Ingezonden.
Op den roes, waarin de 200.000
trekkers in de landstreek der Tschero-
keezen verkeerden in hun jacht op bezit
van het prijsgegeven regeenngsland, is
snel de ontnuchtering gevolgd. Er waren
slechts ongeveer 37.000, die land konden
bemachtigen, zoodat ongeveer de helft
der indringers (met inbegrip van familie
leden) konden worden bevredigd, waar
tegenover staat dat de tallooze stukken
land in de verschillende stadsdeeleu
hunne bezitters niet van voedsel kunnen
voorzien. Bovendien blijkt ruim de helft
van het akkerland zoo dor en onbebouw-
baar te zijn, dat zelfs een groot deel
van hen, die land hebben kunnen be-
meesteren, op een onaangename manier
van hunne ïllusieën beroofd zyn. Het
beloofde land heeft zijn beloften niet
gehouden.
Kan misschien eerst na geruimen tyd
zjjn vruchtbaarheid blijken te bestaan,
op het oogenblik is „Tscherokezen Strip"
nog de treurigste landstreek, die men
zich kan voorstellen. De onmatige hitte,
die reeds bijna 2 maanden onafgebroken
aanhoudt, heeft den bodem dor gemaakt
en de meeste der vroeger niet al te rjjke
bronnen doen verdrogen.
Alle levensmiddelen moet men zich
uit de naburige staten verschaffen en op
sommige plaatsen is er zoo weinig voor
handen, dat een gewoon brood/X.20 en
een pond ham J 2.40 kost. Reeds een
dag na het trekken namen duizenden
den terugtocht aan. Arkansas City was
spoedig de verzamelplaats eener groote
menigte, die gelukkig was het beloofde
land weder achter zich te hebben. De
dokters hebben de handen vol met het
verplegen van honderde gewonden, die
in net gedrang armen of beenen gebro
ken of ander zwaar letsel geleden heb
ben. Alle, waaronder talrijke extra-
treinen, zijn met terugkeerende trekkers
gevuld. Een niet al te bemiddelde
nederzetting uit Illinois, te voet in den
Strip doorgedrongen, was te laat geko
men, had geen enkel goed stuk land
meer vry gevonden en keerde in den
treurigsten toestand naar Kansas City
terug.
In Greenwich heerscht in de laat
ste dagen een zonderlinge ziekte, welke
genoemd wordt de Greenwich-epidemie."
Verschillende doctoren hebben deze
ziekte onderzocht, doch niemand heeft
kunnen ontdekken wat het is. Wel heeft
het bactereologisch onderzoek eenige
gelijkenis met cholera doen vermoeden,
doch een juiste oplossing heeft men nog
niet gekregen.
De ziekte is uitgebroken in het werk
huis te Greenwich. Den eersten dag
telde men reeds 150 lijders en dagelijks
vermeerderde het aantal. Eergister telde
men nag acht nieuwe gevallen, doch het
aantal sterfgevallen is gering. Ook het
rapport, uitgebracht door het Local Go
vernment Board, zegt, dat in geen enkel
geval bewezen is, dat er cholera aan
wezig was.
De laatste gevallen zyn van zeer
lichten aard.
Men heeft onderzocht of misschien
ook iemand in de inrichting toegelaten
was, die op een besmette plaats ver
toefd had, doch dit bleek niet het geval
te zyn. Enkele bewoners van het armen
huis hadden hunne vrienden in de buurt
bezochtby deze laatsten zyn nu goot-
steenen en privaten ontsmet. Voor zoo
ver den geneesheeren bekend was, had
de epidemie zich niet uitgebreid in de
nabuurschap. Het aantal gevallen is
echter zeer groot.
Wanneer het Amerikaansche stoom
schip New-York een enkelen dag met
volle kracht stoomt, dan verbrandt het
meer steenkolen dan in een huisgezin
dat 10 ton per winter gebruikt, in 33
jaar wordt verstookt.
