Gemengd Nieuws. Uit de Kamers. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. De algemeene beraadslaging over de Legervvet werd in de vergadering der Tweede Kamer van Dinsdag 21 April geopend door den heer Schaepman, die bevestigend antwoordde op de vraag, of deze wet voldoet aan het doel, dat men aan een Nederlandsch leger stellen moet. Met de hoofdgedachte: een zooveel mo gelijk en zoo goed mogelijk ingericht leger, en daarin geen algemeene dienst plicht maar opkomst in tijd va» nood, gaat Spr. mede. Niet alzoo de tweede vraag, of deze regeling rekening houdt met de kracht van ons volk? De lasten worden verhoogd, en de persoonlijke dienstplicht is in onzen volksgeest nog niet genoeg doorgedrongen. Dat vooral de Katholieken dien hestrijden. vindt zijn grond in hun uitsluiting in vroegere tijden; ook heerscht onder sommige offi ciersrangen een soort van luidruchtig anti clericalisme, dat schade doet aan den goeden naam van het leger. Spr. hoopt, dat de Regeeiing niet al te vasthoudend moge zijn, opdat hij haar op den weg van gemeen overleg zal kunnen steunen. De heer Viruly Verbrugge juichte het toe, dat eindelijk partij gekozen wordt tegen de plaatsvervanging, maar komt op tegen den verhoogden financiëelen druk. Een veldleger zoo sterk als hier is voorgesteld hebben we niet noodig; het is ijdel vertoon, en zou in tijd van ooi log slechts moeieiijkheden baren. De financieel» lasten zijn voor Spr. een on overkomelijk bezwaar. Door zoovelen op te roepen voor een den lande schadelijk doel brengt men bovendien ellende over het volk. Alleen voor de verdediging achter de liniën wil Spr. geld voteereri voor het veldleger niet. Eindelijk nog acht Spr. een wettelijke organisatie onzer levende strijdkrachten dringend nood zakelijk. De heer Van der Schrieck was van oordeel, dat een kleine, geleidelijke ver hooging van de jaarlijksche contingenten ons een voldoende legermacht geschon ken zou hebben. Een bezwaar tegen deze wet is, dat zij tot steeds vermeerdeiende uitgaven voor pensioenen enz. zal leiden. Dat de loting moet beslissen wie langer of korter zal dienen, acht Spr. onbillijk ook de vrijstelling der zoogenaamde kost winners is af te keuren. Spr. deelt niet het ongunstig oordeel, over de plaats vervangers uitgesproken zij zijn meeren- deels van hetzelfde gehalte als de vrij willigers en gewoonlijkgeoefendesoldaten. Het vermoeiende kazerneleven is minder geschikt voor de jongelieden der meer- gegoede klassen dan voor die uit den minderen stand. Met een gerust geweten zal Spr. tegen de wet stemmen De heer Van Vlijmen meende dat de Regeerirg de taliijke en moeielijke vra gen, die zich bij de verbetering onzer levende strijdkrachten voordoen, onbe antwoord laat. Wat zij voorstelt is na bootsing van 't buitenland; tiaar stelsel, var. dienstplicht is slechts rechtvaardig in schijn, waut het gaat uit van het onjuist begrip dat byv. een student in de medicijnen voor de maatschappij even veel waaide heeft als een poldergast. Voorts zal men met een ongeoefende aanvullingsreserve niets kunnen uitrich ten; ook in dit opzicht zal het vertrou wen op de versterking onzer weerkracht niet toenemen. In de vergadering van Woensdag zijn rede voortzettende, beschouwde de heer Van Vlijmen de opheffing der dienstver- vanging als in strijd met art. 181 der Grondwet, dat de vrijwillig dienenden vooropstelt, en plaatsvervangers zijn niets anders dan beroepssoldaten. Als meerge- goeden in de gelederen komen zal noch het physiek gehalte, noch de krijgsvaar- digheid, noch de tucht van het leger ver meerderen. Het militiekader zal weinig beduiden, gelijk in Duilschland blijkt. Ook voor ons neutraal standpunt ziet spr. in deze wet een gevaar. Uitvoerig zette spr. zijn bezwaren tegen het voor gestelde reseiveleger uiteen, waarboven hij aan de schutterij, mits beter georga niseerd en geregeld geoefend, de