NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND. DE BLINDE «SPEELSTER. Nü. 20. Woensdag 9 Maart 1892. Een-en-twintigste jaargang. VOOR VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Officiëele Publicatiën. BINNENLAND. F e uille t on. AMERSFOORTSCHE COURANT. abonnementsprijs: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. advertentien: Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien art. 5 der wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteuge ling van openbare dronkenschap; Brengen ter openbare kennis, dat een ver zoekschrift om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein bij hen is ingeko men van H. Waterkoort, in het perceel wijk B, nommer 257. Amersfoort, den 7. Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Burgemeester van Amersfoort Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat de door den provincialen Inspec teur van 's rijks directe belastingen, enz. in Noord-Holland en Utrecht executoor verklaarde kohieren No. 6 en 7 van de personeele belas ting en het patentrecht over het derde kwar taal van het dienstjaar 1891/92 aan den Ont vanger van 's rijks directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen- Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 7 Maart 1892. De Burgemeester vo.ornoerad, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat de lijsten, aanwijzende personen, in deze gemeente bevoegd tot het kiezen van leden voor de Tweede kamer der staten generaal, de Pro vinciale staten en den Gemeenteread, zijn vast gesteld, en benevens die, behelzende de namen der personen, welke ingevolge art. 35 der wet van den 4. Juli 1850 (Staatsblad No. 37) van gemelde lijsten zijn geschrapt, op heden aan de bergplaats bij het raadhuis zijn aangeplakt; welke lijsten met den schattingstaat en de verslagen der betrokken ambtenaren gedurende veertien dagen, te rekenen van heden, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namid dags, op de secretarie dezer gemeente voor een ieder ter inzage liggen. Amersfoort, den 7. Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gezien het besluit van den heer Commissaris der Koningin van den 3. Maart 1892 N 1 Az. (Provinciaalblad N 21), waaruit blijkt dat we gens het veelvuldig voorkomen van mond- en klauwzeer onder het vee, in verscheidene lan den van Europa en bepaaldelijk in naburige Staten, ter voorkoming van besmetting van onzen veestapel eene beperking noodig is van het verbod tot in- en doorvoer van de van vee afkomstige artikelen, vermeld in de koninklijke besluiten van den 8. December 1870 (Staats blad N 194) en 14 Augustus 1888 (Staatsblad N 142), Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat alle tot heden verleende dispensatiën tot in- en doorvoer van versche huiden (met in begrip van versch gezouten huiden), van mest en van versche (niet gedroogde) klauwen en hoornen door welgemelden Commissaris zijn ingetrokken, en dat tot nader order' geene ver gunning tot in- of doorvoer van die artikelen wordt verleend. Yan de overige artikelen kan de in- of door voer toegelaten worden, onder de in de Ned. Staatscouranten van 12 Maart 1885 en 23 Augus tus 1888 gemelde voorwaarden, behoudens dat het daarin voorgeschreven bewijs van onbe smette herkomst niet moet worden overgelegd bij de aanvrage maai'vertoond moet worden bij den invoer. Onbewerkte wol mag niet worden ingevoerd dan onder vooorwaarde van onmiddcllijken door voer naar werkplaats of fabriek. Amersfoort, den 7. Maart 1892 Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort doen te weten, dat de processen-verbaal van inlevering en opening der stembriefjes ter verkiezing van een lid voor de Provinciale Sta ten in afschrift aan het Raadhuis zijn aangeplakt en gedurende veertien dagen op de Secretarie voor eenieder ter inzage liggen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot i uur des namiddags. Amersfoort, den 9 Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Naar wij vernemen, heeft de heer Tijdens het voornemen