BUITENLAND. Rechts en links, in lommerrijke tentjes, hebben zich logeergasten neergezet, die lectuur of een borduurwerkje tol vooi- wendsel nemen heerlijk te soezen, lucht te happen, uit te rusten, kortomhet dolce far niënte te beoefenen. Na zulk een uurtje van kalm, stil genot drentelt gij langzaam, zonder het uitgestrekt ter rein van het hotel te verlaten, naar be neden, en zijt in eenige oogenblikken onder het lommer van den Sterrenberg, die u op allerlei vergezichten onthaalt, maar u ten slotte ook langs dat heerlijk ritselende beekje brengt, dat door zijne vroolijke, klaterende taal, maar ook door de heerlijke romantische omgeving beur telings, aan mooie plekjes in Tliüringer- of Scharzwald, ook wel aan den Harz deed denken. Was ik hier wezenlijk in het hartje van Nederland? Kolonel Oliphant van het Heilsleger heeft besloten, Woensdag 2 Aug. weel een velddag te houden, en wel een Wes- ter-velddag, op het landgoed Vogelenzang, daartoe wederom welwillend in gebruik afgestaan door den beer jhr. Barnaarl. Ue Wester-Velddag zal hoofdzakelijk zijn voor personen uit Noord- en Zuid- Holland en Utrecht, van waar dien dag extra-treinen zullen ioopen. Zondag heeft de hartlooper Snoek zijn aangekondigden tocht naar Utrecht en terug gehouden. Om 10 uur vei trok hij van de Nieuwmarkt, hoek St. Anlbo- niebreestraat, waar het zwart van de men- schen was. Een paar controleurs volgden hem de heer J. C. Konz per rijwiel en de heeren Verwey en Roosnek per rijtuig. Hij passeerde om 11 u. 1 m. Abcoude, 12 u. Nieuwersluis, om 12 u. 15 m. Breukelen, om 12 u. 30 m. Maarsen en kwam om 1 u. 45 m. in de Korte Koe straat te Utrecht aan. Ben afstand had hij dus afgelegd in drie uur en drie kwartier. Een zeer groote menigte be langstellenden wachtte hem in Utrecht op. Nu een uur gerust te hebben, ver trok hij weer om 2 u. 50m. van Utrecht. Op den terugtocht had hjj met zware stortregens te kampen. Om 4. 5 m. pas seerde hij Breukelen, om 4 u. 23 m. Nieuwersluis, om 4 u. 45 m. Loenen, om 5 u. 30 m. Baambrugge, om 5 u. 58 m. Abcoude en kwam om 7 u. 25 m. druipnat op de Nieuwmarkt aan. Bij zijn aankomst werd de vlag geheschen en hem namens eenige sportvrienden een zilveren medaille overhandigd. Den terugtocht heeft hij dus afgelegd in vier uur vijfendertig minuten. Hij re kent door den regen veertig minuten ver traging te hebben gehad. Onder de menigte werd nog al zwaar gewed op den tjjd, die Snoek zou maken. Te 's-Gravenhage heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel stelt: uitbreiding en verbetering der ziekenver pleging in Nederland, door opleiding van ziekenverplegers en verpleegsters en hel uitreiken van diploma's na afgelegd examen. Het comité bestaat uit de heeren: dr. Bouvin, dr. Mastboom, dr. Rcessingh, dr. Ruijsch, dr. Tellegen, dr. Vinkhuyzen, dr. Van Weiy en de geneeskundigen, die in de verschillende inrichtingen les zul len geven. De cursus zal drie jaar duren, waar van één jaar herhalings-cursus, en van builen de gemeente zullen tot het exa men dat voor allen zal opengesteld worden alleen die personen toegela ten worden, die met goed gevolg een 3jaiigen cursus in een der ziekenhuizen bullen 's-Gravenhage zullen gevolgd heb ben. Tot het examen worden bovendien al leen toegelaten personen boven 2o en beneden 40 jaar, van onbesproken gedrag en die goed gezond zijn. Het examen zal zoowel theoretisch als praclisch zjjn en Ioopen