Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
Indië geboien en kwam op 7-jarigen
leeftijd naar Nederland.
Zijn vader was resident in Indië, zijn
grootvader burgemeester van Schiedam.
Hij studeerde te Leiden, promoveerde
op 19-jarigen leeftijd in de beide rechten
en vertrok een jaar later naar Indië,
waar hij bij de rechterlijke macht ge
plaatst, verschillende rangen doorliep en
op 28-jarigen leeftijd lid van het Hoog
Gerechtshof werd.
In 1853 keerde hij, na een 12 jarig
verblyf in Indië, naar Nederland terug
en werd iD 1854 Secretaris-Generaal van
Kolonie; in 1855 lid van den Raad van
Indië en kort daarop vice-president van
dien Raad.
Met verlof in Nederland zijnde, werd
hij lid van de Kamer.
Van Augustus 1866 tot Januari 1868
vertegenwoordigde by het kiestrict Arn
hem in de Tweede Kamer, toen de afge
vaardigde graaf Van Zuylen als Minister
optrad.
Bij de Kamer-ontbinding in 1866, na
de bekende motie van 27 September,
waarvan de uittreding van Mr. P. Meijer
het gevolg was, werd hij herkozen, doch
bij de tweede ontbinding in 1868 delfde
hij het onderspit voor den heer Sloet
van de Beele.
Hij keerde toen als redacteur van het
N. Bataviasche Handelsblad naar Java
terug.
In 1877 stelde hij zich weder beschik
baar voor een Kamerzetel voor Gorinchem
en werd gekozen, zoodat hij naar het
vaderland terugkeerde.
Na de ontbinding van 1884, bij de
partieele grondwetsherziening, werd hij
èn in Gorinchem èn in Middelburg ge
kozen.
Hij opteerde toen voor Middelburg,
waar Van Eek gevallen was.
In 1886 echter viel hij weder in Mid
delburg en opteerde l ij voor Amersfoort,
waar JE. Mackay ook tegelyk voor Utrecht
gekozen was.
Na de verkiezing van 1888 tiad de
heer Keuchenius op als Ministe' van
Koloniën in het kabinet Mackay, doch
reeds in het voorjaar van 1891 werd hij
door de verwerping zijner begrooting
door de Eerste Kamer tot aftreden ge
noopt. Sedert had hij zitting voor Goes,
den zetel van den heer Lohman, die in
de plaats van den minister Mackay trad,
toer. deze de portefeuille van den heer
Keuchenius overnam.
Daargelaten zijn befaamde motie van
1866, deed de heer Keuchenius zich ge
durende zijn parlementaire loopbaan ken
nen als een volhardend strijder voor de
bijzondere school, tegen den vaccine-
dwang, tegen bevoorrechting of begunsti
ging, speciaal van Billiton-aandeelhouders;
tegen grondwetsherziening, maar vooral
tegen de onvolledige samenstelling der
Tweede Kamer.
Zijn bijzondere geloofsijver maakte hem
als Minister van Koloniën in veler oog
gevaarlijk voor onze positie in Indië tegen
over de Mohameilaansche bevolking, een
der voornaamste redenen van wantrou
wen der Eerste Kamer, terwijl zijn partij
trekken voor den Gouverneur van Suri
name. De Saveiinn Lohman, hem tevens
veel kwaad berokkende.
Een andere grief tegen den heer Keu
chenius als Kamerlid was zijn langheid
van stof, waardoor hij voortdurend het
geduld der Kamer uitputte.
Desniettemin ei kende men in Mr. Keu
chenius gaarne den volhardende en eer
lijken strijder voor zijn beginselen en
voor zijn geloof.
Als Minister van Koloniën waardeerde
men in hem den man van groote kennis
omtrent Indische toestanden.
Hadde hel aan den heer Keuchenius
gelegen, hij zou ten opzichte van Aljeh
stellig krachtiger maatregelen genomen
hebben. Hij liet zich daaromtrent door
generaal v. d. Heijden voorlichten, wat
thans gebleken is zeer juist gezien te
zijn geweest.