Te Utrecht is door de politie ge
arresteerd een naaister, die ten nadeele
van een dame, by wie zij had gewerkt,
met valsche sleutels een belangrijke som
aan bank- en muntpapier uit verschil
lende kasten moet hebben ontvreemd.
By hare aanhouding werd nog een be
drag van f 145, daarvan afkomstig, op
haar bevonden.
Het officierscorps van een klein
garnizoenstadje kreeg twist met den
eenigen restauratiehouder, welken het
stadje bezat. De restauratiehouder wei
gerde daarom, de officieren langer by
zich aan tafel te hebben. Het gevolg
daarvan is, zooals een bericht luidt in
de courant welke dat garnizoenstadje
bezit, „dat de officieren zich thans door de
vrouw van den cantine-baas moeten laten
koken."
Uit Jackson (Michigan) in Noord-
Amerika wordt weer, dd. 13 October,
bericht van een groot spoorweg-ongeluk.
Twee treinen met pleizierreizigers stieten
op elkander en werden verbrijzeld. De
eene trein stond aan het station, terwijl
de andere, van welken de machinist het
bestuur had verloren, met een snelheid
van 40 mijlen in het uur kwam aan
snellen, en van den eersten alle wagons
naar de beide kanten van den weg slin
gerde. Negen wagens werden geheel
verbrijzeld, de locomotief sprong in stuk
ben. Zooals gezegd is voerden de treinen
honderden pleizierreizigers mede en het
is te verwonderen, dat hel verlies aan
meiischenlevens niet grooter is geweest
18 personen werden terstond gedood en
34 gewond, waaronder velen levensge
vaarlijk.
hen Nederlunder, sedert geruimen
tijd gevestigd in Engeland, bezit op zijn
landgoed dat in het zuiden van dat land
en verscheidene uren sporens van Londe
gelegen is, eenen Irish terrier, die zich
zeer aan hem gehecht heeft. Vooreenigen
tijd in zijne woning te Londen terugge
keerd, vernam hij op eenen ochtend een
hevig geblaf voor het huis en onze land
genoot vond toen zijn trouwen hond in
deerniswaardigen toestand daar buiten
staan. Het geval helderde zich op, toen
een paar dagen later een ambtenaar der
spoorwegmaatschappij een plaatskaartj
le klasse kwam reclameeren en op de
vraag van onzen landgenoot waarvoor
dit diende, antwoordde, dat de hond op
den bewusten dag in een coupé le klasse
plaats had genomen en daaruit niet te
verwijderen was geweest. Daar het ge
oorloofd is in Engeland met honden te
reizen en men den hond herkende, die
steeds zijn meester naar den trein had
gebracht, liet men hem in den coupé
verblijven. Te Londen gekomen, had het
dier, dat nooit naar Londen was meege
nomen, het huis van zijnen meester
weten te vinden, ofschoon het een uur
rijdens van het station verwijderd is.
Het zal Zondag a. s. vijftig jaren ge
leden zijn dat koning Albert van Saksen
bij het leger werd ingedeeld. Bij die ge
legenheid zal keizer Wilhelm den konink
lijken jubilaris, die in 1866 tot de vijanden
van Pruisen behoorde, persoonlijk gaan
gelukwenschen. De keizer zal vergezeld
zijn van den jongstan luitenant van hel
Saksische leger, den Duitschen kroonprins,
die elf jaar oud is. Tal van Duitsche
vorsten en een vertegenwoordiger van
keizer Franz Jozeph van Oostenrijk zullen
eveneens bij den koning hun opwachting
maken.
Men weet dat de koning van Saksen
een der beste bevelhebbers uit het Duit
sche leger is. In tijd van oorlog zal hem
een gewichtige taak worden opgedragen
in een veldtocht tegen Rusland voert hy
het bevel over een gemengd Duitsch-Oos-
tenrijksch leger. De rest van het Oosten-
rijksche leger staat onder bevel van aarts
hertog Albert, den overwinnaar van
Custozza.
Dat juist thans, bij de feesten ter eere
der Russiche gasten in Frankrijk aan den
feestdag van koning Albert zooveel be-
teekenis gehecht wordt, acht het Journal
de Bruxelles niet zonder belang.
