Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Indië geboien en kwam op 7-jarigen leeftijd naar Nederland. Zijn vader was resident in Indië, zijn grootvader burgemeester van Schiedam. Hij studeerde te Leiden, promoveerde op 19-jarigen leeftijd in de beide rechten en vertrok een jaar later naar Indië, waar hij bij de rechterlijke macht ge plaatst, verschillende rangen doorliep en op 28-jarigen leeftijd lid van het Hoog Gerechtshof werd. In 1853 keerde hij, na een 12 jarig verblyf in Indië, naar Nederland terug en werd iD 1854 Secretaris-Generaal van Kolonie; in 1855 lid van den Raad van Indië en kort daarop vice-president van dien Raad. Met verlof in Nederland zijnde, werd hij lid van de Kamer. Van Augustus 1866 tot Januari 1868 vertegenwoordigde by het kiestrict Arn hem in de Tweede Kamer, toen de afge vaardigde graaf Van Zuylen als Minister optrad. Bij de Kamer-ontbinding in 1866, na de bekende motie van 27 September, waarvan de uittreding van Mr. P. Meijer het gevolg was, werd hij herkozen, doch bij de tweede ontbinding in 1868 delfde hij het onderspit voor den heer Sloet van de Beele. Hij keerde toen als redacteur van het N. Bataviasche Handelsblad naar Java terug. In 1877 stelde hij zich weder beschik baar voor een Kamerzetel voor Gorinchem en werd gekozen, zoodat hij naar het vaderland terugkeerde. Na de ontbinding van 1884, bij de partieele grondwetsherziening, werd hij èn in Gorinchem èn in Middelburg ge kozen. Hij opteerde toen voor Middelburg, waar Van Eek gevallen was. In 1886 echter viel hij weder in Mid delburg en opteerde l ij voor Amersfoort, waar JE. Mackay ook tegelyk voor Utrecht gekozen was. Na de verkiezing van 1888 tiad de heer Keuchenius op als Ministe' van Koloniën in het kabinet Mackay, doch reeds in het voorjaar van 1891 werd hij door de verwerping zijner begrooting door de Eerste Kamer tot aftreden ge noopt. Sedert had hij zitting voor Goes, den zetel van den heer Lohman, die in de plaats van den minister Mackay trad, toer. deze de portefeuille van den heer Keuchenius overnam. Daargelaten zijn befaamde motie van 1866, deed de heer Keuchenius zich ge durende zijn parlementaire loopbaan ken nen als een volhardend strijder voor de bijzondere school, tegen den vaccine- dwang, tegen bevoorrechting of begunsti ging, speciaal van Billiton-aandeelhouders; tegen grondwetsherziening, maar vooral tegen de onvolledige samenstelling der Tweede Kamer. Zijn bijzondere geloofsijver maakte hem als Minister van Koloniën in veler oog gevaarlijk voor onze positie in Indië tegen over de Mohameilaansche bevolking, een der voornaamste redenen van wantrou wen der Eerste Kamer, terwijl zijn partij trekken voor den Gouverneur van Suri name. De Saveiinn Lohman, hem tevens veel kwaad berokkende. Een andere grief tegen den heer Keu chenius als Kamerlid was zijn langheid van stof, waardoor hij voortdurend het geduld der Kamer uitputte. Desniettemin ei kende men in Mr. Keu chenius gaarne den volhardende en eer lijken strijder voor zijn beginselen en voor zijn geloof. Als Minister van Koloniën waardeerde men in hem den man van groote kennis omtrent Indische toestanden. Hadde hel aan den heer Keuchenius gelegen, hij zou ten opzichte van Aljeh stellig krachtiger maatregelen genomen hebben. Hij liet zich daaromtrent door generaal v. d. Heijden voorlichten, wat thans gebleken is zeer juist gezien te zijn geweest. Ware v. d. Heijden jonger en krach tiger geweest, Keuchenius zou, gelooven vergezelt Irma hem. Voortdurend, als zij denkt, dat het hoog tijd is om terug te keeren, gaat zij nog een eind verder totdat de kunstenaar zelf haar aanmaant om naar huis terug te keeren. »Ge zult uw kleine voetjes nog stuk loo pen," zegt hij, terwijl hij stil blijft staan onder een breedgetakten beuk. «Wat geeft dat?" antwoordt zij en