Ware v. d. Heijden jonger en krach
tiger geweest, Keuchenius zou, gelooven
vergezelt Irma hem. Voortdurend, als
zij denkt, dat het hoog tijd is om terug
te keeren, gaat zij nog een eind verder
totdat de kunstenaar zelf haar aanmaant
om naar huis terug te keeren.
»Ge zult uw kleine voetjes nog stuk loo
pen," zegt hij, terwijl hij stil blijft staan
onder een breedgetakten beuk.
«Wat geeft dat?" antwoordt zij en
legt haar hoofdje tegen zijn schouder
aan.
«Dat geeft heel veel, want ik wil niet
dat zij om rnjjnentwil rood en opgezwol
len worden, dat ge op zoo'n laat uur te
huis komt en uwe tante zich ongerust
over u maakt."
«Tante zal zich over mij niet ongerust
maken, zij weet, dat ik 's zomers altijd
zoo lang blijf wandelen."
»En altijd alleen," vraagt de -childer,
bij wien thans voor het eerst de gedachte
oprijst aan gevaar, dat er voor zijne kleine
vriendin op deze eenzame wandelingen,
als ook in hare onbeperkte vrijheid ge
legen is.
»Ja, altijd alleen," herhaalt Irma, «dat
wil zega n soms ga ik ook met vader
mede en help hem kruiden en mossen
zoeken, waaneer hij deze voor zijne studie
noodi heeft."
lUw vader is misschien wel zoo iets
als een halve geleerde, een natuuronder-
wij, niet geaarzeld hebben den dapperen
„Koning Eenoog" weder naar Aljeh te
zenden.
Men moge met de beginselen vbd den
heer Keuchenius verschillen, zijn geloofs
ijver overdreven beschouwen, men
kan hem den lof niet onthouden, van te
zijn geweest een man van een vast ge
loof, groote kennis en vaste overtuiging
voor de door hem beleden beginselen eer,
lof, waarop hjj als Staatsman ook van
andersdenkenden volle recht heeft.
A. Crt.
Op den 2den kerstdag zal de ver
zending van brieven en andere stukken
geschieden als op werkdagen. Op dien
dag zullen, evenals op den Isten kerstdag
op de postkantoren alle postzaken worden
behandeld
De postkantoren en de telegraafkan
toor zullen over T algemeen langer wor
den opengesteld dan op Zondag.
In de eerste dagen van het volgend
jaar bij de ui'gevers J. v. d. Endt Zoon
te Maassluis, een nieuw vakblad verschij
nen, dat van groot belang belooft te wor
den voor allen die met scheepvaart en
handel in relatie staan. Het zal tot titel
voeren ,,Neptunus". Wekelijksch overzicht
van het belangrijkste op het gebied van
scheepvaart en handel. Vakblad voor Ge
zagvoerders, Stuurlieden, Machinisten,
Reeders, Cargadoors. Handelaars, enz.",
en onder redactie staan van den vroege-
ren Inspecteur der Ned. Am. Stoomv. Mij.,
den heer A. J. v. d. Paauw, oud-Luitenant
ter zee, thans Directeur van de Maatschap
pij «Scheepsagentuur Hoek van Iholland",
inet medewerking van een groot aaotal
mannen wier namen op nautisch-, handels-
of machine- gebied een goeden klank
hebben.
Het Hbl. bericht, dat de Tweede
Kamer na de Kerstvacantie op 6
Februari haren arbeid zal heivatten met
de behandeling der kieswet. Men verwacht
dat de regeering in hare ontwerpen nog
eenige wijzigingen zal aanbrengen, om
aan de gerezen bezwaren tegemoet te
komen.