Een Hollandsche held van tien jaar.
Onder dit opschrift deelen de Engel-
sche bladen het volgende heldenfeit mede
van den kleinzoon van een sold Dutchman,"
een Zuid-Afrikaner van Hollandsche af
komst, die zyn grond in de Kaapkolonie
verkocht en zich in Mashonaland geves
tigd had.
Onlangs vond een arbeider van den
Hollander een der ossen dood, terwijl het
een of andere wilde dier een gedeelte van
het vleesch verslonden had. Toen hij zijn
baas dit bericht bracht, wilde deze het
verhaal niet gelooven hij nam zijn geweer
en begaf zich met zijn kleinzoon naar de
weide, waar hij zag, dat het verhaal waar
heid bevatte. Dadelijk zocht hij naar een
spoor van het wilde dier; hij kon echter
niets vinden, totdat zijn kleinzoon opmerk
te, dat de «schelm" wel achter gindschen
mierenhoop kon verborgen zijn. Achter
de mierenhoop bevond zich een boschje.
Terwjjl de oude man zich omwendde om
de takken der boomen uiteen te buigen,
besprong hem een prachtige leeuwin van
achteren.
Hij viel, de leeuwin sloeg hare tanden
in zyn linkerschouder. Het geweer van
den man lag dwars onder zijn lichaam,
En wat deed nu de kleinzoon? Hij liep
niet weg en begon nog veel minder te
schreeuwen. Het tienjarig kind wierp
zich op den grond, schoof op den buik
zoover naar het lichaam van zijn groot
vader, totdat hij het geweer kon grijpen,
trok dit naar zich toe, stond op, zag de
lading na, legde aan, mikte bedaard
en drukte los. Hy trof het dier in de
zijde, de leeuwin stond half ophaar wild
gebrul maakte den knaap zenuwachtig.
Toch laadde hij het geweer zorgvuldig
na een paar stappen achterwaarts gedaan
te hebben; hij schoot opnieuw en had
het geluk het dier in het hart te treffen.
Inboorlingen, die op het geluid der scho
ten kwamen toesnellen, brachten den
zwaar gewonden man naar het tijdelyk
hospitaal, waar deze de gebeurtenis ver
haalde aan een oppasser, die voor de
waarheid van het feit instaat.
Een hevige brand brak in den
nacht van Zondag op Maandag te Saint-
Denis uit in de uitgestrekte werkplaatsen
de «Compagnie générale de construction."
Deze fabriék, die met hare werkplaatsen
een oppervlakte van verscheidene hectaren
bedekt, is geheel vernield.
Tegen half één ontdekte een nacht
wakker, dat er vlammetjes langs het dak
de verversweikplaats speelden. Hij luidde
onmiddelijk de alarmklok, doch nog vóór
de brandweer van de fabriek op de plaats
aanwezig was, sloegen de vlammen reeds
van alle kanten uit het gebouw. Het
vuur weid krachtig gevoed door de groote
hoeveelheden terpentijn en vernis, die i
de weikplaatsen aanwezig waren, en
breidde zich met zulk een snelheid ui
dat de vier compagnieën van de brand
weer, die onmiddelijk uil Saint-Denis
waren ontboden, onmachtig bleken den
brand te overmeesteren.
Spoedig werd het hoofdgebouw aange
tast en stond de montage-werkplaats in
brand deze werkplaats bestaat uit ee
reusachtige hal van 150 meters lengte
35 meters breedte en 25 meters hoogte
daar waren 60 bijra afgewerkte spoor
weg-waggons geborgen, waaronder 30
«sleeping-cars" en restauratiewagens.
De brandweer uit Parijs was intusschen
aangekomen; de stoompompen van de
Rue Marc en de Rue Chat- au Landon
namen weldra aan het blusschingswetli
deel. Dit moest zich echter bepalen tot
een beperking van het vuur, zooveel dit
mogelijk was, en tot het blusschen van
kleinere branden, die op andere plaatsen
ontstonden tengevolge van neervallend
brandende stukken hout en vonken.
