Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Provinciale berichten.
Volgens het handelsblad is het ge
noegzaam zeker, dat in het nieuwe minis-
tarie de heer W. baron van Dedem af
gevaardigde voor Hoorn, de portefeulle
van koloniën zal aanvaarden, en dat de
overste Seijffardt den lieer Bergansius
zal opvolgen. De keus voor het departe
ment van waterstaat, schijnt nog eenige
vertraging te hebben veroorzaakt.
In de te Amsterdam gehouden al-
gemeene vergadering van het hoofdbe
stuur en de afgevaardigden der districls-
commissien van het fonds ter aanmoedi
ging en ondersteuning van den gewapen-
den dienst in de Nederlanden, is op
voorstel van den afgevaardigde der dis
trictscommissie te 's Hertogenbosch
besloten: dat de gratificatiën van fiO
voor de dragers van het Metalen Kruis
en van f 15 voor de dragers der Citadel
medaille, voor de helft van die bedragen
voortaan ook zullen worden verleend aan
diegenen van hen, welke in gestichten
zijn opgenomen, waar hun niet anders
dan het volstrekt noodige levensonder
houd wordt verstrekt.
De Min. van Binn. zaken en van
Financ. brengen ter kennis, dat, krach
tens het kon. besluit van 28 Juli 1891,
de in- en doorvoer van lompen, gebruikte
kleedingstukken en ongewasschen lijf- en
beddegoed uitMarseille verboden is; onder
dat verbod zijn ook begrepen goederen,
behoorende tot de bovengemelde artike
len, die, hoewel niet uit Marseille afkom
stig, doch aldaar zijn in- of overgeladen
maar onder het verbod zijn niet begre
pen goederen (mits behoorlijk verpakt),
die wel via Marseille zijn aangevoerd,
maar waarvan bij den ;n- of doorvoer
voldoende blijkt, dat zij van elders af
komstig zijn en niet te Marseille in- of
overgeladen zijn.
Bagages, door reizigers medegebracht,
zijn onder het verbod niet begrepen.
Bagages, door reizigers per mailboot
te Marseille aangebracht en vandaar direct
afzonderlijk naar Nederland doorgezonden,
worden gelijkgesteld met bagages, door
reizigers medegebracht en zijn mitsdien
niet onder het verbod van in- en door
voer uit Marseille begrepen.
Uit Hindeloopen meldt men aan de
N. R. Ct.Ten onrechte wordt in som
mige bladen gemeld, dat het «Hindeloo-
perhuis" zou zijn afgebrand. Er kan wor
den medegedeeld, dat daarvan geen sprake
is. De woning van de familie «Kat" met
bijbehoorende boerderij is verbrand, ten
gevolge van hooibroeiing, maar het «Hin-
delooperhuis" van de familie Rinia van
Nauta, met zijn kostbaren inhoud, heeft
met dezen noodlottigen brand niets uil
te staan, en is nog steeds te bezichtigen
door ieder, die zich opgewekt gevoelt
met Oud-Hindelooper kostbaarheden, klee
derdrachten, enz. kennis te maken. Toch
is door dezen brand veel verloren gegaan.
De familie Kat bezat eene kamer geheel
op Oud-Hindelooper wijze met fraai uit
gesneden eikenhouten beschot, waarin
voor duizenden guldens oud-poicelein,
antiek zilver en speelgoed, benevens drie
kostbaar gekleede Hindelooper poppen.
De geldswaarden der familie waren
niet in eene brandkast, maar slechts in
een brandkistje geborgen, dat uren lang
aan de vreeselijkste hitte was blootge
steld. daarna van de bovenste verdieping
viel, en den volgenden morgen terug ge
vonden werd. Alle papieren waren onge
schonden. Bij dezen brand heeft de bur
gemeester D. Witteveen weer veel nut
gedaan door zijne activiteit.
