BUTEMDSÜI OVERZICHT. Officiëele Publicatiën. BINNENLAND. Plaatselijke berichten. Pro v inciale berichten. Door H. M. de Koningin-Regentes zullen spoedig bepalingen worden vast gesteld, nopens den titel van de officieren uit Hare omgeving, die vroeger bepaalde lijk voor den dienst bij wijlen den Konin waren aangewezen en thans nog den titel voeren, aan die bediening vei bon den. In de distinctieven zal geene verande ring worden gebracht. De terugreis van H.H. M. M. de Ko ningin Regentes en de Koningin zal ver moedelijk 4 Mei a. s. uit Zwitserland worden ondernomen. H. K. H. de groothertogin van Saksen wordt in het laatst var. Mei te 's Hage verwacht, om eenigen tijd op het paleis Buitenrust te verblijven. De groothertog zal waarschijnlijk wederom in den loop van het seizoen Scheveningen bezoeken. Bij ken. besluit van 4 April jl. is bepaald, dat de wet van 21 Juni 1890 houdende regeling van het militair on derwijs bij de landmacht, voor zoover daarbij de opleiding voor den officiers rang en de hoogere vorming van den officier zijn betrokken, op 20 April 1891 in wrrking treedt. In vptband daarmede zijn eenige overgangsmaatregelen vastge steld. De voorzieningen, bij art. 3, laat ste lid der wet bedoeld, zullen nader worden getroffen. Mede zullen nader de tijdstippen worden vastgesteld, waarop de bij de artt. 1, 2 en 3 der wet ge noemde inlichtingen voor militair onder wijs zullen worden opgericht en, in ver band daarmede, de thans bestaande in richtingen van dien aard zullen worden opgeheven. Uit Luxemburg wordt aan de Köln Ztg. gemeld, dat de Groothertog het voor nemen heeft om de privaat-domeinen van den overleden Koning-Groothertog aan te koopen; de onderhandelingen over den koopprijs zijn in vollen gang. Men voegt er bij, dat de regeering, om de wettelijk verboden majoraats-vorming mogelijk te maken, aan de Kamer een desbetreffend wetsvoorstel zal indienen, waarvan de aan neming als zeker wordt beschouwd. Aan de onderofficieren, die als dra gers gefungeerd hebben bij de plechtige begrafenis van wijlen Z. M. den Koning zijn gratificatiën toegekend, en welaan de onderofficieren uit om omstreken van het Loo en zij, die te 's-Gravenhage dienst hebben gedaan bij het vervoer van het Koninklijk lijk van het station naar het Paleis, iedei lien guide en aan de on- der-officieieo, die dienst hebben gedaan bij de begrafenis, ieder vijf-en-twindig gulden. De correspondent van het Vad. te Paramaribo seint, dat de oneenigheid tus- schen den Gouverneur en irir. Kalff tot verschillende heftige looneeleri in den Raad van Bestuur aanleiding heeft gegeven, en dal de heer Kalff, ten gevolge der onder gane bejegening, Zaterdag de vergadering van den Raad van Bestuur verliet. De gelegenheid tot dienstneming bij het valide gedeelte der Koloniale re serve is geopend voor Nederlanders van den vollen leeftijd van 18 jaar tot en met 36 jaar. Dit jaar zullen weder twee treinen tegen verminderd tarief naar Zwitserland loopen, uitgaande van Brussel, in aan sluiting op treinen uil Holland, en wel een naar Luzern op 10 Augustus, en een naar Bern op 14 Augustus a. s. Zaterdagavond kregen de Bildkers, werkzaam aan het graven van een kanaal in de gemeente yEngwirden, geschil over het loon met den uitvoerder van het werk Het loon was hun te laag; zij wilden per dag f 1 50 hebben. Zondagmiddag kwamen zij in het dorp ken en hem beloofd zijne vrouw te zul len worden. Dus komt uwe waarschuwing te laat Mr. Delancy." «Gij zijt dus verloofd en het hu welijk «Zal binnen twee maanden worden voltrokken, indien Mr. Aynard gelukkig genoeg is zijn proces tegen zijne bloed verwanten te winnen, die hem ongeschikt achten zijne eigene zaken te beheereo en hem onder curateelen willen geplaatst zien. Alles is reeds bepaald." Geen de minste schijn van ingenomen heid met dezen gewichtigen stap open baarde zich