Ten 5 ure in den ochtend was de brand
nog niet bedwongen; een ingenieur der
Maatschappij verklaarde, dat de toen reed
geleden verliezen op 3 millioen francs
waren te schatten. Persoonlijke onge
lukken kwamen niet voor.
Te Parijs op de groote boulevards was
de vuurgloed door den brand veroorzaakt
zoo sterk dat men aan een brand van
de stellingen om de kerk van het Heilige
Hart op Montmartre of van de groote
rijtuigenbergplaats op de Boulevard de
Clichy dacht.
Eene brutale juweelen-diefstal heeft
voor een paar dagen te Antwerpen plaats
gehad. Zaterdagavond traden een paar
elegant gekleede heeren een juweliers
winkel op de Schoenmarkt binnen en
zeiden, dat zij eenige sieraden wilden
koopen. Terwijl de vrouw van den ju
weiier, die alleen thuis was, de aange
wezen voorwerpen uit de winkelkast
haalde, grepen zij eene groote hoeveel
heid ringen en armbanden, ter waarde
van ongeveer 40.000 francs en wilden
daarmade ili- winkel uit. Zoodra de vrouw
zag wat er gebeuid was, waatschuwde
zij de politie; zij wist te verteller, dat de
heeren waarschijnlijk Engelschen waren
tenminste naar hun uitspraak te oordee-
len.
Dit bracht de politie op het denkbeeld
de stations en spoorwegcoupé 's te doen
bewaken, en denzelfden avond werden de
beide heeren gevonden in den trein van
Brussel naar Calais, waar zij in een coupé
eerste klasse hadden plaats genomen.
Zij werden gearresteerd en naar het poli
tiebureau gebracht, waar bijna alle ge
stolen voorwerpen bij hen gevonden
werden.
Een van de beide gauwdieven bleek
eene oude bekende te zijn, Walter Frank
lin, een gevaarlyke internationale bandiet.
De Brusselsche politie zocht hem reeds
geruimen tijd, daar hij wegens deelname
aan een diefstal van diamanten werd ver
dacht.
Prins Hendrik van Pruisen, de
broeder van den Duitschen keizer, bevond
zich onlangs met zjjn hofmaarschalk op
jacht in de nabijheid van een dorpje bij
Kiel. Bij het afzoeken van een stuk
land verscheen plotseling de boer en
verbood den heeren het loopen op zijn
land. Na lang over- en weerpraten bracht
de prins den ouden man eindelijk tot
bedaren en nam hem mede naar een in
de nabijheid gelegen koffiehuis, om hem
een glas bier aan te bieden. Toen de
boer gedronken had, vroeg hij den prins
«Nou, zeg nou ereis wie ben je nou
eigenlijk?" «Ik,antwoordde de prirs,
«ik ben prins Hendrik en deze is mijn
hofmaarschalk." «Wat," zeide de boer,
«prins Hendrik? Nou, dan geef ik er
ook nog eentje," en hij tracteerde den
prins.
Bij een tochtje in de omgeving van
Kiel nam prins Hendrik met zijn metgezel
de koffie in een dorpsherberg. Kort nadat
zij weer vertrokken waren kwam een
boerenvrouw in diezelfde herberg en zei
tot de waardin: «Weet je wel wie die
heeren waren?" «Neen!" zeide de
waardin «wie dan?" «Wel, prins
Hendrik met zijn adjudantI" «Wat?"
riep de waardin uit. «Had ik dat maar
geweten, dan had ik twee Mark voor de
koffie gevraagd!"
LEGER DES HEILS.
In zake: HET „VERBORGEN" MEISJE.
