NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND l\o. 98. Zaterdag 9 December 1893. Twee-en-twintigste jaargang. VOOR VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. Plaatselijke berichten. F euilleton. OF DEN „DOHLENNEST." EBSFOOR IE COD abonnementsprijs: Per 3 iiiAHiidcn 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Aan directeuren van de buskruit fabriek „De Krijgsman" te Muiden is ter hand gesteld eere som van f 300, en wel f 200 namens H. M. de Koningin en f 100 namens H. M. de Koningin-Regentes, ten einde dat geld te besteden in het belang der beide weduwen, wier echtgenooten bij de jongste lamp te Muiden het leven verloren. Aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal is een adres gericht door liet bestuui der Nederlandsche Entomologische Vereeniging waarin wordt aangedrongen op de aanneming van het voorstel der regeering tot het stichten tan een nieuw gebouw voor rijks-museum van natuurlijke historie te Leiden. De minister van oorlog heeft om trent de tenue van officieren o. a. het volgende bepaald De overjas wordt, ook voor zooveel den band aangaat, door de officieien gesloten gedragen. In alle andere dan de daarvour genoemde gevallen wordt den officieren vrijgelaten, de overjas te dragen, hetzij op de evpn- vern.elrie wijze, heizij met loshangende mouwen over de schouders, delua'stvei melde draagwijze niet dan bij uitzonde ring. De kap van de overjas wordt, voor zooveel zij tot de kleedirg der officieren behoort, in marseMenue aan dat kleeding- stuk gediagen. Overigens kan zij mar verkiezing daaraan al dan niet worden gedragen, ten ware de commandeerende officier hieromtrent anders beveelt. In de art.-constructie-werkplaatsen te Delft worden aangemaakt 35 transport wagens, voor drie paarden, van het mo del, zooals er in het vorig jaar bij de veldmarioeuvtes in beproeving zijn ge weest. De wagens worden met drie naast elkander gespannen paarden van den bok gereden en ingevoerd bij de treinen van liet veldleger, ter vervanging van de daar bij thans in gebtuik zijnde transportwa gens voor 4 paaiden. Dat er op feestdagen als St. Nico- laas ook nog menschen zijn, die niet alleen voor eigen kring, doch ook voor het alge meen wat over hebben, heeft de trPrins (Stbl. 128) op nonactiviteit gesteld, en Hendrik Stichting" te Egmor.d aan Zee is belast met het bevel over het 1ste weer ervaren. Deze ontving nl. een gift van tienduizend gulden. Als het zoo door gaat zullen spoedig de honderdduizend gulden voor liet nieuwe gebouw bijeen zijn. Scheepvaartj De berichten aangaande de vaststelling van het rapport der commissie van en quête in zake Neerbosch, die door sommige bladen vei spreid worden, zijn, naar gemeld wordt, van allen grond ontbloot. Het eind rapport is in bewerking, en zal in eene einJverg idering der commissie vastgesteld worden. Wanneer deze vergadering gehou den zal worden is echter nog niet bekend. Na de verschijning van de 2e brochure van den heer Van Deth hebben verschei den sociaal democratisch» oud-weezen zich tot het geven van inlichtingen bereid ver klaard. De geloofwaai digheid der door de verhoorde personen gedane opgaven is zoo veel mogelyk onderzocht en verscheiden processen-vei baal van verhoeren worden in hun geheel, in het eindrapport, dat zeer omvangrijk belooft te'worden, op genomen. Naar men verneemt, zal Assen eerst met 1 November 1894 een der bataljons inlanlerie in garnizoen krijgen, waarvoor aldaar de kazernebouw is ondernomen. Naar men verneemt, hebben de heeren Van Ogtrop en Waterschoot van der Gracht te Amsterdam, in vereeniging met den lieer A. Ledeboer te Enschedé, door bemiddeling van de uNeilei landsche Heide-Mij.", wederom 424 H. A. heide veld aangekocht, gelegen onder de ge meente Bakel (N.