HIEUW I Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. HET BOOTHUIS. No 37. Zaterdag 9 Mei IS9I. Twintigste jaargang. abonnementsprijs: VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. advertentien: Uit de Kamers. IUNNKNLANI). Feuilleton. AMIBSFOORTSCHE CODBANT. VOOR Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het gelieele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten iutezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Voortzetting van de algemeene beraadslaging over de Legerwet, in de vergadering der Tweede Kamer van Dinsdag 5 Mei. De Minister van Marine zette de eischen uiteen, aan welke onze zeemacht moet kunnen beantwoorden, ook met betrekking tot de koloniën. Het personeel moet ingericht zijn naar het. bestaande materieel met uitzicht op eenige versterkingde Min. vindt in de voorgestelde re geling het beste middel om in de toekomst de verdediging ter zee te waarborgen. Afzonderlijke re geling voor de zeemacht, door den heer Guyot aangeraden, acht de Min. verkeerd. De Min. van Binnenlandsche Zaken verdedigde de weigering tot overlegging van het advies van den Raad van State, bij welke de Regeering blijft volharden. Naar het oordeel des Min. zal de druk dezer wet niet te zwaar worden al nemen de lasten toe, de wijze, waarop zij worden opgelegd, is niet bezwarend. Als wij ons ver dedigen willen, moeten wij zorgen voor voldoende oefening en een voldoend getal soldaten. Bij het behoud onzer onafhankelijkheid hebben alle standen belang; het zou onverantwoordelijk zijn, als in tijden van oorlog de gegoeden slchts in de sociëteit konden zit ten om den gang van den strijd na te gaan. De Min. ontkent dat de rechtspositie van den soldaat zooveel te wenschen overlaat als beweerd is. De Min. van Financiën meende dat men zich, hij het bespreken van de kosten der voorgestelde regeling, aan schromelijke over drijving heeft schuldig gemaakt. |Voor de twee millioen, waarmede onze jaarlijksche begrooting ver hoogd moet worden, behoeven geen nieuwe lasten te worden op gelegd; doch al moest dit het ge val zijn, het zou de grenzen van de draagkracht der natie niet overschrijden. De heer Keuchenius bracht den Min. van Oorlog hulde voor zijn in onze parlementaire geschiede nis éénige redevoering; doch gaf in overweging de discussie te schorsen, om het ontwerp te wij zigen, ook in verband met de in voeringswet en met de 170 amen dementen. Ofschoon Spr. de motie van den heer Domela Nieuwen- lmis aanvankelijk ondersteunde, om haar niet te doen doodzwij gen, kan hij dit niet verder doen, en evenmin die van den heer Vermeulen. Spr. gaf ook in over weging, tot vermindering van financiëele lasten, het contingent te verlagen. De heer Van Berckel kwam op tegen de bewering als zouden de katholieken, die het verzet van den heer Harte niet deelen, niet meer tot de katholieke partij be- hooren. De heer van Nunen hield vol, dat de grieven tegen de ka zerne niet zijn lyederlegd. De lieer Viruly betwistte dat wie voor persoonlijken dienstplicht is, ook vooi deze wet moet zijn. Spr. acht een groot veldleger vöör onze liniën gevaarlijk voor onze onaf hankelijkheid. Spr. cischt vo.ir zich het recht als leek te oordee- len over de zaken, aan zijn oor deel onderworpen. De beide mo- tiën acht hij ontijdig. De heer Van Vlijmen verweet den Min. ten onrechte beweerd te hebben dat Spr. 16 jaar gele den den persoonlijken dienstplicht zou hebben gehuldigd, en verde digde nogmaals het Zwitsersche stelsel. De Min. verklaarde een vroegere opinie van den lieer Van Vlijmen alleen te hebben vermeld om te doen uitkomen dat men goed Katholiek en toch voorstan der van de afschaffing der plaats vervanging kan zijn. Vergadering van Woensdag. De heer Guyot, ofschoon groot vertrouwen hebbende in dezen Minister van Marine, blijft de sa menkoppeling van de dienstplicht regeling voor land- en zeemacht bestrijden. Spr. wenscht handha ving van het stelsel eener gecon centreerde verdediging achter de liniën; wat de Regeering voor draagt past voor onze kleine na tie niet. Zij, die een optreden in het open veld voorstaan, liouden geen rekening met de vermeerde ring van personeelen en fïnanci- ëelen druk, en doen teil slotte toch maar half werk, dat niemand bevredigt. De heer Seyffardt verdedigde, nogmaals den algemeenen dienst plicht met korten oefeningstijd. Al zou hij, na de argumenten van de tegenstanders te hebben ge hoord, voor de wet willen stem men, Spr. kan liet niet doen, om dat zij de fout begaat tal van duizenden jongelieden thuis te laten en ouderen op te roepen, en