in hare stem. Zelfs wendde zij hel hoofd van Mr. Delancy af, opdat deze de aandoening niet zoude bemerken, die er op te lezen stond. Hij echter was verbaasd en sloeg geen acht op hare aan doeningen. «Gij wilt mij dus vergunnen u geluk te wenschen," zeide hij. «Het verheugt mij voor u beiden want gij zoudt hem niet tol uw echtgenoot gekozen hebben, zoo gij zijne deugden, zijne vuiige liefde niet opgemerkt, en hem niet wedeikee- rig bemind hadt. Lady Burlinson, ik wenschte dal gij mij dit reeds eerder ge zegd hadt. dan zou ik u wellicht eenige smait bespaard hebben." «Het is niets, mijnheer; wij vrouwen kunnen smart verdragen." (Hordt vervolgd). Terband, warr de aannemer vertoefde Zij bleven voor diens woning op den straatweg staan, terwijl de politie _aan het hek stond, teneinde ongeregeldheden te voorkomen. De aannemer wilde uit betalen volgens zijn opmeting, doch daar van wilden de Biltkers niet weten. Toen begonnen zij te dringen met het doel op het erf te komen, doch de politie wis dit te voorkomen en de burgemeester werd dadelijk van de dreigende toestand onderricht. Spoedig daarna verscheen deze, evenals de Substituut-officier van Justitie en de burgemeester der aangren zende gemeente Schoterland. Langer dan twee uren hielden dezen met den aan nemer een conparitie en de burgemees ter wist het zoover te brengen, dat de aannemer f 1 dagloon toezegde, doch de werklieden bleven bij hun eisch van fl.50 per dag. Zij zouden niet eerder vertrekken dan voor dezen te beuren en besloten den straatweg voor den woning niet te verlaten, waarop de politie is versterkt en het huis bewaakt, met het oog op de minder kalme houding der Bildlkers. Tegen den avond gingen de Biltsche arbeiders naar het dorp Nieuwebrug teru Daar zij geen geld hebben, werd hun brood en koffie aangeboden, waarvoor een soin te Heerenveen bijeengebracht was. Te 10 men kwnin een detachement maiéchaussée te Heerenveen aan en ver trok naar Nieuwebrug, om met de Rijks politie Maandag op het werk te surveil leeren, De staking duurt voort. Men schrijft aan de Arnh. Ct. «De mededeeling in uw blad, dat bet op der. Ssteo Mei 1853 zeer koud was en sneeuwde, is volkomen juist. De annalen van het Koninklijk Nederlandsch Meteoro logisch Instituut te Utrecht kunnen dat bewijzen, en in het verslag omtrent den weerstoestand van die maand wordt dooi wijlen dr. Krecke geschreven: «De 8ste Mei was de koudste dag dezer maand zijnJe toen de gemiddelde temperatuur (uit 3 waarnemingen daags) 10.1 graden C. lager dan de normale; er viel toen ook sneeuw". Het is de koudste 8ste Mei geweest in de laatste 40 jaren, daarop volgen 1855, '79, '74 en '81. Maar daar staat tegen over, dat die datum in 1867 een Augus- tuswarmte gaf, en in 1865, '68 en '86 eveneens veel warmte opleverde. De be wering dus, dat in het bijzonder de 8ste Mei een dag van sneeuw en hagel schijnt te zijn, gaat niet op. Het is wel bijna zeker, dat men hij onderzoek voor eiken datum van het jaar zulke abnormaliteiten zal aantreffen, in de onbestendigste maan den, de wintermaanden, zullen die hel talrijkst, in de bestendige maanden, Sep tember bijv., het minst voorkomen. In de voorspelling van den heer Falb. naar aanleiding waarvan bovenstaande mededeeling gedaan is, dat de 8ste Mei weder een kritieke dag zal zijn, zal rnet nkritieke" wel storm bedoeld zijn. Ove rigens dient opgemerkt te worden, dat aan de voorspellingen van den heer Falb door de meteorologen weinig waaide wordt gehecht." In den laatsten tijd, zegt het D. v. Z.