Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Provinciale berichten. Volgens het handelsblad is het ge noegzaam zeker, dat in het nieuwe minis- tarie de heer W. baron van Dedem af gevaardigde voor Hoorn, de portefeulle van koloniën zal aanvaarden, en dat de overste Seijffardt den lieer Bergansius zal opvolgen. De keus voor het departe ment van waterstaat, schijnt nog eenige vertraging te hebben veroorzaakt. In de te Amsterdam gehouden al- gemeene vergadering van het hoofdbe stuur en de afgevaardigden der districls- commissien van het fonds ter aanmoedi ging en ondersteuning van den gewapen- den dienst in de Nederlanden, is op voorstel van den afgevaardigde der dis trictscommissie te 's Hertogenbosch besloten: dat de gratificatiën van fiO voor de dragers van het Metalen Kruis en van f 15 voor de dragers der Citadel medaille, voor de helft van die bedragen voortaan ook zullen worden verleend aan diegenen van hen, welke in gestichten zijn opgenomen, waar hun niet anders dan het volstrekt noodige levensonder houd wordt verstrekt. De Min. van Binn. zaken en van Financ. brengen ter kennis, dat, krach tens het kon. besluit van 28 Juli 1891, de in- en doorvoer van lompen, gebruikte kleedingstukken en ongewasschen lijf- en beddegoed uitMarseille verboden is; onder dat verbod zijn ook begrepen goederen, behoorende tot de bovengemelde artike len, die, hoewel niet uit Marseille afkom stig, doch aldaar zijn in- of overgeladen maar onder het verbod zijn niet begre pen goederen (mits behoorlijk verpakt), die wel via Marseille zijn aangevoerd, maar waarvan bij den ;n- of doorvoer voldoende blijkt, dat zij van elders af komstig zijn en niet te Marseille in- of overgeladen zijn. Bagages, door reizigers medegebracht, zijn onder het verbod niet begrepen. Bagages, door reizigers per mailboot te Marseille aangebracht en vandaar direct afzonderlijk naar Nederland doorgezonden, worden gelijkgesteld met bagages, door reizigers medegebracht en zijn mitsdien niet onder het verbod van in- en door voer uit Marseille begrepen. Uit Hindeloopen meldt men aan de N. R. Ct.Ten onrechte wordt in som mige bladen gemeld, dat het «Hindeloo- perhuis" zou zijn afgebrand. Er kan wor den medegedeeld, dat daarvan geen sprake is. De woning van de familie «Kat" met bijbehoorende boerderij is verbrand, ten gevolge van hooibroeiing, maar het «Hin- delooperhuis" van de familie Rinia van Nauta, met zijn kostbaren inhoud, heeft met dezen noodlottigen brand niets uil te staan, en is nog steeds te bezichtigen door ieder, die zich opgewekt gevoelt met Oud-Hindelooper kostbaarheden, klee derdrachten, enz. kennis te maken. Toch is door dezen brand veel verloren gegaan. De familie Kat bezat eene kamer geheel op Oud-Hindelooper wijze met fraai uit gesneden eikenhouten beschot, waarin voor duizenden guldens oud-poicelein, antiek zilver en speelgoed, benevens drie kostbaar gekleede Hindelooper poppen. De geldswaarden der familie waren niet in eene brandkast, maar slechts in een brandkistje geborgen, dat uren lang aan de vreeselijkste hitte was blootge steld. daarna van de bovenste verdieping viel, en den volgenden morgen terug ge vonden werd. Alle papieren waren onge schonden. Bij dezen brand heeft de bur gemeester D. Witteveen weer veel nut gedaan door zijne activiteit. Aan een particulier schrijven uit Atjeh dd. 9 dezer is het volgende ontleend Eergister avond hadden onze flinke ma- réchaussées eene ontmoeting, die gerust met gulden letteren in de Indische krijgs geschiedenis geboekstaafd zal mogen wor den. Anderhalve brigade, onder commando van den Europeeschen sergeant B. Bal thazar (die sinds 1875, eerst bij het 3. bataillon alhier en sinds October 1890 bij het corps maréchausées geplaatst was „want owat had mijn jeudig hart u innig lief, boe jong bet ook warehoe zag ik uit mijn nederigen kring naar u op, verlangende, te weten of gij