vooikeur geeft. De heer Van Nunen betoogde dat bij ons volk geen geestdrift bestaat voor de defensie, bij de bestaande onzekerheid of men zich wel zal kunnen verdedigen. Spr. heeft groot bezwaar tegen de ver meerdering van persoonlijke lasten. Onze neutraliteit en niet het formeeren van een vrij machtig leger, dat ons toch niet kan beschermen, is de beste steun voor onze onafhankelijkheid. Over de mobili satie, een hoofdpunt, is door de Regeering niets gezegdwelke waarborg geeft zij, dat we bij oorlog, daar waar ze noodig zijn, genoeg soldaten zullen hebben om den vijand tegen te houden? De gewa pende natie kan zeer wel een zuiver defensieven oorlog voeren, maar daarom behoeft men van haar geen militaire natie te inaken. Spr. hoopt dat het ge zond verstand zal zegevieren over de zucht om groote sommen te besteden voor za ken van twijfelachtig nut. De heer Guyot had een afzonderlijke regeling voor de zeemacht gewenscht. Omdat geen stelsel is aangenomen waar bij de defensie aan het geheele volk is opgedragen, acht Spr. deze wet onaan nemelijk. Ook de oefening, zoowel van de manschappen als van het kader, is onvoldoende; terwijl elders drie jaren noodig zijn, stelt men zich hier metéén jaar tevreden. De heer Domela Nieuwenhuis betreurt de behandeling dezer zaak door een ster vende Kamer, en is het eens met de waarschuwing van den heer Van Houten tegen de klimmende financiëele eischen van het legerbestuur. Een goede maat regel, de afschaffing der plaatsvervanging, wordt hier gebezigd om iets kwaads bin nen te smokkelen. Met groote kosten wil men ons tot een militairen staat ma ken; daarin gaat Spr. niet mee, en stelde een motie vari orde voor ter afkeuring van de hoofdstrekking van dit wetsont werp. De heer De Geer begon met te wijzen op eenige onduidelijkheden in den vorm, en kwam vervolgens op teger. den ver meerderden persoonlijken en financiëelen druk, die van deze wet het gevolg zal zijn. De dienstplicht bederft de carrière van velen en stelt hen onder ongunstige rechtstoestanden; zal men nu nog meer Nederlanders daarin brengen? Resul taten zijn van de voorgestelde regeling niet te wachten, dan dat leger, reserve en landweer achtereenvolgens in de pan gehakt zullen worden, en daarna komt dan nog de landstorm. Vergadering var. Donderdag. De heer Heldt deed uitkomen, dat in de lagere volksklassen wel degelijk verzet tegen de dienstvervanging bestaat, zooals blijkt uit de talrijke adressen: alleen de R. K. Volksbond heeft zich niet uitgesproken. De gevaren, die van het kazerneleven worden gevreesd, gelden evenzeer voor de rningegoedenSpr. beweert daaren tegen, dat het gezond is en lichamelijk ontwikkelt. De plaatsvervanging is een vorm van slavernij, die afgeschaft moet worden. De heer Seyffardt verdedigde het stel sel medewerking van allen aan de de fensie, de jongeren voorop, de gehuwden en ouderen achteraan. Algemeene weer- plicht onderstelt geen langdurigen oefen- plicht of lang verblijf in de kazerne. De talrijke vrijstellingen bij onze kleine na tie maken dat slechts de helft dei jonge mannen hun plicht vervullen. De voor gestelde landweer is het zwakste punt; zonder invoering van herhalingsoefenin gen zal men slechts onbruikbaretroepen hebben. De eenige waarborg voor onze onafhankelijkheid moet gezocht worden in het weerbaar maken van het geheele Wederlandsche volk. Op een vraag van den heer Schepel of de Regeering bereid is het advies van Jen Raad van State over te leggen,ant woordde de Minister toestemmend. De heer A. Van Dedem wees op de verdeeldheid der rechterzijde over dit onderwerp. Sp., ofschoon geen voorstander van persoonlijken dienstplicht, zou om dit beginsel een goede regeling niet verwer pen. Het zal voor de tucht niet bevor derlijk zijn, verschillende maatschappelijke klasseri in de kazernes bijeen te brengen. Met het stelsel van den heer SeyfTardt kan