NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND eerste Prijsraadsel Nb. 4. Zaterdag 13 Januari 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG aovertentien: Aan onze Lezers Algemeene Zondagsrust? BINNENLAND. Feuilleton. OP DEN „DOHLENNEST." COUM VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden 1Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. Van 16 regel» f 0,40 iedere regel meer 6 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In dit nummer komt volgens belofte het Toor, aan de goede oplossing waarvan een zwaar VEBtlILD HORLOUE met DITO KETTING is verbonden. Oplossingen, vergezeld van het nitgeknipte raadsel, moeten iuge- zouden worden aan de Redactie dezer Courant vddr Vrijdag 19 Januari a.s. Mochten meerdere goede op lossingen inkomen, dan zal de prijs onder de inzenders daarvan worden verloot. De naam van den winner zal in de Courant worden bekend gemaakt. Men wordt verzocht de oplos sing DUIDELIJK te willen onder teekeneis en naam van straat en huisnummer Ie willen opgeven. DE UITGEVER. sliet leveu kent geen rust" zeiden wij in- een onzer vorige artikelen. Hel ligt voor de band, dat wij dasibij bet oog hadden op het leven in zijn geheel als de samenvatting van alle mogelijke levens uitingen. Ieder levend organisme is op de eene of andere wijze met iets bezig en een volkomen ophouden dier bezigheid is geen rust maar dood. Een andere vrang achter is, of dat leven zich dan voortdurend naar alle kanten openbaart, of alle levenskrachten tegelijk en altijd bezig zijn en zich uiten, dan wel of enkele dier krachten voor eenen lijd ongebruikt blijven er> dus rusten om daardoor aan audere gelegenheid te geven meer op den voorgrond te tieden. Dat dat laatste hel geval is, dat wij bijv. niet altijd tege- lijkei tijd hoorei),zien, ruiken, voelen, den ken, werken enz. kunnen behoeft gees be toog. Het een moet op het ander wachten, niet alleen omdat wij niet alles tegelijk kunnen doen, maar omdat dt verschil lende werktuigen dat wij voor ai die bezigheden noodig hebben moeten rusten. Wie echter zelfs onder dat rusten in elk geval een niets doen meent te moeten verslaan, vergist zich niet weinig. Het oog dat door het voortdurend slaren Op uitgestrekte sneeuwvlakten aan vermoeid- lieid en pijn begint te lijden, ondervindt, zoodra hel wit door een zuchtere kleur wordt vervangen, terstond dat aangename gevoel van ontspanning en rust. Toch gaal hel vooit te wei ken. Lieve zachte klanken ontspannen hel oor dat een lijd lang aan woest geraas heeft blootgestaan. In beide gevallen oefent de veranderde werkzaamheid een weldadiger invloed uit, dan een plotselinge stilstand dier werk zaamheid zou gedaan hebben. Wat dal alles nu met Zondag-rust te makeri heeft? Geduld, wij gelooven niet zoo ver van ons onderwerp afgedwaald te zijn als Git oppervlakkig moge schijnen. De door ai beid vermoeide mensch heeft rust noodig en heeft recht op rust, dal is een stellirg die r eds tot een gemeene plaats geworden is en door iedereen woidt toegegeven. Het blijft echter een gewichtige viaag waarin die rust moet beslaan. Moet het een volstrekte rust een niets doen zijn of ware het wen- schelijker dat de verloren Krachten o.a. ook door ontspanningen van gepaslen aard, op een vruchtbaarder manier dus worden herwonnen gvlijk wij dat bij hel oog en het oor zagen geschieden Met and.re woorden, moet er één dag, de Zondag, zijn waarop alles stilstaat, waarop aan allen tegelijk de noodige rust wordt geschonken, of moet die rust voor ver schillende personen over verschillende dagen verdeeld worden, zoodat de rus tenden op hun dag van de genoegens en geriefelijkheden des dagelijkschen levens kunnen gebruik maken? Wij hebben in Engeland het voorbeeld van een strenge Zondagsrust. Is men er daar mede te vreden? Integendeel, en worden sinds lang bewegingen op touw gezel om den saaien vervelenden zondag, den dag van gedwongen niets doen der menigte iets gezelliger te maken. Men ziel daar jaar lijks meer in dat het den mensch betel