legt haar hoofdje tegen zijn schouder aan. «Dat geeft heel veel, want ik wil niet dat zij om rnjjnentwil rood en opgezwol len worden, dat ge op zoo'n laat uur te huis komt en uwe tante zich ongerust over u maakt." «Tante zal zich over mij niet ongerust maken, zij weet, dat ik 's zomers altijd zoo lang blijf wandelen." »En altijd alleen," vraagt de -childer, bij wien thans voor het eerst de gedachte oprijst aan gevaar, dat er voor zijne kleine vriendin op deze eenzame wandelingen, als ook in hare onbeperkte vrijheid ge legen is. »Ja, altijd alleen," herhaalt Irma, «dat wil zega n soms ga ik ook met vader mede en help hem kruiden en mossen zoeken, waaneer hij deze voor zijne studie noodi heeft." lUw vader is misschien wel zoo iets als een halve geleerde, een natuuronder- wij, niet geaarzeld hebben den dapperen „Koning Eenoog" weder naar Aljeh te zenden. Men moge met de beginselen vbd den heer Keuchenius verschillen, zijn geloofs ijver overdreven beschouwen, men kan hem den lof niet onthouden, van te zijn geweest een man van een vast ge loof, groote kennis en vaste overtuiging voor de door hem beleden beginselen eer, lof, waarop hjj als Staatsman ook van andersdenkenden volle recht heeft. A. Crt. Op den 2den kerstdag zal de ver zending van brieven en andere stukken geschieden als op werkdagen. Op dien dag zullen, evenals op den Isten kerstdag op de postkantoren alle postzaken worden behandeld De postkantoren en de telegraafkan toor zullen over T algemeen langer wor den opengesteld dan op Zondag. In de eerste dagen van het volgend jaar bij de ui'gevers J. v. d. Endt Zoon te Maassluis, een nieuw vakblad verschij nen, dat van groot belang belooft te wor den voor allen die met scheepvaart en handel in relatie staan. Het zal tot titel voeren ,,Neptunus". Wekelijksch overzicht van het belangrijkste op het gebied van scheepvaart en handel. Vakblad voor Ge zagvoerders, Stuurlieden, Machinisten, Reeders, Cargadoors. Handelaars, enz.", en onder redactie staan van den vroege- ren Inspecteur der Ned. Am. Stoomv. Mij., den heer A. J. v. d. Paauw, oud-Luitenant ter zee, thans Directeur van de Maatschap pij «Scheepsagentuur Hoek van Iholland", inet medewerking van een groot aaotal mannen wier namen op nautisch-, handels- of machine- gebied een goeden klank hebben. Het Hbl. bericht, dat de Tweede Kamer na de Kerstvacantie op 6 Februari haren arbeid zal heivatten met de behandeling der kieswet. Men verwacht dat de regeering in hare ontwerpen nog eenige wijzigingen zal aanbrengen, om aan de gerezen bezwaren tegemoet te komen. De Nedeilandsche Kunslcompagnie, gevestigd te Amsterdam, van welke reeds verschillende Tournées zijn uitgegaan deelt ons mede, dat zij gedurende de maand Januari 1894 onder leiding en met mede werking van den Heer L. B. J. Moor zal doen opvoeren het tooneelspel van Emil Augier: Gabrielleen wel dooi de Da mes: Mevr. Moor—Schepers, Mej. Jose phine Spoor en de heeren L. B. J. Moor, C. H. Groote Woortmann en A. G. Kre- mer. Als Directeur der Nedei I. Kunstcom pagnie treedt voor deze Tournée op de Heer J. de Grooth, Gérant «Odeon", Am sterdam. Te Zevenaar werd zekere D. wis selwachter door een locomotief gegrepen. D. bleef liggen, liet den geheelen trein over zich heengaan en stond danri-a op; als door een wonder was hij ongedeerd gebleven De wekeltjksche Thomsons prijs van vijf en twintig gulden is op Zaterdag 16 December '95 ten deel gevallen aan Mej. Everts Nieuwstad A 251 te Zulpheu de premie aan den winkelier G. H Dijker- man Zoon aldaar. Eene loteling uit de gemeente Piershil, die gister voor den militieraad te Dordrecht verscheen, verzocht vrij stelling van den militairen dienst, en gaf d ar voor het volgende als reden op: Het gezin, waartoe deze loteling be hoort, bestaat uit vier broeders. De oud-te heeft aan