NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND EERSTE BLAD. ONDER 'T OORDEEL. No. 24. Zaterdag 25 Maart 1893. Twee-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Onteigening. Feuilleton. iMERSFOORTSCIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 8 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonder!ijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien! Van 16 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend, Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er is bij de Tweede Kamer een voorstel aanhangig van den heer Van Houten, ten doel hebbende uitbreiding te geven aan de ont eigeningswet. Tot dusver is het eigendoms recht ten onzent nagenoeg onbe perkt. Alleen dan, wanneer het Staatsbelang vordert, er inbreuk op te maken, kan zulks geschie den, en dan slechts bij de wet. Dit recht is in de Grondwet gewaarborgd.'In artikel 151 lezen wij sNiemand kan van zijn eigen dom worden ontzet dan na voor afgaande verklaring bij de wet dat het algemeen met de onteige ning vordert en tegen vooraf ge noten of vooraf verzekerde schade loosstelling, een en ander volgen* de voorschriften van een algemeenc wet. hDeze algemeene wet bepaalt ook de gevallen in welke de voor afgaande verklaring bij de wet niet wordt vereischt. »Het vereischte, dat de ver schuldigde schadeloosstelling voor af betaald of verzekerd zij, geldt niet, wanneer oorlog, oorlogsge vaar, oproer, brand of watersnood een onverwijlde inbezitneming vordert." Is nu, hetgeen de heer Van Houten wil, in overeenstemming met de bindende bepaling dei- Grondwet Over de beteekenis van de uit drukking «algemeen nut," en over den omvang van dat begrip, kan men van gevoelen verschillen, omdat zij inderdaad eenigszins rekbaar is. Maar dat ook plaat selijke belangen daaronder te bren gen zijn, is moeielijk toe te geven. De Staat is betrokken bij het aan leggen van goede gemeenschaps wegen, bij geregelden wateraf voer, bij alles wat de defensie betreftdoch kan dat ook gezegd worden van «uitbreiding van ste den, dorpen en buurten, het vor men van nieuwe buurten, de op lichting of uitbreiding van inrich tingen van nijverheid, van onder nemingen van tuinbouw, landbouw, veeteelt en houtteelt" al het welk de voorsteller in zijn memorie van toelichting aanwijst als motie ven om de plaatselijke besturen bevoegd te verklaren om vaste goederen, vooral ongebouwde, te onteigenen en beschikbaar te stel len? In verband met hetgeen wü verleden week schreven kan wor den erkend, dat het in vele ge vallen wenscheiijk zou zijn, de bevoegdheid der plaatselijke be sturen uit te breiden. Men zou dan gemakkelijker terrein kunnen vin den, om die met geschikte woningen te bezetten, en alzoo den eigenaars der krotten, waarvan we toen spraken, een concurrentie aan te doen voor welke zij de vlag zouden moeten strijkenhet bestuur kon zich in verbinding stellen met bouwvereenigingen, om langs dien weg een goed doel te bereiken Maar dit voordeel weegt niet op tegen het groote, en onzes inziens onoverkomelijk bezwaar, gelegen in een aantasting van het eigen domsrecht, dat den grondslag moet blijven uitmaken van onze maat schappelijke verhoudingen. De letter van de Grondwet zou men misschien nog wel in den door den heer Van Houten ge- wilden zin kunnen wringeneen onteigening van gemeentewege zou men eerst dan van kracht kunnen verklaren, als de wetgever aan het desbetreffend raadsbesluit zijn ledkeuring had gehecht. Maar met den geest der Grondwet achten wij dergelijke opvatting wel dege lijk in strijd. Het is niet om ijdel vertoon te maken, dat het eigen domsrecht van zoo soliede waar borgen is omringd, evenmin om door een organieke wet deze be palingen zoo goed als krachteloos te maken. De practijk heeft in dit opzicht meermalen uitspraak gedaan. Ook thans doet zich een quaestie voor, die op ons onderwerp betrekking heeft. Amsterdam verlangt een nieuwen verkeersweg tusschen de Heeren- en de Keizersgracht, en de Regeering heeft daartoe eén ont- eigeningsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend. Doch groot zijn de bezwaren, daartegen in de af- deelingen worden ingebracht, om dat de beschikking wordt gevraagd over meer perceelen of perceels gedeelten dan voor den aanleg der straat zelve noodig zijn, en er in het plan een gemeentelijke speculatie in bouwterrein verscho len schijnt te liggen. Tal van leden