nog altijd bleeft denken aan mijne meesteres, en mij overtuigd houdeude, dat gij iemand waardig waart verre boven iemand ouzer verheven. Aan mijzelve dacht ik hierbij niet aan zulk een geluk voor mij kon en mocht ik niet denken I" „Zoudt gij daardoor gelukkig geweest zijn „Ja; ofschoon ik van u gescheiden, im mer met mijn ouden vader bad moeten levev o-schoon ik nimmer uwer waardig zoude gewoest zijn, of recht zou gehad hebben aan u te denken, toch zou de terugblik op het verledene, waarin ik u verloor, mij gelukkig gemaakt hebben. „En nu?" zeide Delancy. „Nu zal ik den blik hemelwaarts richten, vast golooveude dat wij elkander zullen we derzien, en al mijn geluk putten uit dat ge loof, dat mij kracht geven en mij uwer waar dig maken zal. En nu, dierbare Ned, nu blijf ik immer Anna Judge, de ongehuwde „Gij zijt eerst zeventien jaar," zeide hij zacht. „Ik wil u geeu bami aanleggen als dezen dan ware ik nog gestrenger dan uw vader uw vader, en het zou nog onna tuurlijker zijn. Leef voor u velve, en denk alleen somtijds aan mij. Dat is het eenige wat ik van u vraag." „Altijd zal ik voor u leven," stamelde z-j versierd o. m. met de bronzen medaille van moed en trouw), gingen tegen 7'/, uur 's avonds op weg om, nabij de linie, tusschen Lampermei en Siroen, in hin derlaag te leggen. Nabij de plaats gekomen waar zij hunne stelling in zouden nemen, werden zij plot seling door eene pl. m. 70 man groote bende in de flank en in het front en een oogenhlik daarna nog van een anderen kant door pl. m. 30 Atjehers, met een kogelregen begroet. «Attakeerenluidde onmiddelijk het commando van de twee sergeanten, «attakeeren" riep ons dapper troepje hun aanvoerder na en «attakeer" en «madjoe maresosé" riepen de Atjehers! Bij het eerste treffen vielen de dappere Balthazar, door een kogel in het hoofd getroffen, een Ambonees met eeu schot in den buik, en drie Javanen, met schoten in de beenen, neder; de eerste om, helaas! spoedig den laatsten adem uit te blazen. De marèchaussée's hielden manmoedig stand, en deze dappere kerels attakeerden, door den sergeant Werner gëinspireerd, na elk salvo met hunne Beaumontkarabijntjes de Atjehers, die tel kens, dan van de eene, dan van eene andere zijde met den klewang opdrongen, en dreven den vijand onmiddelijk terug. (Zooals bekend, dragen de maréchaussées behalve de karabijn, een totsabel gecon- fectionneerden klewang en een renljong). Het gevecht tegen den vermoedelijk 5 maal sterkeren vijand duurde 18 minu ten, vóór dat de vijand, beducht dat hij, door het oprukken van de troepen uit de omliggende bentings zou afgesneden wor den om naar buiten terug te keeren, af trok, tal van dooden en gewonden op het veld achterlatende. Door het vervoer van onze dooden en gewonden naar Lambaroe en het nach telijk duister wist de vijand later zijne dooden en gewonden op te zoeken en weg te voeren. Van onze zijde hebben we geen meerdere verliezen gehadgeen enkel wapen werd door den vijand buit gemaakt. Is dit een bewijs dat onze maréchaus sées als leeuwen gevochten en het veld behouden hebben, aan den anderen kant bewijst het, dat de klewangvrees bij hen niet bestaat en zij integendeel den vijand het bewijs geleverd hebben, dat met een klewangaanval onzerzijds zeer veel ontzag en vrees aan den Atjeher ingeboezemd kan worden. Gistermiddag werd de dappere Baltha zar met ridderhonneurs en gevolgd door bijna alle hoofd-en mindere officieren, ambtenaren en burgers grafwaarts ge leid. De commandant van het corps ma réchaussées, kaptein Notten, en vooral onze Amboineesche voorganger Pattise- alno, hielden trefTende redevoeringen op het graf. De werving bij het korps ponton niers, die lijdelijk was gesloten, is voor vrijwilligers weder opengesteld, doch voor- loopig alleen voor personen die het be roep van schipper, visscber, veerman, vlet- terman, zeevarende, timmerman, smid bankwerker, of