De Nedeilandsche Kunslcompagnie,
gevestigd te Amsterdam, van welke reeds
verschillende Tournées zijn uitgegaan deelt
ons mede, dat zij gedurende de maand
Januari 1894 onder leiding en met mede
werking van den Heer L. B. J. Moor zal
doen opvoeren het tooneelspel van Emil
Augier: Gabrielleen wel dooi de Da
mes: Mevr. Moor—Schepers, Mej. Jose
phine Spoor en de heeren L. B. J. Moor,
C. H. Groote Woortmann en A. G. Kre-
mer. Als Directeur der Nedei I. Kunstcom
pagnie treedt voor deze Tournée op de
Heer J. de Grooth, Gérant «Odeon", Am
sterdam.
Te Zevenaar werd zekere D. wis
selwachter door een locomotief gegrepen.
D. bleef liggen, liet den geheelen trein
over zich heengaan en stond danri-a op;
als door een wonder was hij ongedeerd
gebleven
De wekeltjksche Thomsons prijs van
vijf en twintig gulden is op Zaterdag 16
December '95 ten deel gevallen aan Mej.
Everts Nieuwstad A 251 te Zulpheu de
premie aan den winkelier G. H Dijker-
man Zoon aldaar.
Eene loteling uit de gemeente
Piershil, die gister voor den militieraad
te Dordrecht verscheen, verzocht vrij
stelling van den militairen dienst, en gaf
d ar voor het volgende als reden op:
Het gezin, waartoe deze loteling be
hoort, bestaat uit vier broeders. De
oud-te heeft aan zijn militaire verplich
tingen voldaan, waardoor de tweede
broeder vrij was. De derde heeft een
vrij nommer getrokken; de jongste zou
dus dienstplichtig zijn. Nu is zes jaar
geleden de tweede broeder naar Amerika
vertrokken, is daar genaturaliseerd, en
heeft lus opgehouden Nederlander te
zijn, zoodat dus feitelijk het gezin nog
zoeker?" vraagt de schilder, die van Ger-
hardt von Dollen, den gekken kruiden-
zameluai, door zijn gastheer, den molenaar
uit het dal allerlei vreemde dingen ge
hoord, die zijne menwsgierigheid heeft
gaande gemaakt, maar tegelijk ook som
bere herinneringen bij hem hadden op
gewekt, die oorzaak waren, dat hij eene
ontmoeting met den zonderlingen, een-
zelvigen man vermeed, hetgeen hem niet
moeielijk viel, daar Gerhardi von Dollen,
zelfs bij de herhaalde bezoeken van den
schilder op het »slot," zich nimmer had
laten zien en tante Martha deze ook even
min had uilgenoodigd om langer te blijven.
De schilder heiinnerde zich nu als knaap
meermalen den naam Dollen van zijn va
der gehooid te hebben, en wel in betrek
kingen, die volstrekt niet van een
vriendschappelijken aard moesten geweest
zijn, Wel is waar waren sinds dien tijd
een zestien-tal jaren verloopen en
met hen was de herinnering zwakker ge
worden, ja bijna geheel uitgewischt, tot
dat deze eensklaps, hoewel dan ook on
duidelijk, levendig werd en den wenscli
in hem deed oprijzen, om iets naders
omtrent von Dollen te weten te komen.
Hoe openhartig Irma anders zijn vragen
beantwoordde, omtrent haar vaders velle
den en bezigheden vernam hij van haar
niet meer dan hy reeds van den mole-
bestaat uit drie froeders die Nederlan
ders zijn.
De militieraad heeft de beslissing in
dezen tot de volgende zitting uitgesteld.
Hel Memorial diplomatique verze
kert, dat de gezondheidstoestand van vorst
Bismaik aanleiding geeft tot ernstige be
zorgdheid. De vorst houdt het bed en heeft
herhaalde aanvallen van koorts. In de om
geving van den patiënt geeft men zich
veel moeite om den toestand geheim te
houden; geen enkel bezoeker wordt op
Friedrichsruhe toegeluten.
