BUITENLAND.
Rechts en links, in lommerrijke tentjes,
hebben zich logeergasten neergezet, die
lectuur of een borduurwerkje tol vooi-
wendsel nemen heerlijk te soezen, lucht
te happen, uit te rusten, kortomhet
dolce far niënte te beoefenen. Na zulk
een uurtje van kalm, stil genot drentelt
gij langzaam, zonder het uitgestrekt ter
rein van het hotel te verlaten, naar be
neden, en zijt in eenige oogenblikken
onder het lommer van den Sterrenberg,
die u op allerlei vergezichten onthaalt,
maar u ten slotte ook langs dat heerlijk
ritselende beekje brengt, dat door zijne
vroolijke, klaterende taal, maar ook door
de heerlijke romantische omgeving beur
telings, aan mooie plekjes in Tliüringer-
of Scharzwald, ook wel aan den Harz
deed denken. Was ik hier wezenlijk in
het hartje van Nederland?
Kolonel Oliphant van het Heilsleger
heeft besloten, Woensdag 2 Aug. weel
een velddag te houden, en wel een Wes-
ter-velddag, op het landgoed Vogelenzang,
daartoe wederom welwillend in gebruik
afgestaan door den beer jhr. Barnaarl.
Ue Wester-Velddag zal hoofdzakelijk
zijn voor personen uit Noord- en Zuid-
Holland en Utrecht, van waar dien dag
extra-treinen zullen ioopen.
Zondag heeft de hartlooper Snoek
zijn aangekondigden tocht naar Utrecht
en terug gehouden. Om 10 uur vei trok
hij van de Nieuwmarkt, hoek St. Anlbo-
niebreestraat, waar het zwart van de men-
schen was. Een paar controleurs volgden
hem de heer J. C. Konz per rijwiel en
de heeren Verwey en Roosnek per rijtuig.
Hij passeerde om 11 u. 1 m. Abcoude,
12 u. Nieuwersluis, om 12 u. 15 m.
Breukelen, om 12 u. 30 m. Maarsen en
kwam om 1 u. 45 m. in de Korte Koe
straat te Utrecht aan. Ben afstand had
hij dus afgelegd in drie uur en drie
kwartier. Een zeer groote menigte be
langstellenden wachtte hem in Utrecht
op. Nu een uur gerust te hebben, ver
trok hij weer om 2 u. 50m. van Utrecht.
Op den terugtocht had hjj met zware
stortregens te kampen. Om 4. 5 m. pas
seerde hij Breukelen, om 4 u. 23 m.
Nieuwersluis, om 4 u. 45 m. Loenen,
om 5 u. 30 m. Baambrugge, om 5 u.
58 m. Abcoude en kwam om 7 u. 25 m.
druipnat op de Nieuwmarkt aan. Bij
zijn aankomst werd de vlag geheschen
en hem namens eenige sportvrienden een
zilveren medaille overhandigd.
Den terugtocht heeft hij dus afgelegd
in vier uur vijfendertig minuten. Hij re
kent door den regen veertig minuten ver
traging te hebben gehad.
Onder de menigte werd nog al zwaar
gewed op den tjjd, die Snoek zou maken.
Te 's-Gravenhage heeft zich een
comité gevormd, dat zich ten doel stelt:
uitbreiding en verbetering der ziekenver
pleging in Nederland, door opleiding van
ziekenverplegers en verpleegsters en hel
uitreiken van diploma's na afgelegd
examen.
Het comité bestaat uit de heeren: dr.
Bouvin, dr. Mastboom, dr. Rcessingh,
dr. Ruijsch, dr. Tellegen, dr. Vinkhuyzen,
dr. Van Weiy en de geneeskundigen, die
in de verschillende inrichtingen les zul
len geven.
De cursus zal drie jaar duren, waar
van één jaar herhalings-cursus, en van
builen de gemeente zullen tot het exa
men dat voor allen zal opengesteld
worden alleen die personen toegela
ten worden, die met goed gevolg een
3jaiigen cursus in een der ziekenhuizen
bullen 's-Gravenhage zullen gevolgd heb
ben.