zijn militaire verplich tingen voldaan, waardoor de tweede broeder vrij was. De derde heeft een vrij nommer getrokken; de jongste zou dus dienstplichtig zijn. Nu is zes jaar geleden de tweede broeder naar Amerika vertrokken, is daar genaturaliseerd, en heeft lus opgehouden Nederlander te zijn, zoodat dus feitelijk het gezin nog zoeker?" vraagt de schilder, die van Ger- hardt von Dollen, den gekken kruiden- zameluai, door zijn gastheer, den molenaar uit het dal allerlei vreemde dingen ge hoord, die zijne menwsgierigheid heeft gaande gemaakt, maar tegelijk ook som bere herinneringen bij hem hadden op gewekt, die oorzaak waren, dat hij eene ontmoeting met den zonderlingen, een- zelvigen man vermeed, hetgeen hem niet moeielijk viel, daar Gerhardi von Dollen, zelfs bij de herhaalde bezoeken van den schilder op het »slot," zich nimmer had laten zien en tante Martha deze ook even min had uilgenoodigd om langer te blijven. De schilder heiinnerde zich nu als knaap meermalen den naam Dollen van zijn va der gehooid te hebben, en wel in betrek kingen, die volstrekt niet van een vriendschappelijken aard moesten geweest zijn, Wel is waar waren sinds dien tijd een zestien-tal jaren verloopen en met hen was de herinnering zwakker ge worden, ja bijna geheel uitgewischt, tot dat deze eensklaps, hoewel dan ook on duidelijk, levendig werd en den wenscli in hem deed oprijzen, om iets naders omtrent von Dollen te weten te komen. Hoe openhartig Irma anders zijn vragen beantwoordde, omtrent haar vaders velle den en bezigheden vernam hij van haar niet meer dan hy reeds van den mole- bestaat uit drie froeders die Nederlan ders zijn. De militieraad heeft de beslissing in dezen tot de volgende zitting uitgesteld. Hel Memorial diplomatique verze kert, dat de gezondheidstoestand van vorst Bismaik aanleiding geeft tot ernstige be zorgdheid. De vorst houdt het bed en heeft herhaalde aanvallen van koorts. In de om geving van den patiënt geeft men zich veel moeite om den toestand geheim te houden; geen enkel bezoeker wordt op Friedrichsruhe toegeluten. Het blad weet nu reeds mede te doelen dal dr. Chrysander bezig is met het voor de pers gereedmaken van Bivmaick's po litiek testament, en dat graaf Hei hert Bismarck de gedenkschriften van zijn vader een jaar na diens dood te Londen zal uitgeven- Het nieuwe Italiaansche kabinet is dan toch eindelijk gereed gekomen Vol gons de jongste berichten is het aldus sa- meng- steld Crispi, president en binnenlandsche za ken baron Albert Blanc, builenlandsche zaken; het senaatslid Calenda, justitie; Sonnino, financiën, en voorloopig ook de schatkist; Saracco, openbare werken; Mocelli, oorlog; Morini, marine; Baccelli, onderwijs, Boselli, landbouw,Ferraiis, pos terijen. Gelijk vanzelf spreekt, wordt liet nieuwe minisleiie-Crispi, dat nu is opge treden, alom besproken. Van de leden van het kabinet treedt, natuurlijk na den minister-president, die voldoende bekend is, het meest op den voorgrond de minister van financiën, de heer Sidney Sonuiiio, die voorloopig te vens als «minister der schatkist" is op getreden. De heer Sonnino, sedei t 1880 lid der Kamer voor Florence, i- een man van 44 jaren, die, ofschoon hij nooit deel heeft uitgemaakt van een kabinet, zich toch leeds meermalen als een dege lijk financier heeft doen kennen. Als lid der Kamer was Sonnino meeimalen in de gelegenheid om ook zijne politieke gevoelens kenbaar te maken. In dal op zicht verdient vooral vermelding, dat de afgevaardigde voor Florence herhaalde lijk zijne groote sympathie voor Italië's aansluitiug bij het drievoudig vei bond toonde. Wal financieele bekwaamheid betreft, ten minste te ooideelen naar den naam, dien lu) heeft, zou de heer Crispi geen betereu minister van financiën hebben kunnen vinden dan den heer Sonnino. Vandaar dan