op de vloot van den grooten keurvorst is afgebeeld met het onderschrift: «Aan den heer Von Koscielski, voor zijn moe dig optreden voor mijne vloot. Van zijn dankbaren keizer." Aan het Berliner Tagéblatt wordt uit Zanzibar gemeld, dat majoor Von Wiss- mann de weerspannige Kiboskos heeft getuchtigd. De Duitsche troepen maakten (jOOO stuks vee buit, benevens een groo ten voorraad krijgsbehoeften en ivoor. Bij dezen strijd sneuvelden 200 Kiboskos, terwijl 60 hunner gewond en 50 gevan gen genomen werden. Van de Duitsche legermacht sneuvelden 2 inboorlingen en werden 15 soldaten gewond. De leider der radicale partij in het Noorsche Storthing, de heer Steen, aan wien koning Oscar de samenstelling van een kabinet heeft opgedragen, is geslaagd en heeft reeds een ministerie gevormd. De nieuwe president-minister is een man van "64 jaren. Sedert 1867 is hij rector van het gymnasium te Stavanger, welke stad hij ook in het Storthing ver tegenwoordigde. Allengs werd de rector een van de meest invloedrijke leiders der linkerzijde, maar meer en meer werd hij naar links gediongen, zoodat hij eindelijk zelfs in een vijandige houding kwam lot het gematigd-liberale kabinet-Swerdrup. Toen het ministerie-Swerdrup door Steen viel, was de radicale leider de aangewe zen man om aan het hoofd der regeering op te treden. Koning Oscar wilde dit echter niet doen, omdat Steen, die zich in 1880 tegen het koninklijke veto had verklaard, bij het hof in ongenade was gevallen. De koning riep toen het conservatieve kabinet Stang aan de regeering. Nu ech ter ook dit ministerie is gevallen, bleef den koning niets over dan den heer Steen de samenstelling van een kabinet op te dragen. Evenals zijne beide voorgangers zal nu ook de heer Steen een midden weg moeten inslaan, want het Storthing telt 38 radicalen, 53 conservatieven en 23 liberalen, zoodal het ministeiie den steun der liberalen niet kan ontberen. De heer Parnell heeft weer een rede gehouden, nu te Londen, waarin hij hoofdzakelijk spreekt over den strijd tus- sclien arbeid en kapitaal. De sluwe leider der nationalisten, die ondanks alle moeite zijner tegenstanders toch zijne positie heeft weten te behouden, verklaarde dat hij zich bij dezen strijd schaarde aan de zijde der werklieden en huu zou helpen den werkdag van 8 uur en loonsverhoo- ging te verkrijgen. Tevergeefs had Parnell, naar hij zeide, er steeds bij de liberale leiders op aan gedrongen om een dergelijke politiek te volgen. Het lag niet op den weg van een voorbij was, en waur zij brood en koek in allerlei vormen en in groote hoeveel heid voor het venster had zien liggen, alsmede borstels en stofvaikens en een vierkanten houten blok waarop geschre ven stond Postkantoor. Zij ging naar de zen winkel en bemerkte dat eene vrouw met een zijden shawl en grijs merinos- sen japon haar oplettend had gadegesla gen en over het vervallen hek leunde, om haar eens goed op te nemen. Die vrouw week terug toen Anna haar na derde en sloop den winkel in, angstig achter zich omziende, terwijl onze heldin voortging. Toen zij te zamen in den win kel waren nam de vreemdelinge een sier lijke bewerkt kaartje in handen, met den naam «Wilson's Honey Soap, Wolches- ter," en zich houdende alsof zij dit be wonderde, keerde zij Anna Judge den rug toe. De winkelierster, eene oude vrouw met een bril op den neus, stond achter baar toonbank om hare nieuwe klanten zoo goed mogelijk te bedienen. Zij lii.d geen melk te koop, zeide, zij, toen Anna hiernaar gevraagd had, maar beschuit van allerlei soort en naar het bleek van allerlei graad van hard- en bioosheid, daar er in Thirty Cross wei nig vraag nuar