nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
DE L0UVRI
J\o. 65.
Woensdag 16 Augustus 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VOOR
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten.
Feuilleton.
4MEH
E COD
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per poet door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend,
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Koningin en de Koningin-Regen
tes hebben voor een belangrijk bedrag
deelgenomen in de loterij van kunstwer
ken, verbonden aan de driejaarlijksche
tentoonstelling van werken van levende
meesters te 's-Gravenhage.
Over den verderen loop der behan
deling van de kiesrecht-ontwerpen leest
men in de Haagsche kroniek der N. Gr. C.
Als de kleine wetten gereed zijn, Woens
dagmiddag, en men aan art. 1 nadert
van de kieswet, dan zal 't voorstel komen
om weder naar secties te gaan en de
amendementen a tète reposée te onder
zoeken. Het kan ook zijn, dat men daarmee
wacht tot aan het eerste artikel waai op
een amendement is voorgesteld, al ware
het alleen om art. 1 al vast er door te
hebben, als basis, al beteekent dat op
zichzelf weinig. Maar in elk geval het
sectie-onderzoek komt.
De vraag zal alleen zijn of men dadelijk
in de sectiën zal gaan of eerst een poosje
rust nemen. Ik vermoed 'l laatste. De
kans op afdoening der kieswetten vóór
den aanvang der nieuwe zitting is, bij
een nieuw sectie-onderzoek, toch verke
ken. Aan de invoering der wetten met
1 Januari en de verkiezingen op den
grondslag van 't nieuwe kiesrecht, met
Mei of Juni 1894 gelooft niemand meer.
Wat belet dus de Kamer om, nu de zaak
aan de oide is en blijft, alle overhaasting
te vermijden en stillekens in September
a tète jreposée de amendementen, liefst
zoo volledig mogelijk, te onderzoeken,
teneinde dan na de begrootings-campagne
en 't gewone Kerst-reces, dat is in Februari
1894, de discussiën ie hervatten en het
tot eene beslissing te brengen.
Een adres met bijna honderd hand-
teekeningen is van Assen aan den minister
van financiën verzonden, met verzoek om
de plakzegelwet af te schaffen.
Men schrijft uit Amerongen: Jltr.
mr. M. I. Pauw van Wieldrecht heeft de
verklaring, die de centrale anti-revolutio
naire kiesvereeniging in het district Ame
rongen aan hem meende te moeten vragen,
afgelegd, en is nu als candidaat voor de
Prov. Staten gesteld.
De heer B. H. Bertels, van het land
goed De Biezen, te Barneveld, heeft naar
aanleiding van het oordeel van hel Neder-
landsch Landbouw-Comité over zijn stelsel
van landbouw, een schrijven aan genoemd
Comité gezonden, waai bij hij het verwijt
niet voldoende kennis te hebben genomen
van zijn methode, waardoor de voedernood
voor dezen winter nog te bezweeren zou
zijn geweest.
De heer Beitels besluit aldus:
«Wanneer een Landbouw-Comité bij
een crisis als thans, niets doet, en ter
elfder ure opgeschrikt, veel praat, en dan
door de overrompeling in haast te veel
zegt, betgeen hel niet kan verantwoor
den, en een afwachtende houding aanneemt
tot h"t kalf verdronken is, wat mag men
daarvan in gewone omstandigheden ver
wachten? Ik laat dit gaarne ter beant
woording over aan de Landbouw-afdee-
lir.gen.
Leden der landbouw-afdeelingen, die
een afkeurend oordeel hierover uitspre
ken, zal ik gaarne Donderdag 's namiddags
te 2 uren afwachten."
Het terstond na het overlijden van
prof. Buys uitgesproken denkbeeld, om
zijn verspreide politieke opstellen te ver
zamelen en uit te geven, zal, naar men
verneemt, worden verwezenlijkt. Een
tweetal zijner vrienden en geestverwanten
hebben besloten dit werk op zich te
nemen.
Sinds een paar dagen vertoeft in bet
hotel den Ouden Doelen te 's Gravenhage
een Japansch geleerde, den heer Sahei
Ohashi, een der voornaamste uitgevers
in Japan, die een Europeesche reis onder
nam om zijn relatiën uit te breiden en
zich op de hoogte te stellen van hetgeen
in de voornaamste landen van Europa op
het gebied van den boekhandel voorvalt.
De heer Ohashi is eigenaar van Haku-
bunkwan, een huis dat in Tokyo een
twaalftal verschillende dagbladen uitgeeft
en sedert zijn oprichting, nu eenige jaren
geleden, reeds meer dan 2000 werken
op verschillend gebied het licht heeft doen
zien, waarvan sommigen reeds hun 20sten
druk beleven.