Aan een particulier schrijven uit
Atjeh dd. 9 dezer is het volgende ontleend
Eergister avond hadden onze flinke ma-
réchaussées eene ontmoeting, die gerust
met gulden letteren in de Indische krijgs
geschiedenis geboekstaafd zal mogen wor
den. Anderhalve brigade, onder commando
van den Europeeschen sergeant B. Bal
thazar (die sinds 1875, eerst bij het 3.
bataillon alhier en sinds October 1890
bij het corps maréchausées geplaatst was
„want owat had mijn jeudig hart u innig
lief, boe jong bet ook warehoe zag ik uit
mijn nederigen kring naar u op, verlangende,
te weten of gij nog altijd bleeft denken aan
mijne meesteres, en mij overtuigd houdeude,
dat gij iemand waardig waart verre boven
iemand ouzer verheven. Aan mijzelve dacht
ik hierbij niet aan zulk een geluk voor
mij kon en mocht ik niet denken I"
„Zoudt gij daardoor gelukkig geweest zijn
„Ja; ofschoon ik van u gescheiden, im
mer met mijn ouden vader bad moeten levev
o-schoon ik nimmer uwer waardig zoude
gewoest zijn, of recht zou gehad hebben aan
u te denken, toch zou de terugblik op het
verledene, waarin ik u verloor, mij gelukkig
gemaakt hebben.
„En nu?" zeide Delancy.
„Nu zal ik den blik hemelwaarts richten,
vast golooveude dat wij elkander zullen we
derzien, en al mijn geluk putten uit dat ge
loof, dat mij kracht geven en mij uwer waar
dig maken zal. En nu, dierbare Ned, nu
blijf ik immer Anna Judge, de ongehuwde
„Gij zijt eerst zeventien jaar," zeide hij
zacht. „Ik wil u geeu bami aanleggen als
dezen dan ware ik nog gestrenger dan
uw vader uw vader, en het zou nog onna
tuurlijker zijn. Leef voor u velve, en denk
alleen somtijds aan mij. Dat is het eenige
wat ik van u vraag."
„Altijd zal ik voor u leven," stamelde z-j
versierd o. m. met de bronzen medaille
van moed en trouw), gingen tegen 7'/,
uur 's avonds op weg om, nabij de linie,
tusschen Lampermei en Siroen, in hin
derlaag te leggen.
Nabij de plaats gekomen waar zij hunne
stelling in zouden nemen, werden zij plot
seling door eene pl. m. 70 man groote
bende in de flank en in het front en een
oogenhlik daarna nog van een anderen
kant door pl. m. 30 Atjehers, met een
kogelregen begroet. «Attakeerenluidde
onmiddelijk het commando van de twee
sergeanten, «attakeeren" riep ons dapper
troepje hun aanvoerder na en «attakeer"
en «madjoe maresosé" riepen de Atjehers!
Bij het eerste treffen vielen de dappere
Balthazar, door een kogel in het hoofd
getroffen, een Ambonees met eeu schot
in den buik, en drie Javanen, met
schoten in de beenen, neder; de eerste
om, helaas! spoedig den laatsten adem
uit te blazen. De marèchaussée's hielden
manmoedig stand, en deze dappere kerels
attakeerden, door den sergeant Werner
gëinspireerd, na elk salvo met hunne
Beaumontkarabijntjes de Atjehers, die tel
kens, dan van de eene, dan van eene andere
zijde met den klewang opdrongen, en
dreven den vijand onmiddelijk terug.
(Zooals bekend, dragen de maréchaussées
behalve de karabijn, een totsabel gecon-
fectionneerden klewang en een renljong).
Het gevecht tegen den vermoedelijk 5
maal sterkeren vijand duurde 18 minu
ten, vóór dat de vijand, beducht dat hij,
door het oprukken van de troepen uit de
omliggende bentings zou afgesneden wor
den om naar buiten terug te keeren, af
trok, tal van dooden en gewonden op
het veld achterlatende.
Door het vervoer van onze dooden en
gewonden naar Lambaroe en het nach
telijk duister wist de vijand later zijne
dooden en gewonden op te zoeken en
weg te voeren. Van onze zijde hebben
we geen meerdere verliezen gehadgeen
enkel wapen werd door den vijand buit
gemaakt.