Geachte Redactie I
In verband met de twee brieven om
trent bovengenoemde zaak, voorkomende
in het N. v. d. D. van 29 September
en de Kamper Courant van 12 October,
welke hierna door verschillende nieuws
bladen zijn overgenomen, wensch ik
nadrukkelijk te verklaren, dat deze aan
tijgingen tegen mij als Leider van het
Leger des Heils in Nederland, n. I.
dat ik zou aansprakelijkzijn v voor
de verdwijning der minderjarige," en
sdat ik een leugenaar in publieke ge
schriften zou zijn," niet slechts valsch
maar, ook laslerijk en strafbaar zijn.
Gij zult het mij niet ten kwade duiden
dat ik deze beschuldigingen eenigszins
wijdloopig beantwoord.
Sedert het verschijnen van de boven
vermelde blieven, heb ik een onderzoek
ingesteld naar de omstandigheden en kan
nu de volgende bijzonderheden daarom
trent mededeelen.
Ten eerste wensch ik de aandacht er
op le vestigen, dat de lange brief voor
komende in de Kampei Cour. van 12
Oct. en waarvan somnngu nieuwsbladen
gemeld hebben, dat die door de familie
geschreven is, in werkelijkheid slechts
afkomstig is van de drie zonen van wed
M., waarvan twee minderjarig zijn, ter
wijl de meerderjarige en een minderja
rige de eenige leden der familie zijn, die
bij de moeder in huis zijn.
Nu zegt de meerderjarige zuster J. M
(zieken-verpleegster), in haar ingezonden
stuk in het N. v. d. D. van 7 Oct., dat
haar minderjarige zuster van huis gevlucht
is, omdat zij syedurende geruimen tijd
thuis werd mishandeld, een feit, waar
mede de Kamper politie bekend is:
Zij is dus niet gevlucht om zich aan
te sluiten bij het Leger des Heils, waar
van zij geen lid is, noch ooit was. maar
eenvoudig om de bescherming harer vier
zusters te zoeken, welke allen meerder
jarig zijn, en waarvan één Officier is in
het Leger des Heils. Deze vier zusters
zijn allen volkomen met de omstandig
heden van dit geval bekend en hebben
diep medelijden en innige symphatie met
hare jongere zuster.
Deze zusters zeggen, dat wat ook hare
verhouding is tot het vermiste meisje
sedert haar vlucht, zij geheel en al in
die zaak handelen volgen haar geweten
en dat zjj niets anders beoogen, dan het
welzijn en belang van de minderjarige
en van de familie in het algemeen.
Ongetwijfeld zal nu een ieder wel be
grijper., waarom ik onder bovenvermelde
omstandigheden niet gemeend heb, al
wate dit mij mogelijk geweest, pressie
te mogen uitoefenen op de houding der
meerderjarige bloedverwanten, of daartoe
onze organisatie aanstonds beschikbaar
te stellen, vooral omdat de politie er
mede gemengd is.
Daarom wensch ik er nog eens uit
drukkelijk de aandacht op te vestigen
1.
Ik ben niet taansprakeltjk voor de
verdwijning van de minderjarige
2. zelfs haar zusters, tot wie zij vluchtte,
wisten voordat zij tot haar kwam,
niets ervan dal zij zou wegloopen;
3. ik ben in het geheel niet betrokken
geweest in het verbergen van het
meisje en evenmin heeft eenig Officier
van het Leger des Heils met mijn
medeweten of toestemming, dat ge
daan
4. integendeel heb ik aan mijn Officie
ren instructies gezonden, dat zij niets
met deze zaak moesten te doen
hebben.
Dat het mogelijk geweest is, om den
naam van het Legei des Heils in deze
zaak te betrekken, heeft de volgende
oorzaak
Toen de minderjarige van huis weg
liep, vluchtte zij naar die zuster, welke
Officier van het Leger des Heils is eu
die toeu ter tijde, onder Ensign Beckett,
Kapitein was in de Kweekschool voor
vrouwelijke officieren te Amsterdam, waar
zij met haar zuster, daar zij anders geen
onderdak had, den nacht doorbracht. Dit
was geheel buiten mijn weten en dus
geheel zonder mijn toestemming, terwijl
ten overvloede de politie nog niet naar
haar zocht, en Kapitein Modders niet de
minste gedachte had, dat zij komen zou.