over de zieken- veipleegkuude, het verleenen der eerste hulp bij ongelukken en de beginselen dei verband- en inslruinenlenleer, terwijl de carididaat met eene goed leesbare hand een ziekenrapport moet kunnen opmaken. De candidaten moeten ook ingeënt zijn. Nadere inlichtingen geeft de secretaris van het comité, dr. Van Wely te 's Hage. Uit een mededeeling der Prot. Nbr. over Neerbosch blijkt, dat de commissie, die zich met het onderzoek heeft belast, in drie afdeelingen zal gesplitst worden, eene juridische, eene paedagogische en eene hygiënische, waardoor de werk zaamheden van zelf verdeeld worden. Men stelt zich voor, dat het minstens drie maanden zal duren, alvorens de rap porten openbaar gemaakt worden. Naar men meldt, is het geval van cholera-achtigen aard, nabij 's Hertogen bosch voorgekomen, vermoedelijk een ge val van cholera nostras, zooals die in den zomer telkenjare sporadisch worden waargenomen. «In het Algemeen Verkooplokaal te Rotterdam had Zondag, de aangekon digde «Thomson's Thee-Matioée" plaats. Te half twee werden de deuren geopend en stroomden de bezoekers de zalen en tuin binnen, die zij bijna geheel vulden. Ter opening der matinée speelde een orkest den Thomson's Puddingmarsch, terwijl onder de aanwezigen, zoo groote menschen als kinderen, liederen op de wijze van Tè-iè-rè-boem-di-jé werden uitgereikt, waai in de Thomson's Thee werd verheerlijkt. Nadat nog eenige muzieknummers waren uitgevoerd o. a. «der Bettelstu- dent," wat aller voeten in een stomme lende beweging bracht, werden onder de aanwezige kinderen een lOOtal prijzen verloot. De een ontving een chacot, de ander een bal, een derde een spoor wagen, een vierde een kaleidoskoop, een kruiwagen, een zweep of iets dergelijks. Dat de gelukkige winnaars in hnn schik waren, laat zich begrijpen, terwijl de tombola vaak tot groote hilariteit aan leiding gaf, vooral wanneer aan een oude juffrouw, die voor haar klein kind opkwam, een pop of een trompet werd toegewezen. Na de uitreiking der prijzen volgden weder eenige nummers van het orkest, dat een zeer dankbaar gehoor vond. Inmiddels werd alles in gereedheid ge bracht voor de verloting van de eiken houten theetafels met Delftscb theeservies. Niet minder dan 7412 verbruikers van Thomson's «Theevisite" hadden hunne leege zakjes ingezonden, zoodat er uit evenveel nummers, voor wier berging verscheidene theebussen noodig waren moest worden getrokken. Bij de loting, welke verricht werd door de onpartjjdige hand van een jeugdig meisje, bleek Mevr. F. H. Lindenhovius te Winterswijk, de gelukkige winster van de eikenhouten theetafel met Delftscb thee-servies te zijn. Het enorme aantal leege zakjes mag voorzeker pleiten voor de goede qualileit en het enorme succes, dat de Thee Thom son merk «Theevisite" bij het publiek mag ondervinden. Nog zij opgemerkt dat al deze zakjes door de Grma bewaard worden voor de verloting der twee eikenbouten theetafels met Delftscb theeservies, waarvan één geëtaleerd bij de firma H. Wille Co. te Arnhem en het andere bij de firma A. J. Harte te Utrecht, welke ook spoedig zullen plaats vinden." Uit Harlingen wordt gemeld Zaterdagmiddag begaf zich Tj. Stien- stra naar het spoorwegstation, kocht eeu kaartje naar Winschoten, waar hjj voor nemens was te spreken, en nam plaats in den treinmaar even vóór het aflui- den namen bij hem plaats een rijksveld wachter en een politieagent, die hem