der Tweede Kamer zijn ongenegen, aan de toepassing der onteige ningswet een uitbreiding te geven buiten de grenzen der strikte noodzakelijkheid. Men moge het nu in sommige gevallen betreuren, dat de gemeente-besturen de han den niet ruimer hebben, elke wettelijke regeling heeft haar schaduwzijde, en wie de eerste op prijs stelt moet zich ook de laatste laten welgevallen. Ware meer vrijheid gelaten, zeer dikwijls zou het voorkomen dat bijzondere be langen met elkander in botsing geraakten, dat er zich in den gemeenteraad partijen vormden met bloot persoonlijke inzichten tot grondslag; dat er conflicten ontstonden, die de onderlinge ver houding der burgers geenszins zouden verbeteren. Het meest moet dit wei op den voorgrond treden, als de heer Van Houten spreekt van de oprichting of uitbreiding van ondernemingen van nijverheid enz. zeker, een gemeente kan er groot belang bij hebben, dat een industrie zich binnen haar grenzen vestigt of haar vermogen vergroot, maar zou het ooit billijk kunnen heeten, dit te doen geschieden ten nadeele van anderen Gesteld eens, A wil een leerlooierij oprichten op de plaats, waar B zijn koeien iaat grazenwie zal dan kunnen uit maken, welk van de twee belan gen voor het andere behoort te wijken? Misschien zal in dit geval wel eerst beproefd worden in onderling overleg afstand van ter rein te verkrijgendoch als dat niet gelukt, zou men dau den veehouder mogen dwingen, een strook tegen getaxeerde wat aan zijn buurman te geven? Die buurman kan juist door zijn relaties met gemeenteraadsleden steun ver wachten en verkrijgen ook, om zijn wil door te drijven, en, daar hij met zijn onderneming meer arbeidskrachten gebruikt dan de landbouwer met de zijne, is het ook best mogelijk, dat bij de publieke opinie op zijn hand krijgt Toch is het recht niet aan zijn zijde, al zou ook de geheele volks vertegenwoordiging partij voor hem kiezen. Een regeeringsmaatregel, die den een ontneemt om aan den andere te geven, is onbestaanbaar met onze rechtsbegrippen. Er, daar zou het toch heen leiden, als het be ginsel van den heer Van Houten consequent werd toegepast. Er zou een stelsel van onderdrukking uit geboren worden, allernoodlottigst voor den socialen vrede. De wet gever, die wel veel kan weten, doch niet altijd in staat is om tot den diepsten grond der dingen door te dringen, zou in vele ge vallen een beslissing nemen, voor welker gevolgen hij niet is ver antwoordelijk te stellen. Welke groote verbeteringen ook gemakkelijker zouden zijn tot stand te brengen, indien aan de ontei geningswet uitbreiding werd ge geven, wij zijn van oordeel dat gezocht moet werden die te ver krijgen op de bestaande grond slagen, zonder tusschenkomst van de wet. De quaestie der arbeiders woningen kan opgelost worden zonder het eigendomsrecht aan te tasten, als men maar ernstig wil. Ziet maar eens, hoe in de nabij heid onzer groote en zelfs der kleinere steden geheele werkmans kwartieren worden aangebouwd, zonder dat de aankoop der be- noodigde terreinen hiertegen een beletsel is geweest; de eigenaars zijn in den regel wel tot billijke condities te bewegen. Staan daar enkele voorbeelden tegenover, waaruit blijkt, dat niet altijd de gewenschte medewerking wordt verleend, om deze alleen zou men toch niet willen, het recht van eigendom op losse schroeven te zetten en de deur te openen voor verdere inbreuken, die het ten maken. Wat voorts het vraagstuk van slotte geheel illusoir zouden DOOR MEVR. KAUTZMANN-VAN OOSTERZEE. 56) «Ellendeling,knarste de baron tus schen zijne lippen. «Maar nog hebt gij niet overwonnenal is ze niet mijne dochter, ze is toch mijn pupil, en als voogd weiger ik mijne toestemming." «In dat geval zal ik mij namens haren vader, den graaf van Asperen tot de rechtbank wenden en u ter verantwoor ding roepen over het groot fortuin uws broeders, dat gij eenvoudig als het uwe hebt gebruikt." De predikant had zijn laatste woord gezegd, maar het bleek van kracht. «Zie," ging hij voort, hier is de volmacht, de toestemming voor het huwelijk van Eli zabeth, dochter van Hendrik van Aspe ren en Catharine van Binkhorst, de pa pieren zyn in orde. Ik zelf heb den graaf opgezocht en hem de belangen van zijn kind onder het oog gebracht." «En indien ik toegeef," vroeg de baron grof. «In dat geval heb ik hier een docu ment, dat u een behoorlijk inkomen ver zekert, terwijl het kapitaal