Naar ik thans eerst vernomen heb,
stelde de minderjarige zich den volgen
den dag onder de hoede van haar meer
derjarige zuster J. M. (zie N. v. d. D.
7 Oct.) die verpleegster is in Rotterdam,
en die zooals zij in dat stuk zegt, sedert
dien tijd «voortdurend bekend geweest
is met haar verblijfplaats."
Laat mij hierbij opmerken, dat het
even dwaas zou zijn, om de Commissie,
onder wier toezicht de eene zuster als
verpleegster werkzaam is, aansprakelijk
te stellen voor de verdwijning van de
minderjarige, als het is om het Leger
des Heils daarvan te beschuldigen, om
dat de andere zuster daarin werk
zaam is.
Het is en was niets anders dan een
eenvoudige familiekwestie, en beide zus
ters handelen geheel en al op eigen ver
antwoordelijkheid en als vrij Nederland-
sche burgeressen.
Ens. Tjaden, die ook in deze zaak is
genoemd, is, zooals reeds bekend is, ver
loofd met Kapt. Modders, en men zal zon
der twijfel toegeven, dal hij om die
reden eenig recht heeft om zich in deze
zaak te mengen, en daarenboven noch over
zijn geweten, noch over het geweten van
iemand anders, zal ik in deze, noch in
eenige andere zaak, een inpuisitie instel
len, zelfs niet lot genoegen van mijn be
schuldigers I
In antwoord op de beschuldiging, dat
«door sommige Officieren van het Leger
des Heils de politie wordt tegengewerkt,"
wensch ik op te merken, dat met mijn
voorkennis en toestemming geen enkel
Officier ooit de politie heeft tegengewerkt.
Dat het «vermiste meisje verschillende
malen,door vertrouwbare personen op onze
platvormen in openbare bijeenkomsten is
gezien," is zelfs als het waar is, juist een
overtuigend bewys ervoor, dat het Leger
des Heils niet zou getracht hebben
haar te verbergen.
Er is altyd politie op post bij onze
zalen, teiwijl ook een ieder weet, dat
onze bijeenkomsten open zijn voor elk,
die daar wenscht le komen.
De Ex-Kapitein, die zich vermeten
heeft in het N. v. d. D. iets over deze
zaak te schrijven, en wiens beweringen
geheel en al omvergeworpen zijn door
hel meisje zelf, waarover hij schreef,
(zie N. v. d. D. van 16 Oct.), en door
den heer Jamen (zie N. u. d. D. van
14 Oct.), moet een zekere jongeling zijn,
dien wij geruimen lijd geleden verplicht
zijn geweest te ontslaan.
Met de toedracht der zaak, voor zoo
ver wij die kennen, hebben wij de poli
tie in kennis gesteld en wij behouden
ons voor, indien ons dit nog noodzakelijk
mocht voorkomen, de schrijvers en uitge
vers van beleedigende geschiiften te doen
vervolgen.
Laat mij hier nog aan toevoegen, dat
het mij slechts spijt, dat niet alle nieuws
bladen, voordat zij deze aantijgingen over
namen, gedaan hebben, zooals de Nieu
we Rotterd. Courant, die door haar Hin
ken vertegenwoordiger, den heer Vier
hout, de zaak eerst onmiddelijk aan het
Hoofdkwartier, Prins Hendrikkade 131,
Amsterdam, deed onderzoeken, waar wij
altijd met het grootste genoegen aan de
pers volledige inlichtingen verschaffen,
zoover ons dit mogelijk is.
U bij voorbaat dankende voor de ver
leende plaatsruimte.
Veiblijve hoogachtend,
Uw Dienstwillige,
W. ELWIN OL1PHANT.
BLKGERLIJKE STANDEN.
Amersfoort.
GEBOREN: 12 Oct. Cornelis Gerrit, z*
van Cornelia Oelp. 13 Oct. Hermanu9>
z. vau Bernardus Kraanen en Cal burins
Collet. IB Oct. Franciscus. z. \an Wil
helmus van 11aarzel eu Wilhelmina Meijer.