aan kondigden, dat hij de reis voorloopig niet verder zou voortzetten dan Leeuwarden, om zijn jaar gevangenisstraf te ondergaan. Alzoo geschiedde het ook. Het getal Duitsche grasmaaiers, dat jaarlijks in den hooitijd in Friesland ver- bljjf houdt, en twintig jaar geleden nog 2000 3000 bedroeg, is in de laatste jaren zoodanig verminderd, dat dit jaar niet meei don 500 in dc provincie zijn werkzaam gesteld. De ineesten hunner, die half Juni zijn overgekomen, zijn in de laatste dagen vertrokken. De langdurige droogte, waar van hard gras en gedeeltelijk mislukte hooi-oogst het gevolg waren, zoomede de omstandigheid dat op vele boerde- rjjen dit jaar het grasmaaien door eigen volk is verricht, zijn oorzaken, dat de Duitsche grasmaaiers in Friesland over het algemeen een slecht jaar hebben ge had en velen hunner zijn vertrokken nog vódr de maaitijd afgeloopen was. Aan de postkantoren is thans a 10 cent verkrijgbaar een boekje, betreffende de postverbindiugen tusschen Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam ter eene, en 95 voorname plaatsen in Europa ter an dere zijde. In de, den 16. Juli gehouden ver gadering van den «Bond van Orde door Hervorming," werd in de eerste plaats verslag uitgebracht over de pogingen door eenige afgevaardigden uit het H. B. aangewend om te 's Gravenhage eene af- deeling van den Bond op te richten. De resultaten daarvan waren in zooverie be vredigend, als zich een genoegzaam aan tal leden aansloten om eene afdeeling die minstens 25 leden moet tellen op te lichten. Besloten werd, dat er pogin gen gedaan zullen worden om deze af deeling verder te organiseeren. Naar aanleiding van de vergadering in Den Haag gehouden en van den inhoud van het eerste nummer van «Sta Pali" werd er lang gediscussieerd over de ver houding tusschen den Oranjebond van Orde en den Bond van Orde door Her vorming. Bijna algemeen waren de leden van het H. B. van oordeel, dat het zich moest houden aan zijn vroeger uitgespro ken protest en eene verdere polemiek met het bestuur van den Oranjebond on vruchtbaar en niet wenschelijk zou zijn. Aan twee der leden was opgedragen een reglement van een arbeidsraad, die de afdeelingen volgens art. 10 van het reglement van den Bond moeten trachten te vormen, en een arbeidscon tract te ontwerpen. Beide concepten werden in deze vergadering ter tafel gebracht en in hoofdzaak kon zich hel hoofdbestuur er mee vereenigen. Slechts weid betwijfeld, ol b. v. in fabriekstreken de werkgevers te bewegen zullen zijn met de losse arbeiders de contracten te sluiten, omdat in dat geval het contract in de handen van den arbeider een wapen, maar in die van der, werkgever onbiuikbaar is. De beide ontwerpen zullen binnenkort gepubliceerd worden. Bij koninkljjk besluit is aan den heer mr. C. Pijnacker Hordijk, op zijn verzoek, een eervol ontslag verleend als Gouveneur-Generaal van N.-I., onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem aan den lande bewe zen, en met bepaling dal voormeld eervol ontslag gerekend zal worden in te gaan met den dag, waarop hij de functiën van Gouveueur-Generaal aan zijnen opvolger val hebben overgegeven. Bij koninklijk besluit is benoemd tot Gouveneur-Generaal van N.-I., de heer jhr. C. H. A. van der Wjjck, oud-vice- president van den Raad van N.