ketelsmid uitoefenen. Gelijk bekend is, werd door de Vereeniging tot Verbetering van den Volkszang te Amsterdam, eenige maanden geleden, uitgegeven een gewijzigd Wien Neerlandsch bloed" en een nieuw Wilhel muslied, beide van de hand van den heer J. W. van Dalfsen. Het Bestuur der Ver eeniging heeft zich veel moeite gegeven, om deze liederen in korten tijd een groote bekendheid te doen verkrijgen en het is in die poging uitnemend ge slaagd. In bijna alle dag- en weekbladen van allerlei richting, welke in ons land verschijnen, zijn de liederen opgenomen, terwijl in weinige dagen meer dan twee duizend aanvragen om toezending van afdrukken der liederen bij den secretaris inkwamen. Aan al die aanvragen werd voldaan; van het verlof tot nadrukken werd door enkelen gebruik gemaakt; door sommige drukkers, particulieren en vereenigingen zijn duizenden exemplaren „gij zijt de mijne gij behoort mij. Och, meviouw, wees er niet boos om, het is slechts voor een korten tijdhet is de eenige troost, die hem nog in dit leven rest." „Mijne lieve dochterI" zeide Mrs, Delancy, „waarom zou ik boos zijn Ik gevoel mij bijna gelukkig, nu ik zie dat hij gelukkig is." Allen zwegen, en Anna's hand rustte nog in die van hem, die onder zulke zeldzame omstandigheden zich aan liaur geopenbaard had. Zijn oog bleef peinzend op haar gericht. Eindelijk zeide hij „Kus mij goeden nacht, Anna. Gij moet volstrekt van nacht niet waken, maar mij alleen luten om aan u te denkeu." „Liever zou ik bij u blijven," hernam zij, Delancy aanziende; „nu geloof ik er aan spraak op te hebben," „Dezen nacht niet, mijn lieve," zeide Ned „gij zijt niet sterk en gisteren nacht hebt gij ook bij mij gewaakt. Gij moet mij geen reden geven ongerust over u te ziju." „Nu dan, goedeu nacht." Zij voldeed aan zijn weusch deze was voor haar een wet. Zij kuste hem als eene echtgenoot als iemand die nu een onbe twistbaar recht had hem te kussen. „God zegene u, Anna," zeide hij zacht, terwijl zijue oogen haar door de kamer volg den, en een glimlach beantwoordde den ha ren, toen zij de kamer verlietop het por taal vond zij Lady Burlinson, die ougedul- verspreid en in enkele nieuw verschenen lieilerbundels werden de beide volkslie deren opgenomen. Gerust kan dus het Bestuur verklaren, dat zijn doel voorloo pig bereikt is en het gewijzigd Wien Neerlandsch bloed" van de Vereeniging tot Verbetering van den Volkszang alreeds een groote bekendheid in den lande heeft verkregen. Met het oog op den aanstaanden jaar dag onzer jeugdige Koningin wenschthel Bestuur thans weder de aandacht op deze liederen te vestigen. Voor wie er tot nu toe geen kennis mede maakte bestaat nog steeds glegenheid gratis een afdruk te ontvangen, op franco aanvrage bij den len Secretaris, den heer K. VAN DER VEEN (Frederik Hendrik-plantsoen 7 te Amsterdam). Voor 't ontvangen van groo- tere getallen wende men zich tot Gebr. Tuinzing, drukkers te Rotterdam, welke de liederen tegen billijken prijs verkrijg baar stellen. Het Bestuur der Vereeeniging hoopt door die maatregelen een algemeene be kendheid aan deze beide liederen te geven en aldus het doel der Vereeniging, de verbetering van het volksgezang, ook door het bevorderen der eenheid in de keuze van volksliederen, eer. stapje nader te komen. De Volksliederen kosten, keurig gedrukt 25 st. f 0.30, 50 st. f 0.50, 100 st. 0.80. Te Rotterdam noemt men vrij alge meen als opvolger van den heer Vening Meinesz, als deze tot burgemeester van Amsterdam wordt benoemd, den heer mr. J. van Gennep, lid der Eerste Kamer der Staten-Generaal. De lijn Zevenaar Kleef, zal op 1 October a. s. in een lokaalspoor veranderd worden. De overbrugging bij Wellen Spijk zal dan zeker tot de vrome wenschen blijven behooren. In het te Den Helder verschijnend Noord-Hollandsch Nieuws- eu Adverten tieblad komt een artikel voor, dat in po. pulairen vorm ernstige klachten doet ver