Het blad weet nu reeds mede te doelen
dal dr. Chrysander bezig is met het voor
de pers gereedmaken van Bivmaick's po
litiek testament, en dat graaf Hei hert
Bismarck de gedenkschriften van zijn vader
een jaar na diens dood te Londen zal
uitgeven-
Het nieuwe Italiaansche kabinet is
dan toch eindelijk gereed gekomen Vol
gons de jongste berichten is het aldus sa-
meng- steld
Crispi, president en binnenlandsche za
ken baron Albert Blanc, builenlandsche
zaken; het senaatslid Calenda, justitie;
Sonnino, financiën, en voorloopig ook de
schatkist; Saracco, openbare werken;
Mocelli, oorlog; Morini, marine; Baccelli,
onderwijs, Boselli, landbouw,Ferraiis, pos
terijen.
Gelijk vanzelf spreekt, wordt liet
nieuwe minisleiie-Crispi, dat nu is opge
treden, alom besproken.
Van de leden van het kabinet treedt,
natuurlijk na den minister-president, die
voldoende bekend is, het meest op den
voorgrond de minister van financiën, de
heer Sidney Sonuiiio, die voorloopig te
vens als «minister der schatkist" is op
getreden. De heer Sonnino, sedei t 1880
lid der Kamer voor Florence, i- een man
van 44 jaren, die, ofschoon hij nooit
deel heeft uitgemaakt van een kabinet,
zich toch leeds meermalen als een dege
lijk financier heeft doen kennen. Als lid
der Kamer was Sonnino meeimalen in
de gelegenheid om ook zijne politieke
gevoelens kenbaar te maken. In dal op
zicht verdient vooral vermelding, dat de
afgevaardigde voor Florence herhaalde
lijk zijne groote sympathie voor Italië's
aansluitiug bij het drievoudig vei bond
toonde.
Wal financieele bekwaamheid betreft,
ten minste te ooideelen naar den naam,
dien lu) heeft, zou de heer Crispi geen
betereu minister van financiën hebben
kunnen vinden dan den heer Sonnino.
Vandaar dan ook, dat de heer Zanardelli
bij zij- e pogingen tot het vormen van
een kabinet zich in de eerste plaats tot
dezen siaatsman richtte.
Meer bekend in de politieke wereld
in zoover althans, dat hij reeds voor
heen deel uitmaakte van verschiilende
ministeries i» de heer Saracco, de
minister van openbare werken. Hij is
een Piemonteee, bijna 70 jaren oud en
sedert 1865 lid van den Senaat, nadat
hij van ,849 lot 1865 lid der Kamer
was geweest. Van 1887 tot 1889 was
Saracco minister van openbare werken
in de ministeries van de heeren Depietis
en Crispi.
Ook de minister van handel en land
bouw, de oud-hoogleeraar in de staats
wetenschappen Boselli, behoort tot de
veteranen in de Italiaansche politiek. Hij
is 55 jaren oud en sedert 1870 lid der
Kamer voor Savuna. Ook Boselli, die van
1888 tot 1891 minister van onderwijs
was in het kahinet-Crispi, behoort tot de
bekende voorstanders van het drievoudig
verbond.
Niet minder bekend is de minister vaD
onderwijs de heer Baccelli, voorheen hoog
leeraar in de geneeskunde te Rome
op zijn twintigste jaar was hij reeds pro
fessor en sedert 1874 lid der Kamer
voor Rome. Als minister van onderwijs
in de ministeries van ,1e heeren Cairoli
en Depretis in 1879 en 1884, poogde hij
naar gehoord had, Of het was haar ver
boden hierover te spreken, öf zij wist
daarvan niets meer, dan men algemeen
vertelde.
Irma beantwoordde daaiom dun ook
zijne vraag in dezen geest en z»ide een
voudig
«Ik weet niet of mijn vader een geleerde
is hij leest en schrijft wel heel veel, doch
in iets anders dan in planten en boeken
heeft hij weinig genoegen," voegde zij er
met een zachten, onmerkbaren zucht bij
«Nu, maar van u houdt hij toch wel
veel?"