-I., met bepaling, dat hij als zoodanig optreedt den dag, waarop hij te Batavia zal aan komen. De nieuwbenoemde gouverneur- generaal van Nederlandsch-Indie, de heer Jhr. C. H. A. van der Wijck, is een man van groote werkkracht en begaafdheden, en wat voor Indie bovenal veel zegt, doorkneed in Indische toestanden. In Indie geboren, werd hij later naar Nederland gezonden om daar zijn verdere opvoeding te voltooien. Te Delft, waar hij studeerde voor Indisch ambtenaar, was hij reeds om zijn vlugheid van geest zeer gezien. In 1858 of 1859 als O. I. ambtenaar uitgezonden, doorliep hjj de gansche amb telijke carrière en steeds vervulde hij de met veelbeteekenend schouderophalen, «die geschiedenis is te lang. Ik verzoek u, mylady, schenk mij de gelegenheid u die onder vier oogen mede te deelen, dan zult gij de geheele, de volle waarheid vernemen." «Geef daarop uw woord als edelman." «Dat verpand ikl" »Wanneer is uw werk by mijn vader afgedaan?" »In een half uur. Ik heb aan zijn heerlijkheid slechts deze brieven ter on- derteekening voor te leggen." »Welaan, laat u dan bij mij aandienen." Zij knikte kort en trotsch, terwjjl hij eerbiedig boog. Maar toen hij alleen was, wreef hij eenige malen met de hand over zijn gelaat als moest hij er een te vreden lachje van wegvegen, en het een plichtmatige uitdrukking geven, zooals zijn dienst het vorderde. Een half uur later stond hjj weder voor gravin Alice. «Het eerste wat ik u te zeggen heb, is, dat ik eei. volgeling van Jakobus ben." »En dat hebt gij ook geheim gehouden voor mijn vader riep de gravin verschrikt uit. Vernemen dat zijn vijanden, werd het bekend, dat zjjn geheim-secretaris een Jakobyn is, dan is zijn val zeker!"' «Zij zullen dat niet vernemen «Een toeval kan u verraden." «Dit toeval zou dan tevens mijn dood vonnis zijn, want ik behoor tot die Ja- kobijnen, die in den laatsten oorlog op bevel van uw koning de wapens tegen den Oranje-overweldiger of zooals de Whigs het uitdrukken tegen bel het vaderland hebben opgevat. Wordt ik bekend, dan verval ik aan de gestreng heid der wet, dat is: den dood." «Maar wat kon u bewegen die gevaren over u en ons huis in te roepen «Liefde voor u, mylady." »Sir zelfs uw toestand kaD voor zulk eene stoutmoedigheid niet tot ver schooning strekken." «Mjjne geschiedenis zal het doen. Reeds voor vier weken, toen dat vonnis over ons geveld werd, bevond ik mij te Londen. Van plan, om met nog andere mijner lotgenooten Engeland te verlaten, voor en aleer de daarvoor gegunde tijd ver streken was, zag ik u en mijn lot was beslist. Uw gelaat verbond mij aan den engelschen bodem. Ik zocht de ge legenheid op u meermalen te kunnen zien, het geluk was mij gunstig, ja ik vond zelfs eene gelegenheid u een dienst te kunnen bewijzen. Welke gelukkige uren heb ik toen te Kensington door leefd wat was het eene zaligheid voor mij, u te mogen zien, dezelfde lucht met u te mogen inademen, u te hooren spreken, mij aan uwe zijde te bevinden o, Alice, hoe zal ik u dat beschrijven I Nu verboodt gij, mjj daar weder te ver- toonen. Als een doodvonnis zou dien slag mij hebben moeten treffen, als ik niet had kunnen gissen wat uwe bedoeling daarmee was. Ja, Alice, hoe of gij zorg- det om uw oogen te verbergen, in onbe waakte oogenblikken heb ik echter door heD in uw hart gekeken, en wat ik zag, maakte mij oneindig gelukkig. Gjj kondt mij wel wegzenden, maar niet voor mij verbergen, dat gij gunstig over mij oor- deeldet. En daarom bekreunde ik mij niet om uw verbod, trachtte ik op nieuw in uwe