-B.) om te worden ont gonnen tot bosch- en weideland. In dit jaar zijn op de gronden van de heeren Van Ogtrop en Waterschoot van der Gracht, mede onder Bakel gelegen, ongeveer 80 H. A. in ontginning gebracht, onder leiding van bovengenoemde maat schappij, waardoor aantal van nijvere arbeiders werk is verschaft en bij voort during veischaft kan worden. Bij koninklijk besluit van 1 dezer, is de kolouel jhr. V. A. de Pesters, adju dant in buitengewonen dienst v. H. M. de Koningin, commandant van het 1ste reg. veld-artillerie, krachtens punt 4 van art. 38 der wet van 28 Augustus 1851 regiment veld-artillerie, de luitenant-kolo nel J. G F. van Houtum, commandant vin hel koips pantserfort artillerie. Door de commissie, die zich te Am sterdam gevormd heeft om hulp te ver- leenen aan de werkloozert, wordt tot dal doel in de Amslerilairisehe bladen een beroep gedaan op de liefdadigheid dei ingezetenen, onder mededeeling, dat liet voornemen is het geld, dat inkomt, na grondig onderzoek, uit t» deelen alleen onder de ambachtslieden, welke, reeds vóór 1 Januari 1892 in de gemeente wa ren gevestigd. Tusschen een barbier en een zijner klaoten te Amsterdam is een fin de siecle contract gemaakt. De barbier heeft zicli verbonden om den klant dagelijks in vier minuten tijds behoorlijk te sche ren, zonder hem in het geringst te snij den. Voldoet do barbier gedurende drie maanden aan deze voorwaarden, dan krijgt hij f 1000. Voldoet hij echter niet aan de gestelde eischen, dan verbeui t hij, behalve zijn aanspraak op de gecontrac teerde f 1000, ook f750 voor de armen. Onder den titel pile goede, oude lijd" bevatte liet «Vliegend Blad voo Enkhuizen en omstreken" dezer dagen een artikel, waaraan wij hel volgende ontleenen nBij eene vei gelijking tusschen rle» ouden tijd en den legenwoordigen, valt het in 't oog, dat de toepassing van be langrijke uitvindingen in deze eeuw eene grenzenlooze verandering in ons huiselijk en maatschappelijk leven heeft teweeg gebracht. Meermalen is het reeds opge merkt: 't is natuurlijk een onmogelijk heid, maar 't zou wel hoogst interressant wezen, als het thans bestaande door iemand van den ouden dag eens kon worden in oogenschouw genomen. Wat zou zoo'n oude heer vreemd opzien bij den blik op ons gas- en elec- trisch licht, op onze spoorbanen en reusachtige mailstooraers, op onze tele grafische gemeenschap, en op zooveel, dat hem met verwondering en bewonde ring zou vervullen. En zelfs in onzen huiselijken kring, wat zou hij opzien van het gemak, 't welk sedert ruim een halve eeuw is ontslaan door de invoering der lucifers I Jonge menschen, die 2 doosjes lucifers vooi' een enkelen cent koopen, kunnen het zich haast niet voorstellen, hoe hunne ouders zich moesten behelpen et zwavelstokken aan een kooltje vuur ie doen vlam vatten. En al» men bijgeval geen vuur ter beschikking had, dan moest Ie des avond of 's nachts tehuiskoinende familie, op den tast af, in het donker hare slaapplaatsen zoeken. Wij komen des avonds op ieder uui tehuis, strijke i een lucifer af en -teken een gaspit aar., en we doen dit vaak zonder er aan te denken, hoe de huis moeders van voorheen bij het verlaten der woning een glimmend kooltje in de asch verstopten, teneinde bij de thuis komst licht te kunnen ontsteken. Al te weinig wordt er, tot meerdere waardee ring van het betere en meerdere licht, waarover wij ons mogen verheugen, aan gedacht, om hetgeen ons van het vroe gere verlichtings-systeem bekend is, aan de jongelieden te doen kennen en zien. Voor eenigtn tijd was een onderwijzer ergens bezig, bij 't behandelen eener leesles den kinderen duidelijk te inaken wat een asnuiter" is. Geen der kinderen bad er ooit van gehoord. Te vergeefs deed da man later pogingen om, ter be handeling voor de jeugd, behalve een snuiter, een dompertje, een profijlertje, een snuiterbakje, enz. te verkrijgen om den jongelui eens een kijkje te geven op den vroegeren toestand der verlichting in de burgerwoningen met smeerkaarsen op kandelaars en blakers. Sedert den tijd der vetkaarsen zijn uil ooze huiskamers en van de tafels der koffiehuizen mede verdwenen de vuur- Lomforen en de zwavelstokkenbakjes, gevuld met ronde of platte zwavelstokken, thans vervangen door moderne aschbakjes, met eene verhevenheid, om er een luci fersdoosje aan te bevestigen. De invoering der lucifers dat schijn baar eenvoudig artikel wat heeft zij een ware omwenteling teweeg gebracht in het huiselijke