«Van my? Natuuilijk 1" zeide Irma
veiwonderd over zulk eene vraag, nik
ben immers zijn kind, en hij is voor mij
zoo goed, och zoo goed I" liet zij er met
vuur op volgen.
»En hebt gy hem ook lief?"
«Wat eene zonderlinge vraag, die u daar
doet? Zou ik mijn vader niet liefhebben
Mijn goede, arme vader
«Waarom noemt ge uw vader arm?"
«Omdat hij altijd zoo treurig en ernstig
is; doch", brak zij dit thema af', «doch
ik zal nu ook heel bedroefd zijn, als u
weg zijt."
«Hoe lang wel. misschien veertien da
gen?" vroeg de schilder schertsend, «en
dan zijt ge weer mijn klein, vroolyk leeu
werikje."
eene hervorming van het hooger onder
wijs tot stand te brengen, maar toen de
Kamer zich niet in alle opzichten met zijn
voorstellen kon vereenigen, nam Baccelli
zijn ontslag.
Tot de «nieuwe mannen", die in het
kabinet-Crispi optreden, behooren de mi
nisters van Justitie, oorlog en marine,
Callenda, generaal Nocelli en admiraal
Morini. Van deze ministers is nog weinig
hekend, daar zij tot dusver geen deel
namen aan het politieke leven. De mi
nister der posterijen Ferraris is sedert
1886 lid der Kamer en trad bij de be
handeling van verschillende gewichtige
aangelegenheden, o.a. bij de begrootings-
debatten meermalen op den voorgrond.
Ook de minister van buitenlandsche za
ken, ba>on Albert Blanc, behoort in zoo-
vei tot de «nieuwe mannen", dat hij nog
nooit doel heeft uitgemaakt van een mi
nisterie. In de diplomatie is baron Blnnc
overigens genoeg bekend, o.a door zijne
bemoeiingen in zake de Oostersche quaes-
tie, toen hij van 1887 lot 1891 gezant
te Constantinopel was.
Over het algemeen bestaat dus het ka
binet uil goede elementen. Behalve de
heeien Saracco en Sonnino, die lot de
gematigden behooren, zijn de meeste mi
nisters leden der uiteiste linkerzijde. Te
Rome wordt het ministerie voorloopig
door de openbare meening goed ontvan
gen, in afwachting van het program, waar
mede de heer Crispi heden (Dinsdag) in
de Kamer zal optreden.
De Lokalanzeiger deelt eenige bijzon
derheden mede over het nihilistisch com
plot, dat onlangs te St. Petersburg ont
dekt is. Door verschillende arrestaties te
Warschau en te St. Petersburg kwam
de politie tol de ontdekking van een ge
heim genootschap, dat zijn vertakkingen
had tot in Charkoff, Kief! en Odessa.
Dientengevolge was de politie op haar
hoede; en in den nacht van den 5den
December weid een bootje aangehouden
op de News, dat bij onderzoek drie kis-
ttn dydarniet aan boord bleek te hebben.
Doi r de arrestatie van den geadresseerde,
een medisch student, ontdekte de politie
de samenzwering. Reeds zijn meer dan
50 pe'sonen, die bij de zaak betrokkei
zijn, in hechtenis genomen, waaronder
eenige jonge meisjes en verscheidene
officieren.
Men gelooft dat de aanslag gericht
was tegen het leven van den czaar. Door
toepassing var, den knoet werd de medi
sche student tot bekentenis gebracht;
ook ile andei e gevangenen werden onder
worpen aan lijfstraffen, of juister gezegd,
aan de pijnbank.
Op het 2e Symphonie concert van
den heer van Aken, op Woensdag 27
December a.s. zullen zich twee dames
solisten doen hooren. Mejuffrouw R. S.
Isaacson, eene voormalige stadgenoote,
bij velen zeker nog welbekend, heeft hare
piano studiën aan het conservatoire te
Keulen voltooid. Mejuffrouw Alida M.