Is dit een bewijs dat onze maréchaus
sées als leeuwen gevochten en het veld
behouden hebben, aan den anderen kant
bewijst het, dat de klewangvrees bij hen
niet bestaat en zij integendeel den vijand
het bewijs geleverd hebben, dat met een
klewangaanval onzerzijds zeer veel ontzag
en vrees aan den Atjeher ingeboezemd
kan worden.
Gistermiddag werd de dappere Baltha
zar met ridderhonneurs en gevolgd door
bijna alle hoofd-en mindere officieren,
ambtenaren en burgers grafwaarts ge
leid. De commandant van het corps ma
réchaussées, kaptein Notten, en vooral
onze Amboineesche voorganger Pattise-
alno, hielden trefTende redevoeringen op
het graf.
De werving bij het korps ponton
niers, die lijdelijk was gesloten, is voor
vrijwilligers weder opengesteld, doch voor-
loopig alleen voor personen die het be
roep van schipper, visscber, veerman, vlet-
terman, zeevarende, timmerman, smid
bankwerker, of ketelsmid uitoefenen.
Gelijk bekend is, werd door de
Vereeniging tot Verbetering van den
Volkszang te Amsterdam, eenige maanden
geleden, uitgegeven een gewijzigd Wien
Neerlandsch bloed" en een nieuw Wilhel
muslied, beide van de hand van den heer
J. W. van Dalfsen. Het Bestuur der Ver
eeniging heeft zich veel moeite gegeven,
om deze liederen in korten tijd een
groote bekendheid te doen verkrijgen
en het is in die poging uitnemend ge
slaagd. In bijna alle dag- en weekbladen
van allerlei richting, welke in ons land
verschijnen, zijn de liederen opgenomen,
terwijl in weinige dagen meer dan twee
duizend aanvragen om toezending van
afdrukken der liederen bij den secretaris
inkwamen. Aan al die aanvragen werd
voldaan; van het verlof tot nadrukken
werd door enkelen gebruik gemaakt;
door sommige drukkers, particulieren en
vereenigingen zijn duizenden exemplaren
„gij zijt de mijne gij behoort mij. Och,
meviouw, wees er niet boos om, het is slechts
voor een korten tijdhet is de eenige troost,
die hem nog in dit leven rest."
„Mijne lieve dochterI" zeide Mrs, Delancy,
„waarom zou ik boos zijn Ik gevoel mij
bijna gelukkig, nu ik zie dat hij gelukkig is."
Allen zwegen, en Anna's hand rustte nog
in die van hem, die onder zulke zeldzame
omstandigheden zich aan liaur geopenbaard
had. Zijn oog bleef peinzend op haar gericht.
Eindelijk zeide hij
„Kus mij goeden nacht, Anna. Gij moet
volstrekt van nacht niet waken, maar mij
alleen luten om aan u te denkeu."
„Liever zou ik bij u blijven," hernam zij,
Delancy aanziende; „nu geloof ik er aan
spraak op te hebben,"
„Dezen nacht niet, mijn lieve," zeide Ned
„gij zijt niet sterk en gisteren nacht hebt
gij ook bij mij gewaakt. Gij moet mij geen
reden geven ongerust over u te ziju."
„Nu dan, goedeu nacht."
Zij voldeed aan zijn weusch deze was
voor haar een wet. Zij kuste hem als eene
echtgenoot als iemand die nu een onbe
twistbaar recht had hem te kussen.
„God zegene u, Anna," zeide hij zacht,
terwijl zijue oogen haar door de kamer volg
den, en een glimlach beantwoordde den ha
ren, toen zij de kamer verlietop het por
taal vond zij Lady Burlinson, die ougedul-
verspreid en in enkele nieuw verschenen
lieilerbundels werden de beide volkslie
deren opgenomen. Gerust kan dus het
Bestuur verklaren, dat zijn doel voorloo
pig bereikt is en het gewijzigd Wien
Neerlandsch bloed" van de Vereeniging tot
Verbetering van den Volkszang alreeds
een groote bekendheid in den lande heeft
verkregen.