nemen omtrent dezeewaardigheid van de Sumatra, het Nederlandsclie oorlogsschip, dat Z. M. den Duitschen Keizer bij zijn bezoek aan Amsterdam tot vóór de hoofd stad begeleidde. De ontzettende ramp, die indertijd de Adder trof, leeft onge twijfeld nog te zeer voort in de herinne ring, om 't niet wenschelijk te maken, dat van bevoegde zijde het ongegronde dier klachten afdoende worde aangetoond. Indien hetgeen het Heldersche blad om trent de jongste reis van de Sumatra meldt, ook slechts voor een gedeelte waar heid heeten mag, zegt de Tijd, dan zou den wij het in dienst blijven van dien bo dem ten zeerste betreuren. Nog altijd behoudt Sequah denzelf den verbazende» toeloop, niet alleen van nieuwsgierigen, maar vooral van lijders aan verschillende kwalen en ziekten, die van zijne middelen willen gebruik maken. In het lokaal, waar hij «seances" houdt, is het gedrang zóó groot, dat het her haaldelijk voorgekomen is, dat er perso nen flauw vielen. Zelfs de mededinging van de kermis schaadt hem niet. Het geloof in de wonderkracht der Sequah-middelen blijft bij een talrijk pu bliek onverzwakt, ofschoon er vele geval len bekend zijn geworden, waarin zij óf niet hebben geholpen, óf het middel voor inwendig gebruik schadelijkgewerktheeft. Dagelijks stroomen de rijksdaalders Sequah letterlijk toe; en als het soms gebeurt, dat hij den verkoop staakt, als de aandrang van koopers te sterk wordt, dan worden er aanmerkelijk verhoogde prijzen geboden, om toch maar een paar fleschjes meester te worden. Ook uit de omliggende plaatsen komen er zeer velen naar hier om de Sequah-middelen te koopen. Ook enkele winkeliers, koffie- en bierhuishouders belasten zich met den verkoop een herbergier, ten wiens huize veel schippers verkeeren, verkocht in een paar dagen honderd fleschjes. dig heeu en weder liep. „Anna," zoo begou zij, „kom met mij naar mijne kamer," ik verlang u te spreken." Anna volgde haaf, toen hare meesteres op eens driftig vraagde „Wat heeft bij u gezegd? Wat bad hij met u dezen avond nog te maken Hij vraagt nooit naar mij." „Liever had ik dat Mrs. Delancy u dit mededeeldo," zeide Anna; het is geen geheim, noch hij noch ik zal het geheim houden, maar „Maar wat?" „Maar hij beminde u eenmaal, en het zal u misschien niet onverschillig zijn te hoo- ren „Dat hij u nu bemint," zeide zij. „Anna, gij verraadt u zeive, en wij hebben de tus- schenkomst van Mrs. Delancy niet van noode. Ik wensch u geluk ik ben voor hen niets, gij alles. Ik wist het reeds toen hij de eerste maal hier kwam, dat hij u beminde; ook wist ik dat zijne liefde door u niet on beantwoord bleef. Dat was tusschen u beiden reeds lang bepaald en overlegd, maar ik be hoefde er niet in gekend te worden. Wat giug het mij ook aan, die zelve een minnaar had „Lady Burlinson, gij behoeft op mijn ver loofde nie, jaloersch te zijn," zeide Anna, op hoog ernstigeu toon; „het is hier de tijd of plaats niet mij te verontschuldigen De autoriteiten laten den man onge moeid. Ofschoon er reeds tijdens hij zich te Rozendaal ophield door de rijkspolitie een paat fleschjes bij depóthouders wer den opgevraagd, en de justitie te Breda destijds eer. onderzoek instelde, gaat de «wonderdokter" ongehinderd voort met zijne waar aan den man te brengen. Er schijnen dus geen termen te zijn om zijn bedrijf te verbieden. Ook de nagemaakte Sequah, die te Charlois door een omroeper liet rond- klinken, dat hij de rhumatiek-lijders zou genezen, en aldaar de zaal van eene herberg afhuurde om er zijne patiënten te ontvangen, blijft ongemoeid. Deze quasi- Sequah had reeds door den verkoop zijner zoogenaamde geneesmiddelen een rijken buit vergaderd, toen een der aanwezige boeren in hem een «koopman" herkende, die te Rotterdam op marktdagen op de markt staat. Na deze ontmaskering was het met de voordeelige negotie uit. De politie nam de krukken in beslag, die afkomstig heetten te