Ter drukkerij van de Habununkwan
werken dan ook 6000 werklieden. Deze
Japansche Hachette, die de redactie van
het Haagsche Dagblad op haar bureau
de eer van een bezoek aandeed, gaf een
interessant overzicht van hetgeen zijn
firma alzoo op verschillend gebied heeft
uitgegeven, waarbij het hoofddoel voorop
staat, om door de boekwerken zeer goed
koop uit te geven, nuttige kennis op ver
schillend gebied zoo algemeen mogeiijk
te verspreiden.
Ohashi is klein van postuur, eer stroef
dan levendig van beweging, met den
eigenaardig doordi ingenden oogopslag der
Japanners, niet zeer vlug vreemde talen
sprekende, overigens de type van een
geleerde. Hij was hierheen gekomen uit
Antwerpen. Daar en te Brussel had hij
vele relatiën aangeknoopt en hij hoopte
dat ook hier te lande te doen.
Men is begonnen het terrein te
Oranjewoud (Fr.) voor de nationale mee
ting op Zondag a. s. in gereedheid te
brengen. In het midden wordt eene tri
bune opgericht ter grootte van 100 M'2,
waaraan de banieren en vaandels zulleD
gehecht worden en waarop de muziek
zal plaats nemen. Vier zonsumptietenten
ieder 20 M. lang en 6 M. breed worden
opgeslagen. De optocht met vaandels en
muziek zal te dl uur van Heerenveen
vertrekken, twee muziekkorpsen uit Am
sterdam, ongeveer 50 man sterk zullen
in de stoet plaats nemen. Ook de aftocht
zal op die wijze plaats hebben. De par
tijorganen «Recht voor Allen" en ede
Nieuwe Tijd" zullen dien dag een feest
nummer geven. Het comité heeft van de
volgende personen bericht ontvangen dat
zij bereid zijn als sprekers op te treden
nl. Helsdingen, Spijkman, van Kol, van
Zwnug, Polak, Hermans, van Eemmenes
en mr. Toelstra. Een vrouw zal er het
woord voeren, aan te wijzen door de
«Vrije Vrouwen-vereeniging" te Amster
dam. Uit Amsterdam zal eene stoomboot
aankomen met ongeveer 300 puitijge
nooten.
Nu in de laatste tijd herhaalde
malen in een der plaatselijke bladen pro-
pagande wordt gemaakt van Warner's
Safe Cure, achten wij het niet ongepast
onzen lezers eens mede te deelen, wat
het Maandblad tegen de kwakzalverij van
December 1892 over dit wondermiddel
schrijft.
«Reeds herhaalde malen is door ons,
in dit Maandblad, en ook door anderen,
o. a. door den Gezondheidsraad te Karls
ruhemet kracht gewaarschuwd tegen
Warner'» Safe Cure, kwakzalverijen,
met grooten ophef tegen tallooze ziekten
aanbevolen door H. H. Warner Co.
Limited te Londen.
Ofschoon in Engeland en Duitschland
sterk ge-xploiteerd, bleef tot voor eenige
jaren ons land tamelijk wel verschoond
van de reclame van dit Engelsche middel.
Het is echter an.Iers geworden en thans
heeft ook Nederland met België
de twijfelachtige eer van als exploitatie-
veld voor Warner dienst te doen.
Een brochure in bespottelijk Hol-
landsch geschreven, getiteld: iGenees-
kundig Bundeltje Warner Belang
rijke aanduidingen voor de bewaring
der gezondheid en voor de genezing der
ziekten," wordt op tal van plaatsen in
den lande aan huis toegezonden, 't zij
onder adres, 't zij, waartoe een blaadje
in 't Zuiden zich leende, als hijvoegsel
bij het blad.
In die brochure worden de Warner's
middelen: de eigenlijke Safe Cure en
verder Safe Diabetes Cure, Safe Nervine
en Safe Pills aanbevolen o. a. als on
feilbare geneesmiddelen bij nierziekten,
Bright's ziekte, waterzucht, leverziekten,
galziekten, geelzucht, maagziekten, tus-
schenpoozende koorts, zinkingpijnen, blaas
ziekten, bleekzucht, zweren, algemeene
zwakheid, suikerziekte, schele-en zenuw
achtige hoofdpijn en hij andere ziekten
van geheel verschillenden aard.
Deze aanbeveling is reeds voldoende
om de Warner's middelen te kenmerken.
Het zijn kwakzalvers-middelen,
omdat het onmogelijk is, dat een
ring getal geneesmiddelen onfeilbaar
dienst kan doen tegen tallooze kwalen,
die in oorzaak en in aard zoo geheel van
elkander afwijken.