Tot het examen worden bovendien al
leen toegelaten personen boven 2o en
beneden 40 jaar, van onbesproken gedrag
en die goed gezond zijn.
Het examen zal zoowel theoretisch als
praclisch zjjn en Ioopen over de zieken-
veipleegkuude, het verleenen der eerste
hulp bij ongelukken en de beginselen dei
verband- en inslruinenlenleer, terwijl de
carididaat met eene goed leesbare hand
een ziekenrapport moet kunnen opmaken.
De candidaten moeten ook ingeënt zijn.
Nadere inlichtingen geeft de secretaris
van het comité, dr. Van Wely te 's Hage.
Uit een mededeeling der Prot. Nbr.
over Neerbosch blijkt, dat de commissie,
die zich met het onderzoek heeft belast,
in drie afdeelingen zal gesplitst worden,
eene juridische, eene paedagogische en
eene hygiënische, waardoor de werk
zaamheden van zelf verdeeld worden.
Men stelt zich voor, dat het minstens
drie maanden zal duren, alvorens de rap
porten openbaar gemaakt worden.
Naar men meldt, is het geval van
cholera-achtigen aard, nabij 's Hertogen
bosch voorgekomen, vermoedelijk een ge
val van cholera nostras, zooals die in den
zomer telkenjare sporadisch worden
waargenomen.
«In het Algemeen Verkooplokaal
te Rotterdam had Zondag, de aangekon
digde «Thomson's Thee-Matioée" plaats.
Te half twee werden de deuren geopend
en stroomden de bezoekers de zalen en
tuin binnen, die zij bijna geheel vulden.
Ter opening der matinée speelde een
orkest den Thomson's Puddingmarsch,
terwijl onder de aanwezigen, zoo groote
menschen als kinderen, liederen op de
wijze van Tè-iè-rè-boem-di-jé werden
uitgereikt, waai in de Thomson's Thee
werd verheerlijkt.
Nadat nog eenige muzieknummers
waren uitgevoerd o. a. «der Bettelstu-
dent," wat aller voeten in een stomme
lende beweging bracht, werden onder de
aanwezige kinderen een lOOtal prijzen
verloot. De een ontving een chacot, de
ander een bal, een derde een spoor
wagen, een vierde een kaleidoskoop, een
kruiwagen, een zweep of iets dergelijks.
Dat de gelukkige winnaars in hnn schik
waren, laat zich begrijpen, terwijl de
tombola vaak tot groote hilariteit aan
leiding gaf, vooral wanneer aan een oude
juffrouw, die voor haar klein kind opkwam,
een pop of een trompet werd toegewezen.
Na de uitreiking der prijzen volgden
weder eenige nummers van het orkest,
dat een zeer dankbaar gehoor vond.
Inmiddels werd alles in gereedheid ge
bracht voor de verloting van de eiken
houten theetafels met Delftscb theeservies.
Niet minder dan 7412 verbruikers van
Thomson's «Theevisite" hadden hunne
leege zakjes ingezonden, zoodat er uit
evenveel nummers, voor wier berging
verscheidene theebussen noodig waren
moest worden getrokken.
Bij de loting, welke verricht werd door
de onpartjjdige hand van een jeugdig
meisje, bleek Mevr. F. H. Lindenhovius
te Winterswijk, de gelukkige winster van
de eikenhouten theetafel met Delftscb
thee-servies te zijn.
Het enorme aantal leege zakjes mag
voorzeker pleiten voor de goede qualileit
en het enorme succes, dat de Thee Thom
son merk «Theevisite" bij het publiek
mag ondervinden.
Nog zij opgemerkt dat al deze zakjes
door de Grma bewaard worden voor de
verloting der twee eikenbouten theetafels
met Delftscb theeservies, waarvan één
geëtaleerd bij de firma H. Wille Co.
te Arnhem en het andere bij de firma
A. J. Harte te Utrecht, welke ook spoedig
zullen plaats vinden."
