NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND MYLADY'S GEHEIM. Zaterdag 8 Juli 1893. Twee-eu-twiutigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. VLINDERS. BINNENLAND. F euilleton. I\o. 54. «MER COOHiNT. VOOR abonnementsprijs: Per 8 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentie ni Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De nieuwe wandelgids. Ieder rechtgeaard Amersfoorter zal met vreugde het bericht ver nomen hebben, dat er een «wan- delgids van Amersfoort en om streken" verschenen is, waardoor onze eigenaardige oude stad en hare heerlijke omstreken meer bekend zullen worden. Het boekje, netjes uitgevoerd en voorzien van plattegrond der stad en uitge breide wandelkaart en ruim dertig fraaie plaatjes, zal niet alleen een welkome gids zijn voor den hier toevenden vreemdeling, maar ook voor ons inwoners bevat het nog veel wetenswaardigs en nieuws. Veel is er nog niet over Amers foort geschreven. Behalve debladz. 5 genoemde werken is mij nog hekend een in het Latijn geschre ven geschiedenis van Amersfoort, bestaande uit een beschrijving van Theodorus Verhoeven en een kro niek van een onbekenden schrij ver, die bijeengevoegd en ver meerderd zijn uitgegeven door Antonius Matthaeus bij Haaringh te Leiden in 1693. Dit werk is verbeterd door de uitgave var Abraham van BemmeTs «Beschrij ving der stad Amersfoort" in 1760, en deze weer gedeeltelijk dooi het werk van den heer W. F. N. van Rootselaar, »Amersfoort 777 1580." Het laatstgenoemde, van onzen ijverigen archivaris, is na tuurlijk het volledigste. Jammer maar, dat het niet verder gaat dan 1580. Ook meenen wij dat door een andere indeeling en meer populaire behandeling van de stof het boek van den heer van Root selaar aan aantrekkelijkheid ge wonnen zou hebben. de volgende Omtrent de Beschrijving van Abraham van Bemmel vinden wij in «Frederiks en van den Branden, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche Let terkunde" (bi. 52) bijzonderheden. Van Bemmel (17031784) was in zijn jonge jaren klerk ter secre tarie geweest waardoor hij gelegen heid had gehad om alle stukken enz. na te zien en waarvan hij ook een vlijtig gebruik heeft gemaakt. 18 Augustus 1760 bood hij zijn werk, gebonden in twee vergulde schildpadden banden den Magi straat aan. Een commissie werd benoemd, om te overleggen op welke wijze en door welk present deze attentie van van Bemmel enoegelijkst zou kunnen worden erkend en beantwoord. Tot leden dier commissie werden benoemd de Schout, Burgemeesteren, voor zittende schepenen, eerste boden, Gameraar en secretaris en in het rapport dat die commissie den 25 Aug. uitbracht, verklaarde zij, dat «alleenlijk tot erkentenisse voor de dedicatie en om het bij zondere genoegen van dezen Raadt te doen blijken een present van gewerkt zilver zoude kunnen wor den geoffereert, waartoe de Heeren hadden gekozen vier kandelaars, twee thecoupen, een tafel-tabaks doos met twee tabaks-confooren." Dit voorstel werd goedgekeurd en het geschenk aan van Bemmel overhandigd. Of dat geschenk uit de gemeente kas of uit de zak der commissie leden betaald werd, weten wij niet. Is het eerste waar, dan moeten de finantiën toen wel bijzonder goed gestaan hebben. Als nu de schrijver van den wandelgidseen dergelijke attentie wil toonen zal hem j>den dank der regeering" worden betuigdtegenwoordig doen wij dat veel goedkooper. juiste zijn. Bij de opgegeven »be-|(vgl. bladz. 35); zij zijn echter Nu nog een enkel woord over het boekje zelf. Een eigenlijke critiek acht ik in dit blad minder op haar plaats, daarom maar een paar opmerkingen. De eischen, die wij aan een wandelgids mogen stellen, zijn, «lat bij is gemakke lijk en bevattelijk. Het moet geen studie-boek, geen wetenschappelijk werk wezen, maar een gemakke lijke handleiding voor iedereen, die het mooie en het bijzondere van stad en omstreken wil zien en kennen- De aandacht moet hier en daar op gevestigd worden en verder moet de wandelaar zelf zijn oogen gebruiken. Een wan delgids moet dus zijn, beknopt en volledig, betrouwbaar in zijn op gaven en gemakkelijk te raad plegen. Dan zal hij aan zijn doel beantwoorden. Voldoet nu de Amersfoortsche gids aan deze voor waarden? Ik geloof van wel. Ver gelijk ik hem met andere derge lijke gidsen dan mag ik hem ge rust naast deze een plaatsje geven Zooals wel te verwachten is zijn er in deze eerste uitgaaf nog en kele onjuistheden, die in een tweeden druk wel zullen verbe terd worden. Maar die onjuistheden zijn niet vele; en ik durf niet zeggen dat er »bedenkelijkezaken" in voor komen. De «Geschiedenis' (bladz. 