NISUWI
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
BET BOOïHUÏS.
Offieiëele Publicatie.
No. 82.
Woensdag 14 October 1891.
Twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
BllITENLAINDSCH OVERZICHT.
F euille t on.
AMEBSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs!
Per 3 maanden 1.Franco per post door hot geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels 0.40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien mtrn.aal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De BURGEMEESTER en WETHOU
DERS van AMERSFOORTbrengen ter
kennis van de ingezetenen, dat de Com-
nrssie, die zicb gedurende onderscheidene
jaren heeft belast met de bezorging van
spijzen aan behoefligen, zich weder be
reid heeft verklaard om gedurende den
aanstaanden winter hare pogingen tot
leniging van armoede voorttezetten.
Burgemeester en Wethouders openlijk
hunnen dank betuigende zoowel aan de
bovengenoemde Commissie, voor hare be-
langlooze en edelmoedige werkzaamheid,
als aan de Ingezetenen, voor hunne mild
dadige medewerking, maken tevens be
kend dat de Commissie voornemens is,
om op Maandag, den 19 OCTOBER e. k.
aantevangen met het openen der aan de
huizen te doene inschrijvingen tot deel
neming aan het uitdeelen van spijzen ge
durende den aanstaanden winterterwijl
de ingezetenen dezer gemeente dringend
worden aangespoord om door ruime in-
teekening de heilzame pogingen dier Com
missie te ondersteunen en daardoor hunne
belangstelling in deze zoo nuttlige in
richting te toonen.
Amersfoort, den 12. October 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Onlangs is medegedeeld, dat de
minister van oorlog het gevoelen der
korpscommandanten gevraagd heeft over
het voornemen om gedurende de winter
maanden 2 of meer compagnieën tot één
te vereenigen, ten einde daardoor meer
officiereu en kader beschikbaar te krij
gen voor de vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel. De plannen des ministers
zijn bij de le en 3e divisie infanterie
vrij algemeen ongunstig beoordeeld. Al
leen bij de 2e divisie heeft de divisie
commandant de practische uitvoerbaar
heid niet geheel verworpen. In verband
hiermede zal bij een der bataljons van
het 8e reg. inf. te Arnhem de invoering
bij wijze van proef plaats hebben.
N. R. Ct.
De Nederlandsche Kamer van koop
handel te Londen beeft eene circulaire
gezonden aan alle leden van het inter
nationaal landbouwcongres, dat in de
vorige maand te 's Gravenhage gehouden
vergadering met belanghebbenden uit
Nederland en elders, met het doel aan
de vervalschingen in den boter- en kaas
handel paal en perk te stellen, hare in
stemming betuigt met het door het con
gres aangenomen voorstel van den heer
H. S. J. Maas, aangevuld door den voor
zitter, den heer Méline. Dit voorstel hield
in, dat het wenschelijk is, dat bij inter
nationale overeenkomst een betere uit
voering worde verzekerd van de bestaande
en te rnaken wetten tegen de vervalsching
van voedingsmiddelen. Op voorstel van
den heer Méline werd daaraan toegevoegd
«Deze overeenkomst behoort voornamelijk
ten doel te hebben, zonder rechtstreeks
in te grijpen in de wetgeving van de
verschillende contracteerende staten, de
misdrijven van vervalschingen, in de sla-
ten bedreven, bekend te maken en de
strikte toepassing hunner bijzondere wet
geving op alle bedrijvers van dit misdrijf
en hunne medeplichtigen te verzekeren."
De Kamer verklaart, dat dit door haar
beschouwd wordt als een der rneest af
doende middelen om het doel. dat men
zich voorstelt, te bereiken. Zij spreekt
tevens de hoop uit, dat de vereenigingen
en maatschappijen die op het congres
vertegenwoordigd waren, even als de leder,
van het congres ieder voor zich hun best
zullen doen, om bij hunne respectieve
iegeeringen aan te dringen op ten uit
voer brengen van den op het congres
uitgedrukten wensch. Utr. Ct.
De heer H. te 's Hage kocht onlangs
een huis aan de Korte Hoogstraat, om dit
tot schilderswerkplaats in te richten. Toen
hij de vorige week aan 't werk toog, om
eenige veranderingen in dat eigendom te
brengen en allereerst begon met het oude
behangselpapier van de muren te scheu
ren, kwam hij tot de ontdekking, dat
zich achter een wel meer dan 2 duim
dikke laag op elkander geplakt papier,
waaronder couranten van het begin dezer
eeuw, in plaats van het gebruikelijke
linnen, een fraai borduursel bevond. Voor
zichtig werd nu het papier met water
losgemaakt en verwijderd, en weinige
uren later leverde de nog kort geleden
onoogelijke rnuur een zeer fraaien aan
blik, met een teekening en kleur, die
menig kunst- en oudheidkooper deed wa
tertanden. Volgens kunstkenners zijn het
echte gobelins, die nog geheel hun fraaie
kleur hebben behouden en beelden uit
de fabelleer voorstellen. De ouderdom
wordt geschat op ongeveer 400 jaren.