dit artikel was. Anna kocht eenige beschuiten, wei- Ier om zich aan het hoofd te stellen van deze beweging, maar toch zou hij al zijn invloed gaarne aanwenden om te verkrij gen dat de regeering het voorbeeld geve door de werkuren harer ambtenaren te veikoilen, door den toestand in fabrie ken en mijnen te verbeteren en door het benoemen van een scheidsrechter, tot het beslissen van geschillen tusschen werkgevers en werklieden. Deze verklaring van Parnell heeft voor al onder de liberalen zeer de aandacht getrokken. Men ziet daarin het bewijs, dat Parnell voornemens is bij de aanstaan de algemeene verkiezingen voor het Par lement gebruik te maken van de stem men der Iersche werklieden in de Engel- sche districten en deze tegen zijn gewe zen bondgenooten, de liberalen, in het veld te brengen. Ook in dit opzicht zou Parnell den heer Gladstone wel eens te slim kunnen zijn. Zondag 15 Maart, e. k., zal de gods dienstoefening in de Remonstrantsche kerk alhier geleid worden door Ds. A. Snellen, Emeritus-predikant te Utrecht. De dirig. Offic. v. Gez. 2e kl. (luit.- kol.) C. de Mooy, chef van het Militair Hospitaal zal den militairen dienst met pensioen verlaten. Tot Instructeur bij de Rijschool alhier is benoemd de Ritmeester J. G. Blaauw, thans commandant van het esca- dron ordonr.ancen. De ritmeester L. Bolle van het 2e. reg. huzaren te 's Hertogenbosch is be noemd tol commandant van liet escadron ordonnancen alhier. De 2e luit.-kwartm. Rienks van het 2e Bat. 5e Reg. Inf. die bij kon. besluit benoemd is tot le luit.-kwartm. gaat op 30 April a. s. over bij het 4e Bat. van genoemd Reg. in garnizoen te Nijmegen. In verband daarmede wordt de 2e luit.- kwartm. Smits voorloopig belast met de administratie van het le en 2e Bat. van dat Regiment. De kanonnier L., van de 5e batterij, 2e afdeeling, van het 1. regiment veld- uilillerie, is, wegens aanhoudend wange drag, met een biiefje van ontslag uit de gelederen verwijderd. Wederom is het aantal oud-strijders alhier met een verminderd. De bij de meeste onzer stadgenooten welbekende «kleine Stuart", oud-tamboer bij de d.d. schutterij, gerechtigd tot het dragen van het metalen kruis is in den ouderdom van 78 jaar oveileden. Blijkens de herziene lijsten bedraagt het aantal kiezers van leden voor de Tweede Kamer der Slaten-Generaal 795, voor de Provinciale Staten 787 en voor den Gemeenteraad 786. Ter Maandag gehouden halfvasten paardenmarkt waren 310 stuks paarden aangevoerd, waaronder 27 hitten en 30 veulens. Bij levendigen handel besteedde men voor 1. kwaliteit paarden f300 k f450; voor gladtandsche f150 a f250; voor oude paarden f60 a f150. Veel kooplieden, doch geen buitenlandsche, bezochten de markt. Ter Vrijdag 6 dezer gehouden Keu ring van Hengsten in de Militaire Manége alhier vanwege de Afd. Amersfoort van hel Uti. Gen. v. Landb. en Kruidk. wa ren aangevoerd in afd. A. Hengsten geboren in 1888 of vroeger, 8 Exemplaren; en in afd. B. Hengsten geboren in 1889 slechts 2 Exemplaren. In geen der beide afdeelingen werd door de Keurmeesters, zijnde de heeren ren J. G. Blaauw, ritmeester der huzaren, A. Frederikse, paardenarts 2e klasse, bei den te Amersfoort, en J. Mazure te Am sterdam, den eersten prijs toegekend. In afd. A. behaalde den 2en prijs van f25 een bruine hengst van J. van der gerde het gemberbier, dat de winkelier ster haar aanbood, en stond op het punt van te vertrekken, toen eene kennisge ving der posterij op een theekist geplakt haar op een inval bracht. «Hoe laat vertrekt de post van hier?" vraagde zij. «Om half vijf naar Londen." «En naar Ilpham?" «Insgelijks." «Worden de brieven naar Ilpham nog