spr. zich niet vereenigen. De Sezwa- 'ren der Katholieken zijn niet van kerke- lijken aard; spr. deelt dieniet. De finan ciëele bezwaren zijn niet overwegend wij moeten rekening houden met hetgeen elders geschiedt. De wijziging, door den heer Schaepman voorgesteld, zal weinig bijval vinden uit personen, slechts drie maanden geoefend, is geen kader te vor men. De minachting, door den heer De Geer aan den dag gelegd voor den mili tairen stand, heeft geen grondsoldaat zijn is een eer, een soldaat is een man van orde en tucht. De militaire rechts pleging is zooveel slechter niet dan de burgerlijke. De heer Schimmelpenninck van der Oye oordeelde dat het ontwerp voldoet aan hetgeen van ons kan worden gevor derd, en dat zulks onze krachten niet te boven gaat. De lasten die men nu voorstelt, zijn niet zwaarder dan voorheen, in verhouding tot onzen verbeterden économischen toestand. Spr. ontkent dat de persoonlijke dienstplicht niet noodig iszoo er bezwaren bestaan wegens het kazerneleven, men verbetere dat. De heer Travaglino had gewenscht den dag niet te beleven dat dit ontwerp werd ingediend door een Katholiek Minister, in een Kabinet uit de rechterzijde voortge komen maar spr. aanvaardt den strijd, want hij heeft honderdduizenden achter zich. Het verzet spruit alleen voort uit de zucht om zoo weinigen mogelijk bloot te stellen aan de gevaren voor ziel en lichaam, aan het kazerneleven verbonden. Ook de financiëele gevolgen der voorge stelde regeling zijn voor spr. een bezwaar. In naam der moeders smeekt hij den Minister, als vader, af te zien van zijn heillooze plannen. De heer De Vries verdedigde den per soonlijken dienstplicht, maar heeft bezwaar tegen de vrijstelling van eenige zoons. Spr. zal de wet gaarne tot stand zien komen, en hoopt dat de Regeering de persoonlijke en financiëele lasten zooveel mogelijk zal verminderen. De heer Van den Borch van Verwolde, voorstander van persoonlijken dienstplicht, had liever een geleidelijken overgang ge wenscht. Een vermindering van hetjaar- lijksch contingent zou spr. zeer in het belang der financiën achten, en veler ver zet tegen dit ontwerp doen verdwijnen. Afschaffing der plaatsveivanging met be houd van nummerverwisseling tusschen manschappen van dezelfde lichting beveelt spr. zeer aan. (Wordf vervolgd). «Dikwijls heeft men kunnen verhalen hoe staten verdwijnen. Zeldzamer is de gelegenheid om te vertellen hoe staten ontstaan." De Figaro gebruikt deze wooi- den naar aanleiding van het bericht, dat men in Zuid Afrika bezig is een nieuwe Hollandsche Republiek te vormen. Met al hun kunstvaardigheid om koloniën te stichten, schijnen de Engelschen met de Hollanders toch niet te kunnen opschie ten. Het oude, koppige volk, dat eeuwen ling al wat Engelsch was heeft gehaat, blijft, in den Engelschman nog steeds zijn geboren vijand zien, of acht zich te groot om voortdurend testaanonderheerschappij der Engelschen. De herhaalde «trekken" der boeren geven er de beste getuigenis van. Opnieuw maken de oude, stoere Hol ders zich gereed om een groote uittocht te ondernemen, zelf een republiek te stichten en zoo een eigen bestaan te leiden, een eigen regeering te bezitten en te leven onder wetten, die door hen zelf zijn gemaakt. Met leede oogen zien de Engelschen dit aan; ongaarne missen zij een gedeelte van de vlijtige bevolking harer Zuid-Afrikaansche koloniën en alle pogingen worden dan ook gedaan om dezen strek," die beschouwd wordt als een uiting van vijandschap tegen de En gelschen, te verhinderen. Zoodra het ge rucht omtrent die groote verhuizing de ronde deed, heeft de heer Loc.li, gou verneur van Kaapstad, aan Paul Kruger geseind «Er zijn geruchten ter oore gekomen van Hare Majesteits regeering, omtrent een trek van Transvaalsche boeren naar Mashonaland en dat de vestiging eener republiek op dat grondgebied reeds geheel is ontworpen. De regeering