Uit Harlingen wordt gemeld
Zaterdagmiddag begaf zich Tj. Stien-
stra naar het spoorwegstation, kocht eeu
kaartje naar Winschoten, waar hjj voor
nemens was te spreken, en nam plaats
in den treinmaar even vóór het aflui-
den namen bij hem plaats een rijksveld
wachter en een politieagent, die hem aan
kondigden, dat hij de reis voorloopig niet
verder zou voortzetten dan Leeuwarden,
om zijn jaar gevangenisstraf te ondergaan.
Alzoo geschiedde het ook.
Het getal Duitsche grasmaaiers, dat
jaarlijks in den hooitijd in Friesland ver-
bljjf houdt, en twintig jaar geleden nog
2000 3000 bedroeg, is in de laatste
jaren zoodanig verminderd, dat dit jaar
niet meei don 500 in dc provincie zijn
werkzaam gesteld.
De ineesten hunner, die half Juni zijn
overgekomen, zijn in de laatste dagen
vertrokken. De langdurige droogte, waar
van hard gras en gedeeltelijk mislukte
hooi-oogst het gevolg waren, zoomede
de omstandigheid dat op vele boerde-
rjjen dit jaar het grasmaaien door eigen
volk is verricht, zijn oorzaken, dat de
Duitsche grasmaaiers in Friesland over
het algemeen een slecht jaar hebben ge
had en velen hunner zijn vertrokken nog
vódr de maaitijd afgeloopen was.
Aan de postkantoren is thans a 10
cent verkrijgbaar een boekje, betreffende
de postverbindiugen tusschen Amsterdam,
's-Gravenhage en Rotterdam ter eene, en
95 voorname plaatsen in Europa ter an
dere zijde.
In de, den 16. Juli gehouden ver
gadering van den «Bond van Orde door
Hervorming," werd in de eerste plaats
verslag uitgebracht over de pogingen
door eenige afgevaardigden uit het H. B.
aangewend om te 's Gravenhage eene af-
deeling van den Bond op te richten. De
resultaten daarvan waren in zooverie be
vredigend, als zich een genoegzaam aan
tal leden aansloten om eene afdeeling
die minstens 25 leden moet tellen op
te lichten. Besloten werd, dat er pogin
gen gedaan zullen worden om deze af
deeling verder te organiseeren.
Naar aanleiding van de vergadering in
Den Haag gehouden en van den inhoud
van het eerste nummer van «Sta Pali"
werd er lang gediscussieerd over de ver
houding tusschen den Oranjebond van
Orde en den Bond van Orde door Her
vorming. Bijna algemeen waren de leden
van het H. B. van oordeel, dat het zich
moest houden aan zijn vroeger uitgespro
ken protest en eene verdere polemiek
met het bestuur van den Oranjebond on
vruchtbaar en niet wenschelijk zou zijn.
Aan twee der leden was opgedragen
een reglement van een arbeidsraad,
die de afdeelingen volgens art. 10 van
het reglement van den Bond moeten
trachten te vormen, en een arbeidscon
tract te ontwerpen. Beide concepten
werden in deze vergadering ter tafel
gebracht en in hoofdzaak kon zich hel
hoofdbestuur er mee vereenigen. Slechts
weid betwijfeld, ol b. v. in fabriekstreken
de werkgevers te bewegen zullen zijn
met de losse arbeiders de contracten te
sluiten, omdat in dat geval het contract
in de handen van den arbeider een
wapen, maar in die van der, werkgever
onbiuikbaar is. De beide ontwerpen
zullen binnenkort gepubliceerd worden.
Bij koninkljjk besluit is aan den
heer mr. C. Pijnacker Hordijk, op zijn
verzoek, een eervol ontslag verleend als
Gouveneur-Generaal van N.-I., onder
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten, door hem aan den lande bewe
zen, en met bepaling dal voormeld eervol
ontslag gerekend zal worden in te gaan
met den dag, waarop hij de functiën van
Gouveueur-Generaal aan zijnen opvolger
val hebben overgegeven.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot
Gouveneur-Generaal van N.-I., de heer
jhr. C. H. A. van der Wjjck, oud-vice-
president van den Raad van N.-I., met
bepaling, dat hij als zoodanig optreedt
den dag, waarop hij te Batavia zal aan
komen.