dezen avond uitgedeeld?" «Zeer zeker." Dan moest ik maar liever san tante Judge schrijven en mij niet geheel op Gravat verlaten, zeide Anna in zich zelven. «Wees zoo goed mij eene pen en inkt te geven," zeide ze, «want ik heb nog een groot eind weegs te gaan en de tijd is kostbaar voor mij." Zij ging zitten, legde haar pakje op dc toonbank en van de noodige schrijf behoeften voorzien, schreef zij een brief aan hare tante, haar verzoekende niet ongerust te zijn zoo zij dien avond le Wolchesler te lang werd opgehouden en dat zij ook niet behoefde te vreezen dat haie nicht tijd zou verliezen, daar zij al haar werk met zich had genomen. Ofschoon zij veel haast had, voegde zij ar toch nog bij, dat zij hoopte dat Tante Judge niet boos zjjn zou over den on- Fliert te Woudenbergden len Bestuurs- prijs van f25 een zwarte hengst van G. Hartman te Stoutenburg; en den 2en Bestuursprijs van f 15 een bruine hengst van D. Verbeek te Leusden. In afd. B. werd de 2e prijs van f20 toegekend aan een zwarten hengst van G. Hilhorst te Eemnes. Uit het niet toekennen der eerste prij zen blijkt, dal de hoedanigheid der heng sten niet aan de verwachting beantwoordde al waren er dan ook, volgens heeren keurmeesters, onder de bekroonden tame lijk goede exemplaren. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort over de le helft der maand Februari 1891. 1. H. J. Geerts Amsterdam. 2. Kok 3. Lateur Hilversum 4 G. Schrijver Doorn. Van Bunschoten. 5. D. Honing Huizen. JBuiiseliotcii. Maandag en Dinsdag jl. is de vloot weder ter haringvisscherij uitgegaan: circa 14 weken moest zij in de haven alhier verblijf houden wegens den strengen en aanhoudenden winter, zood8t hoofdzakelijk door spieringvangst op het ijs eenigszins in de dagelijksche behoefte kon voorzien worden, nu echter gaat men weer met frisschen moed en vol hoop naar zee, daar de vangst zich gunstig laat aanzien en de prijs nog tame lijk hoog is; men besteedde deze week van 7 tot 4 gulden per tal (200) en de vangst bedroeg gemiddeld 4 tot 20 tal per span. Jammer dat Paschen dit jaar zoo vroeg invalt en de vasten zoo spoedig eindigt, daar doorgaans na Paschen de beste tijd gerekend wordt voorbij te zijn. Uit Amsterdam wordt gemeld: Een gevaarlijke en bij de justitie wel bekende inbreker viel in handen der politie. Voor de factory der firma Van Gend Loos, aan de Prins-Hendrikkade (Haringpakkerij) was namelijk een vracht wagen met stukgoederen aangekomen. Bij het afrijden van de glooiing had de koetsier een paar mannen van verdacht voorkomen onder de lantaarn gezien, en hield die in het oog. Toen hij den bok afgleed, zag hij, (en hij maakte er zijn makker juist opmerkzaam op), dat een der beide mannen een doos van den wagen stal en aar, zijn handlanger over reikte, die er mede aan den haal ging. De wakkere kleine koetsier zette den dief onmiddellijk na, die, ziende dat er onraad was, de doos met schoenen weg wierp. De koetsier haalde hem echter in, pakte hem in de kraag van zijne jas, en wist door het roepen van «houdt den dief" een paar personen tot hulp te doen toeschieten, waarbij al spoedig een agent van politie zich voegde, die den vluchte ling mede narn naar het bureau van politie aan de Oudebrugsteeg, en waar hij bleek te zijn Cornelis Lavertu. In een hoeden- en pettenmagazijn te Arnhem is een hoed verkrijgbaar, dien de fabrikant «levensredder" noemt. Mis schien niet zoo geheel ten onrechtebij zw re verwondingen is spoedige heelkun dige hulp van groot belang en deze hoed bevat de middelen, die tot stelping van het bloed allereerst gevorderd worden. Een Esmarchband is om den hoed ge slagen, welk antiseptisch