deelt Uwe Excellentie mede, dat zij dien trek beschouwt als een vijandelijke daad tegenover de ko ningin en vraagt de onmiddellijke verze kering eener loyale medewerking van den Transvaal, overeenkomende met de con ventie omtrent Swaziland." Het antwoord van Kruger was kort. nik heb den trek tegengehouden en de leiders bij mij laten komen. De regeering kent ten volle haar verplichtingen." Niet tegenstaande die plechtige verzekering van den Transvaalschen president, dat hij zoo door en door weet wat hem te doen staat, schijnt de strek" niet de vrucht te zijn van een opwelling des oogenbliks. Vier jaar is men reeds bezig met het maken der noodige toebereidselen en niet minder dan duizend huisgezinnen zullen zich bij deze exodus aansluiten om zich te begeven in de lichting van Limpopo en Zambezi. Tusschen 15 Mei en 1 Juni zullen de volksverhuizers zich verzamelen aan de oevers der Limpopo en die rivier over trekken onder de hoede van vijf duizend gewapende boeien, en wat vijf duizend gewapende boeren beteekenen, weten de Engelschen zelf te vertellen. Op 5 Juni zal de proclamatie uitgevaardigd worden van de stichting der «Republiek van het Noorden," overeenkomstig het grondrecht der Transvaal van 1858. Bij den strek" zullen zich aansluiten verscheiden geneesheeren en geestelijken, terwijl zelfs een kompleete drukkerij medegenomen wordt. Vóór tien jaar moe ten de boeren van den Zoutpansberg en verschillende inlandsche hoofden reeds hebben onderhandeld over de gronden, waar de vreemdelingen zich thans willen vestigen, het gebied tusschen de grenzen der Matabelen en het Portugeesche grond gebied, van de Limpopo tot de Zambezi. De Portugeezen moeten met hun aan staande buren vrij wel ingenomen zijn, vertellen de bladen. In de plaats van jhr. mr. H. J. L. van Sasse van Ysselt, naar Wiesbaden vertrokken, is de heer M. Lagerwey W.z. tot regent van het gecombineerd St. Pieters- en Bloklandgasthuis benoemd. Door den Ontvanger der Registratie en Domeinen te Amersfoort is op 22 April 1891 te zijnen kantore bij inschrij ving verpacht voor den tijd van 4 jaren, ingaande 1 Juli 1891 en eindigde 31 De cember 1894 het jachtrecht op de na volgende gronden aan den staat der Ne derlanden toebehoorende, als perceel 16 de Grebbelinie van af Spakenburg tot aan de grensscheiding der gemeenten Woudenberg en Leersum, te; grootte van 98.1401 hectaren, aan den Heer J. B. A. Korte te Utrecht a f133.'sjaars; perceel 9 de Grebbelinie voor zooveel betreft al de werken en grachten behoor- ende tot de Stelling aan de Grebbe onder Rhenen ter grootte van 20.7640 hectaren aan den heer A. Maters te Amersfoort a f2.10 'sjaars. perceel 10 en 11 de zoogenaamde Kamp- velden onder Soest en de ter vergrooting van de legerplaats van Zeist door den Staat in 1874 aangekochte gronden onder Soest en Amersfoort, ter gezamenlijke grootte van 408.8412 hectaren, aan den Heer J. H. van Marwijk Kooij te Amster dam a f40.— 'sjaars. Voor de overige perceelen waren geene inschrijvingsbiljetten ingeleverd zoodat het jachtrecht daarvan nog niet verpacht is, zijnde: perceel 7 en 8 de Grebbelinie voor zoover die gelegen is onder de gemeen ten Leersum, Amerongen. Veenendaal, Lunteren en Ede ter grootte van 23.3360 hectaren en perceel 12 de Vlasakkers onder Amersfoort, ter grootte van 109.0920 hectaren. De Centrale Kiesvereeniging «Ne derland en Oranje," in het hoofdkies district Amersfoort hield Woensdag te Baarn eene vergadering. De opkomst was bevredigend, de discussiën over het con cept-program waren levendig. Een drietal amendementen werden daarop aangenomen en zullen aan het Centraal Comité worden medegedeeld. Punt 2 werd geamendeerd door tus- schenvoeging der woorden- «liefst pro portioneel," zoodat nu aan de deputaten vergadering zal worden voorgesteld om dat punt aldus te lezen: «Bevestiging van onze constitutioneele «vrijheden