Het grootste doek is 4 bij 2'/2 Meter;
twee andere hebben kleinere afmetingen.
Er is al f2000 voor geboden.
Onder Gulpen is Donderdag een
moord gepleegd. Men heeft zekeren
J. W. Karhausen, oud 61 jaar, vermoord
in den kelder zijner woning gevonden.
Het lijk droeg zware wonden aan het
hoofd. Zijne vrouw Anna Maria Thewissen,
oud 60 jaar, met wie hij in slecbte ver
standhouding leefde, gaf voor, dat haar
man tijdens zij naar het bosch was om
strooisel te zoeken, vermoord was ge
worden en dat tevens uit de huishoude
lijke kas 4 stukken van vijf frank zijn
verdwenen, zoodat diefstal als oorzaak
der misdaad is te beschouwen.
De officier van justitie heeft echter
bevel gegeveD tot arrestatie van vrouw
Karhausen.
De N. R. Ct. verneemt hieromtrent
nader:
sVolgens de verklaring van de vrouw
kreeg zij Donderdagochtend woordenwis
seling met hem over brood, dat zij mede
naar het veld had genomen. Hij bedreigde
haar daarop met een mes, en zij, op
zelfverdediging bedacht, greep een zwaar
stuk hout en bracht hern daarmede een
slag op het hoofd toe, die hem over den
grond deed tuimelen. Vervolgens bracht
zij hem nog eenige slagen toe, en na
zich overtnigd te hebben dat K. werke
lijk dood was, liet zij hem in den kelder
vallen.
Zes-en-twintig jaar was zij met hem
in den echt verbonden geweest, maar
voortdurend had zij met hem in onmin
geleefd.
De justitie uit Maastricht constateerde
bij de lijkschouwing, dat de dood het
gevolg is geweest van den harden
slag op het hoofd. De schedel was niet
gebarstenwel bevond zich eene massa
bloed in de hersenen.
De vrouw woonde de lijkschouwing
heel kalm bij, toonde niet het minste
berouw, en richtte tot de justitie de vraag
of zij ook in de gevangenis mocht snuiven,
hetgeen zij voor hare gezondheid moest
doen, op voorschrift van den dokter.
Bij haar vertrek riep zij de buren een
vaarwel toe.
Ter voorkoming van ongevallen is
bepaald geworden, dat voortaan geen
treinen ,ovor het baanvak met enkel spoor,
nabijj Breukelen, waar een nieuwe brug
wordt gemaakt, vervoerd mogen worden,
dan met een maximum snelheid van 10
K.M. per uur. Om te kunnen waarnemen
of deze snelheid door de machinisten ook
overschreden wordt, zijn tijdmeters aan
gebracht.
Naar wij vernemen, zullen de vol
gende nieuwe werken binnenkort bij den
Uitgever l. j. Veen te Amsterdam ver
schijnen: van Johanna van Woude, Een
verlaten post, versierd met twee teeke-
ningen van den Heer We. Steelink en
het portret van de schrijfstervan R. C.
Oudhuys, een oorspronkelijke novelle, ge
titeld Zijne Erfgename; van Piet Vluch
tig Mijnwerkers, een delversnovelle uit
Nieuw-Patagoonsch van de bekende Jo
hanna Spyri, Uit de Zwitsersche bergen,
De Elf van IntraDe vroolijke Heribli,
De onderwijzeres van Hinterwald. Twee
prentenboeken, Vertellingen van Moeder
de Gans door F. H. van Leent en Win
terpret door Anth. L. de Rop. Verder
de tweede druk van Carmen Sylva, Een
Gebed, door F. Smit Kleine en van Louisa
M. Alcott, Lina's keuze. Eene Kerstver
telling. Dit jaar komt ook compleet de
tweede vermeerderde en verbeterde druk
van het Biographisch Woordenboek der
Noord- en Zuid-Nederlandsche Letter
kunde door J. G. Frederiks en F. Jos van
den Branden.