en gezellige leven I" Woensdag vierde de Anna Paulowna- Bewaarschool haar vijftigjarig bestaan. Zoowel uit- als inwendig was de school smaakvol versieid met grien en vluggen, en in het lokaal waren nog verschillende zinrijke en toepasselijke versieringen aan- gebiacht. Des morgens begon de eigen aardige feestviering met toespraak en zang door de kinderen aan de kinder vrienden en feestgenooten Tot de laatst genoemden behoorden allereerst de be schermvrouwe mevr. de wed. O. Schellus van Leusden, en dan de bestuursleden met hun presieent den heer P. Methorst, en de leden van den Damesbond met hare presidente mejuffr. G. C. Burger. Als feestgenoot»n waren tegenwoordig de burgemeester en wethouders, benevens de gemeente secretaris en andere belang stellenden. waaronder ook eenige oud leerlingen. Verschillende toespraken wer den gehoord, die getuigden van hartelijk heid en warme liefde, en die afgewisseld werden door voordrachten en zangen van de feestvierende jeugd. Door verschillende sprekers en spreeksters werd een tel ugblik geworpen op de geschiedenis der school, waarbij veel goeds en schoons dankbaar herinnerd werd. Wij behoeven wel niet t» zeggen, dat ook de kleintjes braaf getracteerd werden, vooial des middags toen de poppekast er bij was. Gij hadt toen eens moeten zien hoe zij in hun schik waren en jubelden van pret. On- willekeuiig dachten wij toen aan liet versje van een ouden dichter? O dierbaar perk van drie tot zeven jaren, Als ieder voorwerp 't oog bekoort, het harte streelt I Och, of ze zonder einde waren, Als alles lacht, als alles speelt! Beminlijk kind! speel, nuttig u dees dagen, Want 's werelds grootheid schaft aan ons 't genoe- (gen niet, Dat u door uwen bonten wagen En door uw kaartenhuis geschiedt. In het kind met zijr. frisch en ongerept leven is poëzie. De liefde en toewijding vooi het kind in de taal uitgedrukt wordt, bet is geen wonder, poëzie. Ook dezen vorm werd bij voorkeur gekozen door de directrice mej. Schermer, om uiting te geven aan het gevoel van liefde en dankbaarheid, dat haar op dit feest vervulde. Hare toespraken en die der kinderen, die inderdaad veel schoons en dichterlijks bevatten, waren verzen, die zij als een bundeltje jubeltonen aan de edele kindervrienden en feestgenooten aanbood Deze en de daarbij aangeboden photografie der school zullen liefelijke herinneringen blijven aan het schoone UIT HET HÜOGDUITSCH door D. B. 1) Het is de stilte voor den storm. Opstijgende wolken hangen loodzwaar tegen de bergen aan, onder welke de stroom donker en brullend voortrolt. De uitgezakte, scherpgeteekende rotsen aan den oever worden bedekt door dikke bundels zeegras, dat, in den zwoelen luchtstroom angstig sidderend, een zacht klaaglied aanheft. Op de bijna loodrecht opstjjgende rotsmassa's verheffen zich de grauwe muren van een kasteel, waaraan de tand des tijds vreeselijk geknaagd heeft, en in welks verwaarloosden tuin de doornachtige braambes en de bittere alsem hun best doen de liefelijke, fraaie roos te verdringen, die echter onbezorgd over hen heen, met de wijdgetakte klimop tegen de oude mureD opklimt. Oansche scharen kraaien hebban op de van hun dak beroofde torens hare ver blijfplaats gevestigd, en verkondigen met luid geschreeuw hare souvereine opper heerschappij, evenzeer als het opkomende onweer dit doet. Een straal roodachtig licht, die uit een der vensters aan de westzijde van het slot, gelijk een gloeiend oog door wolken en nevel heen, op den woest bruisenden, hijgenden stroom neei- valt, duidt aan, dat dit gedeelte door menschen bewoond en daardoor de op perheerschappij der kraaien min of meer twijfelachtig wordt. Gerhardt von Dollen, gewoonlijk door de dorpsbewoners, we gens zijD afgezonderd leven, zijn rond dolen in de bergen, waar hij kruiden en mossan zocht, de agekke kruidenzame- laar" genoemd, leeft op dit oude slot, op den Dohlennest. Dezen bijnaam heeft het volk hem gegeven reeds vóór deinen jaar, zonder dat hij ooit met den een ol ander uit het vissch»rsdorp, die hem aan vankelijk vriendelijk maar nieuwsgierig groette, ten woord had gewisseld. Als