Vlieger inoet, naar hetgeen wij omtrent
haar vernamen eene zeer verdienstelijke
zangeres zijn. Wij zijn trouwens van
den lieei van Aken niet anders gewend
dan dat, wat hij ons op zijne concerten
te hooren geeft, op welk gebied ook,
uitnemend is.
Omtrent de sedert jaren gewenschte
spooi weg vei binden EdeBarneveld N ij-
kerk deelt men ons mede. dat de con
cessie voor deze lijn tot heden niet is
ingetiokkeu omdat onze stadgenoot de
heei A. J. Krieger, aan de Regeering heeft
verzocht de voor een locaalspoorweg ver
leende concessie te wijzigen in een con
cessie voor een stoomtram op eigen baan
en hem diligent te verklaren voor het
daaitoe indienen van een gewjjzigd ont
werp.
Morgenavond te middernacht (stads-
tijd) vertrekt weer een exlratrein van de
H. IJ. S. M. van Amsterdam naar hier.
«Neen, dat zal ik nooit wezen, niet
voordat u weerkomt Niet waar, u keert
toch in het voorjaar terug, zooals u beloofd
hebt?"
«Ja, zeker kom ik terug!" zegt hij en
drukt de elfengestalte aan zijn hart, zij
ziet naar hein op. Geen twijfel, dat zijne
terugkomst niet zeker zou wezen, verduis
tert den reincn blik van haar oprecht kin
derlijk oog. Zij hecht geloof aan haar
vriend als de viome christen aan zijn God,
als liet onmondige kind aan de voortref
felijkheid zijner ouders, als de genavolle
moeder Gods. Waarom ook zou zij twij
felen? Is de wereld niet zoo schoon, zoo
harmonisch, zoo boven alle verdenking
wonderbaarlijk heerlijk geschapen? Is de
God, die haar gewrocht heeft, niet machtig
niet barmhartig? Zijn de menschen, naar
zijn evenbeeld geschapen, niet oprecht?
Zond«r dat hij zelf er zich van bewus-
was, ging van deze volkomen oprechtheid
iets in zijne sceptische ziel over. Midden
in de kuische natuur, in de oprechte liefde
van een onschuldig kir,d valt het wereldt
«che stof van hem af, hij wordt zelf weder
mensch, zooals het Oude Testament Jen
eersten mensch in het Paradijs voorgesteld
heeft, eer de verleidster, de zonde, hem
ontwijd had. Vol innigheid kust hij haar
zachte, kersroode lippen en in zijn oog
staan tranen, ter wyl hy het afscheidswoord
Bij koninklijk besluit van den 15
December 18 >3, rio. 7 i«, met ingang
van 1 Januari aanstaande, den heer J. van
der Burch, controleur der directe belastin
gen alhier, als zoodanig verplaatst naar
Amsterdam, (5e kantoor.) In zijne plaats
is als controleur alhier benoemd de heer
P. Dubois, thans te Velzen.
De le luitenant-kwartiermeester
J. J. van Hille van het 3e regiment ves
ting artillerie te Gorcurn overgeplaatst bij
de 2e afdeeling san het le regiment veld
artillerie alhier heeft j I. Zaterdag zijne
functiën aanvaard.
Maandag werd door de vereeuiging
„Kindervoeding" een aanvang gemaakt
met het uitreiken van spijzen aaD min
vermogende kinderen. Door ongeveer 200
kinderen werd daarvan reeds gebruik
gemaakt. De uitreiking geschiedt in een
der lokalen der Anna Paulowna Bewaar
school.
Ei worden pogingen aangewend tot
het oprichten hier ter stede eener gai ai -
ten vereenigingj ten einde door het sluiten
van contracten met 'ooneeldirecties enz.
het geven van publieke vermakelijkheden
alhier te bevorderen. De contributie zal
per jaar hoogstens f5.bedragen, waar
voor men op de enlréeprijzen hij alle
uitvoeringen, welke van de vereenigiug
uitgaan, eene koiting geniet van 20,/o.