door invoering nu reeds, voor «zoover de Grondwet toplaat, van een nliefst proportioneel kiesstelsel op den «algemeenen grondslag van een kies- «recht der gezinshoofden," enz. Punt 3 werd geamendeerd door tus- schenvoeging der woorden «zoo spoedig mogelijk" zoodat dat punt zou moeten worden gelezen «Herstel, voor zoover dit aan de over- «heid staat, van den Godsdienstvrede in «het land, door de uitvoering van art. 20 «van het Antirevolutionair program bij «organieke wet zoo spoedig mogelijk voor te bereiden", enz. Terwijl vóór punt 6 evenzeer het woord «spoedig" werd gewenscht, zoodat de aanhef zou moeten luiden: «Spoedige herziening van onze Finantiëele wetge ving" enz. Tot stemhebbend deputaat naar de algemeene vergadering werd bij accla matie gekozenDs. G. van Goor van Bunschoten. De afgevaardigde die thans voor het district zitting heeft, de heer J. E. N. Baron Schimmelpenninck van der Oye werd, eveneens bij acclamatie, voorloopig candidaat gesteld. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkan toor te Amersfoort, over de 2. helft der maand Maart 1891. 1. W. Heekers Amsterdam. 2. W. Dekkers 3. J. van Valk Rotterdam. 4. J. A. Strovijaards Veenhuizen. Duitschland 1. Wed. J. C. van Roest Gronau. •aMW»» ■■■■ates-y Buusclioteii. Maandag j.l. is door een visscherrnan uit Spakenburg op de Zuiderzee gevangen een postduif, gemerkt „Vereeniging Antwerpen." Vervalsching van diamanten. Bij het gerecht te Antwerpen is eene zaak aanhangig gemaakt, die in de handels wereld algemeen opzien heeft gewekt. Het betreft niet meer of minder dan eene vervalsching van diamanten tot een be drag van 25 millioen francs. Volgens de Liberté zijn het Antwerpsche diamant handelaars, die zich aan deze vervalsching hebben schuldig gemaakt. Zij leverden reeds geruimen tijd diamanten voor stee- nen van eerste kwaliteit, die later ble ken niets anders te zijn dan gele steenen van geringe waarde, die door inwerking van aniline een bedriegelyk zuiveren glans hadden gekregen. De beide Antwerpsche huizen, die van dezen zwendel beschuldigd worden, deden op deze wijze den anderen diamanthan delaars een zware concurrentie, daar zij hunne vervalschte steenen, die zelfs door kenners niet van echte waren te onder scheiden, ver beneden den gewonen prijs konden leveren. Het onderzoek levert zeer vele moei lijkheden op. ,De meeste kooplieden, die met of zonder weten vervalschte steenen verkocht hebben, durven hunne leveran ciers niet beschuldigen, uil vrees van in moeilijkheden te zullen komen. Een van hen heeft echter verklaard van Antwerp sche kooplieden voor 170,000 francs aan diamanten te hebben gekocht. Later merkte hij dat ze vervalscht waren, waar na hij zich haastte ze onmiddelijk aan een Amerikaan te verkoopen. Deze con stateerde de vervalsching door ze in sterkwater te dompelen, waarbij zij hunne oorspronkelijke gele kleur terugkregen. De Amerikaan, woedend door dit bedrog, dreigde zijn leverancier gerechtelijk te zullen vervolgen, wanneer hij hem r.iet onmiddellijk eene schadeloosstelling van 50,000 francs gaf, hetgeen de leverancier dan ook deed. Daar ook van andere zijde, vooral uit Parijs, klachten inkwamen, kwam de zaak ter oore van de justitie, die nu bezig is een nauwkeurig onderzoek in te stellen. Op den Steenweg van 's Prinsenbage naar Breda reed eene net gekleede vrouw deze week een kinderwagen voort, zorg zaam en voorzichtig als slechts eene moeder kan doen. Zij had de gordijntjes van den wagen stevig gesloten, doch dit belette niet, dat een haar op zij komend man, toevallig een commies, argwaan kieeg, vooral toen de dame, hem ontwarende, in galop begon te rijden. Hij wist haar echter in te halen, nam de vrijheid het gordijntje te openen, om in plaats van een kindje, 65 kilo zout onder het dekentje te aanschouwen en daarvan wegens frauduleuzen invoer pro ces-verbaal op te maken. Een zeer