-H., is dikwerf de vraag gerezen, van waar toch al het «antiek" zilverwerk af komstig is, dat men in zulk een buiten- gewonen overvloed thans verkrijgbaar stelt. Het antwoord daarop komt van een zijde, waarvan men het zeker 't minst verwacht zou hebben. In de offioëele tabellarische opgave van de vermoedelijke of onbekende oorzaken der verschillen tusschen de raming en de opbrengst van 's Rijks middelen en inkomsten over 1888 deelt de Regeering mede, dat de hoogere opbrengst der belasting op den waarborg der gouden en zilveren werken «voorna melijk is toe Ie schrijven aan den aan maak van zoogenaamd antiek zilverwerk." De predikant bij de Remonstrantsche gemeente te Utrecht, de heer dr. P. H. Ritter is ter gelegenheid van zijn aan staand vertrek, men weet de heer Ritter treedt met 1 Mei op als hoofdredacteur van het Nieuws een aandenken aan geboden door zijne vele vrienden, ver eerders en volgelingen. Dat aandenken bestaat uit een schilderstuk van Willem Maris, en stelt een landschap voor met grazende koeien aan een plas. Het ge heel is gevat in een fraai vergulde lijst. Bij dat huldeblijk is een sierlijke oor konde gevoegd, waarop onder meer de namen voorkomen van de geefsters en gevers, en die getuigt van de achting en toegenegenheid, welke men dien herder en leeraar toedraagt, die men noode ziet vertrekken. Naar wij vernemen, zal bij den Uitgever P. Gouda Quint, te Arnhem, een nieuw weik over de Gemeentewet ter perse komen. De bekende uitgave dier wet door Mr. G. van Oosterwijk, die n het bezit is van bijna elk Raadslid, loopt slechts tot het jaar 1867, zoodat er niets in vooikomt van al de hoogst belangrijke administratieve en rechtsge leerde kwestiën, die na dien tijd hebben plaats gehad, terwijl bovendien de toe passing van vele ai tikelen, tengevolge van eranderde inzichten, sedert in verschei dene gevallen aanzienlijk gewijzigd is. Ofschoon het werk van Mr. van Ooster wijk nog op een groot aantal punten bruikbaar is en het in elk geval voor de geschiedenis der weten de vroegere recht spraak zijne waarde blijft behouden, was het dus toch hoog noodig dat in dit ge mis voorzien werd. Daar liet vrij dure werk zich in zoo vele handen bevindt, was het niet wenschelijk het geheel te herdrukken, maar heeft de uitgever er de voorkeur aan gegeven eene aanvulling en bijwerking tot op den dag der ver schijning, die zich geheel daaraan sluit, tegen een zeer matigen prijs verkrijgbaar te stellen. De bewerking is toevertrouwd aan een Rechtsgeleerde, die reeds onder scheidene andere belangrijke wetten van aanteekeningen heeft voorzien en deswege om zijne nauwkeurigheid geroemd wordt Omtrent de wijze van bewerking kunnen wij mededeelen dat deze zooveel mogelijk overeenkomstig die van den lieer van Oosterwijk zijn zal, met inachtneming van beknoptheid, waar zulks zonder schade geschieden kan. De tijd der uit gave is nog niet met zekerheid te bepa len, maar het voornemen bestaat om met den druk spoedig een begin te maken. De verkiezing voor den Duitschen Rijks dag in het district van Geestemünde heeft tot uitslag gehad, dat Von Bis marck in herstemming komt met den sigarenmaker Schmalfeld, den candidaat der sociaal-democraten: de eenvoudig mededeeling van het feit zegt meer dan de ellenlange beschouwingen, welke de Duitsche bladen over de zaak gegeven hebben. Zeker is de ex-kanselier van plan, den zetel te aanvaaiden, en er ge bruik van te maken ook. Het is een domheid, verklaarde hij nog onlangs tot een deputatie van groot-industriëelen, van hem te verlangen dat hij zich met de staatkunde niet meer zou bemoeien. Als deskundige heeft hij niet alleen recht van meespreken, maar is het zijn plicht het vaderland met zijn advies te dienen wanneer door onnoodige hervormingen onrust wordt verwekt. De Duitsche Rijksdag zet de beraad slagingen over de arbeidswet voort. Een voorstel van de sociaal-democraten om een maximalen werktijd in de wel op te nemen gaf den Minister Von Berlepsch gelegenheid zijn zienswijze over dit punt uit te spreken. Over het algemeen achtte hij vaststelling van een normalen werk dag bij de industrie mogelijk, doch bet zou dan moeten geschieden in overleg met andere mogendheden; niet