Reeds ongeveer 40 leden traden toe,
terwijl voor verdere belanghebbenden de
lijst tot deelneming met het reglement
ter inzage liggen bij den kastelein
vnn Amicitia, ook voor niet-leden der
Sociëteit. Ook kan zich wenden tot een
der bestuursleden de heeren Dr. J. W.
Doyer Jzn. L. C. Vervooren en A. Her
schel Bzn.
De voordracht ter benoeming van
oen leeraur in natuurkunde aan het gym
nasium en de inrichtingen voor middel
baar onderwijs ulhier, bestaat uit de hee
ren 1. H. Hulshof te Apeldoorn, 2. Dr.
A. H. Borgesius te Groningen.
Het onderhoudswerk der openbare
bestrating gedurende 1894 en 1895 is
door burgemeester en wethouders gegund
aan den inschrijver J. Diters alhier, voor
12 cent per M*.
De raad der gemeente Amersfoort
zal op Donderdag, den 21. December 1893,
des namiddags ten i'/2 ure vergaderen
ter behandeling van het navolgende punt
1. Benoeming van een leeraar aan het
gymnasium en de inrichtingen voor mid
delbaar onderwys.
Aan den Heer Jhr. Mr. A. M. C.
Sandberg is, op zijn verzoek, eervol ont
slag verleend als Kantonrechte)-plaats
vervanger alhier.
Volgens berichten uit München zou
het huwelijk van den protestanschen lui
tenant Von Seefried met de katholieke
prinses Elizabeth van Beieren nog roman
tischer zijn geweest dan men tot nu
toe wisthet jonge paar is er eenvoudig
van door gegaan en is te Genua kerkelijk
getrouwd, zonder voorafgaand huwelijk
voor den burgelijken stand.
Terwijl de vader van den bruidegom te
vergeefs het paartje zocht en het Beier-
sche Hof natuurlijk buiten zichzelf was
van woede, lieten de jongelui zich stille
tjes trouwen. Zooals later bekend is ge
worden, heeft de paus het huwelijk goed
gekeurd.
Bordpapieren daken. Het «papier
mnché", dat tegenwoordig reeds gebruikt
wordt voor kleedingstnkken in den vorm
van kragen en manchetten, ja zelf6 van
schoeisel, bij de zeevaart voor booten, bij
de spoorwegen voor rails, wielen en leg
gers, in de huishouding voor emmer» en
ai dere voorwerpen, zal nu worden aan
gewend hij het bouwen van huizen. Het
uitspreekt. Kostbaarder zijn ze en zui
verder dan de heerlijkste diamant.
In deze tranen is geen bekwame hand
kan ze in waarde doen rijzen, onve valscht
zooals za zich vertoonen, blijven ze even
zeldzaam als ontarlbaa'.
«Vaarwel, kleine bergfeel Vaarwel I
Tot weerziens."
«Tot weerziens I" roept zij hem na.
Dan blyft zij aan den kant van den weg
staan en staait hem na, lang totdat
er niets meer van hem te zien is, als een
laatste wuiven met den hoed, niets meer
te hooren als het laatste woordtot weer
ziens, dat wegsterft, zooals de geest ver
dwijnt.
«Tot weerziens." Hierop varbergt zij
het gelaat in de kleine handen en begint
bitter te weenen.
Langzaam loopt de schilder voort. Hij
ziet niet meer achter zich om, zijn gedach
ten toeven bij het kind, dat zoo verwon
derlijk zijn bergen teruggehouden, en in
hem ëen ernst, een nadenken heeft opge
wekt, die beiden hem tot dusver onbekend
waren. Bijna werktuigelijk vervolg hij
zijn weg en stoot eensklaps vrij onzacht
tegen eene gestalte, die met den rug naar
hem toegekeerd, op een boomstronk krui
den op een en mossen ordent.
Wordt vervolgd.)