Met het oog op den aanstaanden jaar
dag onzer jeugdige Koningin wenschthel
Bestuur thans weder de aandacht op
deze liederen te vestigen. Voor wie er tot
nu toe geen kennis mede maakte bestaat
nog steeds glegenheid gratis een afdruk
te ontvangen, op franco aanvrage bij den
len Secretaris, den heer K. VAN DER
VEEN (Frederik Hendrik-plantsoen 7 te
Amsterdam). Voor 't ontvangen van groo-
tere getallen wende men zich tot Gebr.
Tuinzing, drukkers te Rotterdam, welke
de liederen tegen billijken prijs verkrijg
baar stellen.
Het Bestuur der Vereeeniging hoopt
door die maatregelen een algemeene be
kendheid aan deze beide liederen te geven
en aldus het doel der Vereeniging, de
verbetering van het volksgezang, ook door
het bevorderen der eenheid in de keuze
van volksliederen, eer. stapje nader te
komen.
De Volksliederen kosten, keurig gedrukt
25 st. f 0.30, 50 st. f 0.50, 100 st. 0.80.
Te Rotterdam noemt men vrij alge
meen als opvolger van den heer Vening
Meinesz, als deze tot burgemeester van
Amsterdam wordt benoemd, den heer mr.
J. van Gennep, lid der Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De lijn Zevenaar Kleef, zal op 1
October a. s. in een lokaalspoor veranderd
worden. De overbrugging bij Wellen
Spijk zal dan zeker tot de vrome wenschen
blijven behooren.
In het te Den Helder verschijnend
Noord-Hollandsch Nieuws- eu Adverten
tieblad komt een artikel voor, dat in po.
pulairen vorm ernstige klachten doet ver
nemen omtrent dezeewaardigheid van de
Sumatra, het Nederlandsclie oorlogsschip,
dat Z. M. den Duitschen Keizer bij zijn
bezoek aan Amsterdam tot vóór de hoofd
stad begeleidde. De ontzettende ramp,
die indertijd de Adder trof, leeft onge
twijfeld nog te zeer voort in de herinne
ring, om 't niet wenschelijk te maken,
dat van bevoegde zijde het ongegronde
dier klachten afdoende worde aangetoond.
Indien hetgeen het Heldersche blad om
trent de jongste reis van de Sumatra
meldt, ook slechts voor een gedeelte waar
heid heeten mag, zegt de Tijd, dan zou
den wij het in dienst blijven van dien bo
dem ten zeerste betreuren.
Nog altijd behoudt Sequah denzelf
den verbazende» toeloop, niet alleen van
nieuwsgierigen, maar vooral van lijders
aan verschillende kwalen en ziekten, die
van zijne middelen willen gebruik maken.
In het lokaal, waar hij «seances" houdt,
is het gedrang zóó groot, dat het her
haaldelijk voorgekomen is, dat er perso
nen flauw vielen. Zelfs de mededinging
van de kermis schaadt hem niet.
Het geloof in de wonderkracht der
Sequah-middelen blijft bij een talrijk pu
bliek onverzwakt, ofschoon er vele geval
len bekend zijn geworden, waarin zij óf
niet hebben geholpen, óf het middel voor
inwendig gebruik schadelijkgewerktheeft.
Dagelijks stroomen de rijksdaalders
Sequah letterlijk toe; en als het soms
gebeurt, dat hij den verkoop staakt, als
de aandrang van koopers te sterk wordt,
dan worden er aanmerkelijk verhoogde
prijzen geboden, om toch maar een paar
fleschjes meester te worden. Ook uit de
omliggende plaatsen komen er zeer velen
naar hier om de Sequah-middelen te
koopen. Ook enkele winkeliers, koffie- en
bierhuishouders belasten zich met den
verkoop een herbergier, ten wiens huize
veel schippers verkeeren, verkocht in een
paar dagen honderd fleschjes.
dig heeu en weder liep.