omdat de oefening der aan- vullings-reserve onvoldoende is. Spr. keurt ten sterkste af dat men liet droombeeld wil najagen van een groot in open veld opereerend leger. De heer Domela Nieuwenhuis verwacht dat de vele redevoerin gen de kansen op aanneming van het ontwerp door de vermoeide kamer verhoogen, waardoor wij, evenals Duitschland, naar liet mili tarisme gaan. Het leger moet al leen worden versterkt om de vrij heid des volks te beperken; het verwondert Spr. dat de Min. van Financiën geen bezwaar maakt tegen de meerdere uitgaven. Dat het ontwerp nog op de hoofdpun ten kan veranderen, verwacht Spr. van dezen Minister niet. De heer Travaglino hield vol dat deze wet de eenige oorzaak is van de oneenigheid in de Katho lieke partij Spr. is door zijn ge weten verplicht de wet te bestrij den. De lieer De Beaufort verschilt met den Minister over liet begrip handhaving onzer zelfstandigheid volgens Spr. is er onder te ver staan het nemen van zoodanige maatregelen, waardoor het voor oorlogvoerends partijen onge- wenscht of onnoodie wordt de neutraliteit onzen grezen te schen ken Spr. komt, met een beroep op ons verleden, op tegen de be weging van den Min. van Binnen landsche Zaken, dat de zonen der gegoeden in tijden van gevaar aan het leger onttrokken zouden blij ven. De lieer Rooseboom repliceerde op verschillende punten. Het is niet goed dat men van de belangen der defensie een partij-quaestie maakt; men streve er naar, een waarlijk nationaal leger te krijgen. Allen voldoende te oefenen gaat niet, allen te oefenen op onvol doende wijze baat nietmen moet dus tevreden zijn met een gedeelte der bevolking goed te oefenen, te meer, omdat deze wet den alge meenen dienstplicht niet uitsluit. De heer Van Houten ontzegt den heer Rooseboom, hoe groot militair ook, de bevoegdheid om een legerorganisatie te beoordee- len, omdat hij geen acht geeft op den invloed dien zij heeft op het politiek leven des volks. De Re geering wil onze recruten niet oefenen, maar drillenals de autoriteit het gevoel en het denken van de soldaten beheerscht, is het uit met de vrijheid. Spr. acht algemeenen oefenplicht zeer wel mogelijk en niet kostbaarder dan het stelsel der Regeering, waar van de kosten, als men let op de pensioenen en de rente van een leening voor de uitgaven in eens, te laag zijn geraamd. De heer Van Houten zou Vrij dag zijn rede voortzetten. Een voorstel van den heer Schepel, om dien dag niet te vergaderen, en een van den heer Van Kerkwijk om tegen Pinksteren tot nadere bijeenroeping uiteen te gaan, wer den beide verworpen. Het bezoek van Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Regentes aan de stad Amsterdam is vastgesteld op Dingdag 26 Mei a. s. Hare Majesteiten zullen Vrijdag 29 Mei Amsterdam verla ten. Hare Majesteit de Koningin Re gentes is voornemens, Zaterdag 30 Mei met Hare Majesteit de Koningin een be zoek te brengen aan de stad Rotterdam. H.H. M.M. de Koningin en de Ko ningin-Regentes met gevolg arriveerden Woensdagmorgen te 9.10 uur bij het Paleis »Het Loo." Na de begroeting door den Burge meester van Apeldoorn, den opperjager meester van Gelderland, den intendant van het Paleis en andere autoriteiten, zoomede de geneesheer der hofhouding, welke van beide Koninginnen een hand druk ontvingen, werd de wandeling naar hetPaleis ondernomen. Tallooze menschen waren tegenwoordig en werden vriende lijk gegroet. De bond Snell kwam zijne meesteres tegemoet en was uitgelaten blijde. 55) aNeen, niet geheel. Ik zal »Gij zult gaan." zetde Tante Judge. nVoor niets ter wereld zou ik thans wil len dat gij hier bleeft. Gij moet het ge voelen hoe trotsch wij allen zijn, door den trotsch dien gij in u zelve gevoelt, en haar niet tegen u innemen, die in uwe ondergeschikte betrekking u waar lijk genegen is. Ga daarom, Anna, en treed uw nieuwe leven in met dezelfde gevoelens, dezelfde bedoelingen voor uwen vader, welke gij tot hiertoe gekoesterd hebt, en bekommer u over mij niet. Ik denk voor mij zelve. Ik mag uwe toe komst misschien wat met een te donke ren blik beschouwen, nogtans is een moedig, braaf meisje overal veilig en ver geet niets. God zegene u, en make u ge lukkiger dan gij bij mij geweest zijt. Vaarwel." aVergun het mij bij u te blijven. Laat mij Lady Burlinson zeggen sDat gij uw woord niet houden kunt omdat ik u heb weten te bepraten. Neen, dat zou niet goed zijn en wanneer dan weder die vroegere denkbeelden terug keerden en die zouden terugkeeren, want ik ben geene vrouw aan welke men zich hechten kan wat zoudt gij dan van mij denken, en wat spijt