NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND. BE BLUE 10LSPEELSTER. binnenland. No. 23. Zaterdag 19 Maart 1892. Een-en-twintigst8 jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EIK" ZATERDAG. DE ABTSENWET. F euillet on. HSFOIHTSCIE CGDBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1Franco per post door het peheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIE Ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Men kan van geen architect redelijkerwijs vorderen, goed te bouwen op een grond, die geen draagvermogen bezit. Evenzoo is het onbillijk te eischen, dat op eenigen hoogeren trap van onder wijs met vrucht wordt gedoceerd, als de voorbereiding niet deugt. Deze waarheid zou het wel noodig zijn te spreken? wordt in het algemeen erkendvan daal de admissie-examens tot verschil lende inrichtingen van onderwijs, die, zoo ze al geen volkomen waar borg geven dat de voorafgegane vorming van dien aard is, dat zonder bezwaar met het aanbren gen van nieuwe kennis kan wor den voortgegaan, toch de gelegen heid geven, de bepaald ongeschikte candidaten te weren. De bezwaren tegen die examens zijn niet ge ring, en zooveel mogelijk zocht men ze ook te vervangen door certificaten, afgegeven door hoof den of directeuren der inrichtin gen, waar de voorbereidende stu diën zijn ten einde gebracht. Voor de hoogescholen geldt dit laatste, onder dien verstande, dat het certificaat of diploma verkre gen wordt door middel van een eindexamen. Wel kan ieder zich als student doen inschrijven en colléges bijwonendoch hij kan tot geen examen van een der faculteiten worden toegelaten, als hij niet in het bezit is van het bewijs, aan het eindexamen van gymnasium of hoogere burger school te hebben voldaan. Voor studenten in de rechten en de godgeleerdheid uitsluitend van jeerstgenoemde inrichting. Op dat stetsel is echter een uitzondering toegepast ten op zichte van studenten in de medi cijnen. Voor hen staan verschil lende wegen openbehalve de twee genoemde, nog het getuig schrift, dat het overgangsexamen van de vierde tot de vijfde, of het toelatingsexamen tot de vijfde klasse van het gymnasium met goed gevolg is afgelegd, en dan het zoogenaame literarisch- mathematisch examen, in 1878 ingesteld bij koninklijk Besluit ter voldoening aan een bepaling van' de sartsenwet." De uitslag van dat examen zou dan moeten be wijzen, dat de candidaat voldoende is voorbereid om onderwijs te ontvangen in de natuurweten schappen aan een der Rijks-uni versiteiten of aan de gemeentelijke academie te Amsterdam. Waartoe die uitzondering? Zeker niet, omdat de studie der aan staande geneeskundigen gemakke lijker is dan die bij de andere faculteiten, want juist het tegen deel is waar. Aan de medici wor den terecht zeer hooge eischen gesteld, die steeds toenemen dooi de toepassing van te voren onbe kende geneeswijzen. De arts moet boven zijn speciale vakkennis nog bezitten een breede algemeene ontwikkeling, die hem in staat stelt uit eigen oogen te zien, scherp waar te nemen en uit die waarnemingen juiste conclusies te trekken. De gewichtige belangen, aan zijn zorgen toevertrouwd, maken het tot een gebiedende noodzakelijkheid, aan die eischen gestreng de hand te houdenen dat zulks steeds geschiedt, getui gen de talrijke afwijzingen door de Staatscommissie voor de arts examens. Er is een andere reden voor de bedoelde uitzondering. Toen de wet op het Hooger Onderwijs, die de éénheid van den stand der geneeskundigen decreteerde, in uitvoering zou komen, toen derhalve besloten werd, dat alleen aan de hoogescholen de studie voor arts kon worden volbracht en de voormalige clinische scholen, die tal van zoogenaamde platte lands-heelmeesters hadden afge leverd, opgeheven werden, ont stond de vrees dat er weldra over het geheele land gebrek aan geneeskundigen zou komen. Daar om moest de toegang tot de ge neeskundige faculteit gemakkelij ker worden gemaakt, ten einde een groot aantal jongelieden, die er anders niet over gedacht zou den hebben student te worden, op dien weg te voeren. Het mid del heeft wél tot het doel geleid. In verband met de minder roos kleurige vooruitzichten, die gedu rende zeker tijdperk handel en industrie opleverden, is menig vader er toe overgegaan, het ka pitaaltje, dat hij aan zijn zoon voor diens vakopleiding kon be steden, aan te wenden om hem te Haten studeeren," nu de weg om er toe te geraken zoozeer was geëffend. In de laatste twaalf ja ren is dan ook het aantal medische studenten meer dan verdubbeld, hoewel het bevolkingscijfer met slechts 12 procent is toegenomen. Maar het waren er dan ook soms studenten naarJongelieden, die