De nieuwbenoemde gouverneur-
generaal van Nederlandsch-Indie, de heer
Jhr. C. H. A. van der Wijck, is een man
van groote werkkracht en begaafdheden,
en wat voor Indie bovenal veel zegt,
doorkneed in Indische toestanden. In Indie
geboren, werd hij later naar Nederland
gezonden om daar zijn verdere opvoeding
te voltooien. Te Delft, waar hij studeerde
voor Indisch ambtenaar, was hij reeds
om zijn vlugheid van geest zeer gezien.
In 1858 of 1859 als O. I. ambtenaar
uitgezonden, doorliep hjj de gansche amb
telijke carrière en steeds vervulde hij de
met veelbeteekenend schouderophalen,
«die geschiedenis is te lang. Ik verzoek
u, mylady, schenk mij de gelegenheid
u die onder vier oogen mede te deelen,
dan zult gij de geheele, de volle waarheid
vernemen."
«Geef daarop uw woord als edelman."
«Dat verpand ikl"
»Wanneer is uw werk by mijn vader
afgedaan?"
»In een half uur. Ik heb aan zijn
heerlijkheid slechts deze brieven ter on-
derteekening voor te leggen."
»Welaan, laat u dan bij mij aandienen."
Zij knikte kort en trotsch, terwjjl hij
eerbiedig boog. Maar toen hij alleen
was, wreef hij eenige malen met de hand
over zijn gelaat als moest hij er een te
vreden lachje van wegvegen, en het een
plichtmatige uitdrukking geven, zooals
zijn dienst het vorderde.
Een half uur later stond hjj weder
voor gravin Alice.
«Het eerste wat ik u te zeggen heb,
is, dat ik eei. volgeling van Jakobus ben."
»En dat hebt gij ook geheim gehouden
voor mijn vader riep de gravin verschrikt
uit. Vernemen dat zijn vijanden, werd
het bekend, dat zjjn geheim-secretaris
een Jakobyn is, dan is zijn val zeker!"'
«Zij zullen dat niet vernemen
«Een toeval kan u verraden."
«Dit toeval zou dan tevens mijn dood
vonnis zijn, want ik behoor tot die Ja-
kobijnen, die in den laatsten oorlog op
bevel van uw koning de wapens tegen
den Oranje-overweldiger of zooals
de Whigs het uitdrukken tegen bel
het vaderland hebben opgevat. Wordt
ik bekend, dan verval ik aan de gestreng
heid der wet, dat is: den dood."
«Maar wat kon u bewegen die gevaren
over u en ons huis in te roepen
«Liefde voor u, mylady."
»Sir zelfs uw toestand kaD voor
zulk eene stoutmoedigheid niet tot ver
schooning strekken."
«Mjjne geschiedenis zal het doen. Reeds
voor vier weken, toen dat vonnis over
ons geveld werd, bevond ik mij te Londen.
Van plan, om met nog andere mijner
lotgenooten Engeland te verlaten, voor
en aleer de daarvoor gegunde tijd ver
streken was, zag ik u en mijn lot
was beslist. Uw gelaat verbond mij aan
den engelschen bodem. Ik zocht de ge
legenheid op u meermalen te kunnen
zien, het geluk was mij gunstig, ja ik
vond zelfs eene gelegenheid u een dienst
te kunnen bewijzen. Welke gelukkige
uren heb ik toen te Kensington door
leefd wat was het eene zaligheid voor
mij, u te mogen zien, dezelfde lucht
met u te mogen inademen, u te hooren
spreken, mij aan uwe zijde te bevinden
o, Alice, hoe zal ik u dat beschrijven I
Nu verboodt gij, mjj daar weder te ver-
toonen. Als een doodvonnis zou dien
slag mij hebben moeten treffen, als ik niet
had kunnen gissen wat uwe bedoeling
daarmee was. Ja, Alice, hoe of gij zorg-
det om uw oogen te verbergen, in onbe
waakte oogenblikken heb ik echter door
heD in uw hart gekeken, en wat ik zag,
maakte mij oneindig gelukkig. Gjj kondt
mij wel wegzenden, maar niet voor mij
verbergen, dat gij gunstig over mij oor-
deeldet. En daarom bekreunde ik mij
niet om uw verbod, trachtte ik op nieuw
in uwe nabijheid te komen. Ik vond
spoedig eene gelegenheid. Wykeham,
uws vaders bloedverwant en tegelijk mijns
vaders vriend, vertelde mij, dat de graaf
van Sunderland een secretaris zocht. Ik
verzocht hem, mij aan te bevelen, hij
weigerde, om de onaangenaamheden die er
voor uw vader uit zouden kunnen voort
vloeien. Nu dreigde ik hem mjj zelf aan
de rechters o"er te leveren, en de oude
man, die mij als een zoon beminde, gaf
toe. Zoo ziet gij mij dus hier. Spreek
nu uw vonnis uit. Kan een narlstocht,
welke sterker is dan eenig ander gevoel,
sterker dan de vrees voor den dood, kan
deze mijne liefde verschooning voor mijne
stoutmoedigheid verwerven, schenk mij
hem opgedragen taak met onderscheiding.