ook, dat de heer Zanardelli bij zij- e pogingen tot het vormen van een kabinet zich in de eerste plaats tot dezen siaatsman richtte. Meer bekend in de politieke wereld in zoover althans, dat hij reeds voor heen deel uitmaakte van verschiilende ministeries i» de heer Saracco, de minister van openbare werken. Hij is een Piemonteee, bijna 70 jaren oud en sedert 1865 lid van den Senaat, nadat hij van ,849 lot 1865 lid der Kamer was geweest. Van 1887 tot 1889 was Saracco minister van openbare werken in de ministeries van de heeren Depietis en Crispi. Ook de minister van handel en land bouw, de oud-hoogleeraar in de staats wetenschappen Boselli, behoort tot de veteranen in de Italiaansche politiek. Hij is 55 jaren oud en sedert 1870 lid der Kamer voor Savuna. Ook Boselli, die van 1888 tot 1891 minister van onderwijs was in het kahinet-Crispi, behoort tot de bekende voorstanders van het drievoudig verbond. Niet minder bekend is de minister vaD onderwijs de heer Baccelli, voorheen hoog leeraar in de geneeskunde te Rome op zijn twintigste jaar was hij reeds pro fessor en sedert 1874 lid der Kamer voor Rome. Als minister van onderwijs in de ministeries van ,1e heeren Cairoli en Depretis in 1879 en 1884, poogde hij naar gehoord had, Of het was haar ver boden hierover te spreken, öf zij wist daarvan niets meer, dan men algemeen vertelde. Irma beantwoordde daaiom dun ook zijne vraag in dezen geest en z»ide een voudig «Ik weet niet of mijn vader een geleerde is hij leest en schrijft wel heel veel, doch in iets anders dan in planten en boeken heeft hij weinig genoegen," voegde zij er met een zachten, onmerkbaren zucht bij «Nu, maar van u houdt hij toch wel veel?" «Van my? Natuuilijk 1" zeide Irma veiwonderd over zulk eene vraag, nik ben immers zijn kind, en hij is voor mij zoo goed, och zoo goed I" liet zij er met vuur op volgen. »En hebt gy hem ook lief?" «Wat eene zonderlinge vraag, die u daar doet? Zou ik mijn vader niet liefhebben Mijn goede, arme vader «Waarom noemt ge uw vader arm?" «Omdat hij altijd zoo treurig en ernstig is; doch", brak zij dit thema af', «doch ik zal nu ook heel bedroefd zijn, als u weg zijt." «Hoe lang wel. misschien veertien da gen?" vroeg de schilder schertsend, «en dan zijt ge weer mijn klein, vroolyk leeu werikje." eene hervorming van het hooger onder wijs tot stand te brengen, maar toen de Kamer zich niet in alle opzichten met zijn voorstellen kon vereenigen, nam Baccelli zijn ontslag. Tot de «nieuwe mannen", die in het kabinet-Crispi optreden, behooren de mi nisters van Justitie, oorlog en marine, Callenda, generaal Nocelli en admiraal Morini. Van deze ministers is nog weinig hekend, daar zij tot dusver geen deel namen aan het politieke leven. De mi nister der posterijen Ferraris is sedert 1886 lid der Kamer en trad bij de be handeling van verschillende gewichtige aangelegenheden, o.a. bij de begrootings- debatten meermalen op den voorgrond. Ook de minister van buitenlandsche za ken, ba>on Albert Blanc, behoort in zoo- vei tot de «nieuwe mannen", dat hij nog nooit doel heeft uitgemaakt van een mi nisterie. In de diplomatie is baron Blnnc overigens genoeg bekend, o.a door zijne bemoeiingen in zake de Oostersche quaes- tie, toen hij van 1887 lot 1891 gezant te Constantinopel was. Over het algemeen bestaat dus het ka binet uil goede elementen. Behalve de heeien Saracco en Sonnino, die lot de gematigden behooren, zijn de meeste mi nisters leden der uiteiste linkerzijde. Te Rome wordt het ministerie voorloopig door de openbare meening goed ontvan gen, in afwachting van het program, waar mede de heer Crispi heden (Dinsdag) in de Kamer zal optreden. De Lokalanzeiger deelt eenige bijzon derheden mede over het nihilistisch com plot, dat onlangs te St. Petersburg ont dekt is. Door verschillende arrestaties te