met vallen en opstaan aan het einde van de vierde klasse gymnasium waren gesukkeld, gin gen met halve, met fragmentari sche kennis naar de académie waar voortaan zelfstandige studie, tot welke velen hunner niet in staat waren, hen verder moest brengen. Nog treuriger zag het er uit met de geslaagden voor het litterarisch-mathématisch exa men de vrij geringe kennis, daar toe noodig, werd veeltijds door min of meer ^geroutineerde" les gevers ingepompt of aangeplakt, zoodat van het onderwijs aan de académie gegeven, weinig werd begrepen. Jaar in jaar uit klaag den de professoren over de slechte werking dier smilde" bepaling over de groote gapingen in het weten van de zoo gebrekkig on derlegde jongelieden. Eindelijk is dan toch het oogen- blik gekomen, dat deze toestand zal ophouden, als ten minste, wat wij hopen dat geschieden zal, het voorstel der Regeering wordt aan genomen om voortaan tot de exa mens alleen toe te laten degenen, die eindexamen gymnasium of hoogere burgerschool hebben ge daan. Wenschelijk ware het, dat van de leerlingen der laatstge noemde inrichtingen ook nog een aanvullingsexamen in Latijn werd gevorderdhet ontbreken van de kennis dier taal wordt door de professoren mede als een groot struikelblok opgegeven. Dan zou ook de ongelijkheid opgeheven kunnen worden, dat alleen, gelijk tot nog toe, de bezitters van het gymnasiaal einddiploma tot doc tor in de geneeskunde mogen pro- moveeren. In het thans besproken wets ontwerp komt ook nog de bepa ling voor, dat buitenlandsche art sen, die hier de Staats-examens willen afleggen ten einde zich als arts te vestigen vrijstelling kun nen erlangen van de théoretische examens, welke aan de académie worden afgelegd. Dit achten wij met billijk voor hen, die zich de niet geringe kosten eener flinke opleiding hier te lande getroos ten, en zou alleen kunnen toege past worden op studenten uit die landen, Duitschland bijv. die aan de onze gelijke rechten toe kennen. Het algemeen belang wordt niet gebaat door een be gunstiging, voor welke geen en kel steekhoudend argument is aan te voeren. H. M. de Koningin-regentes heeft Woensdag een bezoek gebracht aan den koninklijken grafkelder te Delft en legde eenige palmtakken neder op de lijkkist van Koning Willem III. H. M. heeft laten vervaardigen en doen plaatsen twee geslagen ijzeren hekken tusschen de pilaren en den muur in den grafkelder te Delft, waardoor eene nieuwe plaats verkregen is, welke ruimte biedt voor drie grafsteden. Op last van H. M. is gister in die ruimte geplaatst de kist, bevattende het stoffelijk overschot van Z. M. koning Willem III, in tegenwoordigheid, ii ge volge Harer Majesteits verlangen, var. generaal graat Dumonceau, adjudant-ge neraal, en kapitein jhr. de Rauitz, adju dant en particulier secretaris van H. M. De commissaris van den koninklijken, grafkelder, de burgemeester van Delft, woonde mede deze verplaatsing bij, welke op passende wijze volbracht werd. De laatste rustplaats van onzen vorst is nu in een aan drie zijden open vak overge bracht. Dientengevolge is thans de kist van Koning Willem III, tot dusver rustende boven het graf van Z. K. H. Alexander, prins van Oranje, geplaatst tegenover die van Koning Willem I. De commissie tot leniging van den nood te Beets heeft onder dank voor de ingekomen giften de ontvangst daarvan gestaakt, daar de ontvangen f 15,000 vol- F.EN VERHAAL UIT DE VORIGE EEUW DOOR W. PASSAUER. J1 Een. donderende kreet van goedkeuring weergalmde uit de menigte, en zoudcr naar de vrouwen te hooren, die weenden eu jam- merdeu en de mannen zochten terug te hou den, brak de opgewekte bende op, ijlde het dorp uit en door het bosch naar het slot. Rachel was onder de eersten, naast den ouden Lang, en achter haar werd er gekucht eu hoorde men zware ademhaling. Eidelhans was het, dicht achter huar, met eene verroeste piek iu de zwakke handen. Zij knikten elkan der toe en voorwaarts ging het? En het was tijd, hoog tijd voor het slot, dat het voorwaarts ging. Op het kasteel en daaromheen heerschte eene gruwelijke ver warring. De deuren waren opengebroken, de voorraad uit de provisiekamers, de wijn uit de kelders bijeen gesleept. In de tuinzaal zat eu lag op de kostbare sofa's en fauteuils, op de tapijten tusschen in 't rond geworpen spijzen, gestorte dranken, stuk geslagen huis raad, eene woeste, vuile schaar van onge veer vijftien vluchtelingen van alle soorten van troepen der Frausche armee, drinkende van den wijn des barons, schreeuwende, zin gende, rookende. In eenen hoek zat de baron, met op de rug gebonden handen op den vloer. De knechten en meiden waren gevlucht. Op het slotplciu stonden