NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
Het HerkeeniRgsteekefl,
binnenland.
i\o. 9lx.
Zaterdag 25 November 1893.
Twee-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT PENSDAG EN ZATERDAG.
Over Geld.
Feuii leton.
IMIRSFOfilTSÏÜ! COD
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1—6 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
»Geld is de ziel van de negotie" zegt
een spreekwoord. Het is waar, maar zegt
nog niet alles. Geld is de ziel van bijna
alles wat er is en wat er gebeurt, en
volgens de pessimisten is zelfs deugd
altijd voor geld te koop. Dit laatste kun
nen wy niet gereedelijk toegeven, maar
wellicht'is iemand hier met het antwoord
gereed, dat uitzonderingen den regel be
vestigen. Met geld kaD men baast alles
gedaan krijgen. Heeft iemand geld, heel
veel geld, hij is voor zijne medemenschen
een beminnelijke persoonlijkheid, de ge
breken die hy mag bezitten, worden over
het hoofd gezien zoolang men hem
noodig heeft of zich in zijne tegenwoor
digheid bevindt. Het gouden kalf wordt
nog in onze dagen aangebeden. Wij wil
len ons echter nu niet in wijsgeerige
bespiegelingen over het lieve geld ver-
diepeD, maar wenschten over hel geld
zelf als luilmidbel te spreken.
Geld is een onmisbaar iuilmiddel in
de maatschappij. Voor geld kun men de
vruchten van zijn arbeid van de hand
doen en zich alle zaken, die men bezit
ten wil, aanschaffen. Zoolang iemand zijn
geld achter giendels wegsluit en oppot,
heeft hij er niets aan, eerst als hij het
onder de raenschen brengt wordt het
nuttig en bruikbaar. Wij noemden bet
geld een onmisbaar ruilmiddel. De bak
ker bakt meer brood, de slager slacht
meer vee, dan zy met hun gezin kunnen
nuttigen. Voor hetgeen zij teveel hebbeD,
willen zij graag andere zaken bezitten
maar men begrijpt aanstonds, dat wan
neer de bakker bij zijn kleermaker met
hl>od, de slager bij den winkelier met
v!'esch gingen betalen binnen korten tyd
ejn onmogelijke toestand in de maat
schappij geboien werd. Om die zwarig
heid uit den weg te ruimen, zegt Adam
Smith, moet bij het begin van de ver-
deeling Van den arbeid elk verstandig
mensch er op bedacht wezen, dat hij,
behalve de vruchten van eigen arbeid,
eene groote hoeveelheid van zoodanige
toortbrengselen beschikbaar heeft, die
voor allen bruikbaar zijn Verstaan wij
tegenwoordig onder geld, goud, zilver of
geldswaardig papier, men heeft vroeger
verschillende voorwerpen als ruilmiddel
gebezigd. In het begin gebruikte men
vee (pecus), waarvan wel bet Lalijnsche
woord pecunia (geld) afkomstig zal zijn.
Zoo verhaalt b. v. Homerus dat de wa
penrusting van Diomedus 9 ossen kostte.
Onze vaderen deden in Oost-Indië en
andere landen goede zaken met kralen,
glaswerk en allerlei voor het oog schit
terende zaken, die bier van weinig waarde,
ginds tegen kostbare sptceryen ingeruild
werden. De Spartanen gebruikten ijzer,
de Romeinen koper, de onbeschaatde
volken in Afrika b. v. bezigen nu nog
schelpen, lappen katoen enz. als ruil
middel.
Er zijn vele eeuwen voorbijgegaan eer
het tegenwoordige gemunt geld in ge
bruik kwam. Ongestempelde baren me
taal werden als ruilmiddel gebezigd, maar
waren een bron van onophoudelijk bedrog.