is zijn geest op de een of andere wijze nuttig bezig te houden, hem andere diri- le zien en te hooren te geven, dan waaru de hij zich 6 dagen achter elkan der vermoeit, dan hem zijn tijd in ledig heid te laten doorbrengen Verder zijn zij die den wekelijkschen rustdag het meest noodig hebben op hunne weikdi- gen het minst in staat van de genoegens van het leven te genieten. Zij leeien die meeslsl alleen kennen doordat zij ze aan anderen moeten verschaffen. Wat kan hun aangenamer zijn dan dat ze ten minste eenmaal in de week in de gele genheid gesteld worden er ook eens actief aan deel te nemen, maar wat zou lege- lijk minder mogelijk zijn als allen dat op een en der.zelfden dag wenschten te doen, als alle werklieden, alle bedienden op dien dag moesten rustenDaarom een rustdag voor allen, wij herhalen het, is er noodig, maar in bet belang van aller, zou het wenschelijk zijn, dal die lUstdag niet voor allen de Zondag was. Het is waar, de mensch leeft niet bij brood alleen, en juist de Zondag is de dag waai op dat andeie deel der men- schen, hel geestelijke, zich bet meest bevienigen kan. Men zou hierop kunnen antwoorden, dat wie die bevrediging waarlijk verlangt, ze ook voor een en kelen keer buiten een kerkgebouw kun nen vinden, maar daar de mensch nu eenmaal aan het uiterlijke hangt, zou hat wenschelijker zijn dat aan allen des morgens een paar uur gelegenheid ge geven werd hun godsdienstplichten te vervullen. Daarna echlei moest alles wal tot veredeling en vermaak des men- schen strekt en wat de openbare rust niet verstoort, zooals de bestaande wet ten dat eischcn, ook zijn gang kunnen gaan. Wij gaan hierin zeker vei der dan menige voorstander van Zondagsrust zou willen toegeven, maar is dat verder gaan niet natuuilijk? Een algemeene Zondags- iusI is in onze maatschappij niet meer mogelijk, of moeten des Zondags ook de doctoren, de apothekers, alle politieagen ten, spooi wegambtenaren enz. enz. rusten? Niemand denkt er aan, omdat dat de iust, de veiligheid en het gemak te zeer in den weg zou staan. Waarom mag men dan ook niet op het genoegen van velen zoo niet vari allen I tien en er voor zorgen dat ook dit niet te veel onder Zondagsiust lijdt? Voor velen, gelijk wij zagen, zou het verlies van dal Zondagsche genoegen, het verlies vsn alle genoegen zijn, omdat ze er in de week geen gebruik van kunnen maken. Laten wij ons dus wachten voor over drijving bij de Zondagsiust. Wij kunnen zoovelen mogelijk vrijgeven omdat de Zondag zeer zeker voor veler, de meest gewenschte lustdag is, maar allen vrij te geven zou den Zondag tot een onmo- geltjken dag makeD. Een gedeelte krijge zijn rustdag op een dag in de week opdat zij niet te koit komen. In hun eigen belang zullen en moeten de mees ten er tevreden mede zijn. De minister van koloniën brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat bij het korps genietroepen te Utrecht de gelegenheid bestaat voor tien jongelingen die op 1 April e. k. den vollen ouderdom var. 16 ja^en hebben bereikt, dcch op 15 Mei daaraanvolgende het l'Je levensjaar niet zullen ingetreden zijn, om te wor den opgeleid tot korperaal en sergeant bij de Indische genietroepen. De voor waarden beval de St.-Ct. no. 8, Verkiezing Ie Goes. Bij de Donderdag gehouden verkiezing vaar een lid der Tweede Kamer der Sta- teri-Generaol in hei hoofdkiesdistrict Goes werden uitgebrachj 2658 stemmen. Aan tal geldige stemmen 2640. Volstrekte meet derheid 1321. Hiervan werden uitgebracht op den heer Lohman ia.