verband van grooten dienst is, vooral bij onmiddellijke aanwending; voorts in ijzeroxydegedrenkte watten en andere middelen, die in de verei6chte hoeveelheid in den hoed zijn geborgen. Het is een vernuftige uitvin ding, die bij ongelukken van veel nut kaD zijn, terwijl de prijs van deze overigens zeer nette hoeden niet hooger is dan van andere. verwachten stap, dien zij gedaan had want dat zij gevoelde goed te handelen door haar vader zelf te gaan spreken over het belangrijke onderwerp, welks volvoering wellicht een belangrijk keer punt in haar leven zijn zou. Zij onderteekende den brief en eens klaps opziende, ontstelde zij een weinig door het gelaat der vreemdelinge, die over haar schouder heen zag en een groot belang scheen te stellen in elk woord dat zij schreef. «Ik ik vraag u verschooning," zeide de dame, snel terugtredende, «ik bewon derde uwe hand, die voor iemand van deze omstreken buitengewoon is. Eene zeer fiksche en vaste hand, inderdaad, voor een meisje." «Mijn vader was mijn schrijfmeester in de laatste jaren mijner kindsheid en misschien heb ik veel van zijne hand overgenomen, waardoor zij minder naar eene vrouwenhand gelijkt," antwoordde zij, den brief toevouwende, dien sloot en het adres er opzette. «Hebt gij ook een postzegel noodig," zeide de postdirectrice. «O, dat is waar ook," En Anna Judge dacht aan het verschrikt gelaat, dat ha re tante zou opgezet hebben, zoo zij voor dien brief twee stuivers betalen moe9t. In het Zuid-Afrikaansche Tijdschrift" komt het volgende verhaaltje voor: «Toen de Zendingstatie Bethanie aan de Rietrivier gesticht werd, zoowat 50 jaar geleden was het land, dat later de Oranje-Vrijstaat geworden is, woest en slechts hier en daar door Boesmanbenden, eenige Bathlapin en Koranna's bewoond, De zendelingen van het Berlijnergenoot schap hadden tien jaren lang onder dat volk met vele opofferingen en moeielïjk- heden gearbeid en nog was er geen tee- ken te bespeuren van zelfs één enkelen bekeerling onder die heidenen. Op het laatst predikte op een goeden Zondag een der zendelingen over den Verloren Zoon. Zekere oude Boesman zat met buitengewone aandacht te luisteren, en toen de dienst over was, kwam hij den prediker opzoeken. Ou Baas, zeide hij, jij het vandaag mooi gepreek, en wat je zeide heeft mij diep getroffe. Zie zoo, dacht de Evangeliedienaar, eindelijk is het brood dat wij hier in het water geworpen hebben, toch weer bo ven komen aandrijven. Wel Platje, zeide hij, ik ben ver blijd je dat te hooren zeggen. Ja Ou Baas, ik is die verloren zoon ik gevoel dit; en jij is mijn vader. Neen! Neen, antwoordde de zende ling, ik ben dat niet Jawel, viel die Boesman hem in de rede. Ik is die verloren zoon, en jij is mijn vader en nou wil ik maar weet wanneer zal jij die kalf slag? Dit verhaal heeft de oude eerwaardige zendeling zelf medegedeeld. £eu geheimzinnige verdwijning. Nauwelijks zijn in Londen de gemoe deren weer eenigszins tot bedaren ge komen na den nieuwen moord in White- chapel, die nog altijd in een geheimzin- nigen nevel gehuld blijft, of een andere even geheimzinnige zaak houdt thans weer iedereen bezig, namelijk de zonder linge verdwijnieg eener schatrijke dame. Na een nauwkeurige onderzoek is het volgende daaromtrent gebleken Het schijnt, dat mevrouw Cathcart sinds eenigen tijd gescheiden was van haar man en tengevolge daarvan in een paar processen werd gewikkeld, welke iraar eenige malen naar het Paleis-^an Justitie riepen. Den 24sten Februari, op het oogenblik dat zij dit gebouw verliet, werd zij aan gesproken door vier personen twee mannen en twee vrouwen oppassers in een krankzinnigengesticht, die