eene interpellatie tot de legeering te richten betreffende de vertraging der benoeming van een commandant van het regiment grenadiers en jagers. Amst Internationale Sporttentoonstelling Scheveningen 1892. De werkzaamhe den aan de gebouwen voor de Interna tionale Sport, Visscherij- en Paardenten- toonstelling te Scheveningen vorderen zóó goed, dat men reeds een overzicht van het geheel waarneemt. Inwendig is men reeds zoover gekomen, dat decorateurs en schilders rnet hun we k begonnen zijn; de tuin is bijna tot de bepaalde hoogte gebiacht, zoodat (t meer dan waar schijnlijk mag worden geacht, dat deze maand met den aanleg en de beplanting een aanvang zal worden gemaakt. Ook vleit men zich met de verwachting bin nen een paar weken reeds de bureaux in het gebouw te kunnen vestigen. Kor tom, de bouw is in volllen gang en loopt uitmuntend van stapel. Van de inzendingen heeft men de beste verwachtingen. De vorige week nog mocht men ervaren, hoe de algemeene aandacht op de tentoonstelling gevestigd is, want nauwelijks was de leimijn voor de aan gifte (afdeeling Schoone Kunsten) open gesteld, of deze vloeiden zoodanig van alle zijden toe, dat de door de afdeeling gereserveerde ruimte zal blijken te klein te zijn. Behalve deze meer generale in zendingen, heeft men allen grond een fraaie collectie tegemoet te zien van op- luisterings-voorwerpen, die betrekking hebben op retrospectieve en hedendaagsche sport. De uitnoodigingsbrieven daartoe aan hooggeplaatste en aanzienlijke bin nen- en buitenlandsche personen, waar onder ook vorsten, zullen eerstdaagsch wotden verzonden. Uit Barneveld schrijft men: Voor dit seizoen is de landbouwcursus, door den hoofdonderwijzer R. Adama al hier gegeven, weer gesloten. Bij de sluiting was de heer N. L. Boon, schoolopziener, tegenwoordig, teneinde den 17 jongelie den, die den afgeloopen winter de lessen trouw hebben gevolgd, een woord van tevredenheid en opwekking toe te spreken. Hij beschouwde het als een verblijdend teeken, dat in een tijd als deze, de Ve- luwsche boer nog lust en opgewektheid bezit om theoretische kennis van het landbouwvak op te doen. Men schrijft uit de provincie Gro ningen aan het D. v. N.: sDe armoede wordt voortdurend groo- ter," niet alleen in de provincie Friesland, maar ook in deze provincie. De arbeiders verhongeren nog niet, zooals in Fiiesland en elders, maar zjj zijn dicht aan de grens. In de irrijke" stad Groningen worden duizenden bedeeld en dagelijks gevoed met brood en koffie, zonder dat de cou ranten er een woord van zeggen. Zij houden zich in dezen aan het bijbelwoord, dat de linkerhand niet mag weten wat de rechter doet Op het platteland schijnt de minder stienge winter minder nijpende ai moede tengevolge te hebben, althans men hoort niets van soepkokerij en hardrijderijen van werkloozen om een stuk spek, zooals verleden jaar! De ambachtslieden strijden ook hier den wanhopigen strijd tegen de interna tionale voortbrenging in liet groot. Een voor een gaan zij onder, en wat een onnoembaar wee gepaard gaat met dezen hopeloozen strijd, kan niemand beseffen die hem niet met eigen oogen heeft aan schouwd. Zij benijden de boetenarbeiders die een jaarlijksch inkomen hebben van 300 a 400 gld. Als ze dat maar hadden, zouden zij tevreden en gelukkig zijn. De voormaals zoo welvarende boeren stand gaat sriel en zeker achteruit. Dit blijkt ook uit de talrijke verkuopingen van boerenplaatsen, die men dagelijks in de couranten ziet aangekondigd. Vooral in het, door zijn rijkdom bekende, Old- ambt, openbaart zich dit verschijnsel in toenemende mate. Nog twee zulke slechte oogsten, ge paard met slechte pi ijzen als in belde laatste jaren, en men zal zien dat de veelgeroemde welvaart van den Gronin ger boerenstand heeft plaats gemaakt voor eene schrikbarende verarming. Een paar dagen geleden was dooi de heeren Jac. Vos, juweliers, te Rotter dam, per Staatsspoor aan iemand te Eind hoven verzonden een trommeltje, inhou dende eenige kostbare sieraden, als broches enz. Dat trommeltje kwam te