-r.) 1653 en op den heer Stigter (lib 944 stemmen. Blanco 36 en van on waarde 6 stemmen, zoodat is gekozen de heer Jhr. rar. A. F. de Savornin Lobman. Werklieden-ver bond. Door de afdeeling Rotterdam van het Ned. Werklieden-Verbond werd besloten op de eerstvolgende jaarvergadering de volgende motie voor te stellen: »Het Hoofdbestuur trachle een rijkswet in 't leven te roepen tol de onbewoonbaar- verklaring van woningen die niet aan de eischan voldoen, en het vaststellen van boeten in dat geval voor den eigenaar." Hel bestuur bad voorgesteld ook boete voor den huurder te bepalen, doch dit werd na langdurige discussie geschrapt. NeerboscU. De heer G. van Deth zal a. s. Maandag In de kolfbaan te Hoofddorp in eeoe open- baie vergadering als spreker optreden met het onderwerp «Weezenverpleging te Neerbosch." Ook een ontdekkingsreiziger. Een 14-jarige knaap uit Westerlee, prov. Groningen, had zich, als wijlen Ro- hinson Cusoë, reisplannen in het hoofd gehaald, echter op tescheidener schaal dan zijn groote voorganger Het jongske had blijkbaar reeds zóóveel gehoord van den fraaien Martini-toren, te Groningen, dat hij het metr dan tijd voor zich vond om dat trotsche bouwwerk ook eens in oogenschouw te gaan nemen. En Maandag toog het manneke, geschaatst en wel, op weg. Het doel van zijn reis, Groningen, bereikte hij inderdaad, doch in de stad aangeland, geraakte hij, steeds zoekend naar zijn toren, aan het dwalen, en moe en uitgeput legde hij zich eindelijk te slapen op can hcop steenon bij het hulp station. Daar werd het ondernemende baasje 's nachts door een politie-agent gevonden, die hem, verkleumd en stijf van de koude als hij was, naar de politiewacht bracht waar hij de verderen Dacht doorbracht, en vanwaar hij 's morgens, na eerst den Martini-toren van alle kanten bewonderd te hebben, naar liet Winschoterdiep werd gebracht. Hier bond het Crusoë'tje zijn schaatjes onder, en voort ging het weer naar Westerlee, waar hij nu zijn waar schijnlijk zeer ongeruste ouders zal kunnen vei halen van een toren, zoo hoog en zoo mooi als hij er nog nimmer een zag. Wedstrijden. De wedstrijden op schaatsen te Zwolle, waren uitgeschreven door de internati onale schaatsenrijdersunie, en werden ge houden onder leiding en volgens de i egle- menten van den Nederlandschen Schaat- senrijdersbond was H. Hagen, van Chris tiana, in den wedstrijd over 1500 meter de winnaar van den eersten prijs. Hij legde de baan af in 2 42% min.; het wereldrecord is op dezen afstand 2.23s/s sac. In den wedstrijd over 5000 meter was Hagen mede overwinnaar in 9.37*/s min. Daarna volgde Marteü Kingraa in 93u'/»s UIT HST UOOQUUITSCU door D. B. 10) >Nu, als ge dan wilt," zeide tante Martha, verrast door de standvastigheid van hare nicht, waarmede deze bij haar verzoek volhardde, »Het is echter aene treurige, banbrekende geschiedenis, die ik u te vertellen heb, en zeker zal uw vader boos op mij wezen." Geloof dat Diet, integendeel, wanneer hy «en blik kon werpen in het hart van zijn kind, zou hij er u dankbaar voor wezen, dat u my die geschiedenis hebt medegedeeld." Hier werd Irma's stem onzek«r en eensklaps hield zij op met spreken. »Zal ik het licht aansteken, vóór ik mjjn verhaal begin?" vroeg tante Martha, met de haar eigen onderworpenheid, wanneer zij stond onder een sterkeren wil dan de hare was. »Neen, doe dat Diet, tante. De lan taarn op straat geeft genoeg licht," en Irma trok hare tante zacht naast zich op den divan, terwjjl zjj afgemat door de betoonde energie, zich in ean hoek der zachte kussens neervlijde en het kleine kopje op hare hand liet rusten. »Ik zal kort zijn, zoo kort mogelijk!" begon de oude dame. »Val mij dan ook niet in de rade, hel zal mij toch al moeite genoeg kosten om geregeld alles te vertellen, wat ge nu eenmaal weoscht te weten I" »Uw vader behoorde in zyoe jeugd tot die menschen, die met groote goed moedigheid en openhartigheid begaafd, evenals zij het gebrek hebben, om in vriendschapsbetuigingen van bekenden een blind vei trouwen te stellen, willicht omdat hij zelf te eerlijk was om vriend schap te huichelen, waar hij ze niet ondervond en zoodoende naar zijn eigen hart ook dat van anderen beoordeelde. Daarbij kwam nog, dat hij als geleerde en alecht financier zich zeer weinig om zijn geldelijke aangelegenheden bekom merd*. Hij bezat een groot vermogen, dat hem vele vrienden verwierf, die zich zijne goedhartigheid en onbekendheid met geldelijke zaken ten nutte maakten, en met aanzoeken van allerlei aard een beroep deden op zijne beurs. Deze