zoudt gij dan niet gevoelen, wanneer u het leven met mij nog bitterder en ondragelijker werd dan ooit. Neen, schrei nu niet, daartoe hebt gij geen reden." zeide zij, zelve eenige tranen afwisschende terwijl zij sprak. »Kus mij nu. vertrek dan." Zoo scheidden zijen misschien waren zij bij dat scheiden betere vriendinnen dan zij ooit geweest waren, gedurende de drie maanden, die zij te zamen had den doorleefd, elk voor zich die woorden van liefde en genegenheid in haar hart wegleggende, die haar beiden steeds een aangenaam aandenken zijn zouden, wan neer in latere dagen de zon op haar levensweg achter donkere wolken geheel zou verdwijnen. En het was natuurlijk dat beiden haar eigen weg moesten gaan de jeugd en de middelbare leeftijd, geven vol licht en leven met het oog op eene heldere toekomst gericht, deze ern stige dan dien leeftijd eigen is, somber der en gedrukter, met een terugblik op een verleden, dat haar niets dan teleur stelling en schande had op geleverd. Een ontluikend leven met het schoone land der verbeelding in het verschiet, waar naar de jeugd steeds streeft, en het leven, waaraan dat schoone land zich in zijne geheele naaktheid vertoond had en waar- ovei die werkelijkheid haren sluier had uitgespreid. EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK De Huishoudster van Mr. Aynard. Er werd bezoek verwacht op Thirby Cross. De bedienden in hun beste ge waad waren gereed de dame te ontvan gen, die zij als door instinct gevoelden de aanstaande echtgenoot huns meester te zullen worden. Het groote huis van Thirby Cross was ter harer beschikking gesteld en de hevelon aan de bedienden waren bepaald geweest nog nooit hadden zij zulke bevelen van liern ont vangen dat de wil van hair, die zij verwachtten luin een wet was en niet de minste aanmerking dulde. Thirby Cross was voor Lady Burlinson, en voor Lady Burlinson alleenen wee hem of haar, die in het minst haar wil zou durven weerstreven. Bovendien was er gestoft en geschikt en vernieuwd; luiken, die sedert lang gesloten waren geweest, gaven aan de lucht vrijen toegang tot de bestekamers, en het zonnelicht mocht weder die oude maar stevige meubelen beschijnen. Mrs. Holmes, de huishoudster zat nooit stil, maar zwierf als een geest, die geen rust kent, rond. niemand rust gunnendehet was een moeielijke tijdvoor al de dienst boden. De boomen waren gesnoeid, het gras gemaaid, het klimop, dat het ooste lijk gedeelte van het huis geheel bedekte, was gekort, van voor de vensters wegge nomen en aan het geheel een schilder achtig voorkomen gegeven, zoodat alles in de beste orde was, toen Lady Burlin son van Wolchester op het landgoed aan kwam en Mr. Griffin haar aan de groote poort welkom heette. Toen de schoone dame Thirby Cross zag, maakte het, inweerwil der plaats gehad hebbende verbeteringen geen aan- genamen indruk op haar, zoo inin als op het meisje met die donkere lokken, welke naast haar zat. Zij zagen uit de post koets, op het oogenblik toen zij een lange kronkelige laan, van hooge boomen over schaduwd verlieten, eerst op liet huis en daarna op elkander. »Het heeft geheel het voorkomen eener abdij." zeide Anna. aOf eener gevangenis," voegde hare meesteres er met eene huivering bij. Wat zou haar oordeel wel geweest zijn, als zij het een week vroeger hadden ge zien voor dat Hugh Aynard besloten was te huwen'? Wat zouden zij er wel van ge dacht hebben bij somber weder, en zon der dien liefelijken zonneschijn, die door de vensters speelde Thirby Cross was een fraai antiek huis, van rooden gebakken steen opgetrokken, met hardsteenen hoeken en boogen aan de vensters; een ouderwetsch gebouw dat een somberen indruk maakte, gevat als liet ware in een lijst van boomen, die het van alle zijden omgaven, en de nieuwe bezoeksters bij hare aankomst met de postchais als schenen te begroeten. De tegenwoordige ingang was ir. liet midden van het gebouw onder een hardsteenen poort, van nieuweren bouw trant, terwijl de vroegere ingang door een versterkten toren scheen geweest te zijn, ook gedeeltelijk met klimop bewassen, en thans inet eene groote eikenhouten deur gesloten, die voor den ingang eener hoofdkeik had kunnen dienen en een ge heel leger van ongeloovigen zou hebben kunnen weerstaan. Boven het eerste raam in dezen toren was een groote steen aan gebracht, op welken een schild was uit gebeiteld met het wapen der Aynards een tijger met een groot zwaard in den klauw en met het volgenden onderschrift' Gebouwd door Sir Rupert Aynard, Kt, Ao. Doi. 1674.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1