haar dwongen in een rijtuig plaats te nemen en met hen naar het gesticht te rijden. Zij protesteerde daartegen en wendde zich tot een aldaar op post staanden politie agent. Toen deze echter inzage gekregen had van een document, waarin werd ver klaard, dat bedoelde dame in haar geest vermogens was gekrenkt, verzette deze politieagent zich niet tegen het voornemen der vier personen, zoodat de dame in het krankzinnigengesticht terecht kwam. Men verdiepte zich in gissingen omtrent de aanleiding tot deze wederrechtelijke daad, tot nu toe echter zonder voldoende resul taten. Mevrouw Cathcart is, naar 't schijnt, nog een jonge, mooie vrouw, in 't bezit van een reusachtig vei mogen (men spreekt van 25 millioen). Zij stamt van moeders zijde af van lord Eldon, en van vaders zijde van de familie Fleetwood, die ee .e belangrijke rol speelde in Engeland tijdens het protectoraat van Cromwell. Zij was de dochter van wijlen den schatrijken magistraat Unwin, en huwde vier jaren geleden met haar neef James Cathcart, vrederechter te Fifeshire (Schotland). Drie weken na haar huwelijk verliet zij de echtelijke woning en stelde een vordering tot echtscheiding in, op grond dat hij haar slechts om haar vermogen gehuwd had en haar mishandelde. Deze eisch werd afgewezen, waarna zij scheiding v.in tafel eu bed aanvroeg, ditmaal met beter gevolg. Sedert deed haar echtgenoot haar eenige Toen de brief gereed en zij dien der winkelierster ter hand gesteld had, maak te Anna Judge zich gereed om te ver trekken. «Zult gij die verschillende artikelen aan huis laten bezorgen," hoorde zij de dame zeggen, die in hare hand zoo veel belang scheen te stellen. «Daar kunt gij op rekenen, Mrs. Hol mes," zeide de winkelierster op zeer on derdaniger! toon, «ik dank u." «Goeden dag." «Goeden dag, Mrs. Holmes, dank u, jufvrouw." Mrs. Holmes spoedde zich naar builen en stiet Anna Judge, die met haar kus sen onder den arm in de deur stond, ter zijde. «Een lomp wijf," dacht Anna Judge, terwijl zij de grijze merinossen japon op den eenigen weg die naar Wolchester leidde, volgde. Anna begon een harer be schuiten op te eten en hield, bijna zon der het te weten, Mrs. Holmes in het oog. Zij was reeds aan een tweede be gonnen, toen Mrs. Holmes omzag, eens klaps staan bleef, weder voortging en op nieuw bleef staan. Anna Judge, die voor hare jaren zeer veel zelfbeheerschiog bezat, onstelde toch eenigszins door het zonderlinge gedrag dier vrouw. De eerste gedachte was dat deze het op haar kussen met kant voor processen aan, waarbij hij eenige geld sommen opeischte, die hem krachtens het huwelijks-contract toekwamen; ter zelfder tijd beschuldigde hij zijn vrouw hem publiek te hebben beleedigd door middel van aanplakbiljetten. Deze processen maakten haar verblijf te Londen in de laatste maand noodzake lijk. Toen de politie een onderzoek instelde en een bezoek bracht aan hel krankzin nigengesticht van Dr. Wood te Rochamp- ton, vertoonde men Iraar een certificaat, op grond waarvan genoemde dame in het gesticht was opgesloten. Dit certificaat was onderteekend door de doctoren Boud en Savage, die in verhoor werden genomen. Deze weigerden tot nu toe hardnekkig den naam te noemen van hem, op wiens last zij mevrouw Cathcart krankzinnig ver klaarden. Het is echter niet moeilijk te raden, dat hier dc hand van iraar echtgenoot in 't spel is, welke opinie dan ook algemeen wordt gedeeld. De politie gaat inmiddels voort met haar onderzoek omtrent de motieven de zer wederrechtelijke vrijheidsbeneming. Volgens de laatste berichten is er eenig licht gekomen in deze zonderlinge zaak. De echtgenoot van mevrouw Cathcart