Het moet toch voor ieder duidelijk zijn
dat het opsommen van al deze kwalen
tot niets anders dient dan om het licht-
geloovig publiek, dat bij een of andere
ongesteldheid zelf meent aar, deze of gene
kwaal te lijden, in Wnrner'» netten te
lokken. De geneesheer is onnoodigniets
is er waartegen de Safe Cure niet onmid
dellijk helpt, dus koopt de middelen
Zoo schrijft de kwakzalver is 't noc
mogelijk, dat er menschen zijn, die aan
zoo iets geloof slaan?
Men denke toch eens ernstig over deze
zaak na en men moet tot de slotsom
komen, dat wat Warner «fc Co. Cd.
beloven, onmogelijk kan worden vervuld,
dat het deze firma dus niet te doen is
om als helpster in den nood op te treden,
maar dat geheel andere beweegredenen,
het eigenbelang der firma (of Maatschap
pij?), hier geheel alleen op den voorgrond
staan.
Waaruit bestaan Warner's middelen
Van enkele is ons de samenstelling he
kend en reeds vroeger medegedeeld. De
z. g. Safe Cure is een werkeloos planten-
aftreksel, vermengd met een weinig sal
peter, glycerine en alcohol, terwijl de
Safe Pills in hoofdzaak bestaan uit het
universeel geneesmiddel van bijna alle
kwakzalvers uit aloë.
Doch die samenstelling doel al weinig
ter zake. Al bestonden Warner's middelen
uit inderdaad sterk geneeskrachtige stof
fen, dan nog zouden zij nooit kunnen
doen waf de fabriekanten beloven, n. I.
allerlei soort verschillende ziekten genezen.
Dit kan toch iedereen begrijpen
meenen wij, en daardoor duidelijk inzien
dat Warner's .Sale Cure een kwak
zalverij is, waartegen niet genoeg kan
worden gewaarschuwd.
En wil men soms op onze waarschu
wing alleen geen acht slaan, men leze
wat de Gezondheidsraad te Karlsruhe
van deze middelen zegts>Wij waarschu-
wen tegen den aankoop van deze nutle-
looze middelen."
Nog enkele opmerkingen ten slotte:
De brochure vermeldt: dat de genees
middelen in alle goede apotheken ver
krijgbaar zijn. Dit is, gelukkig, niet waar.
Voor zoover wij weten heeft nog geen
Nederlandsch apotheker zich zoover ver
geten, dat hij zich tot handlanger van
den Engelschen kwakzalver leent. «Het
algemeen agentschap," ook voor Neder
land, is gevestigd in de groote kwakzal
verskraam van de, ook bij ons, aller
treurigst bekende firma Cn. Delacre
Co., een firma die zelve ook kwakzalve
rijen fabriceert.
Kenmerkend is het fabrieksmerk, waar
door Warner «fc Co., de echtheid van
hunne producten garandeeren, n.l. een
brandkast.
«Lichtgeloovigen, daar gaat uw nutte
loos uitgegeven geld in," schijnt de firma
te zeggen, en ditmaal heeft ze gelijk."
door
L. II.
2) «Zoo, dat wist ik niet," hernam de
hertog; en de beide edellieden, de groote
fransche hertog en de kleine duitsche
vrijheer, waren mooi op weg om zich
op het binnenhof van de Louvre te gaan
verdiepen in een gesprek over de heral
diek, die daar ter plaatse wel is waar
een zeer voorname rol speelde, maar
toch niets te maken had met het doel
van hun tocht.
«Maar wjj moeten naar mademoniselle
Marie-Rose, baron," viel de hertog zich
zelve lachend in de rede. De vrijheer
vertrok den mond een weinigdie fransche
titel van baron stond hem niet aanmaar
de hertog gedroeg zich zoo geheel als
een echt cavalier, dat hij dien onaange-
namen indruk spoedig te boven kwam.
«Het verbaast mij," sprak hij, «dat
Roosje Eberwien, zooals wij haar te huis
altjjd noemden, zoo bekend is bij hertogen
en pairs."
Het scheen wel dat er iets min of
meer wantrouwends in zijn toon lag, dat
den fijngevoeligen franschen edelman
terstond opviel en hem deed antwoorden
«Het gansche hof kent mademoiselle en
acht haar hoog, de koning niet uitge
zonderden weet gjj waarom, mijnheer
Omdat mademoiselle wel menigen aan
bidder, maar nog nooit een minnaar
gehad heeft, en dat komt in Parijs niet
dikwijls voor."
Wiehe haalde ruimer adem. «Is Roosje
overigens geheel francaise geworden, of
spreekt zij ook nog duitsch?" vroeg hij
verder.
Wederom glimlachte de hertog. «Dat
zult gij zelf moeten beoordeelen. Wij
zullen ntt hier den grooten trap van Hen
drik II. opgaan, en ons dan naar de
vertrekken van madame Dangeau begeven,
tot wier omgeving mademoiselle eigenlijk
behoort."