Warschau en te St. Petersburg kwam de politie tol de ontdekking van een ge heim genootschap, dat zijn vertakkingen had tot in Charkoff, Kief! en Odessa. Dientengevolge was de politie op haar hoede; en in den nacht van den 5den December weid een bootje aangehouden op de News, dat bij onderzoek drie kis- ttn dydarniet aan boord bleek te hebben. Doi r de arrestatie van den geadresseerde, een medisch student, ontdekte de politie de samenzwering. Reeds zijn meer dan 50 pe'sonen, die bij de zaak betrokkei zijn, in hechtenis genomen, waaronder eenige jonge meisjes en verscheidene officieren. Men gelooft dat de aanslag gericht was tegen het leven van den czaar. Door toepassing var, den knoet werd de medi sche student tot bekentenis gebracht; ook ile andei e gevangenen werden onder worpen aan lijfstraffen, of juister gezegd, aan de pijnbank. Op het 2e Symphonie concert van den heer van Aken, op Woensdag 27 December a.s. zullen zich twee dames solisten doen hooren. Mejuffrouw R. S. Isaacson, eene voormalige stadgenoote, bij velen zeker nog welbekend, heeft hare piano studiën aan het conservatoire te Keulen voltooid. Mejuffrouw Alida M. Vlieger inoet, naar hetgeen wij omtrent haar vernamen eene zeer verdienstelijke zangeres zijn. Wij zijn trouwens van den lieei van Aken niet anders gewend dan dat, wat hij ons op zijne concerten te hooren geeft, op welk gebied ook, uitnemend is. Omtrent de sedert jaren gewenschte spooi weg vei binden EdeBarneveld N ij- kerk deelt men ons mede. dat de con cessie voor deze lijn tot heden niet is ingetiokkeu omdat onze stadgenoot de heei A. J. Krieger, aan de Regeering heeft verzocht de voor een locaalspoorweg ver leende concessie te wijzigen in een con cessie voor een stoomtram op eigen baan en hem diligent te verklaren voor het daaitoe indienen van een gewjjzigd ont werp. Morgenavond te middernacht (stads- tijd) vertrekt weer een exlratrein van de H. IJ. S. M. van Amsterdam naar hier. «Neen, dat zal ik nooit wezen, niet voordat u weerkomt Niet waar, u keert toch in het voorjaar terug, zooals u beloofd hebt?" «Ja, zeker kom ik terug!" zegt hij en drukt de elfengestalte aan zijn hart, zij ziet naar hein op. Geen twijfel, dat zijne terugkomst niet zeker zou wezen, verduis tert den reincn blik van haar oprecht kin derlijk oog. Zij hecht geloof aan haar vriend als de viome christen aan zijn God, als liet onmondige kind aan de voortref felijkheid zijner ouders, als de genavolle moeder Gods. Waarom ook zou zij twij felen? Is de wereld niet zoo schoon, zoo harmonisch, zoo boven alle verdenking wonderbaarlijk heerlijk geschapen? Is de God, die haar gewrocht heeft, niet machtig niet barmhartig? Zijn de menschen, naar zijn evenbeeld geschapen, niet oprecht? Zond«r dat hij zelf er zich van bewus- was, ging van deze volkomen oprechtheid iets in zijne sceptische ziel over. Midden in de kuische natuur, in de oprechte liefde van een onschuldig kir,d valt het wereldt «che stof van hem af, hij wordt zelf weder mensch, zooals het Oude Testament Jen eersten mensch in het Paradijs voorgesteld heeft, eer de verleidster, de zonde, hem ontwijd had. Vol innigheid kust hij haar zachte, kersroode lippen en in zijn oog staan tranen, ter wyl hy het afscheidswoord Bij koninklijk besluit van den 15 December 18 >3, rio. 7 i«, met ingang van 1 Januari aanstaande, den heer J. van der Burch, controleur der directe belastin gen alhier, als zoodanig verplaatst naar Amsterdam, (5e kantoor.) In zijne plaats is als controleur alhier benoemd de heer P. Dubois, thans te Velzen. De le luitenant-kwartiermeester J. J. van Hille van het 3e regiment ves ting artillerie te Gorcurn overgeplaatst bij de 2e afdeeling san het le regiment veld artillerie alhier heeft j I. Zaterdag zijne functiën aanvaard. Maandag werd door de vereeuiging „Kindervoeding" een aanvang gemaakt met het uitreiken van spijzen aaD min vermogende kinderen. Door ongeveer 200 kinderen werd daarvan reeds gebruik gemaakt. De uitreiking geschiedt in een der lokalen der Anna Paulowna Bewaar school. Ei worden pogingen aangewend tot het oprichten hier ter stede eener gai ai - ten vereenigingj ten einde door het sluiten van contracten met 'ooneeldirecties enz. het geven van publieke vermakelijkheden alhier te bevorderen. De contributie zal per jaar hoogstens f5.bedragen, waar voor men op de enlréeprijzen hij alle uitvoeringen, welke van de vereenigiug uitgaan, eene koiting geniet van 20,/o. Reeds ongeveer 40 leden traden toe, terwijl voor verdere belanghebbenden de lijst tot deelneming met het reglement ter inzage liggen bij den kastelein vnn Amicitia, ook voor niet-leden der Sociëteit. Ook kan zich wenden tot een der bestuursleden de heeren Dr. J. W. Doyer Jzn. L. C. Vervooren en A. Her schel Bzn. De voordracht ter benoeming van oen leeraur in natuurkunde aan het gym nasium en de inrichtingen voor middel baar onderwijs ulhier, bestaat uit de hee ren 1. H. Hulshof te Apeldoorn, 2. Dr. A. H. Borgesius te Groningen. Het onderhoudswerk der openbare bestrating gedurende 1894 en 1895 is door burgemeester en wethouders gegund aan den inschrijver J. Diters alhier, voor 12 cent per M*. De raad der gemeente Amersfoort zal op Donderdag, den 21. December 1893, des namiddags ten i'/2 ure vergaderen ter behandeling van het navolgende punt 1. Benoeming van een leeraar aan het gymnasium en de inrichtingen voor mid delbaar onderwys. Aan den Heer Jhr. Mr. A. M. C. Sandberg is, op zijn verzoek, eervol ont slag verleend als Kantonrechte)-plaats vervanger alhier. Volgens berichten uit München zou het huwelijk van den protestanschen lui tenant Von Seefried met de katholieke prinses Elizabeth van Beieren nog roman tischer zijn geweest dan men tot nu toe wisthet jonge paar is er eenvoudig van door gegaan en is te Genua kerkelijk getrouwd, zonder voorafgaand huwelijk voor den burgelijken stand. Terwijl de vader van den bruidegom te vergeefs het paartje zocht en het Beier- sche Hof natuurlijk buiten zichzelf was van woede, lieten de jongelui zich stille tjes trouwen. Zooals later bekend is ge worden, heeft de paus het huwelijk goed gekeurd. Bordpapieren daken. Het «papier mnché", dat tegenwoordig reeds gebruikt wordt voor kleedingstnkken in den vorm van kragen en manchetten, ja zelf6 van schoeisel, bij de zeevaart voor booten, bij de spoorwegen voor rails, wielen en leg gers, in de huishouding voor emmer» en ai dere voorwerpen, zal nu worden aan gewend hij het bouwen van huizen. Het uitspreekt. Kostbaarder zijn ze en zui verder dan de heerlijkste diamant. In deze tranen is geen bekwame hand kan ze in waarde doen rijzen, onve valscht zooals za zich vertoonen, blijven ze even zeldzaam als ontarlbaa'. «Vaarwel, kleine bergfeel Vaarwel I Tot weerziens." «Tot weerziens I" roept zij hem na. Dan blyft zij aan den kant van den weg staan en staait hem na, lang totdat er niets meer van hem te zien is, als een laatste wuiven met den hoed, niets meer te hooren als het laatste woordtot weer ziens, dat wegsterft, zooals de geest ver dwijnt. «Tot weerziens." Hierop varbergt zij het gelaat in de kleine handen en begint bitter te weenen. Langzaam loopt de schilder voort. Hij ziet niet meer achter zich om, zijn gedach ten toeven bij het kind, dat zoo verwon derlijk zijn bergen teruggehouden, en in hem ëen ernst, een nadenken heeft opge wekt, die beiden hem tot dusver onbekend waren. Bijna werktuigelijk vervolg hij zijn weg en stoot eensklaps vrij onzacht tegen eene gestalte, die met den rug naar hem toegekeerd, op een boomstronk krui den op een en mossen ordent. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1893 | | pagina 2