8) is volledig genoeg. De afleiding van den naam «Amers foort" is vermoed ik, op gezag van den heer van Rootselaar, en die afleiding zal dunkt mij wel de roemde mannen" (bladz. 9) had le schrijver misschien nog eenige namen kunnen bijvoegen, maar het is moeilijk te zeggen bij wien men dan moet ophoudenin ieder geval geeft hij de voornaamsten. Bladz. 33 geloof ik, dat de schrij ver zich vergist en als ik mij wel herinner was het niet Jan van Schaffelaar, deze was al dood, maar Frank, de zoon van David van Bourgondië, die zijn verloofde uit. het klooster wilde bevrijden. De «Schaapherder" van Oltmans waaraan de schrijver herinnert, is daarom voor ons nog aantrek kelijker, omdat een gedeelte van de roman in onze stad speelt en ons een kijkje geeft op Amers foort in een belangrijk stadium van hare ontwikkeling. Een andere vergissing op bladz. 80, waar gezegd wordt, dat Frede- rik Hendrik door de verrassing van Groll Montecuculi tot den terugtocht dwong. Groll (Groenlo) in den achterhoek van Gelderland werd reeds in Aug. 1627 door Frederik Hendrik veroverd, maar de schrijver zal hier Wesel be doelen gelijk hij bladz. 9 het ook goed heeft. Wellicht zijn er nog enkele onjuistheden in, die bij eeri eerste lezing over 't hoofd gezien worden, maar daarom kunnen wij nog niet zeggen dat deze eerste editie «vele onjuistheden in den tekst aankle ven," en een leemte kan ik het niet vinden, dat er van het museum Flehité geen geschiedenis gegeven wordt of een catalogus van de aldaar te vinden voorwerpen. De toegansprijzen voor het museum zijn, toen het boekje waarschijn lijk reeds ter perse was, gewijzigd verlaagd en kunnen dus alleen meevallen. Verder zijn (vgl. bladz. 35) het glazen kastje, met de zich daarin bevindende vergulde sleu tels op kussen, en het groot zegel der gemeente en de twee fraaie drinkbokalen uit de Burgemees terskamer onlangs in bruikleen afgestaan aan Flehité. Wie echter niet wil vitten op dergelijke kleinigheden, alsof die in zoo'n boekje «bij den tegen- woordigen stand der wetenschap niet geduld kunnen worden," zal in dit boekje nog veel van zijn gading vinden en op veel moois en eigenaardigs in stad en om streken gewezen worden. De leden van de Eerste Kamer rijn, naar de StaatsCt. meldt, thans ter ver gadering bijeengeroepen tegen Woensdag 19 Juli 1893, des namiddags ten 3 ure. Mej. A. Plak, geb. Briiheim, geeft in Haarlem's Dagblad uitvoerige mede- deelingerj over een administratief verzuim te Neerbosch, waardoor zij van het over lijden v in haar zoonlje, dat daar werd verpleegd, geen kennis ontving. Het stuk is te uitvoerig om, geljjk de schrijfster verzoekt, in zijn geheel over ie nemen. In Het Oosten deelt de heer van 't Lindehout mede, dat er tot dusver nog niets aan is van zijn dagvaardig voor den rechter van instructie, waarvan enke le bladen melding maakten. Voorts dat de personen, aan wien hij verzocht zich als sommissie van onderzoek te willen constitneeren, hem zijn aangewezen heeren P. J. L. R. Roosmale Nepveu te Doorn H J. Koper te Heesch en mr. F. .1. Kort hals Altes te Amsterdam en ten slotte dat de commissie tot stand gekomen is en zoo spoedig mogelijk haar taak zal aanvaarden. HISTORISCHE NOVELLE VAN 3) EGBERT CAKEESEN. «Goeden morgen, vader I Goeden mor gen, Charles. Hoe maakt het vader, hebt ge goed geslapen? Gij ziet er goed uit. Hoe maakt het dien kwadeD voet Doet hij u heden minder pijn? Buiten is het zoo lief en zonnig. Als gij straks naar den koning rijdt zult gij dat ook ondervinden en de heerlijke lucht zal u gewis verkwikken." Voor dat de graaf nog iets kon ant woorden, trad lord Charles eene stap vooruit en waagde met eene onwellevende buiging: «Hebt gij mü nog verder iets te be velen, vader?" De frissche, vriendelijke komst zijner zuster, had op het gelaat van den jongen man geen verandering te weeg gebracht. Veeleer was het donkerder bij hem ge worden. De morgengroet van Alice scheen hena zelfs niet waard te beandwoorden. »Ik dank u Charles," antwoordde graaf Sunderland, .even het hoofd buigende. En zonder zich verder met zjjn zoon in te laten, die spiakeloos de kamer verliet, wendde hij zich tot zijne doch ter. «Ik gevoel mij geheel goed, Alice," zeide hij, terwijl hij hare magere witte hand, die