Darnell's uitvaart is zeer indrukwek
kend geweest. Met vermijding van Lon-
den werd het lijk van Brighton over
Kingstown en Holyhead naar Dublin ver
voerd, waar het Zondagmorgen te 7 uren
aankwam; een onafzienbare menigte, in
eerbiedige houding, was aanwezig. De
kist werd op een wagen geplaatst en
naar het stadhuis gebracht, gevolgd door
tal van Afgevaardigden en vertegenwoor
digers van vereenigingen. Te tien uren
kreeg het publiek toegang tot het stad
huis, en weldra was de kist, die op een
verhevenheid stond, onder bloemen en
kransen als bedolven. Des namiddags te
drie uren zette de lijkstoet zich in be
weging naar het Katholieke kerkhof,
waar ook Parnell's groote voorganger
O'Connell is bijgezet. Zes paarden trok
ken de lijkkoets, die gevolgd werd door
Parnell's vrienden in het Parlement, de
leden der National League, de burge
meesters van Dublin, Cork, en een aan
tal andere Iersche sleden onderscheiden
muziekcorpsen voerden treurmarschen uit.
Op het kerkhof werd nog eenmaal de
kist op een verhevenheid geplaatst, en de
vele duizenden, die de plechtigheid bij
woonden, trokken haar mei ongedekten
hoofde voorbij. Het was reeds avond
geworden, eer de lijkdienst geëindigd was.
Eenige anti-Parnellistische Afgevaar
digden waren ook voornemens geweest
de begraferis bij te wonen, maar zij had
den van dit plan afgezien omdat kortte
voren Dillon en Mac Carthy in de straten
van Dublin door het gemeen uitgejouwd
en voor moordenaars uitgescholden waren.
Hun afwezigheid zal wel de voornaapiste
reden geweest zijn, dat de orde niet werd
verstoord.
De begrafenis van Koning Karei van
Wurtemburg heeft Vrijdag te Stuttgart
met veel staatsie plaats gehadde be
volking betreurt met ongeveinsde deel
neming den vorst, wiens streven steeds
was, goed te zijn voor zijn volk. Keizer
Wilhelm en diens broeder Prins Heinrich
namen aan de plechtigheid deel.
Kening Wilhelm II heeft de regeering
aanvaard wel met een proclamatie, mede-
onderteekend door de Ministers, waarin
hij belooft de nieuwe grondwet te zullen
handhaven, aan zijn onderdanen de ver
zekering geeft van zijn wellwillendheid
en verklaart hunnerzijds te rekenen op
dezelfde onderworpenheid, gehooizaam-
heid en trouw, als Koning Karei steeds
mocht ondervinden. De zwakken zullen
bij hem een steun vinden en de ontwik
keling en de voorspoed des lands zullen
zijn eenig streven zijn.
In een dagorder aan het leger verklaart
98) Niet voor hij te Parijs aangekomen was
achtte hij zich in veiligheid, en op de Pont
Royal gekomen bracht hij zijn fleschje met
vergif te voorschijn en wierp het in de gol
ven der Seine.
DRIE EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Een nieuw besluit.
Het was Zaterdag avond op Thirby Cross,
en Tante Judge eu hare nicht zaten in de
schemering, in de kleine woning, waar het
nieuwe leven voor John Judge was aangevan
gen zonder dat hij zijne dochter met zich
had kunnen nemen. Oude lieden schudden-
hunne hoofden over den zomer die hen ver
laten had, en den winter die stond aan te
vangenSeptember liep ten einde, de dagen
werden korter en de nachten langer, terwijl
de bruine en gele bladeren door de scherpe
winden langs den weg warrelend werden
voortgejaagd.
Ernstig zaten de beide vrouwen bijeen,
want zwaar was het verlies dat haar had ge
troffen, en niets kon dat verlies vergoeden,
of de zwaarte er van verminderen. Nog had
den zij geen besluit genomen, wat zij doen
zoudenelk had hare eigene meening aan- j
gaande hetgeen er in hare omstandigheden
het best gedaan kou worden, zij waren thans
in eenen staat, die het leven in zulk eene
nederige woning niet noodzakelijk maakte,
dank het geld door de eerst zoo bloeiende
en later zoo verslindende maatschappij uitbe
taald maar geene der twee vrouwen had den
moed eenig voorstel te doen en beiden ver
langden vooreerst slechts vrede en rust na het
groote verlies dat zij geleden hadden.
Eiken avond kwam Mrs. Holmes, thans
Mrs. Judge, in deze nederige woning, en
bracht dan een half uur of een uur met haar
door, als iemand die het recht had in haar
midden te komen. Doch altijd had zij iets
gejaagds en schuws, vooral in tegenwoordig
heid van Mary Judge, die, om hare nicht
genoegen te geven, wel haar best deed zich
aan te stellen als of zij haar welkom was.
Eensklaps echter had de jongste en schoon
ste van het drietal een besluit genomen.
„Tante, gij zult mij immers niet zeer hard
en wreed vinden, wanneer ik verlang van hier
te vertrekken," zeide zij, hare hand op den
arm van Mary Judge leggende.