O. a. was de héér van der Wijck resi
dent van Tegal en Soerabaja. Later werd
hij benoemd tot lid van den raad van
Nederl. Indie en tsn slotte vervulde hij
er den zetel van vice-president.
Na ongeveer 33 jaar in den Indischen
dienst te hebben doorgebracht, werd hij
in 1892 op zijn verzoek gepensionneerd,
en maakte hij de terugreis naai Neder
land, om echter reeds in den aanvang
van dit jaar weder naar Indie terug te
keeren, thans in zijne paiticulieie hoe
danigheid als commissaris der Pakket
maatschappij.
Nauwelijks heeft hij zijn tnak aldaar
volbracht en is hij pas sedert weinige
dagen in het moederland teruggekeerd,
of reeds is hij bestamd om andeimaal
den oceaan over te steken, om de ge
wichtige betrekking van opperlandvoogd
te gaan vervullen.
Ofschoon de grenzen van den middel
baren leeftijd bijna overschreden heb-
benee, bezit de nieuwe tilulaiis energie
genoeg om nuttig werkzaam te zijn vooi
Iusulinde. Zijn gematigd vooruitstrevende
richting is voldoende waai borg tegen
reactie in de leiding van de overzeescbe
aangelegenheden. De heer Van der Wijck
staat bekend als een warm voorstander
van de bestuurs-decentralisatie op Java.
Nu de legerwet is aangenomen, heeft
keizer Wilhelm reeds Zondag zijne jaar-
lijksche zeereis aanvaard. Eerst gaat de
keizer naar Zweden, dan naar Engeland
en eindelijk naar Helgoland. Eerst in het
midden van Augustus wordt de keizer te
Berlijn terug verwacht. Na de aanne
ming der wel zullen ook de ministers
en ae leden van den Rijksdag zich wel
haasten het warme Berlijn te verlaten
en elders verpoozing te zoeken na den
langdurigen strijd, die de gemoederen in
geheel Duitschland zoo lang in heftige
beroering heeft gehoudan.
Wij ontleenen aan de Tel. het vol
gende artikel over de echtgenoote van
den ijzeren kanselier:
Prinses Von Bismarck is ziek, zeer
ziek; ofschoon de berichten der laatste
dagen iets gunstiger zijn, is men bij
voortduring zeer ongerust op het kasteel
van Frederiksruhe en aan het Duitsche
gezantschap te 's-Gravenhage, waar de
gezant, graaf Von Rantzau, dagelijks
telegrammen ontvangt over den toestand
zijner schoonmoeder.
Prinses Von Bismarck lijdt reeds langen
lijd aan een maagkwaal, waarvoor zij
ieder jaar een kuur maakte te Bad-Hom-
burg, van het tijdstip af dat haar echt
genoot ann de zittingen van den Landdag
te Frankfort deelnam. Daar nu de kwaal
in hevigheid is toegenomen, kan mevrouw
Von Bismarck er niet aan denken op
reis te gaan, en lijdt zij des te meer
aan haar ziekte, r.u zij haar heilzame
kuur verhinderd is te maken.
