NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. HET BOOTHUIS. Officiëele Publicatiën. No 60. Woensdag 29 Juli 1891. Twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. Feuille t on. 1MEBSF00RTSCHÏ COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 mAaudcn ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gezien art. 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap; Brengen ter openbare kennis, dat een verzoekschrift om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein bij hen is ingenomen van P. Walet, in het per ceel wijk F, nommer 257, laatst bewoond door C. Schoonderwoerd. Amersfoort, den 25 Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. DE BURGEMEESTER en WETHOU DERS van AMERSFOORT, Gelet op art. 6 der wet van den 2. Juni 1875 (Staatsblad No. 95j, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door Gerardus Wolbers ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot liet plaatsen van eene stoommachine van zes paardekrachten in het perceel alhier gelegen aan de Kampstraat wijk C. No. 94, bij het kadaster bekend onder Sectie E, No. 3442, op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Maandag, den 10. Augustus aanstaande, des voormid dags te elf uren. gelegenheid ten raad- huize wordt gegeven om, ten overstaan van het gemeentebestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren tegen het plaatsen van de stoommachine intebren- gen. Amersfoort, den 27. Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De BURGEMEESTER van AMERS FOORT, Gezien artikel 41 der gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal verga deren op Donderdag, den 30. Juli aan staande, des namiddags halftwee. Amersfoort, den 27. Juli 1891. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De te Leeuwarden te houden hard draverij om eene door H. M. de Koningin weduwe, regentes, namens H. M. de Konin gin, uitgeloofde gouden zweep, is thans definitief bepaald op Maandag 31 Augus tus, den verjaardag der Koningin. Ter wijl vroeger slechts Friesche paarden mochten mededingen, worden thans alle Nederlandsche paarden toegelaten. In af wijking mede van vroeger zal het zijn eene harddraverij niet met paard en chais, maar met paarden onder den man. De Minister van Oorlog heeft gun stig beschikt op een adres om inkwar tiering te Wageningen bij gelegenheid der a. s. najaarsmanoeuvres in Gelderland. Er zullen van 4 8 Sept. worden inge kwartierd: Infanterie (1340), huzaren, veldartillerie en 2 muziekcorpsen. De heer Noordtzij te Kampen deelt mede, dat het bericht betredende zijn voornemen om het Kamerlidmaatschap neer te leggen ten behoeve van een der thans in het ministerie zitting hebbende anti-revolutionaire leden onjuist is. De heer Noordtzij zal zelf het hem opgedra gen mandaat vervullen. Men schrijft uit Zuid-Afrika aan het Utr. Dgbl. het volgende: Naar aanleiding der vele klachten, die in Zuid-Afrika gerezen zijn over de tel kens herhaalde beboeting der brieven, kan ik u het volgende mededeelen: De postmeester, een zeer bereidwillig man, wien ik reeds eenige malen ge vraagd had naar de reden van de beboe ting der brieven, deelde mij mede, dat de fout te Kaapstad lag. En dit schijnt werkelijk het geval te zijn. De postmeester-generaal van de Kaap kolonie heeft geantwoord, dat de brieven uit Holland belast moeten zijn met 7 (zeven) stuivers. En dat in weerwil van de aankondi ging in de Hollandsche bladen dat 25 cent de vracht zal zijn voor brieven naar Zuid-Afrika. Hier wordt algemeen de aandacht op die zakeD gevestigd. En terecht.'t Is niet aangenaam, telkens en telkens boete te betalen, zooals schrijver dezer nu reeds 18 maal deed: 18 maal 4 stuivers. Maar bovendien komt het weinig overeen met de waardigheid van een land, als van Staatswege in Nederland gepubliceerd wordt, dat het brievenport 25 cents zal bedragen, en een postmeester te Kaap stad zegt: neen, het is niet zoo, maar 35 cent, en dan alle brieven beboet. Hier staat een land tegenover een persoon, ergo: een iets tegenover een niets. Een ieder zij intusschen gewaarschuwd in Holland en bevrachte zijn brief met 35 cent1 Zondag 26 dezer werd te Utrecht in een der prachtvol versierde zalen van Bui- tenlust, in de Maliebaan, door den Hed. Schutterij-kaderbond de 6e jaarlijksche algemeene vergadering gehouden en het vijf-jarig bestaan van den Bond feestelijk herdacht. De vergadering werd geopend door den eere-voorzilter A. M. Tromp van Holst, van Amersfoort. Bij gelegenheid van het vijf-jarig bestaan van den Bond werd het hoofdbestuur door den eere-voorzitter een fraaie inktkoker, met zilver gemonteerd, en voojgien van eene toepasselijke ins criptie, aangeboden. Voordat de vergade ring door den voorzitter werd voortge zet, bracht de voorzitter van de afdeeling Utrecht een woord van dank aan de op richters van den Bond en bood hem na mens hare afdeeling een zilveren medaille aan als herinnering aan het vijf-jarig bestaan van den Bond. Daarna werd de vergadering voortge zet onder leiding van den voorzitter, den heer H. Damme. Ten opzichte van het verslag over het afgeloopen Bondsjaar, stelde de voorzit ter voor de lezing achterwege te laten, aangezien het in het eerstvolgend num mer van het Militair blad zal worden opgenomen. Hierna werd door den penningmees ter het financieel verslag over het honds jaar gegeven, waaruit bleek dat de reke ning met een nadeelig saldo sloot van ongeveer f295. Ter voorziening in de vacaturen van onder-voorzitter en 2e commissaris werd op voorstel van een der afdeelingen be sloten, de heeren J. A. Pijselman te Tiel en J. C. W. Dieterich te Utrecht bij accla matie te herbenoemen, waaraan door de afgevaardigden der verschillende afdeelin gen ten volle adhaesie werd geschonken. Hierna werden eenige heeren tot eere leden benoemd, die ten opzichte van de schutterijen zich verdienstelijk hadden gemaakt. Omtrent het Bondsorgaan werd voorgesteld, 500 exemplaren (bijlagen) van het Militair blad meer aan te schaf fen, ten genoegen van de leden, die waar achtig belang stellen in den Bond. Over het aanwijzen van eene plaats voor de 7e algemeene vergadering, werd op voor stel van den voorzitter besloten, dat ge heel aan de afdeelingen over te laten, mits hiervan voor 1 Januari e. k. aan het Hoofdbestuur kennis wordt gegeven, waar men de algemeene vergadering met de daaraan te verbinden schietwedstrij den wenscht te houden. Eindelijk werden nog eenige bepalingen medegedeeld om trent de schietwedstrijden, die gehouden zouden worden. Onder hartelijke dank zegging voor de getrouwe opkomst en belangstelling, die door de afdeelingen van den Bond is betoond, werd de ver gadering gesloten. Uit Wiesbaden wordt aan het Ildbl. geschreven »Het Rheinhotel, waarin dr. Mezger een aantal kamers ten behoeve van zijn praktijk in gebruik heeft, wordt nu be stuurd door eene commissie, welke door de schuldeischers is gekozen. De eigenaar van het hotel, Moozem, heeft zijn rech ten afgestaan aan deze commissie aan wier hoofd de advocaat Loeb staat. Deze commissie nu kon het met den genees heer niet eens worden. Tot dusver had dr. Mezger de kamers in gebruik zonder daarvoor eenige huur te betalen. De eenige verplichting, welke de dokter op zich had genomen, was, dat hij van al zijn patiënten zou eischen dat zij hun intrek zouden nemen in het Rheinhotel. Bovendien nog wordt verteld, dat de heer Moozem daarbij nog het salaris betaalde van dr. Mezgers adsistent. »Nu echter gingen de zaken in het Rheinhotel niet al te best. Vele patiën ten van dr. Mezger namen ondanks de afspraak hun intrek in andere hotels of bij particulieren en daarom kwamen de schuldeischers tusschen beidenzij be noemden een commissie, welke het beheer van het hotel overnam. Deze commissie begon met dr. Mezger te herinneren aan de