een jonge, bedaarde, maar sornberblik- kende man was hij, vanwaar, dit wist niemand op den Dohlennest gekomen, dat aan een zijner voorvaderen toebe hoorde, en had sinds dat oogenblik het niet meer verlaten. Dagen lang doolde hij rond iD de bergen en bosschen, steeds alleen, steeds zwijgend en ernstig. Zelden zag men hem glimlachen nog zeldzamer beneden in het visschersdorp komen. Tol laat in den nacht brandde zijn licht, bij hetwelk hij over zijne boeken gebogen zat te lezen of te schrijven. Onder dit weik vergat hij, wat er tot het leven hehoort en wat er om hem heen ge beurde. Tante Martha, zijne schoonzuster, zorgde voor datgene, waaraan hij niet dacht, zij bestuurde zijn huishouden. Al leen voor hel grove werk had zij eene oude vrouw, die dan ook de boodschap pen voor hem in het dorp verrichtte. De kleine Irma, het eanige kind van den kruidenzamelaar, voerde niets uit, maar leefde als een kleine prinses, zorgeloos va» den eeneo dag op den audeien. Dezen avond is het recht ongezellig op het oude slot. De wind is tot een storm overgegaan en huilt ademloos door de ruïnen. Luider en luider wordt het geschreeuw der kraaien. De wolken pak ken zich meer en meer en steeds drei gender samen. Het licht in het slot ver dwijnt thans achter eene gestalte. Zij buigt zich uit het venster en slaat luiste rend het voetpad gade, dat van het dal naar den Dohlennest voert. Zij kan ech ter niets zien, niets onderkennen en zoo doende bemerkt zij ook niet den eenza men wandelaar, die met moeite tegee den storm kampende, alleen het licht tot wegwijzer, het slot tiacht te bereiken. Op dit oogenblik jaagt een gierende windvlaag door het geopend» venster, als wilde zij de lichte, slanke gestalte, die daar zoo nieuwsgierig maar onbevreesd naar buiten staart, voor deze vermetel heid straffen, en haai in dolle vlucht naar de wolken medevoeren; tegelijkertijd doorklieft eer heldere bliksemstraal de lucht en luid dieunend rolt een vreese- lijke donderslag van berg tot berg. Ontsteld wijkt de kindergestalte terug, hevig slaat het venster toe, zoodat de ruiten kletteren, en bevend vlucht Irma naar hare tante Martha, die ha u- brei werk op zijde gelegd, de bril van de zwakke oogen genomen heeft en luid een «Onze Vader" bidt. «Dat was vreeselijk I" valt het kind haar in de rede. alk keek juist in den bliksem." aWaarom ga je bij zulk weer ook aan hel venster slaan," zeide tante up een toon van verwijt. alk wilde zien, of vader eindelijk terug komt." Hij is wel bij erger weer buiten ge weest," stelt de tante haar gerust. Andermaal verlicht een felle bliksem straal het vertrek, waarop bijna tegelij- kerlijd een donderslag volgt. Tante Martha slaat een kruis, haalt haar rozenkrans voor den dag en mom pelt een kort gebed. De klein» Irma gaat naast haar staan, legt het hoofdje op bare knieën en vouwt de handen, wel niet om te bidden, maar om nauwkeurig naar elk geluid te luisteren, dat 's vaders zoo zeer verlangde terugkomst kan ver kondigen. Het vertrek, waarin beiden zich bevinden is hoog en luim. De reeds tamelijk verbleekte wanden zijn beschil derd met tooneelen in den stijl van Wouwerinans, het gewelfde plafond wordt Versieid duor geniussen, waarvan hier en daar de verf en het siukadoorsel in schil fers naar beneden hangt. De vele bescha digde plekken van den mozaïk ingeleg- den vloer worden bedekt door bonte strooien matten, terwijl de schoorsteen, wiens liooge zuilen door beelden met gebroken armen en voeten gedragen werden, mei het oud-adellijke wapen der familie Von Dollen piijkt. Evenals de kamer een indruk van ver val maakt, zoo herinnert het ameublement, waarvan eigenlijk geen enkel stuk goed bij bet andere past, aan den winkel van een koopman in oudheden, waar de zeld zaamste en kunsligsle meubels uit ver schillende tijdperken bijeengepracht zijn. Een groote, massief bewerkte, in eiken hout gesneden kast rieernt bijna de helft van den muur in, de andere helft eene sofa, in den vorm van een divan, waar boven zwarte olie-schilderijen in rococo- lijsten hangen. (W'ordl vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 1