alleen hebben pogingen in die richting totgeen resultaat geleid, maar na hetgeen reeds gedaan is om door het stellen van hoo- geie eischen de productie te verminderen en de producten duurder te maken zou Duilschland, als het verdere maatregelen van dien aard nam, de concurrentie met het buitenland niet kunnen volhouden. Bovendien zou vermindering van werk uren ook het bedrag van het loon lager doen worden, reden waarom de meeste werklieden met dien wensch volstrekt niet instemmen. Enkele sprekers uil an dere partijen achtten werktijdsbeperking in bedrijven die voor de gezondheid geen nadeel opleveren, ongewenscht; alleen voor de mijnwerkers zouden zijdenacht uursdag vastgesteld willen zien. Het voor stel werd verworpen. Tusschen Groot-Brittanië en Poitugal wil 't maar niet vlotten: Een telegiam uit Zuid-Afrika meldt, dat een Engelsche stoomboot door de Portugeesche autori teiten onder het lossen van eenige ka nonschoten is aangehoudenzij had een expeditie aan boord, bestemd voor Mas- honaland, onder bevel van John Wil- loughby. Toen deze vervolgens aan wal ging, werd de Engelsche vlag door de Portugeezen weggenomen en door de hunne vervangen. De expeditie kan h ar tocht niet voortzetten en keert naar Natal terug. De Portugeesche gouverneur ver klaart dat, nu de Engelsche maatschappij het voorloopig tractaat tusschen Engeland en Portugal heeft geschonden, de Portu geezen het ook mogen doen. Er is in dit bericht, zooals de bladen het mededeelen, veel duisters; intusschen zijn de groole Engelsche bladen weer dapper aan het razen gegaan. De Times zegt o. a. dat er grenzen zijn aan het geduld, aan de verdraagzaamheid welke men tegenover zwakken behoort te too- nen, aan de opofferingen, die men zich zou willen getroosten om een wankelende monarchie te steunen. Met de Newfoundlandsche visscherij- quaestie is het ook lang niet in 't reine. Tusschen de visschers aldaar, en de be manning van den Engelschen ki uiser die namens de Engelsche Regeering daar toezicht houdt, moet het tot een formeel gevecht zijn gekomen, dat met dearies- tatie van eenige der visschers is geëin digd. Het Britsch Lagerhuis heeft in eerste lezing met groote meerderheid het eerste artikel goedgekeurd van de voordracht der Regeering tot aankoop in Let groot van gronden in Ierland, ten einde die in het klein aan mingegoede landbouwers weer te verkoopen. Uit verschillende streken van België komen berichten van werkstakingen in de kolenmijnen: de leiders der volksbe weging zijn daar niet zeer mee ingeno men, omdat zoodoende de krachten wor den verzwakt, die men zou willen sparen voor het gemeenschappelijk verzet. Ook in Duitschland, in Zweden, ja eigenlijk, waar niet? komen stakingen voor, die evenwel tot dusver geen rustverstoring veroorzaakten. Van ernstigen aard was het verzet van een tweeduizendtal landbewoners op Si cilië, die ontevreden waren over de be lastingen. Toen een hunner makkers te Laferda gearresteerd en in de gendarmerie kazerne opgesloten was, hebben zij het gebouw opengebroken en den man be vrijd vervolgens bestormden zij het Raadhuis en vernielden de belasting-re- gisters. In de rede, waarmee de markies Pigal als voorzitter de zitting der Spaansche Cortes opende, drukte hij de hoop uit dat alle partijen zich zouden vereenigen tot verdediging van de belangen des lands en van de maatschappelijke orde. Dat is plicht, nu de sociale quaestie een dreigend aanzien verkrijgt en overal in Europa op oeconomisch gebied strijd heerscht. In den Senaat is een wetsontweip ingediend tot het verleenen van amnestie voor alle gepleegde politieke misdrijven. Naar wij vernemen zal a. s. Zondag door den HoogEerwaarden Heer Mon seigneur J. Heijkamp, aartsbisschop te Utrecht, in het kerkgebouw der Oud- Bisschoppelijke Clerezie aan het Zand alhier, het H. Sacrament des vormsels worden