Eindhoven in geschonden staat aan, en er bleken daaruit ontvreemd te zijn 2 broches in goud gezet en met brillanten voorzien, te zamen eene waarde hebbende van f1200. De politie werd met deze zaak in kennis gesteld, en op aanwijzing en op initiatief van den inspecteur van politie P. J. Bongaards te Rotterdam, mocht het der politie te Maastricht ge lukken de hand te leggen op een der vermoedelijke dieven, een conducteur van de Exploitatie Maatschappij, tegen wien, hoewel hij ontkende, zulke zware ver moedens gerezen waren, dat hij voor- loopig in bewaring gesteld is. De ont vreemde broches was men nog op het spoor. Marten Kingma, de hardrijder en piijswirinaar te Hainar iri Noorwegen is in zijne woonplaats, het dorp Grouw t^Fr) teruggekeerd. Door de Noren waren de twee Nedei landsche kampioenen heel gastvrij ontvangen. De kas der ijsclub was echter slecht voorzien, zij liet niet toe grootei prijs dan 50 kronen f+ f 30) uit te looven, zoodat Kingma veel eer, maar weinig geld met zijne overwinnin gen in het noorden behaald heeft. Axel Paulsen daagde Kingma uit tot een wed strijd op een cirkelronde baan van 350 M lengte. Kingma nam echter die uit daging niet aan, wijl het op zulk een baan aankomt op overstappen, waarin Paulsen zich den geheelen winter teeds geoefend had. De rijder (lelvoren heeft Kingma's vei bazing gaande gemaakt door zijn krach- ligen. nog regelmatiger slag dan Donoghue, de bekende Ainerikuansche amateur rijder. Iu een zijsteeg van den Haagdijk te Breda, had een echtpaar twist, die zoo hoog liep dat de huren het geraden achtten, op het hulpgeroep der vrouw lusschenbeiden te komen. Hel bleek echter dal de juffiouw het lang zoo benauwd niet had als mijnheer, waritdeze laatste, die de bedoeling gehad had om zijn ega eene handtastelijke kas tijding toe te dienen, was heel netjes door ztjne vrouw gevangen genomen in eene manden wieg, die zij hem over het hoofd had geworpen en stevig vasthield. Vrees voor het haar begeven harer krachten had haar om hulp doen roepen. De huren trachtten het lieve paar te doen verzoenen en dat gelukte zoo goed, dat de rest van den avond werd doorgebracht in een huishoudelijk feestje, waar de te hulp geroepen buren bij aanzaten. Vervolg binnenland enz., iu bet bijvoegsel. EEN VERHAAL UIT DE VORIGE EEUW door W. PASSAIER. 9) lil de zaal, in de aangrenzende vertrekken was eene ademlooze stilte, toen nu Rachel zelve tot in hel diepst van het hart aange grepen, midden in de strofe van het koraal plotseling afbrak en door haar gevoel over weldigd, de viool neerlegde en op haren stoel terugzinkend de handen voor de oogen drukte, terwijl zij in tranen losbarstte. Een oogenblik ademlooze stilte ook toen nog daarna een luidruchtige storm van toejuichingen. Men omringde haar en was meegesleept, buiten zich zelve en bewonderde met geestdrift haar spel. De barones omarmde haar teeder en liet haar hoofd onder zoete, geruststellende troostwoorden aan hare borst rusten. Rachel was niet in staat hare aan doening te beheerschen. Het gevoel van hare verlatenheid midden in dezen schitterenden zwerm van menschen, de zwaarte van haar eigen ongeluk, hare hulpeloosheid, kwam met onverklaarbare, nooit gevoelde hevigheid over haar. Zij wilde alleen zijn, weg van hier, in de stilte met zich zelve alleen. De barones leidde haar zelf uit de zaal cn bracht haar uaar de voor haar bestemde kamer, waar zij haar met hartelijke woorden aan de oude Margareet overgaf. V. Sedert dezen avond scheen de toegenegen heid der barones voor hare schoone bescher melinge verdubbeld te zijn. Misschien dat zij de veelbeteekenende fantasie van Rachel had verstaan, misschien ook slecbts omdat zij trotsck was op het taleut harer bescherme linge, misschien uit sympathie met ecu lijdend vrouwenhart. Zij scheeu zulk eeu aangenamen prikkel te vinden in deze nieuwe zorg, dat de baron, zelf wederom verblijd door de levendige belangstelling zijner vrouw, iederen wensch in dit opzicht met voorkomendheid vervulde. De gasten hadden eenige dagen daarna