zijn van een gene zen patiënt. In de gisteren gehouden rechtszit ting van de arrondissements-rechtbank te Bergen-op-Zoom werd, in tegenwoordig heid van een zeer talrijk publiek, de zaak behandeld tegen Charles Devonport, zich noemende Sequah. Het requisitoir strekt tot veroordeeling tot f300 boete, subsidiair 90 dagen hech tenis, wegens het onbevoegd uitoefenen van geneeskundige praktijk, en f200 boete, subsidiair 40 dagen hechtenis, we gens het onbevoegd verkoopen van ge neesmiddelen. In het laatst van dit jaar zullen eenige personen ter beschikking van den gouverneur-generaal van Nederl.-Indië kunnen worden gesteld, om te worden benoemd tot opzichter der 3e klasse bij den waterstaat en de burgerlijke open bare werken daar te lande. Adspiranten zullen zich moeten onder werpen aan een examen, dat op nader te bepalen dagen in de maand October a. s. te 's Gravenhage zal plaats hebben. Zij, die aan dat examen wenschen deel te nemen, moeten zich vóór 1 October a. s. bij gezegeld adres aanmelden bij het Departement van Koloniën, onder over legging van de stukken, vermeld in de Staats-Courant van gisteren. Door het verbod van uitvoer van graan uit Rusland heerscht op de koren markt een ongewone beweging. Een extra-blad der Ned. Bakkers-courant zegt daarvan «De termijnhandel was dolde October- rogge liep sinds Maandag van f212 tot f280 en voorts weer terug tot f258. Ook de tarweprijzen rijzen steeds; zelfs Amerika gaat nu goed vooruit. De bloemprijzen, die Maandag f 14 no teerden, werden er gisteren reeds voor enkele merken f 15 gevraagd. Waar de toestand heen moet is nog niet te bezien; in ieder geval zullen wij spoedig weer de oude roggeprijzen van f300 bereikt hebben." In allen gevalle kunnen de bewoners van Amersfoort reeds bij voorbaat den invloed der hooge korenprijzen voelen. De bakkers hebben den prijs van het roggebrood met 2 a 3 centen verhoogd. Als bewijs hoe noodig het is, dat de Politie te dezer stede meermalen on verwacht op de botermarkt verschijnt, om de aanwezige boter te wegen, kan dienen, dat een winkelier nu twee ach tereenvolgende weken van drie boerinnen boter kocht, die telkens te licht was. Wederom is Vrijdagmorgen door den Keurmeester L. Kames aan de visch- markt alhier, een partij bot van Spaken burg aangevoerd, afgekeurd en aan de politie overgegeven, die haar onschade lijk maakte. dat ik heui bemin. Hij zou mijn hart niet verheugd, eu ik zou hem niet geantwoord hebben, zoo als ik thans gedaan heb, indien de stempel des doods niet elke bekentenis geheiligd had-" «Hij zal niet sterven," zeide Lady Bur linson „een stervende denkt in die gewich tige oogenhlikken niet aan liefde, maar aan den hemel. Hij zal herstellen, en ik dank er God voor in alle oprechtheid, maar u mag ik er niet voor danken dat gij uwe liefde voor hem mij niet hebt toevertrauwd." „Ik heb niets tot mijne verdediging iu te brengen" zeide Anna, „alleen spijt het mij dat gij boos op mij zijt," „Ik ben niet boos." „Dat verheugt mij. Bittere woorden zoo als gij zoo even sijraakt, mogen niet gewis seld worden tusschen haar die den sterven de bemint en haar die hem vroeger bemind heeft." „Hij zal niet sterven." zeide Lady Bur linson. „O, zoo ik dat gelooven konriep Auna Judge, terwijl zij hare handen vouwde„zoo ik dal slechts gelooven kon Lady Burliuson was eene betere profetes dan het heirleger doktoren, die na elkander op Thirby Cros gekomen waren en het we der hadden verlaten. Den volgenden dag had er verandering plaats eene groote verandering ten goede Tot Rentmeester van het College van de Malen is benoemd de Heer P. H. Van Haselen Makelaar te Amersfoort in plaats van nu wijlen den Heer Mr. J. de Louter. Gisteren middag is de lie afdeeling van het Ie Regiment veld-artillerie, onder commando van luit.