toegediend. Bij het te Utrecht gehouden examen voor de akte van onderwijzer is o. m. geslaagd de fjeer J. G. van Gelder alhier. Bij de Hollandsche spoorwegmaat schappij is de heer W. Meijer, thans stati onschef 2. kl. te Winsterwijk, benoemd lot adspirant adjunct-inspecteur en in uien rang overgeplaatst naar Amersfoort. De Hooge Raad heeft Maandag ver worpen het cassatieberoep van den tap per W. S. alhier, die door het Kanton gerecht en de Rechtbank te Utrecht tot geldboete weid veroordeeld, wegens bet aanhitsen van een hond op den commis saris van politie. Maandagavond 20 April had in het Café de Arend alhier een 2e soiree amu sante plaats, gegeven door 11 Solisten van het Stafinuziek van het 5e Regiment Inf. en den Komiek van H De goede indruk die de le Soirée hier heeft achtergelaten, bad ten gevolge dat bel publiek zeer talrijk was opgekomen. We kunnen zeer zeker niet anders dan met grooten lof gewagen van de uitste kende uitvoering die elk nummer ken merkte. Mocht de Heer van H zich reeds op de le Soirée als een' uit stekenden comicus doen kennen, ook nu heeft hij ons weer doen schudden van 't lachen. Het daverend applaus scheen soms geen einde te zullen nemen, vóórdat de Heer van Heen extra nummer ten beste gaf. Ook inogen we niet onver meld laten de voordracht van den pistonist in Le postillon amoureux (Polka pour Piston solo et piano). Door de zuiverheid van uitvoering oogstte hij een welver dienden lof. Ofschoon het pianoaccom- pagnement in dit nummer onberis pelijk werd uitgevoerd zoo was het o. i. beter geweest indien hiervoor een klank voller instrument genomen ware, daar het dan wellicht beter tol zijn recht zou zijn gekomen. Ook ditmaal was weder een zeer ge animeerd bal het slot van dezen genot vollen avond. Ten einde zoo juist en volledig mo gelijk de door Zijne Excellentie den mi nister van justitie verlangde inlichtingen ten aanzien van het jachtiechl te kun nen verstrekken, zijn de eigenaren van meer dan twee hectaren bouw-, hooi-, wei-, heide- of boschland onder Amers foort gelegen, door burgemeester en wet houders dezer gemeente verzocht.de na volgende vragen te willen beantwoorden 1. Wordt het jachtrecht op uwe gronden onder Amersfoort gelegen, door u ver huurd? 2. Hoe groot is de uitgestrekt heid van de jacht? 3. Welke zijn de na men, het beroep en de woonplaats van den huurder? 4. Worden de landerijen door uzelf of door den huurder van het land bebouwd? 5. Hoeveel hectaien be- staSt uit grond, die in den regel met land- of tuinbouwgewnssen bezet is? 6. Hoe veel bedraagt de juarlijksche huur van de jacht? 7. Is de jacht in het openbaar of ondershands verhuurd? Bij Burgemeester en Wethouders is van den Minister van Oorlog een verzoek om vergunning ingekomen tot oprichting van een munitiemagazijn voor de bereden artillerie aan den verbindingsweg van den Woestijger- en Leusderwegen, op het kadastrale perceel sectie B, no. 1643, en van den heer J. Koppen tot oprich ting van een klopperij van schors in het perceel wijk A, no. 75, aan de Arnhem- sche straat. Het getal deelhebbers in de spaar bank van het departement Amersfoort der «Maatschappij tot nul van 't Alge meen" bedroeg op 31 December jl. 920. In den loop van 1890 zijn 107 nieuwe deelhebbers ingeschreven, terwijl daaren tegen als deelhebber zijn afgeschreven 71 personen, vereenigingen of administra- tiën. Het aan de gezamenlijke deelheb bers verschuldigde kapitaal met de ren ten tot 31 December 1890 f200292.28'/j In het getal der deelhebbers is in 1890 weer eenige vooruitgang gekomen, vooral 1. in dat der landbouwers; 2. in dat der minderjarigen of personen zonder beroep of wier beroep bij het bestuur niet be kend is, en 3. in dat der vereenigingen en administratiën. Wat de totaal bedra gen van het hun komende betreft, is het meerendeel der bedragen teruggegaan. Alleen bij de ambachts- en