Hare tante verschrikte, toen hare nicht
haar aanraakte, en zeide
„Met haar?"
„Ja, met mijne moeder en u indien
gij wilt," voegde zij er bij.
„Dat is onmogelijk," hernam de tante.
„Uwe moeder heeft altijd iets tegen mij ge
had on misschien was on is de genegenheid
d
tusschen ons niet zeer groot. Ik draag haar
geen kwaad hart toe, maar ik bemin haar
niet als eene zuster. Het verledene kan niet
geheel vergeten worden."
„Gij hebt haar om mijnentwil vergeven,
tante."
„Ja, geheel, indien gij het wenscht."
„Indien mijne moeder dat wist, zoo zou
zij geheel anders tegen n zijn, en gij en zij
zoudt elkander beter verstaan."
„Neen, dat geloof ik niet," antwoordde
Mary Judge.
„Ik gevoel het dat mijn plicht mij tot
baar roept om haar te troosten en te be
moedigen. Ga niet trachten mij te doen ge-
looven, dat ik in een verkeerden waan ver
keer, en dat gij er uwe goedkeuring niet aan
geven wilt."
Anna Judge dacht eenige oogenblikken na
voor zij hierop wilde antwoorden.
„Indien ik er van overtuigd ben dat het
beter voor u en haar is dat ik mij verwijder,
dan zal ik toch, in weerwil mijner verlaten
heid, u mijne liefde niet onttrekken, Anna,"
zeide zij. „Want, lieve, nu ik minder ijver
zuchtig ben op hen, die zich tusschen n en
mij plaatsen, begrijp ik n beter. Zij is eene
berouwhebbende vrouw zij is uwe moe
der eu ik heb niets tegen haar te zeg-
do
gen.
„Het is mij als had zij de plaats mijns
vaders ingenomen als of zij alles voor
mij worden moest. Zij heeft behoefte aan
liefde, aan de liefde eener dochter, want o,
tante, zij heeft ook zoo veel geleden!"
„Geleden zoo als zij het verdiende," voeg
de Tante Judge er bij. „Tracht bij u zelve
haar verleden niet te verschooncu en bedenk,
Anna, dat wanneer zij zulks zelve tracht te
doen, zij uw vader tegen u aauklaagt. Zij
kan zich niet verdedigen, dat weet zij zelve
wel."
„Wantrouwt gij dan haar berouw
„Neen," antwoordde Mary Judge, „ik
wantrouw haar berouw niet."
En echter wantrouwde zij Mrs. Judge, haar
kennende als zwak en met weinig karakter;
eu in de toekomst vreesde zij dat er eenig
onheil uit zou geboren worden. Het was
slech ts vreeser waren geene bewijzen, en
de diepten van Mrs. Judge's vernieuwd hart
waren niet te peilen.
Zij zaten bij het venster, en hadden niet
bemerkt dat er iemand hunne woning was
genaderd, voor de buitendeur geopeud werd.
„Daar is zij," zeide Anna opspringende;
„tracht een weinig mmder koel te zijn
ik bedoel een weinig vriendelijker, alleen om
mijnentwil, tante."
„Ik ben vriendelijk genoeg; zij kent mij
en weet zeer goed, dat ik nooit van over
dreven vriendschapsbetooning hield," zeide
Miss Judge, een weinig ontevreden.
Anna deed de deur open en niet de
huishoudster van Thirby Cross, maar Mr.
Edmund Delancy trad binuen.
„O, Mr. Delancy, zijt gij alweder zoo sterk
dat gij zoover komen kunt?" riep Anna, in
hare verlegenheid, toen zij hem zag„is dat
niet wat vermetel van u?"
„Ik ben weder bijna even sterk als te vo
ren, Miss Judge," anturoordde hij.
't Moest weder „Miss, Judge" en „Mr.
Delancy" zijn, ten minste voor het oogenblik,
meende hij, tot dat hunne wederzijdsche po
sitie begrepen was. Er was sedert kort eene
groote verandering gekomen in menig be
sluit en hij verlangde te weten, of al water ge
beurd was invloed hebben moest op zijn vol
gend leven.
Hij zag nog bleek en Anna meende op te
merken dat hij eenigszins uitgeput op den
stoel nederviel, dien zij voor hem geplaatst
had, nadat hij Tante Judge goeden avond
had gewenscht. Deze had zelve nog géén
besluit gen ome u aaugaaudc de wijze, waarop
zij dezeu indringer behaudelen zou. Zij was
nog niet met het denkbeeld van bezoek te
ontvaugen verzoeud, ofschoon de tijd, dien
zij vroeger met ellen kant uitmat, thans die
groote waarde niet meer voor haar bezat.