in de zijne rustte, streelde, «ik gevoel mij beter, dan veel menschen gelooven, die niets anders spreken dan over de jicht van deri ouden Sunderland." «Wie zal u iets kwaads toewenscher., pa? Niemand! Geen mensch komt u te na, of treed u in den weg! Allen moeten instemmen, dat gij goeden raad aan den Koning geeft." «Dat doen zij niet, Alice, o neen, in tegendeel, zij wantrouwen mij, dewijl doch dat is eene erfenis van vroeger jaren, een tijd waai van gij niets weet. Geloof mij, weioig menschen zijn zoo gehaat in de drie vereenigde koninkrijken, dan uw vader, en geen mensch ziet men minder gaarne in de omgeving des konings, dan mij. Ik heb Chailes tusschen hen in willen plaatsen, hij moest tot op zekere hoogte de Whigs als pand -van rnijne trouw dienen; nu hoopte ik, door hem kennis te krijgen en wat er zoo al bij de palijen voorviel; ik wenschte hun plannen, hun voornemen te leeren kennen. Maar hij is zoo ongeschikt, zoo ongeschikt daarvoor, dat er niets met hem is uit te voeren." «Gij hebt hem dit zeer zeker sliaks verweten, pa?" «Ach, ik heb hem de waarheid gezegd, anders zegt niemand die aan hem. Ieder een prijst zijne kennis en rechtschapen heid, de oprechtheid zijner bedoelingen en zijn onberispelijken levenswandel. Daar mede maken zij zjjn hoofd hoe langer hoe meer op hoi!" «Uw gezegden moeten hem diep ge troffen hebben. Ik zag het aar. hem toen ik binnenkwam." De graaf wees mistroostig op het ma nuscript van zijn zoon, dat hij op eene naast zich staande tafel gelegd had. «Nog niet eens kan Ik hem als secre taris gebruiken," vervolgde hij. «En ik heh mij zoo innig in dien strijd verheugd, dat wij te zamen zouden hebben kunnen werken. Ongaarne heb ik met vreemden te doen. Maar hij brengt niets dan holle woorden op het papier. Daarom zal ik naar iemand adres moeten omzien." «Charles heeft nu eenmaal zoo iets afgetrokkens, pa. Waar veel licht is, is ook veel schaduw. Hij leeft zeer eenvou dig, vermijdt alle uitspattingen, die an- deie jongelieden doen en kent slechts den hartstocht zyn boeken en de we tenschap. Wij mollen hem nemen zoo als hij is, wel wat ongemanierd, maar braaf, matig, spaarzaam en overrijk in kennis. Die goede eigenschappen van hem moet gij niet vergeten, als gij be denkt, dat hij ons vaderland daarmee meer voordeel kan aanbrengen, dan indien hij anders ware!" Het uurwerk op der, schoorsteenmantel begon te slaan. «In alle gevallen heeft hij aan u eene goede voorspraak, zeide Sunderland lachende. «Maar ik moet nu aan myn toilet gaan denkenhet is reeds twaalf uur. Tot weerziens, lief kind, bij het diner." III Is er ooit iets zoo vreemds gebeurd?" vraagde zich intusschen degene af, over wien zou even tusschen vader en doch ter gesproken werd. «Is er ooit iets zoo vreemds gebeurd? Omdat ik niet zuip, niet liefderijk, niet verkwistend ben, wordt ik als een boosdoener uitgeschol den door mijn eiren vader, terwijl an dere vaders zich zouden verheugen, als zij een zoon hadden, die verstandig ge noeg was, zich niet in den brandewijn te verdrinken, of zijn geld te lief heeft, om hel niet in het koffiehuis van White te verspelen I Maar is hij wel ooit anders geweest? Heb ik ooit wat goeds kun nen doen? Was niet altijd wat ik deed en zoo als ik het deed, verkeerd? En wat heeft hij dan bereikt, met zijn glad gelaat, met zijn geheel volgbare hofna- tuur? Voor de Stuarts heeft hij gekro pen, met zijn buigzamen rug, zijn lief tallig lachje. Zij maakten hem rijk en groot, en toen het ongeluk over hun huis kwam, verliet hij hun. Thans buigt hij zich voor Oranje, welnu, diens ver trouwen heeft hij ook afgebedeld, maar desniettegenstaande gevoelt hij zich niet zeker. Dat komt van zijn kwaad geweten I Hij weet hoe hij door de Whigs gehaat wordt en daarom zou ik als spion bij hun moeten dienen I Dat kan ik niet Hinc illae la crimaeDaarvan die tra nen! Daarvan die voorwendsels? Ik ben te links, niet br likbaar, zonder menschen- kennis! Ah I en daarbij dan nog die apenliefde voor die pop, voor Alice. Wat heeft dat klein ding dan gedaan, terwijl ik werkte. Gelachen, gedanst, gejubeld I Dat zijn haar verdiensten, daarom is zij de lieveling en ik word gescholden en terzij geschoven; daarom worden al haar wenschen vervuld, terwijl mij iedere guinje nagerekend wordt, die ik voor mijn lievelingen, mijn boeken, uitgeef, terwjjl ik om de kosten voor een sekre-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1