de paarden der ruiters vastgebonden, gezadeld en getoomd en gereed om er mee weg te rijden. De lijkeu van twee gedoode ruiters en eenen knecht lagen in hun bloed, waar zij gevallen waren. En boven dezen gruwel der verwoesting, boven het woest alarm, dat uit het slot weerklonk, knetterden en sisten de vlammen, en stegen de rookwolken op van de in brand gestoken nevengebouwen. In hare kamer lag de barones, ziek en doodelijk afgemat. Frits had zich naar eene schuur gesleept en lag half bewusteloos, bui ten staat zich te verroeren en zijne woude aan het hoofd, waaruit het bloed over zijn gezicht liep, te verbinden. De dronken Franschen zongen en huilden, twisten kibbelden er met elkander over wat zij met den baron zouden doen. Sommigen wilden hem medenemen, hij moest zich dan weer vrijkoopen voor een rijk losgeld, het meerendeel brulde om zijnen dood, bij moest worden opgehangen ter vergelding voor hunne gevallen kameraden. Zij werden daarom met elkaar handgemeen, vielen op elkaar aan, sabels werden getrokken daar vlogen de vleugeldeuren open eu de troep boeren, met Lang en Rachel voorop, stortten de zaal biunen. Schoten knalden, de ijselijkste ver warring ontstond. De weerstand der verraste soldaten tegen de overmacht der boereu was te vergeefs. Door hnnue krachtige vuisten lag, wat van het woeste rot niet neergehou- wen of door de vensters en deuren eu door den tuin gevlucht was, in weinige minuten geboeid en overweldigd op den grond. Men het de vluchtelingen loopen en haastte zich om deu braud op het erf te stuiten. Rachel zelve maakte de boeien van den baron los eu sprong naar de kamer van de barones, oin haar de bevrijding van haren eu de over winning op de rooizieke bende te onder richten. Frits werd gevonden en naar zijne kamer gedragen daar werd de wonde aan zijn hoofd, die wel een uitputtend bloedver- ten gevolge had, maar overigens niet gevaar lijk bleek te zijn, verbonden. Onder de leiding van den baron werd met behulp van de gewillige boeren eu de terugkeerende dienstboden, het vuur dat de boerderij ver teerde, zoo veel mogelijk gestuit. Voor de bij den overval in de zaal gewonde boeren werd vooral zorg gedragen. Maar van uit de zaal zocht, schreeuwde en riep meu nu om Rachel. Zij kwam uit de kamer der barones naar beneden. Fidelhans verlangde naar haar heette het. De oude man lag in een neven vertrek van de zaal op de sofa. Zijne door een kogel getroffen borst was met bloed be dekt. Om de donkere ingezonken oogen, om het hooge voorhoofd zweefden reeds de blauwachtige schaduwen des doods. Rachel boog zich over hem heen. Zij vatte zijne be vende handen, die hij tevergeefs haar trachtte toe te steken, en knielde nevens hem. De oude baron stond voor hem. „J'ai perdu," kermde Fidelhans met zachte, bevende stem, „gij zijt bij mij, Alice ik ga tot haar zij zal vergeven om uwent wil nu in mijn. stervensuur gij zijt mijn kind mijue eu hare doch ter 1" „Fidelhans gij, mijn vader!" riep Rachel. „Et vous, barou," begon Fidelhans op nieuw, de oogen met moeite tot den baron opslaande, „gij hebt deel aan haren dood gij en mijne jaloezie gij hebt een deel der schuld mijne jaloezie jegens u heeft Alice gedood en mij tot een moordenaar o, mon Dieu, ik heb haar gedood!" Vader, vader, jammerde Rachel, „o welk eene onthulling Fidelhans opende nog eenmaal de strakke oogen. „A cause de ton amour, Alice!" fluisterde hij, „a cause de ton amour 1" Zijn adem bleef steken zijne oogen braken. De baron stond riep geschokt, met gebogen hoofd, met gevouwen handen. Toen richtte hij de zacht weennende Rachel op eu trok haar aau zijne borst." „Wee9 stil, mijn lieve Rachel, gij zult voortaau miju kind zijn! Maar kom nu, de levende hebben ons noodig." Hij leidde baar zacht het vertrek uil en sloot, de deur achter zicb. VIII. Nauwelijks acht dagen daarna waren de laatste sporen van deu overval in het 9lot Hoogbielau verwijderd en het werk aan 't wederopbouwen van de beide door de vlam in de asch gelegde nevengebouwen al eenigs- zins gevorderd. De gevangene marodeurs waren in handen gesteld van de eerstkomende troepenafdeeling. De ter aarde bestelling van de iu deu strijd gevallenen, vrienden en vijanden, ook die van den armen ouden Fidelhans, had plaats gehad en de barones was boven verwachting spoedig hersteld. Ook de genezing van den jongen baron was door den bijstand van dokter Brnnn, dien men spoedig gehaald had, zoo ver gevorderd, dat hij reeds zijne kamer mocht verlaten, dage lijks in de vrije luclit komen en iu den wagen en te paard kl ine uitstapjes mocht doen. W'ordl vervolg.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1892 | | pagina 1