De echtgenoote van den oud-kanselier
is weinig bekend bij het publiek. Men
weet over het algemeen weinig van de
vrouwen van groote mannen, en prinses
Von Bismarck maakt geen uitzondering
op den regel. Bovendien is zij een dier
vrouwen, die meenen buiten het politieke
leven te moeten bljjven en zich alleen
met haar huishouding te moeten bezig
houden.
Johanna von Puttkammer was nauwe
lijks 23 jaren, toen zij in Juli 1874
huwde met Otto Von Bismarck. Haar
ouders, die tot de conservatieven en de
streng geloovigen behoorden, waren eerst
tegen het huwelijk. Om hen te verschal
ken gebruikte de heer Von Bismarck de
volgende list: toen hij vernomen had,
dat de familie Puttkammer een soi:ée
gaf, ging hij er heen, zonder tot de ge-
noodigden te behooren. Na zijn arm aan
de dochter des huizes te hebben aange
boden, ging Bismarck van groep tot
groep, aan iedereen hun verloving aan
kondigende en er aan toevoegend dat
dan slechts een genadig lachje en sta toe,
dat ik ook verder in uwe nabijheid mag
leven. Mocht het echter eene dwaling
zijn, wat ik meen in uw hart gelezen te
hebben
«O, houdt op, houdt op," viel Alice
hem in de rede, die met stijgenden pols
slag naar zijn verhaal geluisterd had.
«Gij weet niet tot wie gjj spreekt ik
ik ben rehuwd."
De secretaris sprong verschrikt terug.
«Gehuwd I Met wien? Ik heb uw gade
nooit bij u gezien.
«Hebt gij nooit te St. Germain van
den graaf van Clancarty gehoord? Hij
is een lotgenoot van u. Ook hjj vocht
voor koning Jacobus tegen zijn vader
land."
«Maar hjj is ver weg, de zee ligt tus
schen hem en u, voor hem is de grond
van Engeland te heet. Zijne liefde is
niet sterker, dan de vrees voor den dood.
Alice, maak ons beiden niet ongelukkig
om een mensch
«Spreek met achting van mijn gemaal,
sir," onderbrak hem Alice, haar geheele
zielskracht bijeen verzamelende, «Verlaat
onmiddellijk deze kamer, verlaat dit huist
En zien mjjn oogen u nog eenmaal we
der, zoo zal ik hel voor de geheele we
reld verkondigen, wie gij zijt en u aan
de gestrengheid der wetten overleveren."
de soirée was gegeven om deze gelukkige
gebeurtenis te vieren. Men kan zich den
schrik voorstellen der ouders, die uit
vrees voor een schandaal hel nieuws niet
durfden tegenspreken.
Dit was de eerste overwinning behaald
door hem, die eenmsal zou worden de
«IJzeren Kanselier," en wel eene over
winning, die hjj nooit reden heeft gehad
te betreuren. Want zijn huwelijk is voort
durend zeei gelukkig geweest, en in zijn
oogenblikken van tegenspoed heeft de
heer Von Bismarck bjj zijn vrouw altijd
den besten troost gevonden. Mevrouw Von
Bismarck was zoowel een opofferende
echtgenoote, als een bewonderenswaar
dige moeder en wordt geacht door geheel
haar omgeving te Friedrichsruhe, te Var
zin, te Schönhausen en te Berlijn. Behalve
een goede huisvrouw is prinses Von Bis
marck een vrouw van veel geest en een
krachtigen wil. Naar uiterlijk is zij het
echte type der Pommersche zij is daarbij
groot, sterk gebouwd, met witte haren,
die door een Engelsch mutsje zijn gedekt
en heeft een gezicht, dat voortdurende
onrust uitdrukt. Zij is niet mooi meer,
om de eenvoudige reden dat zij nooit
mooi geweest is.
Daar zij beslist in haar meening en
in haar smaak is, houdt prinses Von
Bismarck er niet van tegengesproken te
worden. Misschien heeft zjj die gewoonte
wel van haar echtgenoot overgenomen.
Een voorbeeldzij is zeer bevreesd voor
tocht, en zoodra zij den drempel van een
huis betreedt, beveelt zij, of 't winter
of zomer zij, deuren en vensteis te sluiten.