aan uw pupil moet komen; de graaf verlangt geen rekenschap over de vooi bijgegane jaren maar slechts geluk voor zijn kind." De baron sloeg peinzend de hand aan het voorhoofd, waarop zware rimpels saamgetrokken waren. De barones daaren tegen liet nu eens op dezen dan op genen haar blik rusten. «Gij vergeet," zeide ze eindelijk tot den predikant, «dat wij het zijn, die u jaren lang geldelijk hebben ondersteund." «Neen, dat vergeet ik niet; ik heb het geheim van de geboorte der freule door die lange jaren heen bewaard, en ik zou het verder bewaard hebben indien niet die machtige stem daarbinnen me had gezegd, dat thans de tijd tot openbaar heid gekomen is." Elizabeth was steeds nader tot haren vriend getredenthans alleen voor hem verstaanbaar, sprak ze zacht: «herhaal uw bede spreek mijn oom toe." Hij zoeht haren blik te onmoeten.doch ze ontweek die. Krampachtig sloten zich hare lippen het bericht had haar toch diep getroffen. Nu hoorde zij de stem van van Burgstede die zeide: «heer ba ron, waarom zoudt ge blijven weigeren? Het is geen geld of goed dat ik u vraag, het is alleen de toestemming tot een huwelijk met het meisje dat ik liefheb. Behoud vrij de inkomsten, die u zoo rij kelijk toevloeiden, en geniet er gedurende uw leven van. Eens komt toch alles aan Elizabeth, daar gij geen andere kinderen hebt." «Wilt gij uwen vader niet zien en spreken," vroeg de heer Hester aan het jonge meisje. «Zal hij het mij toestaan?" «Ja. Hij wacht op u, hij verlangt naar u. Indien gij wilt zoo breng ik u tot hem in het klooster." «En gij, Johan, gij gaat toch mede?" De jonge man zag den baron aan, die nog besluiteloos stond. «Laat mij tijd van beraad," zeide hij, «al deze tijdingen kwamen te onverwacht." Hester trad op hem toe en fluisterde: «de rechtbank kan u dwingen rekenschap af te leggen van het goed dat gij u als bezitter hebt toegeëigend heb ik heden avond uw antwoord nietdan «En aan u heb ik sommen geschonken tot bewaring van het geheim 1" «Ook die sommen behoorden uw broe der." «Neen, neen het kan niet! Laat me met een geestelijke spreken. Dit groot fortuin kan niet voor de kerk verloren gaan I" Een diepe bleekheid werd met een donker rood op Elizabeths wangen afge wisseld, die man, dien ze als vader lief had en achtte, was niets dan een werk tuig in handen van de priesters; ook zij zelve zou misschien aan die Kerk ver kocht zijn geworden indien niet te juister tijd haar redder verschenen was. Nu wendde ze zich tot Adelheid «laat me niet alleen hier in dit groote huis, onder vreemden! Neem mij met u en laat me bij u blijven tot mijn lot beslist zal zijn 1" «Ben ik u op eenmaal zoo vreemd ge worden kind," vroeg de baronnes ge troffen. «Helaas ik weet niet wat te antwoor den het is me als dreigt me hier gevaar. La3t me van hier henengaan, en mijn vader opzoeken. Ik wil zijn hart, zijn liefde winnen. Zoo dood kan hij niet zijn voor de stem zijner dochter, dat ik hem niet terugvoeren kan tot een om geving van liefde en geluk in de we reld 1" «Wat zou het baten," zeide de baron, «haar thans terug te willen houden. Onze zon taant aan den hemel, de hare begint eerst te stralen. Een ding bid ik u echter Hesier, kom me niet meer on der de oogen, want uw gezicht kan ik niet te best verdragen. Gij hebt over wonnen, en dus hebt ge hier niets meer te maken." «Ja nog iets. Het geld dat ik van u in kleine en groote sommen ontvangen heb brand me op het hart. Hel bedraagt circa 4000 gld. Ik kan ze niet behouden. Men heeft mij in staat gesteld u deze som terug te betalen. Mag ik even met u in het kantoor gaan om dit te veref fenen «Neen dat geld neern ik niet terug." «Gij rnoet het toch aannemen, heer baron, ik kan het niet behouden." De baron dacht na: «welnu geef dan maar op; ik zal het aan de nieuw te stichten school geven ze zullen het daar wel kunnen gebruiken, en morgen kunt ge gewis in de courant lezen welk een mild heer baron van Asperen is ge weest." Hij lachte hardop om deze aar digheid en telde de bundel banknoten die de heer Hester hem reikte. «Zie zoo," zeide deze tot Adelheid, «dat is een pak van liet hart. En nu kunnen we gaan, de zaken komen zooals ge ziet in orde." Wacht even, ik haal mjjn hoed," zeide Elizabeth. «Neen blijf," gebood de baron. «Denkt gij dat ik van plan ben de gansche bui tenwereld over mijne zaken te laten

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1