16 Oct. Johannes, z. van Jan van Dijkhui
zen en Grietje Tuithof. Frederik Maar
ten, z. van Gerrit Johannes Josephus Lager
waard ca Elisabeth van der Kamp. Jo
hannes Antonius, z. van Dirk van Barneveld
en Hendrika van der Last Maria Hcn-
drika, d. van Pieter Johannes Goedhals en
Janna Elisabeth de Boef, Klazina Hen
drika, d. van Gerrit Jan Koot en Maria
Catharnia Rietbergen. Wilhclmina Johan
na en Marie Francises, d. van Francicus
llendrikus van Hamersveld en Anna Maria
lleere. Jacomina, d. van Cornelis Bauer
en Jacoba Ruitenberg. 17 Oct. Annetje,
d. van Lubbartus van de Biezebos en Catha
rine de Graaf. 18 Oct Jacoba Catrina,
d. van Jan Kaljee en Johanna Cornelia
Koerman. 19 Oct. Rutgerus Antonius, z. van
Hermauus van Arnhem en Gysberta van
Doorn. Geertruida, d. van Hermauus van
Koot en Aartje van Dijk.
ONDERTROUW D 25 Oct. Cornelis Bron
zei en Roelof, ina Klara van de Bijtel.
18 Oct. Philip Troulder eu Betje Aronzon.
19 Oct. Jacobus Hermanus van Manen en
Geertje van der Heijden. Jan Holland en
Cornelia van Doorn.
GETROUWD: 18 Oct. Hendrik Jan
Morro en Rika van Ree. Gerrit van
Nieuwenhuizen en Marie Johanna van Dijk.
.19 Oct. Jacob Jenezou en Johanna
Sophia Kilian.
OVERLEDEN: 13 Oct. Hermanus Crau-
nen, 53 j. ecktg. van Roelofje van Boven
eind. 14 Oct. Cornelis Reigen, 4 j.
lledrikus Johannes Husken, 3m, 15 Oct.
Daniel Antouie Melder, 67 j. echtg. van
Antje van Barue. Joseph Carles Middel
man, 2 j. 16 Oct. Henri Philippus
Thedorus Hendriks 1 m. 17 Oct. An
tonius Wilhelmus Willemse, 9 m. Reijer
Beek 29 j. echtg. van Meeua Gostman.
Bunschoten.
GEBOREN 13 Oct. Jaan zoon van W illetn
Nieuwboer en Hendrika Everlina van Wou
denberg.
ONDERTROUWD: 19 Oct. Rikkert de
Jong eu Hermijntje Koops.
Hoogland.
GEBOREN 19 Oct. Dina d. van B. Brou
wer en H. van Ytesterlaak.
ONDERTROUWD: 19 Oct. H. M. van
den Hengel C. van Dijk.
GEHUWD: 19 Oct. H. van den Heuvel
en C. Jansen.
Lensden.
GEBOREN13 Oct Megaretha, d van
Gerrit Brand Heij en Johanna van Maanen.
ONDERTROUWD: 19 Oct. Albert Bak-
kenes en Wilhclmina Veenendaal.
GEHUWD: 19 Oct. Reyer de Bruin, en
Jannetje van de Pol.
OVERLEDEN: 20 Oct. Gijsbert Hoef-
akker, oud 8 jaren.
Stoutenburg.
GEBOREN: 18 Oct. Jan z. van Breunis
Voskuilen en VVilhelmina Blank.
Woudenberg.
ONDERTROUWD 19 Oct. Willem Eder-
een, 35 jaren en Wilhelmina Hopman, 21
jaren.
GEHUWD: 17 Oct. Cornelis Vonk, Wed.
van Jannetje van Ede 47 jaren en Chistina
Velthuizen, Wed. van Peter van der Wiel,
39 jareu.
OVERLEDEN 12 Oct. Hendrik Methorst,
ongeh. 52 jaren 18 Oct. Jan Veenvlietj
2 maanden.