nabijheid te komen. Ik vond spoedig eene gelegenheid. Wykeham, uws vaders bloedverwant en tegelijk mijns vaders vriend, vertelde mij, dat de graaf van Sunderland een secretaris zocht. Ik verzocht hem, mij aan te bevelen, hij weigerde, om de onaangenaamheden die er voor uw vader uit zouden kunnen voort vloeien. Nu dreigde ik hem mjj zelf aan de rechters o"er te leveren, en de oude man, die mij als een zoon beminde, gaf toe. Zoo ziet gij mij dus hier. Spreek nu uw vonnis uit. Kan een narlstocht, welke sterker is dan eenig ander gevoel, sterker dan de vrees voor den dood, kan deze mijne liefde verschooning voor mijne stoutmoedigheid verwerven, schenk mij hem opgedragen taak met onderscheiding. O. a. was de héér van der Wijck resi dent van Tegal en Soerabaja. Later werd hij benoemd tot lid van den raad van Nederl. Indie en tsn slotte vervulde hij er den zetel van vice-president. Na ongeveer 33 jaar in den Indischen dienst te hebben doorgebracht, werd hij in 1892 op zijn verzoek gepensionneerd, en maakte hij de terugreis naai Neder land, om echter reeds in den aanvang van dit jaar weder naar Indie terug te keeren, thans in zijne paiticulieie hoe danigheid als commissaris der Pakket maatschappij. Nauwelijks heeft hij zijn tnak aldaar volbracht en is hij pas sedert weinige dagen in het moederland teruggekeerd, of reeds is hij bestamd om andeimaal den oceaan over te steken, om de ge wichtige betrekking van opperlandvoogd te gaan vervullen. Ofschoon de grenzen van den middel baren leeftijd bijna overschreden heb- benee, bezit de nieuwe tilulaiis energie genoeg om nuttig werkzaam te zijn vooi Iusulinde. Zijn gematigd vooruitstrevende richting is voldoende waai borg tegen reactie in de leiding van de overzeescbe aangelegenheden. De heer Van der Wijck staat bekend als een warm voorstander van de bestuurs-decentralisatie op Java. Nu de legerwet is aangenomen, heeft keizer Wilhelm reeds Zondag zijne jaar- lijksche zeereis aanvaard. Eerst gaat de keizer naar Zweden, dan naar Engeland en eindelijk naar Helgoland. Eerst in het midden van Augustus wordt de keizer te Berlijn terug verwacht. Na de aanne ming der wel zullen ook de ministers en ae leden van den Rijksdag zich wel haasten het warme Berlijn te verlaten en elders verpoozing te zoeken na den langdurigen strijd, die de gemoederen in geheel Duitschland zoo lang in heftige beroering heeft gehoudan. Wij ontleenen aan de Tel. het vol gende artikel over de echtgenoote van den ijzeren kanselier: Prinses Von Bismarck is ziek, zeer ziek; ofschoon de berichten der laatste dagen iets gunstiger zijn, is men bij voortduring zeer ongerust op het kasteel van Frederiksruhe en aan het Duitsche gezantschap te 's-Gravenhage, waar de gezant, graaf Von Rantzau, dagelijks telegrammen ontvangt over den toestand zijner schoonmoeder. Prinses Von Bismarck lijdt reeds langen lijd aan een maagkwaal, waarvoor zij ieder jaar een kuur maakte te Bad-Hom- burg, van het tijdstip af dat haar echt genoot ann de zittingen van den Landdag te Frankfort deelnam. Daar nu de kwaal in hevigheid is toegenomen, kan mevrouw Von Bismarck er niet aan denken op reis te gaan, en lijdt zij des te meer aan haar ziekte, r.u zij haar heilzame kuur verhinderd is te maken. De echtgenoote van den oud-kanselier is weinig bekend bij het publiek. Men weet over het algemeen weinig van de vrouwen van groote mannen, en prinses Von Bismarck maakt