ongewone werkstaking is op het punt uit te breken in Denemarken. Aan de buffetjuffouwen in de spoorwegsta tions is door de directie van de staats spoorwegen verboden verder het kapsel »a la Froufrou" te dragen. Liever dan zich aan dit bevel te onderwerpen, zullen de dames den at beid staken. De telephoon schijnt in de journalistiek hoe langer hoe meer te zullen worden gebruikt. De Indépendance beigeuitge geven te Brussel, staat nu reeds met de drie voornaamste steden van Europa in telephonische gemeenschap, nl. met Parijs, Londen en Berlijn. Met de laatste stad staat het blad eerst sedert eergisteren in verbinding. De pokkendie gedurende eenigen tijd tamelijk hevig te Brussel geheerscht heb ben, beginnen te verminderen. Wel wor den er nog hier en daar personen door de ziekte aangetast, maar schier uitsluite- lijk niet gevaccineerde. Wijlen Mevrouw de Wed. Bell van Craigmore heeft haar vermogen, tusschen de 60 a 70.000 pd. st., aan het Heils leger vermaakt. De heer Buis, burgemeester van Brus sel, schijnt in zake manifestaties en op tochten, minder bang voor wanordelijk heden te zijn, en meer vertrouwen in de ordelievendheid zijner burgers te stel len, dan zijn Amsterdamsche collega. De eerste heeft althans het houden van een volksoptocht op den len Mei toegestaan, op voorwaarde dat de te volgen weg door de overheid zal worden aangewezen, en dat de leiders van den optocht zullen borg- staan voor de handhaving der orde. BURGERLIJKE STMDEJI. Amersfoort. GEBOREN: 16 April, Louise Ciasina Hendrica, d. van Leeudert Cornelis vau der Straten en Anna Maria Louise Kleuren. 17 April, Everardus, z. van Willem van den Tweel en Sophia Boerseu. Catrina, d. van Karei Loden ijk van de Pitte en Janna Maria van den Brom. Margaretha, d. van Willem de Gaus en Gerritje van Nus. 18 April, Hubertus Autouius, z. van Theodo ras van Kalleveen en Johauna Margrietha vau Keken. 19 April, Jacobus, z. van Martinus Berendse en Francieutje de Vries. ONDERTROUWD16 April, Pieter van Asselt en Jacoba van Bloemen. 23 April, Teunis Kamerbeek en Rijntje van Nieuwen- huizen. Joseph Christiaan Gerardus Heuuks en Jacoba Rietveld. Leonardus de Conija en Gerarda Hendrika Schinnij. Matthijs Cator en Berendina vau Goor. GEHUWD: 22 April, Joaunis Hooijer en Elisabeth Wakelkamp. Johan Blackstone en Daatje Uding. OVERLEDEN: 16 April, Elisabeth Sophia Langras 2 m. Wülemijna Hoogeveld, 71 j. wed. van Frans Walet Boersse. Willem Frederik Furing, 44 j. echth. van Marie Hermandine Lubbers. 18 April, Jan Zwart, 53 j. ongeh. Gerrit Kolfschoten, 73 j. ongeh. 20 April, Frederik Gerritsen, 3 j. Wilhelmina Maria Theodora Sleu- rink, 4 j. 21 April, Elbert van den Hoek, 2 j. Willem Garel van der Welk, 48 j. echtg. van Neeltje Pronk. Gerardus Wilhelmus Leonardus Bonnier, 19 j. ongeh. Bunschoten. GEBOREN10 April Melis, z. van Wou ter Heiuen en Aaltje Klok. Jan, z. van Tijmen Zwaan en Engeltje Koops. 15 April, Albertha, d. van Jan Bos en Albertje Koelewijn. ONDERTROUWDTeunis Pruijs en Hendrina Schaap. Harmeu Schaap en Jannetje van Twülert. Klaas van Twillert en Rikje van Halteren. Zeger van Twillert en Jaapje Varenkamp. Jan Poort en Jannetje ter Beek. GEHUWD: Oth Dekkers en Anna Wil deman. Aart Meester en Geertje Koele wijn. OVERLEDEN21 April, Jacob Boekema, 27 jaar. Hoogland. GEBOREN: 17 April, Alijda, d. van J. den Ouden en J. Smiuk. Gerrit, z. van W. Posker en R. den Ouden. 20 April, Willem, z. van J. Buis en H. Woudenberg. Antje, d, van A. van Ruitenbeek en P. de Goede. leusden. ONDETRTOUWD: 23 April, Hermanus Lambertus de Jong en Maria Tolboom. OVERLEDEN: 22 April, Neeltje Oude geest, 83 j., echtg. van Reinier van Vulpen. 23 April, Reinier van Vulpen, 84 j., wedr. van Neeltje Oudegeest. Stontenbarg, OVERLEDEN20 April, Een lev. aang. kd. van Jacobus van Valkengoed en Evertje van Beek.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2