kooplieden en bij de landbouwers heeft eenige vooruit gang plaats gehad. In het nu afgeloopen jaar zijn 52 pos ten meer ingebracht tot een gezamen lijk hooger bedrag van f23,962.59». In 424 posten werd in 1890 uitbetaald een gezamenlijk bedrag van f79.527.54». Het kapitaal der spaarbank bedroeg op 31 December 1890 f230.539.28. Het aan de deelnemers verschuldigde f200,292.28», zoodat hel voordeelig saldo, strekkende tot reservefonds, beliep f30,246.99». Bij de Vrijdag jl. te Amersfoort door Heeren Watergraaf en Heemraden van het Heemraadschap de Eem, Beken, enz. gehouden aanbesteding voor het weder op de diepte en onder profil bren gen van de Luntersche-, Barneveldsche-, Modder- en Moorsterbeek en den Ooste lijken en Westelijken Buitensingel van Amersfoort, in 8 perceelen, waren de laagste inschrijvers voor de verschillende perceelen G. de Bruin, Woudenberg, le perc. f522 H. Velthuizen, 2e - 675 Idem 3e - 280 Idem 4e - 70 Idem 5e - 25 Idem 6e -255 P. van Dijk, Scherpenzeel. 7e -199 Jan v. d. Berg, Amersfoort. 8e -295 De Verpachting der Visscherij op de rivier de Eem voor het tijdvak van 3 jaren 1 Juni 189131 Mei 1894 bracht dit jaar f270 op. Pachter werd Gijs Koops te Harlingen. Soest, 18 April. Namens H. M. de Koningin-iegentes hebben B. en W. de zer gemeente van Z. E. den Minister van W. H. en N. verlenging voor drie jaren gekregen van de concessie tot tolheffing op den straatweg van Soest naar Soes- terberg. Aan het verzoek van B. en W. om een tweeden tolboom te mogen plaatsen nabij Soestei berg werd door Z. E. af wijzend beschikt. De bewoners van Soes- terberg zullen dus voor hunne rijtuigen en vrachtkarren van en naar het station geen tolrecht behoeven te betalen, in welk gunstig geval de bewoners van Soest niet verkeeren. Dit is een nadeel voor de gemeente, die aan het onderhoud van dien weg veel te koste legt. Eindelijk dan toch een tramplar., dat, naar wij hopen tot uitvoering komt! Z. E. de Minister heeft de verleende voorloopige concessie voor den aanleg van eene lijn Soest-station Baarn inge trokken. Een ingezetene, de heer P. J. M. Ste vens beeft thans voorloopige concessie verkregen om een paardentramlijn te leggen van Amersfoort over Soest en Soestdijk naar het station Baarn. Nu zijn wij op den goeden weg. Reeds vroeger hebben wij aangetoond het hooge belang van de verbinding met Amersfoort, een middelpunt van spoorwegen. Thans is de reis naar Amersfoort duur, wijl geen enkel openbaar middel van vervoer bestaat. (Het station Soest ligt zoover van de kom der gemeente, dat niemand, daar in den trein stapt, om naar Amersfoort te komen). Onze jongens, die de inrichtingen voor middelbaar en hooger onderwijs willen bezoeken, zouden door een train daartoe in staat gesteld worden. En bovendien, de streek waardoor de tram zal loopen, is door natuurschoon zoo bekend, dat het aan reizigers niet ontbreken zal. Van harte hopen wij, dat de verbinding met Baarn en Amersfoort spoedig tot stand kome. Ons schoon dorp zal er wèl bij varen. 20 April. Eenige socialisten hebben gister avond in onze gemeente een ge schrift verspreid, waarin de arbeidsdag van acht uren aangeprezen werd en eene opwekking te lezen stond om deel te nemen aan de manifestatie op 1 Mei. Daar de arbeiders hier ter plaatse evenwel liever 12 uren per dag werk hebben, dan 10 uren, hadden de heeren zich de moeite kunnen sparen. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT. Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad no. 95), Brengen ter kennis van het publiek, dat een door den Minister van Oorlog ingediend verzoek, met bijlagen, om ver gunning tot het oprichten van eene luuuitieuiagazijii aan den verbindings weg tusschen de Woestijger- en Leus derwegen op het perceel bij het kadas ter bekend onder Sectie B, No. 1643

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2