Men moest natuurlijk hel geld afwegen,
waarbij een nauwkeurige schaal een be
paalde vereischte was. Dit was vooral
noodig bij de edele metalen, goud en
zilver, waar een klein verschil in gewicht
groote waarde heeft. Maar daarmee wa
ren by goud en zilver alle moeielijkhe-
den nog niet overwonnen. Men moest
niet alleen het gewicht nauwkeuiig na
gaan, maar het was ook noodig het
gehalte dier metalen te toetsen, een
tweede bron voor het grootste bedrog.
In beschaafde landen werd daarom
hel metaal, dat als ruilmiddel gebezigd
werd van staatwege van een stempel
voorzien lot waarborg voor gewicht en
gehalte. Knoeieryen blijven echter nog
mogelijk, men behoeft zoo heel oud niet
te zijn om zich den tijd te kunnen her
inneren, waarin de gouden en zilveren
muntstukken gesnoeid werden. Door
betere stempeling en vooral door de
randen der geldstukken van een stempel
te voorzien zijn die vroegere dagelijksche
misbruiken tbans verdwenen. Valsche
geldstukken zijn er heel weiDig in omloop.
Het gewettigd wantrouwen, dat vroeger
bij betalen heerschte, is nu gelukkig on
bekend geworden.
Goud, zilver en brons zijn in ons land
de metalen, munt- en bankbiljetten de
papieren ruilmiddelen. Het papieren geld
is in gebruik gekomen om het getnak
dat het gaf. Van de muntbiljetten een
soort vlottende schuld, bestaan slechts
twee soorten stukken van f10 en van
f 50, de laatsten schijnen maar geen
I burgerrecht te kunnen krijgen en zijn
I feitelijk overbodig, omdat er bankbiljetten
van f 40 en f 60 zijn. Bankbiljetten wor
den uilgageven door de Nederlandsche
Bank, die als deposito's een bij de wet
voorgeschreven hoeveelheid goud en zilver
en verder geldswaardig papier in hare
kelders moet bewaren. fTen allen tijde
kan hel papieren geld t^gen zilver inge
wisseld worden.
Bij het geld moet men onderscheid
maken tusschen standaardpenningen en
pasmunt. Or.der het laatste verstaan wij
het z.g. kleingeld, dat in het dagelijksch
leven zoo noodig is, mijar dat niemand
in betaling behoeft aantanemen, wanneer
een lepaalde som ove&chreden wordt.
Is iemand b.v. aan een ander f 1.
schuldig, dan kan de scbuldeischer, wan
neer zijn schuldenaar heni honderd centen
geeft, dat geld als betaling weigeren en
ander geld eischen. Onze goud- en zilver
stukken (niet de kwartjes, dubbeltjes en
stuivertjes) zijn in ons land standaard
penningen, d. w. z. zij kunnen steeds als
betaling aangeboden worden en moeten
dus ook als zoodanig door den schuld
eischer aangenomen worden. Feitelijk
heeft Nederland sedert 1873 de gouden
standaard, het vrij aanmunten van zilver
werd toen verboden, maar toch bleef
zilver wettig betaalmiddel. In ons land
hebben wij dus een hinkenden standaard
in tegenstelling b.v. met Duitschland waar
sedert '73 alle zilverstukken pasmunt
geworden zijn.
Tusschen die beide edele metalen goud
en zilver is in deze eeuw een groote
strijd geweest. Zouden zij naast elkaar
door de geheele handeldrijvende wereld
als ruilmiddelen van gelijk gezag blijven
beslaan? De sliijd is voorloopig ten
nadeele van hat zilver beslist. De groote
landen hebben langzamerhand het aan
munten van zilver gestaakt. In het begin
van dit jaar waren de Vereeniede Stalen
van Amerika en Britsch-Indië nog de
eenige die het deden. 26 Juni 1893 ech
ter sloot Britsch-Indië de munt en bleven
de Vereenigde Stalen alleen over. Dit
duurde lot 30 Oct. 1893 toen door den
senaat van Amerika het reeds door het
Huis van afgevaardigden aangenomen
ontwerp tot intrekking van de Sherman
Act werd aangenomen.