„Anna," zoo begou zij, „kom met mij
naar mijne kamer," ik verlang u te spreken."
Anna volgde haaf, toen hare meesteres
op eens driftig vraagde
„Wat heeft bij u gezegd? Wat bad hij
met u dezen avond nog te maken Hij vraagt
nooit naar mij."
„Liever had ik dat Mrs. Delancy u dit
mededeeldo," zeide Anna; het is geen
geheim, noch hij noch ik zal het geheim
houden, maar
„Maar wat?"
„Maar hij beminde u eenmaal, en het zal
u misschien niet onverschillig zijn te hoo-
ren
„Dat hij u nu bemint," zeide zij. „Anna,
gij verraadt u zeive, en wij hebben de tus-
schenkomst van Mrs. Delancy niet van noode.
Ik wensch u geluk ik ben voor hen
niets, gij alles. Ik wist het reeds toen hij
de eerste maal hier kwam, dat hij u beminde;
ook wist ik dat zijne liefde door u niet on
beantwoord bleef. Dat was tusschen u beiden
reeds lang bepaald en overlegd, maar ik be
hoefde er niet in gekend te worden. Wat
giug het mij ook aan, die zelve een minnaar
had
„Lady Burlinson, gij behoeft op mijn ver
loofde nie, jaloersch te zijn," zeide Anna,
op hoog ernstigeu toon; „het is hier de
tijd of plaats niet mij te verontschuldigen
De autoriteiten laten den man onge
moeid. Ofschoon er reeds tijdens hij zich
te Rozendaal ophield door de rijkspolitie
een paat fleschjes bij depóthouders wer
den opgevraagd, en de justitie te Breda
destijds eer. onderzoek instelde, gaat de
«wonderdokter" ongehinderd voort met
zijne waar aan den man te brengen. Er
schijnen dus geen termen te zijn om zijn
bedrijf te verbieden.
Ook de nagemaakte Sequah, die te
Charlois door een omroeper liet rond-
klinken, dat hij de rhumatiek-lijders zou
genezen, en aldaar de zaal van eene
herberg afhuurde om er zijne patiënten
te ontvangen, blijft ongemoeid. Deze quasi-
Sequah had reeds door den verkoop zijner
zoogenaamde geneesmiddelen een rijken
buit vergaderd, toen een der aanwezige
boeren in hem een «koopman" herkende,
die te Rotterdam op marktdagen op de
markt staat. Na deze ontmaskering was
het met de voordeelige negotie uit. De
politie nam de krukken in beslag, die
afkomstig heetten te zijn van een gene
zen patiënt.
In de gisteren gehouden rechtszit
ting van de arrondissements-rechtbank te
Bergen-op-Zoom werd, in tegenwoordig
heid van een zeer talrijk publiek, de zaak
behandeld tegen Charles Devonport, zich
noemende Sequah.
Het requisitoir strekt tot veroordeeling
tot f300 boete, subsidiair 90 dagen hech
tenis, wegens het onbevoegd uitoefenen
van geneeskundige praktijk, en f200
boete, subsidiair 40 dagen hechtenis, we
gens het onbevoegd verkoopen van ge
neesmiddelen.
In het laatst van dit jaar zullen
eenige personen ter beschikking van den
gouverneur-generaal van Nederl.-Indië
kunnen worden gesteld, om te worden
benoemd tot opzichter der 3e klasse bij
den waterstaat en de burgerlijke open
bare werken daar te lande.
Adspiranten zullen zich moeten onder
werpen aan een examen, dat op nader
te bepalen dagen in de maand October
a. s. te 's Gravenhage zal plaats hebben.
Zij, die aan dat examen wenschen deel
te nemen, moeten zich vóór 1 October
a. s. bij gezegeld adres aanmelden bij het
Departement van Koloniën, onder over
legging van de stukken, vermeld in de
Staats-Courant van gisteren.