afspraak en vei zocht hem met meer nadruk van zijne patiënten te vergen, dat zij in het Rheinhotel hun intrek zou den nemen. Was dit niet mogelijk, dan zou de commissie hem de kamers niet meer zoo goedkoop kunnen afstaan. sDe heer Mezger weigerde echter andere voorwaarden aan te nemen, en toen liet de commissie van beheer den dokter schriftelijk opeischen het hotel den 25sten Juli te verlaten. De heer Mezger zal nu voorloopig zijn practijk uitoefenen in zijn eigen woning. Terstond boden de eige naars van andere hotels te Wiesbaden den heer Mezger hun kamers aan, maar toen zij vernamen, dat daarvoor geen huur betaald werd, terwijl de bijdrage voor den adsistent op 20.000 Mark wordt ge raamd, bekoelde de ijver der hotelhou ders aanmerkelijk. Eenige Nederlanders, die hier vertoe ven, seinden terstond aan den burgemees ter van Amsterdam, en verzochten hem pogingen aan te wenden om dr. Mezger over te halen naar Amsterdam terug te keeren. Ook namens het Parijsche „Hotel Continental" zijn hem aanbiedingen ge daan, maar dat is reeds voor drie jaren geschied. Van 15 Aug. tot 15 Sept. gaat dr. Mezger zijn vacantie in Nederland doorbrengen. Voor dien tijd is het na tuurlijk niet te wachten, dat de genees heer een besluit zal nemen." In eene Zondag te Zwolle gehou den vergadering is het reglement vast gesteld van den bond tegen overdreven Zondagsrust. De bond stelt zich ten doel 1. ten strijde te trekken tegen inkrim ping van post- en telegraafverkeer op Zon- en feestdagen, waar die inkrimping zoodanige afmetingen dreigt aan te nemen dat zij geacht moet worden te zijn scha delijk voor het algemeen belang (handel en nijverheid in het bijzonder)misbrui ken en leemten in post- en telegraafver keer door geheel Nederland op te sporen, ze ter kennis der bevoegde autoriteiten te brengen en op verbetering aan te dringen. De bond is gevestigd te Leeuwarden, en zal bestaan uit: a. een hoofdbestuur; b. provinciale besturen of correspondent schappen, en c. leden. Het hoofdbestuur, gevestigd te Leeuwar den, bestaat uit vijf aldaar wonende per sonen. Het ledental van den bond bedraagt thans 212, als volgt over de verschillende 77) „Ik weet het niet, mylady, maar wij zijn allen zoo beangst." „Is er eenig nieuws?" „Volstrekt niet." „Waar is Miss Judge?" „Zij is naarbuiten gegaan geloof ik." „En laat zij mij dan hier alleen? Dat was zeer onbedachtzaam van haar," zeide zij. „Is er licht aan in de receptiezaal?" „Ja, mylady, wij hebben de kaarsen in de candelabres aangestoken, en in een of twee van de lusters." „Steek al de kaarsen aan, bid ik u, de kamer is anders zoo donker." Zij ging naar binnen gevolgd van de dienst boden, en terwijl dezen de lichten ontsta ken, opende zij een luik en zag door het park naar het Backwater. Alles was donker en bet noodsein van Edmund Delancy was verdwenen. „Misschien is hij nu buiten gevaar," zeide Lady Burlinson, op de sofa plaats nemende, „of is hij voor het gevaar bezweken I" O, ware Anna Judge hier I „Verlaat mij niet voor Miss Judge teruggekomen is." Eene of twee der dienstboden bleven bij hare meesteres, die bleek en aan een beeld gelijk op de sofa bleef zitten tot Anna Jud ge terug was gekeerd. „Waar zijt gij geweest?" riep de lichtge raakte dame. „Hoe wreed van u mij hier alleen te laten, in zulk eene verschrikkelijke spanning." „Ik heb de mannen op de plaats opge wekt, boden naar alle punten van het Back- water en een ander naar Mr. Aynard afge zonden. Het is buitengewoon hoogwater, zegt men, en eene boot kan er zeer goed aan komen, doch het is niet zeker van terug te kunnen keeren. De mannen wilden mij niet toelaten, daar ik hem misschien van dienst zon kunnen wezen. Men zegt dat er gevaar mede gepaard gaat, als of ik daarvoor vreesde." „Zoudt gij naar het Backwater gegaan zijn zonder mij „Hij is in gevaar alles zou ik voor hem willen doen," riep Anna„ik heb rust noch duur in de