Een verklaring van dit laatste zal mis
schien voor menigeen niet overbodig zijn.
Behalve goud en zilver hebben de Ver
eenigde Stalen verschillende soorten van
papieren ruilmiddelen. Deze zijo gotid- en
zilvercertificaten, greenbacks, afkomstig
uit den oorlog, treasury-notes, die dienen
om het volgens de Sherman act gekochte
zilver te betalen. Deze vier soorten zijn
wettige betaalmiddelen, waarbij nog als
onwettig betaalmiddel komen de curreney
certificates en de national banknotes.
Toen sedert 1870 in vele staten van
Europa de gouden standaard aangenomen
en daardoor de voorraad zilver te groot
werd, konden de eigenaars der zilvermijnen
in Amerika bun zilver moeielijk kwyt
raken. Op allerlei manieren zochten dus
de zilvermannen in het Westen van hun
zilver los te komen en het gelukte hen in
1878 de Bland-act te doen aanemen,
waarbij aan de regeering der Vereenigde
Staten de verplichting opgelegd werd jaar-
lijk voor 24 millioen dollars zilver, d. i.
ruim 20 millioen ozs te koopen. Twaalf
jaar later werd die wet afgeschaft en
vervangen door de Sherman-act die aan
de Amerikaansche schatkist de verplich
ting oplegde jaarlijks niet minder dan
54 millioen ozs zilver te koopen. Maar
zelfs in het land van protectie bij uitne
mendheid bleek die begunstiging van de
zilverproduklie een onhoudbare toestand
te worden en niet voort te kunnen duren
Het goud in de schatkist verminderde
steeds om aan de aanvragen voor uitvoer
te voldoen en men begon bevreesd te wor
den, dat het goud geheel en al zou ver
dwijnen en het zilver het eenige metalen
ruilmiddel zou worden. Algemeen begon
men in Amerika naar de afschaffing der
Sharmmn-act te verlangen, in de meenig
verkeerende, dal de ongelukkige toestand
waarin handel, nijverheid en landbouw
zich daar bevonden aan de werking dier
wet moesten worden toegeschreven.
De tamelijke mislukking der world fair
in Chicago, de millioenen die voor pen
sioenen uitgegeven moesten worden,werk
ten mede dat in het nieuwe Huis van
afgevaardigden een meerderheid kwam,
die de afschaffing dier wet kon doordrij
ven. Maar de Senaat was er nog, lang
bleef het twijfelachtig of deze de afschaf
fing zou goedkeuren. De machtige zilver-
pariij, wier belangen op het spel ston
den en door de intrekking dier wet zeer
benadeeld zouden worden, spande alle
krachten in om die afschaffing tegen te
houden. Het heeft niet gebaat, de schat
kist der Vereenigde Staten is niet meer
tot die groote aankoopen van zilver ver
plicht.
Zullen handel en nyverheid in Ame
rika en door terugwerking ook in
Europa nu met nieuwe kracht herle
ven? Een afdoende verbetering zal daar
door alleen wel niet verkregen kunnen
worden. Een bespreking dier vraag ligt
nu buiten onze beschouwing. Wij wilden
slechts aantoonen, dat goud als metalen
ruilmiddel nu de eerste plaats bekleedt,
zilver is in aanzien gedaald. Is dit goed?
Of zou het wenschelijk zijn dat beide
metalen gelijke rechten hadden? Een
gouden of een dubbele standaard Later
hopen wij hierop terug te kunnen komen
en die belangrijke kwestie nader te be
spreken.
Bij de herstemming voor de verkie
zing van een lid der Tweede Kamer in
het district Veendam,zyn uitgebracht 1932
geldige stemmen.
Gekozen mr. E. A. Smidt (liberaal) met
967 stemmen.
Op mr. M. W. F. Treub (radicaal) wer
den 965 stemmen uitgebracht.