was daarom meestentijds leeg, ofschoon hij zelf voor zijne eenvoudige levenswijze weinig noodig hadaangezien hij ech ter en hiervan was hij bewust «en groot fortuin bezat, zoo schreef hij daar, waai zijne beurs niet toereikend was voor de aanzoeken vijner vrienden, wissels, die met zijri naam onderteekend, naar zijn bankier opgezonden weiden, van wien lijj ten allen tijde hel vei langde geld kon bekomen. Deze bankier, een algemeen geacht man, iemand volkomen vertrouwd in zijne zaak, en die zich door onvermoeide vlijt van een armen zoon eens kanzelarijschrijver een eigen vermogen en de positie van bankier verworven had, was een schoolvriend van uw vader geweest, en heette baron von Karner. Zijn adeldom, den baronnentitel had hij zich niet alleen door dier sten ver worven, den Staat in tijd van ooi log be wezen, maar hij had dezen ook gedeelte lijk met het geld gekocht, dut hern ten deel was gevallen bij zjjn huwelijk met een schatrijk burgermeisje. Eerzuchtig en ijdel als hij was, wees hij zijne burger lijke vrouw eene ondergeschikte plaats in zijn huis aan, geheel vergelende, dat hij van gelijke afkemst was, en liet haat gevoelen, dat hij haar alleen om haar geld had getrouwd. Zij stierf kort na haar huwelijk en liet hem een zoon na, die, naar ik vei moed, de bewuste arglistige zal zijn. Reeds tijdens haar leven was de vriendschappelijke verhouding tusschen hem en uw vader eenigzins bekoeld. Wel licht dat uw vader ten laatste iri hem ook wel den egoïst had bespeurd, die, om zijn eerzuchtig doel te bereiken, tegen geen middel, welk ook, opzag, en daar bij aan de stem vun hel gevoel geen plaats inruimde; doch wat hy niet be merkte, was de hartstocht, die baron von Kamer na den dood zijner vrouw, bijna gelijktijdig voor mijne zuster op vatte, toen uw vader aanzoek deed om hare hand en de bevoorrechte medemin naar werd. Baron van Karner, wien tot nog toe in zjjn leven alles gelukt was, zag zich voor de eerste maal in zijn voor onderstellingen en verwachtingen bedro gen, zich achteruileesteld bij een man, die gelijk uw vader, slechts een eenvou dige geleerde, zonder schitterende, maat schappelijke eigenschappen was, iemand, die ook geenszins dat scboone voorkomen had, waarvoor baron von Karner bekend was. Zijne ijdelheid moest zich daardoor wel diep gekwetst gevoeld hebben, dat hy zulk eene vreeselijke wraak verzon, om zijne nedeilaag op uw vader te wreken. Zooals ik u reeds gezegd heb, was door hem ten allen tijde geld ontvangen, zonder ooit door hein gewaarschuwd te worden dat de sommen, die de vrien den van uw vadei voor hem verbruik ten, verre zijn vermogen overtroffen, en daardoor van jaar tol jaar het ka pitaal aangroeide, dat de baror. uw vader had voorgeschoten. Daarbij kwamen verliezen in de papieren en in spoorweg- actiën, die niet alleen geen intresten meer gaven, maar ook geheel en al buiten koers waren. Thans was het tijdstip daar, waarop baron von Karner zijn wraakplan uit voerde. Niet plotseling zulk een eclat wilde hij tegenover de wereld niet maken, alvorens hij uw vader, die reeds totaal geruïneerd was, onder den dekmantel der vriendschap aanmaande om voorzichtiger in zijn gedelijke aangelegenheden te zijn. Deze waarschuwingen kwamen te laat, dat wist hij, bij alle beperking, die uw onprakliche vader zich zocht op te leggen, want de steen, die eenmaal aan het rollen was gegaan, waren zij niet meer in staat in zyn val tegen te houden. Toen baton ton Karner hern zoo van lieverlede bekend had gemaakt met den stand van zijn veimogan, ten laatste schouderophalend en zijn leedwezen betuigend verklaard had dat hij hem geenerlei voorschot ineer kon geven, en uw vader de vrienden in ver trouwen aansprak, die zich nog herin nerden hoe vaak hij hen geholpen had en die hem nu eveneens hunne hulp toezei den, toen ging zijn vijand strenger te werk en bezigde sluwheid, allerlei goede en kwade middelen, ten laatste zelfs den druk der wet, om uw vader geheel in zijne

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1