Aan tafel spreekt mevrouw Bismarck
veel; zij windt zich spoedig op en vertelt
gaarne, en dan altijd zeer vroolijke ver
haaltjes.
De groote vriendin van prinses Von
Bismarck met wie zij iedeien zomer
regelmatig te Homburg samen was, is
barones Willy von Rothschild, wier talent
als componiste bekend is. Wanneer die
dames tusschen twee bezoeken aan de
bron over haar geliefdkoosd ondeiwerp,
de muziek, aan het praten gingen, kwam
er aan het redetwisten geen einde. Booze
tongen zeggen, dat mevrouw Bismarck
even veel verstand heeft van muziek als
haar echtgenoot, wiens afkeer er van
hekend is. Wal daarvan zij, barones Von
Rolhschild verzekeit dat, zoo zjj het al
niet altijd met kaar vriendin eens is,
deze nooit een beroep op haar heeft
behoeven te doen met de woorden: «si
vous n'avez rien me dire
Sedert jaren lijdt prinses Von Bismarck
aan slechte spijsvertering, waaraan tot
nu toe alleen het water van Homburg
eenige beterschap bracht. Dokter Ernest
Schweninger, die naar Fredrichsruhe is
geroepen, gelooft zijn zieke te kunnen
helpen, hoewel bij zich beklaagt, dat zijn
raad niet altijd wordt opgevolgd. Gedu
rende de tien jaren, dat hij prins en
prinses Von Bismarck behandelt, heeft
hij het nooit zoover kunnen brengen,
dat zijne voorschriften werden uitgevoerd.
Dit neemt niet weg, dat de bewoners van
Friedrichsruhe groot vertrouwen in hem
hebben. Toen hij voor de eerste maal
door prins Von Bismarck werd geroepen,
meende dr. Schweninger hem eenige
vragen over zijn vroeger leven te moeten
doen.
«Dat gaat u niet aan," antwoordde de
kanselier toornig, «ik heb u doen komen
om het tegenwoordige en niet het ver-
ledene te verhelper.."
«Als dat het geval is," antwoordde de
geneesheer «raad ik u aan een veearts
te laten roependeze handelt zonder
vragen aan zijn zieken te stellen."
En zijn hoed nemende stond hij op
orn heen te gaan.
Deze uitval beviel Bismarck, die lachend
uitriep: «Maar blijf toch I gij zijt juist
de man, dien ik hebben moet."
Het blijkt dat mevrouw Bismarck stand
vastig weigert afstand te doen van haar
geliefkoosden drank, champagne frappé,
van tot wanhoop van dr. Schweninger en
haar getrouwe gezelschapsdame. Hoewel
zij het nooit heeft bekend, heeft mevrouw
Bismarck zich zeer aangetrokken de dub
bele ongenade van haar echtgenoot en
van haar zoon Herbert, wiens benoeming
tot rijkskanselier zjj zeker waande. Zij heeft
zich nooit over de handeling van keizer
Wilhelm II beklaagd, maar haar omge
ving weet al lang, hoezeer zij zich ver
nederd gevoelt.
Mevrouw Bismarck heeft drie kinderen:
haar dochter, gravin von Rantzau, echt
genoote van den Duitschen gezant te
's-Gravenhage, die daar in de hooge krin
gen zeer is geziengraaf Herbert, haar
oudsten zoon, met wiens huwelijk met
gravin Marie Hoyos zij zeer is ingeno
men, en eindelijk de jongste, Wilhelm
von Bismarck, die steeds landrath in
Hanau is en in uiterlijk bijzonder veel
op zijn vader geljjkt, terwijl graaf Her-
bert de trekken van zijn moeder heeft.
Ook de gezondheid van piins Von Bis
marck is verre van gunstigde oud-kan
selier lijdt in den laatsten tijd veel aan
zijn oude kwaal, aderzwelling, die, hoewel
niet gevaarlijk, toch hoogst pijnlijk is.
Haar gelaatstrekken weerspraken die
krachtvolle woorden niet, het vochtig
oog toonde eerder medeljjden dan berus
ting men las dat in dien vochtigen glans,
men las het in de lijnen om haar mond,
welk een inwendigen strijd die was voor
afgegaan.
(Wordt vervolgd.)