onzekerheid. Zullen wij naar het park gaan, naar den oever van het Backwater van daar is hij afgestoken, bij zijn vertrek." „Misschien is dat wel het beste. Gij moet mij niet weder alleen laten, Anna. Het licht is van het Hol verdwenen, en ik vrees dat zulks het voorteeken is van den dood." „Neen, neen, riep Anna, met hare beide handen eensklaps haren boezem drukkende, „dat beteekent dat hij het Boothuis ver laten heeft, God dank! Of En zij ging weder zitten en verviel in diepe gedachten, terwijl Lady Burlinson zei de, toeu hare oude jaloezie weder bij haar de overhand verkreeg „En dat alles is buiten mij om geschied buiten mij, die door hem of u niet ge teld word. Waarom zou hij in u meer ver trouwen stellen dan in mij, die hij reeds zoo lang gekend hoeft?" Anna antwoordde niet, ëéne zaak slechts hield haar bezig en de spijtige woorden barer meesteres waren ijdele klanken voor haar, die zij ter nauwernood hoorde. Zij stond nu ook op om te zien of het licht in het Boot huis geheel verdwenen was, en toen zij uiets bemerkte trad zij achterwaarts, hare gespan nen zenuwen ontspanden zich voor een oogenblik en een zachte gil ontsnapte haar. „Daar stond iemand buiten naar ons te kijken. Ik zag duidelijk het gelaat van een man." Lady Burlinson sprong op en vloog naar Anna, als konde zij bij haar beseherming vindener volgde een oogenblik van stilte, toen werd er met drift op de buitendeur ge klopt en de stem van Aynard deed zich van buiten hooren, verzoekende binnen gelaten te worden. Het was het bleeke en ontstelde gelaat van den eigenaar van Thirby Cross geweeBt, dat Anna zoo bad doen ontstellen, en op hetzelfde oogenblik trad Hugh AyDard, wien9 kleederen dropen en gescheurd waren de kamer binnen. „O, Hugh, wat is er met Mr. Delancy gebeurd?" riep Lady Burlinson. „Wat be teekent dat alles „Ik weet het niet, eu vermoedelijk zullen wij het nooit te welen komen," zeide hij. „Ik heb hem in het Hol gevonden en in mijne boot herwaarts gebracht." „Met u gebrachtriepen de beide dames uit eenen mond. „Ik zou hem op mijne armen hierheen hebben kunnen dragen want ik heb heden avond reuzenkrachten zoo niet eene menig te mannen mij ontmoet waren. Zij brengen hem door het park herwaarts. Men zegt dat hij stervende is, maar ik geloof het niet. Zulk een einde kan de eerste oprechte vriend schapsband niet nemen, welken ik ooit ge sloten heb." „Daar komen zij," stamelde Anna Judge. „Gaat uit den weg, maakt plaats." Zij treden de receptiezaal in een groep mannen draagt op eene draagbaar den man, die kort te voren het huis verliet, in den bloei en de kracht des levens, en nu daar zwijgend, onbewegelijk, een doode gelijk, ne- derligt. Lady Burlinson verborg haar gelaat aan de borst van haren geliefde, en viel in zwijm maar die andere vrouw, jonger en sterker dan de eerste, naderde in de diepste stilte, met ingehouden adem en beschouwde den man, die daar lag uitgestrekt. „Is er is er geen dokter hier?" vraagde zij, „Men beeft er om een gezonden," zeide een der dragers. „Naar welke kamer, Miss Judge?" „Mijne kamer is gereed de dienstbo den zullen er u heen brengen. O, wat ligt hij still hij is immers niet dood?" „Ik durf het uiet zeggen of hij al geheel dood is." „Ik zal zijn moeder op de treurige tijding gaan voorbereiden. Zij zij had Ned zoo innig zoo hartelijk lief!" En Anna barstte jn tranen los on verliet de kamer. DERTIGSTE HOOFDSTUK. Hopeloos. Droefheid woonde op Thirby Cross; toen de eerste spanning voorbij en het ergste be kend was en de slag die dreigde, niet meer was af te wenden, waren de verschillende personeD, die van het eerste tooneel van schrik en ontsteltenis getuigen geweest waren kalmer en op bet ergste voorbereid. De man nelijke bedienden hadden het woonhuis ver laten en waren Daar hunne eigene woniDgen teruggekeerd om daar te sprokenover alle»

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 1