heeft namelijk voor den rechter van in structie verklaard, dat het bevel tot op sluiting in een krankzinnigengesticht op zijn verzoek is geschied. Hij beweerde grond te hebben voor het vermoeden, dat zij in hare geestelij ke vermogens gekrenkt was, door het feit, dat zij in verscheidene steden van Schotland en Engeland lasterlijke billet- ten liet verspreiden. Eene dier billelten bevatte o. a. de waarschuwing, dat zij niet aansprakelijk was voor de schulden, door haar man gemaakt. Een nader onderzoek heeft aan Lel licht gebracht, dat tijdens de behandeling van een proces, dat zij tegen haar man had begonnen op even onverklaarbare wijze eenige personen verdwenen waren, die als getuigen in deze zaak waren gedag vaard, Men heeft hen later in eenige kloosters en krankzinnigengestichten te ruggevonden, waar zij onder dezelfde omstandigheden tegen hun wil waren aan geland. Een en ander geeft gegronde ver denkingen tegen den heer Cathcart. Uit Bordeaux wordt gemeld, dat in de streek «Les Landes" (Frankrijk) een groote boschbrand is uitgebroken, die zich reeds over 2000 a 3000 A. (1 acre 6000 M2) heeft uitgestrekt. De brand schijnt begonnen te zijn Woensdagnacht in de nabijheid van het station Ychoux. De be volking is niet weinig ongerust over de gevolgen dezer catastrophe, waardoor een groot gedeelte der bevolking die in het bosch haar bestaan vindt, broodeloos is geworden. Het afgebrande woud be stond uit forsche denneboomen, die èn door de hars èn door het hout, voor ve len een middel van bestaan was. Tot nu toe is men er nog niet in geslaagd het vuur te blusschen. Wedden! Wij, Nederlanders, doen ook aan sport, gaan ook kijken naar wed rennen. En wanneer wij veel geld op zak dragen, gaan wij door 't allerlaatste hekje op 't grasperk achter 't Rijksmuseum, nemen wij een kijkje bij de bookmakers maar wedden doen wij niet. Dat doen alleen zij, die heel veel geld hebben. Wij, die het dobbelspel verfoeien en niet gaarne ons fortuin laten vertrappen onder de hoeven van een renner, hij mag loopen zoo mooi hij wil, of afhankelijk stellen van de nukken van een jockey, wij zou den dan ook 't hoofd schudden, wanneer wij alle dagen kolommen en nog eens kolommen lazen in de dagbladen over 't wedden bij wedrennen en wij zouden vragen of 't nieuws zoo schaars, of 't pa pier zoo goedkoop was. Anders is 't met de Parijzenaars. Daar speelt ieder, de klerken der koopmans- kantooren, de knechten en dienstboden; en die niet langs eerlijken weg geld voor de weddenschappen machtig kan worden, welnu, die krijgt 't langs oneerlijken weg, zien had, toen zij bedacht dat de winke lierster haar kende en met veel onderda nigheid behandeld had. De vreemdeling wachtte tot Anna dicht bij haar was en toen beschouwde Anna haar zeer oplet tend, en zag dat zij iemand van middel baren leeftijd was, met een bleek en door voren van verdriet doorploegd gelaat, met groote bruine oogen, die den vasten blik van het jonge meisje niet schenen te kun nen verdragen. «Heet gij niet Judge?" vraagde de da me, toen Anna haar genaderd was. «Ja, zoo heet ik." «Ik heb u vroegei reeds te Ilpham gezien. Gij woont bij het Backwater?" »Ja," antwoordde Anna. «Ik kom van tijd tot tijd te Ilpham, dus begrijpt gij dat wij elkander niet ge heel vreemd zijn," zeide zij met een zon derlingen, gedwongen glimlach. Anna begreep hel niet, maar sprak de vreemdeling niet tegen. «Gij schijnt eene lange reis te moeten doen, en zijt nog zeer jong om alleen verre tochten te maken," zeide zij, ter wijl zij met Anna gelijken tred hield, wat deze niet zeer scheen te bevallen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2