Door het verbod van uitvoer van
graan uit Rusland heerscht op de koren
markt een ongewone beweging. Een
extra-blad der Ned. Bakkers-courant zegt
daarvan
«De termijnhandel was dolde October-
rogge liep sinds Maandag van f212 tot
f280 en voorts weer terug tot f258.
Ook de tarweprijzen rijzen steeds; zelfs
Amerika gaat nu goed vooruit.
De bloemprijzen, die Maandag f 14 no
teerden, werden er gisteren reeds voor
enkele merken f 15 gevraagd.
Waar de toestand heen moet is nog
niet te bezien; in ieder geval zullen wij
spoedig weer de oude roggeprijzen van
f300 bereikt hebben."
In allen gevalle kunnen de bewoners
van Amersfoort reeds bij voorbaat den
invloed der hooge korenprijzen voelen.
De bakkers hebben den prijs van het
roggebrood met 2 a 3 centen verhoogd.
Als bewijs hoe noodig het is, dat
de Politie te dezer stede meermalen on
verwacht op de botermarkt verschijnt,
om de aanwezige boter te wegen, kan
dienen, dat een winkelier nu twee ach
tereenvolgende weken van drie boerinnen
boter kocht, die telkens te licht was.
Wederom is Vrijdagmorgen door
den Keurmeester L. Kames aan de visch-
markt alhier, een partij bot van Spaken
burg aangevoerd, afgekeurd en aan de
politie overgegeven, die haar onschade
lijk maakte.
dat ik heui bemin. Hij zou mijn hart niet
verheugd, eu ik zou hem niet geantwoord
hebben, zoo als ik thans gedaan heb, indien
de stempel des doods niet elke bekentenis
geheiligd had-"
«Hij zal niet sterven," zeide Lady Bur
linson „een stervende denkt in die gewich
tige oogenhlikken niet aan liefde, maar aan
den hemel. Hij zal herstellen, en ik dank
er God voor in alle oprechtheid, maar u
mag ik er niet voor danken dat gij uwe
liefde voor hem mij niet hebt toevertrauwd."
„Ik heb niets tot mijne verdediging iu te
brengen" zeide Anna, „alleen spijt het mij
dat gij boos op mij zijt,"
„Ik ben niet boos."
„Dat verheugt mij. Bittere woorden zoo
als gij zoo even sijraakt, mogen niet gewis
seld worden tusschen haar die den sterven
de bemint en haar die hem vroeger bemind
heeft."
„Hij zal niet sterven." zeide Lady Bur
linson.
„O, zoo ik dat gelooven konriep Auna
Judge, terwijl zij hare handen vouwde„zoo
ik dal slechts gelooven kon
Lady Burliuson was eene betere profetes
dan het heirleger doktoren, die na elkander
op Thirby Cros gekomen waren en het we
der hadden verlaten.
Den volgenden dag had er verandering
plaats eene groote verandering ten goede
Tot Rentmeester van het College
van de Malen is benoemd de Heer P. H.
Van Haselen Makelaar te Amersfoort in
plaats van nu wijlen den Heer Mr. J. de
Louter.
Gisteren middag is de lie afdeeling
van het Ie Regiment veld-artillerie, onder
commando van luit.-kol. Boogaerd, van
uit de legerplaats Oldenbroek, alhier in
garnizoen teruggekeerd. De troepen wer
den door den garnizoens-commandant en
verdere hoofd- en subalterne officieren
der verschillende wapens, voorafgegaan
door de muziek van het 5e Regt. Infan
terie, ingehaald.
Wij vestigen nogmaals de aan
dacht op achterstaande advertentie be
treffende het luchtvaartfeest van Mr. Leon
Mary, a.s. Woensdag in den tuin van het
Café „de Arend" te houden. Het opstij
gen van een luchtballon is voor ons
Amersfoorters geen alledaagsch gezicht,
waarom wij meenen te mogen hopen, dat
de tuin van den heer Maters voor het
groote aantal toeschouwers te klein zal
blijken te zijn. Wij raden althans onze
lezers aan, deze gelegenheid niet onge
bruikt te laten, daar het geheel, van af
het vullen der ballon, een werkelijk inte
ressant schouwspel oplevert.