-kol. Boogaerd, van uit de legerplaats Oldenbroek, alhier in garnizoen teruggekeerd. De troepen wer den door den garnizoens-commandant en verdere hoofd- en subalterne officieren der verschillende wapens, voorafgegaan door de muziek van het 5e Regt. Infan terie, ingehaald. Wij vestigen nogmaals de aan dacht op achterstaande advertentie be treffende het luchtvaartfeest van Mr. Leon Mary, a.s. Woensdag in den tuin van het Café „de Arend" te houden. Het opstij gen van een luchtballon is voor ons Amersfoorters geen alledaagsch gezicht, waarom wij meenen te mogen hopen, dat de tuin van den heer Maters voor het groote aantal toeschouwers te klein zal blijken te zijn. Wij raden althans onze lezers aan, deze gelegenheid niet onge bruikt te laten, daar het geheel, van af het vullen der ballon, een werkelijk inte ressant schouwspel oplevert. Bunschoten, II Aug. De gemeen te-rekening over 1880 is voorloopig door den raad vastgesteld, den 12 Aug. 1891. In ontvangst f16.056.10; in uitgaaf f14.252,20; batig slot f 1803.71. Een onweersvogel. -- De Leidsche hor- tulanus Witte schrijft in het jongste num mer van Sempervirens: «Wat een overhoopte boel hel tegen woordig in de lucht is, blijkt o. a. uit het volgende: Heden was een Duitscher hier. Deze was kortelings van Breslau gekomen. Met een onweersbui verliet hij Breslaumet een onweersbui kwam hij te Hamburg aan. Met een onweersbui ging hij uit Hamburg; met een onweersbui arriveerde hij te Amsterdam. Met een onweersbui vertrok hij van Amsterdam, en een on weersbui vergezelde hem ook hier. Een uur of wat later vertrok hij onder 't ge- nol van een onweersbui naar.Den Haag, en, naar richting en tijd te oordeelen, zal hij ook daar met een onweersbui zijn aangekomen. Als er dus een onweersvogel wordt opgeroepen, mag hij gerust zijn vinger opsteken." Nog iets over Barnum. Barnum had veel liefde voor België, inzonderheid voor Brussel, dat hij in 1846 met zijn generaal Tom Pouce bezocht. Of deze vereering voortkwam uil eerbied voor de handigheid van een dief, die met al de kostbaarheden, welke zijn generaal van Koningin Victoria en van koning Louis Philippe had ontvangen, aan den haal ging, weten wij niet. Alleraardigst is het verhaal van Bar- num's bezoek aan Waterloo. De reclame maker kende de handigheid der gidsen om allen tevreden te stellen, die kwamen zien, waar de voornaamste historische helden eenmaal in den slag gestaan of gevallen waren, terwijl zij zoover gingen, dat zij zelfs precies aanwezen waar de onbeduidenste familieleden der vreemde lingen waren gesneuveld. Zeg eens gids, sprak Barnum, waar is hier in de vlakte mijn vriend kolonel Tchetchiwett van het 2e reg. infanterie van Connecticut gevallen? Hier aan de helling van Ohain. Volg mij. Dank je, vriend. En mijn jongste broer, kolonel Somebody van het 3de grenadiers van Texas? Daar boven op den berg Saint Jean. Dus naast raijn neef Jonathan Hum bug van het 7e reg. lanciers van den Mississippi? Juist. Welnu. Hoeveel ben ik u schuldig, heer gids? in den toestand van Mr. Edmund Delancy. VIER EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Onderlinge overeenkomst. Ja, Edmund Delancy begon teekenen van beterschap te vertoonen, tot verbazing zijner doktoren, zijner beide oppasters, zijner vrien den doch niet, meenen wij te mogen ver wachten, tot verbazing onzer lezers. Den volgenden dag was er eenige verandering waar te nemende geneesheeren ontdekten tot hunne niet geringe verwondering, de ver andering in het gelaat van den kranke, op het oogenblik dat zij hun morgenbezoek kwamen brengen. De patient echter geloofde niet aan zijn herstelzelfs nog niet toen hij twee of drie dagen later door kussens ge steund iu zijn bed kon opzitten, zonder in onmacht te'vallen; doch toen er eene week verloopen was bleef er, zelfs voor hem, geen twijfel meer over, of de crisis was voorbij, en gezondheid, kracht en leven stonden weder voor hem open. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1891 | | pagina 2