geen uitzondering op den regel. Bovendien is zij een dier vrouwen, die meenen buiten het politieke leven te moeten bljjven en zich alleen met haar huishouding te moeten bezig houden. Johanna von Puttkammer was nauwe lijks 23 jaren, toen zij in Juli 1874 huwde met Otto Von Bismarck. Haar ouders, die tot de conservatieven en de streng geloovigen behoorden, waren eerst tegen het huwelijk. Om hen te verschal ken gebruikte de heer Von Bismarck de volgende list: toen hij vernomen had, dat de familie Puttkammer een soi:ée gaf, ging hij er heen, zonder tot de ge- noodigden te behooren. Na zijn arm aan de dochter des huizes te hebben aange boden, ging Bismarck van groep tot groep, aan iedereen hun verloving aan kondigende en er aan toevoegend dat dan slechts een genadig lachje en sta toe, dat ik ook verder in uwe nabijheid mag leven. Mocht het echter eene dwaling zijn, wat ik meen in uw hart gelezen te hebben «O, houdt op, houdt op," viel Alice hem in de rede, die met stijgenden pols slag naar zijn verhaal geluisterd had. «Gij weet niet tot wie gjj spreekt ik ik ben rehuwd." De secretaris sprong verschrikt terug. «Gehuwd I Met wien? Ik heb uw gade nooit bij u gezien. «Hebt gij nooit te St. Germain van den graaf van Clancarty gehoord? Hij is een lotgenoot van u. Ook hjj vocht voor koning Jacobus tegen zijn vader land." «Maar hjj is ver weg, de zee ligt tus schen hem en u, voor hem is de grond van Engeland te heet. Zijne liefde is niet sterker, dan de vrees voor den dood. Alice, maak ons beiden niet ongelukkig om een mensch «Spreek met achting van mijn gemaal, sir," onderbrak hem Alice, haar geheele zielskracht bijeen verzamelende, «Verlaat onmiddellijk deze kamer, verlaat dit huist En zien mjjn oogen u nog eenmaal we der, zoo zal ik hel voor de geheele we reld verkondigen, wie gij zijt en u aan de gestrengheid der wetten overleveren." de soirée was gegeven om deze gelukkige gebeurtenis te vieren. Men kan zich den schrik voorstellen der ouders, die uit vrees voor een schandaal hel nieuws niet durfden tegenspreken. Dit was de eerste overwinning behaald door hem, die eenmsal zou worden de «IJzeren Kanselier," en wel eene over winning, die hjj nooit reden heeft gehad te betreuren. Want zijn huwelijk is voort durend zeei gelukkig geweest, en in zijn oogenblikken van tegenspoed heeft de heer Von Bismarck bjj zijn vrouw altijd den besten troost gevonden. Mevrouw Von Bismarck was zoowel een opofferende echtgenoote, als een bewonderenswaar dige moeder en wordt geacht door geheel haar omgeving te Friedrichsruhe, te Var zin, te Schönhausen en te Berlijn. Behalve een goede huisvrouw is prinses Von Bis marck een vrouw van veel geest en een krachtigen wil. Naar uiterlijk is zij het echte type der Pommersche zij is daarbij groot, sterk gebouwd, met witte haren, die door een Engelsch mutsje zijn gedekt en heeft een gezicht, dat voortdurende onrust uitdrukt. Zij is niet mooi meer, om de eenvoudige reden dat zij nooit mooi geweest is. Daar zij beslist in haar meening en in haar smaak is, houdt prinses Von Bismarck er niet van tegengesproken te worden. Misschien heeft zjj die gewoonte wel van haar echtgenoot overgenomen. Een voorbeeldzij is zeer bevreesd voor tocht, en zoodra zij den drempel van een huis betreedt, beveelt zij, of 't winter of zomer zij, deuren en vensteis te sluiten. Aan tafel spreekt mevrouw Bismarck veel; zij windt zich spoedig op