«Madame Dangeau is ook eene land-
genoote van mij," merkte Wiehe aan.
De hertog knikte. «En eene, waarop
gij eveneens trotsch moogt zijn," hernam
hij. «Men krijgt waarlijk hoogachting
voor de duitsche vrouwen."
«Ik dacht dat men in Parijs de deugd
vervelend vond."
De hertog haalde de schouders op.
«Wat zal ik u zeggen, mijn waarde, als
men zich niet voor haar schamen wil,
moet men op haar schelden. Ik ben de
zoon eener edele moeder en ik heb twee
lieve zusters, daarom kan ik haar nog
oprecht bewonderen."
De blauwe oogen van den zwitscher
keken weder vol verbazing in het rond
naar de breede trappen en gangen.
«Daar links zijn de staatsiekamers,"
sprak de hertog; «wij moeten rechts
gaan."
Al pratende groette hij hier en daar
met de hand of met een knikje de overal
wachthoudende zwitsers of een den trap
afkomende edelman. Ook eene zeer
schoone vrouw daalde met den bngen
sleep over den arm, en door eeDige
edelvrouwen gevolgd, den trap af. Zij
was niet jong meer, maar hare houding
was nog even gebiedend, de blik der
schoone oogen nog even fonkelend van
geest en leven als vroeger.
De hertog bleef staan en groette. Kurt
volgde zijn voorbeeld, als verblind door
de schoonheid der dame, die met eene
uitdrukking van toorn, ja bijna van min
achting het tweetal aanzag.
«Vroeger hebt gij mij nooit gegroet,
hertog," sprak zij in het voorbijgaan op
scherpen toon «aan uw groet zie ik dat
mijn tijd voorbij 's-"
«Voor den vluchtende vijand bouwt
men een gouden brug, madame," hernam
Larouchefoucauld met ijskoude beleefd
heid; de dame ruischte voorbij.
«Dat was madame MontespaD I" sprak de
hertog tot zijn geleider; «zij is bij den
koning in ongenade gevallen."
En deze dame?" vroeg Kurt, op eene
jongere vrouw wijzend, die aan den arm
van een cavalier den trap afkwam en
wier schoonheid bijna nog verblindender
was dan die van madame de Montespan.
«Dat is madame Adelaide de Routhiers,
wier verhouding tot deu hertog d'Harcourt
algemeen bekend is die heer naast
haar is haar echtgenoot."
Op hetzelfde oogenblik wendde de
dame het hoofd om, haar lange zwarte
lokken kronkelden langs hals en schouders
en zij zag Kurt met haar donkere oogen
zoo uitdagend aan, dat hij daar zichtbaar
van ontstelde.
De hertog lachte. «Heeft de Jonquille
u verschrikt gemaakt met haar vuiige
liefdesblikken?" vroeg hij, toen dedarne
uit het gezicht was
«De Jonquille?" sprak Kurt verwonderd.
«Zoo noemen wij haar," hernam de
franschman, «omdat hare nabijheid eene
bedwelmende uitwerking heeft, evenals
de geur van die bloem. Ook haar man
weet zij telkens weer te betooveren, hoe
goed hij haar ook kent. Gij wordt hier
op den trap waarlijk reeds in allerlei
Louvre-gelieimen ingewijd."
«Ik begrijp niets van al die toestanden,"
gaf de du tscher ten antwoord; maar de
vlummenblik der Jonquille brandde hem
nog in de ziel.
«Dat kan ik mij best voorstellen," her
nam de hertog: «maar gij zult het wel
leeren, dat gaat hier in Parijs maar al
te gemakkelijk," en er was by die
woorden iets weemoedigs in zijne stem.
Zij waren nu bij eeti smallen gang
gekomen, de hertog bleef staan.
«Hier zijn de vertrekken van madame
Dangeau," spiak hij; «deze gang voeit
waarschijnlijk naar uw landgenoote, maar
ik ben hier «au bout de mon latin."
Zeg eens, vriendje I"
Deze woorden golden een bediende,
die juist ie voorschijn trad en voor den
aanzienlijken heer eerbiedig boog. Op
diens vraag naar mademoiselle Marie-Rose
ging hij het tweetal zwijgend voor, hoe
wel zich, in weerwil van de strenge tucht
waaraan de bedienden gewend waren,
een lichte trek van verwondering opzijn
gelaat vertoonde.
De trappen en gangen, waar de hoeren
zich nu bevonden, waren veel smaller,
en Kurt begreep hoe het kwam dat de
hertog het spoor bijster raakte; het
koninklijke paleis was eene st-id op zich
zelf en hij kon nu ook heel goed gelooven