Bunschoten, II Aug. De gemeen
te-rekening over 1880 is voorloopig door
den raad vastgesteld, den 12 Aug. 1891.
In ontvangst f16.056.10; in uitgaaf
f14.252,20; batig slot f 1803.71.
Een onweersvogel. -- De Leidsche hor-
tulanus Witte schrijft in het jongste num
mer van Sempervirens:
«Wat een overhoopte boel hel tegen
woordig in de lucht is, blijkt o. a. uit
het volgende:
Heden was een Duitscher hier. Deze
was kortelings van Breslau gekomen. Met
een onweersbui verliet hij Breslaumet
een onweersbui kwam hij te Hamburg
aan. Met een onweersbui ging hij uit
Hamburg; met een onweersbui arriveerde
hij te Amsterdam. Met een onweersbui
vertrok hij van Amsterdam, en een on
weersbui vergezelde hem ook hier. Een
uur of wat later vertrok hij onder 't ge-
nol van een onweersbui naar.Den Haag,
en, naar richting en tijd te oordeelen,
zal hij ook daar met een onweersbui zijn
aangekomen.
Als er dus een onweersvogel wordt
opgeroepen, mag hij gerust zijn vinger
opsteken."
Nog iets over Barnum. Barnum
had veel liefde voor België, inzonderheid
voor Brussel, dat hij in 1846 met zijn
generaal Tom Pouce bezocht. Of deze
vereering voortkwam uil eerbied voor
de handigheid van een dief, die met al
de kostbaarheden, welke zijn generaal
van Koningin Victoria en van koning
Louis Philippe had ontvangen, aan den
haal ging, weten wij niet.
Alleraardigst is het verhaal van Bar-
num's bezoek aan Waterloo. De reclame
maker kende de handigheid der gidsen
om allen tevreden te stellen, die kwamen
zien, waar de voornaamste historische
helden eenmaal in den slag gestaan of
gevallen waren, terwijl zij zoover gingen,
dat zij zelfs precies aanwezen waar de
onbeduidenste familieleden der vreemde
lingen waren gesneuveld.
Zeg eens gids, sprak Barnum, waar
is hier in de vlakte mijn vriend kolonel
Tchetchiwett van het 2e reg. infanterie
van Connecticut gevallen?
Hier aan de helling van Ohain.
Volg mij.
Dank je, vriend. En mijn jongste
broer, kolonel Somebody van het 3de
grenadiers van Texas?
Daar boven op den berg Saint Jean.
Dus naast raijn neef Jonathan Hum
bug van het 7e reg. lanciers van den
Mississippi?
Juist.
Welnu. Hoeveel ben ik u schuldig,
heer gids?
in den toestand van Mr. Edmund Delancy.
VIER EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Onderlinge overeenkomst.
Ja, Edmund Delancy begon teekenen van
beterschap te vertoonen, tot verbazing zijner
doktoren, zijner beide oppasters, zijner vrien
den doch niet, meenen wij te mogen ver
wachten, tot verbazing onzer lezers. Den
volgenden dag was er eenige verandering
waar te nemende geneesheeren ontdekten
tot hunne niet geringe verwondering, de ver
andering in het gelaat van den kranke, op
het oogenblik dat zij hun morgenbezoek
kwamen brengen. De patient echter geloofde
niet aan zijn herstelzelfs nog niet toen hij
twee of drie dagen later door kussens ge
steund iu zijn bed kon opzitten, zonder in
onmacht te'vallen; doch toen er eene week
verloopen was bleef er, zelfs voor hem, geen
twijfel meer over, of de crisis was voorbij,
en gezondheid, kracht en leven stonden
weder voor hem open.
Wordt vervolgd).