en vertelt gaarne, en dan altijd zeer vroolijke ver haaltjes. De groote vriendin van prinses Von Bismarck met wie zij iedeien zomer regelmatig te Homburg samen was, is barones Willy von Rothschild, wier talent als componiste bekend is. Wanneer die dames tusschen twee bezoeken aan de bron over haar geliefdkoosd ondeiwerp, de muziek, aan het praten gingen, kwam er aan het redetwisten geen einde. Booze tongen zeggen, dat mevrouw Bismarck even veel verstand heeft van muziek als haar echtgenoot, wiens afkeer er van hekend is. Wal daarvan zij, barones Von Rolhschild verzekeit dat, zoo zjj het al niet altijd met kaar vriendin eens is, deze nooit een beroep op haar heeft behoeven te doen met de woorden: «si vous n'avez rien me dire Sedert jaren lijdt prinses Von Bismarck aan slechte spijsvertering, waaraan tot nu toe alleen het water van Homburg eenige beterschap bracht. Dokter Ernest Schweninger, die naar Fredrichsruhe is geroepen, gelooft zijn zieke te kunnen helpen, hoewel bij zich beklaagt, dat zijn raad niet altijd wordt opgevolgd. Gedu rende de tien jaren, dat hij prins en prinses Von Bismarck behandelt, heeft hij het nooit zoover kunnen brengen, dat zijne voorschriften werden uitgevoerd. Dit neemt niet weg, dat de bewoners van Friedrichsruhe groot vertrouwen in hem hebben. Toen hij voor de eerste maal door prins Von Bismarck werd geroepen, meende dr. Schweninger hem eenige vragen over zijn vroeger leven te moeten doen. «Dat gaat u niet aan," antwoordde de kanselier toornig, «ik heb u doen komen om het tegenwoordige en niet het ver- ledene te verhelper.." «Als dat het geval is," antwoordde de geneesheer «raad ik u aan een veearts te laten roependeze handelt zonder vragen aan zijn zieken te stellen." En zijn hoed nemende stond hij op orn heen te gaan. Deze uitval beviel Bismarck, die lachend uitriep: «Maar blijf toch I gij zijt juist de man, dien ik hebben moet." Het blijkt dat mevrouw Bismarck stand vastig weigert afstand te doen van haar geliefkoosden drank, champagne frappé, van tot wanhoop van dr. Schweninger en haar getrouwe gezelschapsdame. Hoewel zij het nooit heeft bekend, heeft mevrouw Bismarck zich zeer aangetrokken de dub bele ongenade van haar echtgenoot en van haar zoon Herbert, wiens benoeming tot rijkskanselier zjj zeker waande. Zij heeft zich nooit over de handeling van keizer Wilhelm II beklaagd, maar haar omge ving weet al lang, hoezeer zij zich ver nederd gevoelt. Mevrouw Bismarck heeft drie kinderen: haar dochter, gravin von Rantzau, echt genoote van den Duitschen gezant te 's-Gravenhage, die daar in de hooge krin gen zeer is geziengraaf Herbert, haar oudsten zoon, met wiens huwelijk met gravin Marie Hoyos zij zeer is ingeno men, en eindelijk de jongste, Wilhelm von Bismarck, die steeds landrath in Hanau is en in uiterlijk bijzonder veel op zijn vader geljjkt, terwijl graaf Her- bert de trekken van zijn moeder heeft. Ook de gezondheid van piins Von Bis marck is verre van gunstigde oud-kan selier lijdt in den laatsten tijd veel aan zijn oude kwaal, aderzwelling, die, hoewel niet gevaarlijk, toch hoogst pijnlijk is. Haar gelaatstrekken weerspraken die krachtvolle woorden niet, het vochtig oog toonde eerder medeljjden dan berus ting men las dat in dien vochtigen glans, men las het in de lijnen om haar mond, welk een inwendigen strijd die was voor afgegaan. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2