Op het verzoek van de kamer van
koophandel te Winschoten ondersteund
door verschillende kamers om invoe
ring van wagens 4. klasse heeft de raad
van toezicht op de spoorwegdiensten
geantwoord, dat het verzoek niet kan
worden ondersteund omdat er veeleer
neiging is waar te nemen het aantal-
rijtuigklassen te verminderen dan te ver
meel deren op enkele Engelsche
spoorwegen is de 2e klasse opgeheven,
terwijl bij iocaal-exploitatie als regel
slechts twee klassen zijn aangenomen.
Ook in Duitschland bestaat het voornemen
in eenige treinen de 1. kl.-afdeelingen
op te heffen.
-- Na een zeer korte ongesteldheid is
j. I. woensdag te Schiedam overleden de
heer C. Diependaal, sedert 1875 pastoor
van de R. K. gemeente der Oud Bisschop
pelijke Klerezy, tevens bisschop van De
venter, die om zijn aangenamen omgang,
ook bij andersdenkenden, hoog stond aan
geschreven.
VAN
A. GODIN.
14) Het wae Zendag; op de marktplaats
daar beneden krioelde hel van menscheo
voor de Martinskerk, waarin de laatste
godsdienstoefening, de zoogenaamde sier
lijke mis, juist geëindigd wee, stonden
opgetooide dames van eiken leeftijd in
dichte groepen, om nieuwtjes te verwis
selen en plannen voor namiddagvisites te
bespreken. De muziek der Ohevax-legers
marcheerde met vroolijke tonen voorbij
om onder de hoornen der paradeplaats,
volgens gewoonte de zes stukken te spe
len. Het weer was schoon, de gezichten
die elkaar op de straat ontmoetten, droe
gen meest allen vergenoegde, opgewekte
uitdrukking, en de halve stad scheaa op
straat te zyn.
Elizabeth zag niets van dat alles wat
daar beneden gebeurde, haar hart was
somber en treurig. Te vergeefs had Otto
gisteren herhaalde beproevingen gedaan
om de noodige som bijeen te krijgen,
overal bad meD schouderophalend naar
ean borg gevraagd, dien hij niet bezat. Juist
nu deed hij den leatiten stap voor dit
doelMarbach, wien hij zich toevertrouwd
bad, zonder hem evenwel de aanleiding
tol de behoele van het verlangde geld
meeledeelen, had nog eene bron, die
uitzicht gaf de som ten minste gedeel
telijk te krijgan. Met de middagpost wil
den dan de echtgenooten naar Berneck
terugkeeren.
Elizabeth zuchtte bij de gedachte aan
den terugkeer in het lieve huis, waar zij
voor korten tijd zulke gelukkige dagen
gesleten had. Hoe had zoo eenklaps eene
donkere wolk alle vreugde overschaduwd,
ach, en hoe machteloos gevoelde zij zich
door den slag, dien haar lieven Otto getrof
fen had Zij dacht over zijne weige
ring na, de rijke middelen harer familie
in te roepen. Met haar eenvoudig, warm
hart, dat geene waarde aan uilerlyke goe
deren hechtte, het zelf zoo gaarne gaf,
had zij geen begrip er van, waarom hij
in zorgen en rusteloosheid wilde leven,
in plaats van zich een bijstand ten nutte
te maken, die gewillig, ja met liefde zou
worden gegeven. Maar zij beminde heml
Hij stond bij haar ver boven alle an
dere menschenwat hij besloot, wat hij
begreep, moest het ware zijn en
was dan de trots, die zijne liefde zoo al
leen, zonder toegeving wilde hebben, niet
vervuld van het zachtste gevoel voor haar
en was dan de teergevoeligheid, die iedere
verwonding bijna ziekelijk schuwde, niet
een der schoonste bloesems van 2ijn
anders zeer niannelyk karakter?