voor 't meerenaeel het kasteel verlaten. Dok ter Brunn, een joviale oude heer, die gere geld elke week eenmaal uit Frankfort over kwam, was gekomen. Hij had Rachels oogen onderzocht en, hoewel met verstandige omzich tigheid niet aan haar zelve, maar toch aan de barones en haren man bijna bepaalde verzekering gegeven, dat de operatie wel zou gelukken, waartoe hij na eenige dagen, van de uoodige iustrumenteu voorzien, zou terug komen. De baron en zijn vrouw wareu door het gunstige uitzicht zeer opgeruimd gestemd en schenen de kwellende bezorgdheid wegens het raadselachtig gedrag van hunnen zoon voor 't oogenblik ter zijde gesteld te hebben. Zij zaten met den dokter en eenige nog achtergebleven gasten, heeren en dames, in de eetzaal om de ontbijttafel. Naast de barones zat Rachel, vriendelijk maar stil eu vol deel neming luisterende naar de gesprekken, die in dezen fijn beschaafden kring voor haar nieuwe, ongedachte inzichten in het leven en zijne verschillende toestanden opendeu. De barones had Rachel eene voor haar huis passende garderobe verschaft, die de teedere, slanke gestalte en tegelijk de fijne trekkeu der blinde, waarin zooveel uitdrukking lag, nog beter deden uitkomen. Plotseling werd het levendig gesprek af- gebrokeu. De deur werd heftig opengerukt' en op den drempel verscheen de jonge ba ron, in een donker rijkleed, met lange- lede ren laarzen, verhit, bestoven, met de rijzweep in de hand. Hij bleef versteld staan, toen hij het gezelschap bijeen zag, hij scheeu te aarzelen om binnen te treden maar trad toch binnen. Men rees op om hem te be groeten. Frits ging op zijne moeder toe en kuste de hem verwijtend van boven tot be neden opnemende, ondanks haren ouderdom uog steeds schoone en imponeerende vrouw ceremonieel de hand. „Gij zijt vroeg uit geweest, mijn zoofi," sprak zij terwijl ze langzaam weer ging zit ten. „Zeg laai", genadige mama, laat, want mijn nacht heeft geen einde. Ik kom, om u goe- deu nacht te zeggen en wil spoedig naar bed o, wat duurt die nacht lang! Ik houd van lange nachten en korte dagen, ik heb dat geërfd, 'k weet niet van wie, anders ben ik onterid genoeg, ondanks mijne 26 jaar." „Neem plaats, Frits," zeide de barones verbleekend, maar u et opzet zijne woorden uiet opmerkende. „Een koel glas wiju zal u goed doen. Gij zijt door het rijden ver hit." „Waar zijt gij geweest, Frits?" vroeg de barou bedaard. „In het bosch, lieve vader en oomDaar Is eene schoone plek, eene afgelegene, stille plek in het bosch, tussehen donkere dennen en slangenkruid, lieve oom. Gij kent zeker de plek, liuks van het eikenboschje, een honderd schreden ongeveer? Gij weet het wel, nevens den bemosten steen, die zoo bloedrood is Daar viel een boom te middernacht, Hij viel en ligt gebroken, Dat heeft de booze storm volbracht. De dames waren stil geworden en zagen verlegen uaar den grond. Frits hield op, zag haar donker aan en ledigde zijn glas snel, met cénen teug. „Maar gij lacht immers niet, dames en dat is toch waarachtig recht grappig. Ook gij lacht niet, schoone vioolspeelster? Scherts en lach toch, wij willen recht vroolijk en lustig weren, eer de tijd voorbijgaat. VN acht u voor zwaarmoedigheid en treurig heid dat maakt vroeg oud en gij zult rimpels en grijze haren hebben, eer gij den tweeden man krijgt. Schenk mij eens in, schoone vioolspeelster! O, gij speeldet, wat mij scheelt, mijn leedgij weet het nauw keurig ik dank u het overige is leu gen. Klinkt met mij De dokter en de beide gasten stonden met hunne glazen op. „Klink met ons, jongeheer, de dames drinken niet, driuk met ons." „Ziedaar, ook gij, mijn charmante heer dokter. De dames drinken niet, zegt gij en de wijn is goed en rood ha, zoo rood als bloed uit miju vaders kelder!" riep hij luid. „Foei! ik mag geen bloed drinkeu 1 Drink ook dat nog, Kaïu, gij weet hoe bloed smaakt!" Daarop wierp bij het volle glas den baron voor de voeten, zoodat de scherven en de wijn in het rond spatten. Vervolg in het hijvoegsel).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1