Eene bekoorlijke teergevoeligheid
bij de gedachte daarvan sneed baar weei
eeD scherpe smart door de zielDe nieuwe
zorg was immers niet alles wat haar
hel ergste was, wat voor haar slechts
eene schaduw van den last was die op
hem was de lost van haar eigen geheiml
Wanneer nu hun huiselijk leven weer
begon, wanDeer nietmeer de eenige ge
dachte voor zijne bedreigde eer al het
overige verslond moest dan niet dat
oogenbiik tusschen hen ter sprake komen
waarvan zij zich zelf voor hem had aan
geklaagd En wat zou zij dan doen? Zij
wist, dat hij van zijne vrouw onvoorwaar
delijke bekenteni» verwachtte, dat haar
dat haar zwijgen hem diep zoa krenken
en toch, kon, rnoest zij spreken Bij welk
besluit had zij meer te vreezen voor hare
liefde?
Plotseling maakte eene gedachte zich
van haar meester. Nog een oogen
biik stond zij nadenkend daar, toen had
den de zooeven nog opgewonden trekken
eene vaste, rustige uitdrukking aangeno
men. Zy kleedde zich om uit te gaan,
sloot de kamer en verliet het hótel.
Toen zij na een uur terugkeerde, vond
zij Otto op haar wachtende. «Vergeef
mij," zeide zij innig, »ik heb in uwe afwe
zigheid toch besloten, myne oude school
vriendin een oogenbiik ta bezoeken
zij zou mij het al te kwalijk genomen heb-
hebben, wanneer zy onze namen in hel
vreemdehngenboek gelezen had en daar
wij nog heden vertrekken, moast ik niet
lang wachten."
«Ik sprak u er reeds gisteren van het
te doen," hernam Otto verstrooid. Hij
zag er akelig en vermoeid uit. Elizabeth
sloeg den arm om zijn hals. «Het it u
niet gelukt?" vroeg zij beklemd.
«Slechts met groote moeite en dooi
Marbach's borgstelling is het rnij gelukt
vijfhonderd gulden bijeen te krijgen.
Voor hel oogenbiik is het voldoende.
Waar ik het overigé van daan haal. moet
de lijd leeren. Heb geduld met mij,
Elizabeth, wanneer ik voor u thans mis
schien niet kan zijn wat ik wel moest
te veel, al te veel is in mij omgegaan
te veel heb ik geboet voor mijn geloof
aan de menscheid, zelf aan eigen kracht
U heb ik, u houd ik nog, waar rnij alles
ontgaat," riep hij met groote hartstoch
telijkheid uit, terwijl hij haai lot zich trok.
«Elizabeth, zult gij de mijne blijven?"
II.
Toen Schaumberg dei dag na zijn te
rugkeer in Berneck van zijn namiddag
visites te huis kwam, wachtte hem de
brievenbesteller. «Reeds driemaal ben ik
hier geweest, mijnheer de dokter," zeide
de man, op gewichtigen toon, «ik heb
eei.e schuldbekentenis voor u van duizend
gulden; die moest ik u zelf ter hand
stellen." Schaumberg's gezicht helderde
op Maibach bad dus verder en met
goed gevolg pogingen gedaan voor hem,
gaen twijfel, want de plaats der afzen
ding was Bamberg. Snel onderteekende
en verzegelde hij de bekentenis en ging,
zonder nog zijne Elizabeth gegroet te heb
ben, zelf naar de post, om de aangegeven
waaide te halen.
Bij den eersten oogopslag op het adres
van den aangeleekenden brief, die hem
eigenhandig overgegeven was, dacht hij
na het was niet Marbach's hand, maar
eene andere, hem welbekende, ofschoon
in lang niet aanschouwde hand, die
der anonymn brieven van vroeger. In
levendige opgewondenheid snelde hy naar
huis, sloot zich op en verbrak hetzegel.
Hij had zich niet bedrogen, het was wer
kelijk dezelfde handl Het blad bevatte de
volgende regels:
{Wordt vervolgd.)