NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND.
ELISABETTA SIRAII.
Ofïïcieele Publicatie.
Mo. 47.
Woensdag 13 Juni 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
in den Raad.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Bijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. ,T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Terwijl wij dit schrijven is de
uitslag der verkiezing nog niet
bekend.
Waarom wij voor de verkiezing
geen partij gekozen hebben? Wel,
omdat ons de keuze vrij moeielijk
scheen tusschen twee candidaten,
die wij gaarne beide in den Raad
zouden zien, en omdat wij niet
wilden uitmaken, wie van beiden
»de grootste werkkracht" bezit,
wie de ^bekwaamste, rechtscha-
penste, eerlijkste, onafhankelijk
ste" is, wie van beiden het meest
op sveelzijdige kennis en gezond
oordeel" kan bogen, en zoo voort.
Wij vertrouwen, dat beide «met
de plaatselijke toestanden en met
de nooden en wenschen van de
ingezetenen" bekend zijn, en dat
elk er naar zou streven, om ons
aller belangen op een waardige
en niet kostbare wijze te behar
tigen. Waar de keus dus moei
lijk was, meenden wij geen invloed
te moeten uitoefenen. Dit ter
verdediging van onze onthouding
in deze.
Tot nadere aanduiding van ons
standpunt nog het volgende. Bij
deze evenals bij vorige verkiezin
gen werd de wenschelijkheid be
toogd, van een proportioneele
vertegenwoordiging in den Raad.
Er wordt daarbij dan op het
onbillijke gewezen, dat b.v. twee
Oud-Katholieken zitting hebben
in den Raad, terwijl de Oud-
Katholieke gemeente alhier nog
geen drie honderd leden telt en
daarentegen de meer dan zes
duizend Roomsch-Katholieken ook
slechts twee vertegenwoordigers
hebben. Nu, deze redeneering is
geheel onjuist; immers de gemeen
teraad is niet een vertegenwoor-1
diging van de godsdienstige ge
zindten, maar van de burgerij,
en de beide bedoelde heeren zijn
niet in den Raad gekozen omdat
zij Oud-Katholiek zijn. De Oud-
Katholieken vormen evenmin als
de Ned. Hervormden, Lutherschen,
Doopsgezinden, Remonstranten
enz. een staatkundige partijvol
gens het oordeel dezer gezindten
gaan kerk en staat nevens elkan
der, heeft elk van deze beide zijn
bijzondere belangen, en heeft men
er slechts enkel voor te waken,
dat die belangen niet met elkaar
in strijd komen.
De Roomsch-Katholieken daar
entegen vormen tevens ook een
staatkundige partij, en daarom
kan van hun standpunt als billijk
geeischt worden alleen dit, dat
zij evenals de andere politieke
partijen een geëvenredigd aantal
vertegenwoordigers hebben, dus
een proportioneele vertegenwoor
diging naar politieke partijen.
Ook dit beginsel kunnen wij ech
ter niet zoo voortreffelijk vinden
vooral bij een verkiezing voor
een gemeenteraad moet de poli
tiek niet zoo op den voorgrond
treden, moeten politieke partij
beginselen liever wat achterwege
blijven. Er zijn nog andere dan
politieke belangen, en daarom
vragen wij niet allereerst of onze
candidaat liberaal of katholiek of
conservatief of wat dan ook is.
Wij kunnen die vraag stellen,
maar daarnevens stellen wij nog
andere eischen. «There is no
qualification for government but
virtue and wisdom", aan deze
woorden van Burke moet men in
de eerste plaats denken. Is iemand
in het bezit van deze beide
eigenschappen, deugd en verstand,
dan is van zoo iemand te ver
wachten, dat hij al onze belangen
zal behartigen zooals het behoort
van een bestuur uit dergelijke
personen samengesteld mag rede
lijkerwijze aangenomen worden,
dat het rechtvaardigheid, zuinig
heid enz. betrachten zal, dat het
de bloei van onze gemeente zal
weten te bevorderen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat de door den Direc
teur van 's rijks directie belastingen, enz.
in Nooid-Holland en Utrecht executoor
verklaarde kohieren Nos. 8 en 9 van
de personeele belasting en van het patent
recht over het vierde kwartaal van hel
dienstjaar 1893/94 aan den Ontvanger
van 's rijks directe belastingen aihierzijn
ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet be
paalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruike
lijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort,
den 11 Juni 1894.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gelet op art. 18 der wet van den 4.
December 1872 (Staatsblad No. 134),
Brengen ter algemeene kennis, dat
eiken Maandag, 's namiddags te één ure,
voor eenieder de gelegenheid tot koste-
looze inenting en herinenting wordt
gegeven in de daartoe bestemde locali-
teit, gelegen aan de Breedestraat,
wijk F. No. 133.
Amersfoort, den 11 Juni 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Uit Vulpera wordt bericht:
De gezondheidstoestand van H. M. is
uitstekend. Het weder was tot heden
prachtig en zeer watm. Dagelijks
maken H.H. M.M. wandelingen. H. M.
de Koningin-Regentes gebruikt de baden
te Tarasp en drinkt liet water uit de
Luzins-quelle.
Den 29en April 1840 werd bij het
leggen van den eersten steen aan de
fondeering van het gedenkteeker, van
Miohiel Adriuanz. de Ruyter een proces
verbaal op perkament geschreven, onder
het voetstuk neergelegd. Het was vervat
in een looden doos en de plechtigheid
werd verricht door Otto Wiliem Gobius,
vice-admiraal, kommandeur der orde van
den Ned. Leeuw, directeur en comman
dant der Marine in het hoofddeparle-
ment van de Schelde.
Dezer dagen bleek dit proces-verbaal
zoo goed als onbeschadigd nog aanwezig
te zijn.
Het beeld en het voetstuk zijn thans
geheel weggenomen, om later te worden
overgebracht naar de rotonde op den
Noordzee-boulevard.
Naar wij vernemen zullen op Woens
dag 4 Juli a. s. by de gelegenheid van
het ole Christelijke Nationale Zendings-
feest, te houden in de Middachterbosschen
bij De Steeg uit alle deelen des lands
extratieinen loopen naar de halte in de
Middachter allée, welke aldaar onlangs
gemaakt is.
De Nederlandsche protectionistische
landbouwvereeniging, die zich den 15
Maart j.l. lot H. M. de Koningin-regentes
heeft gewend met een verzoek tot tijde
lijke heffing van een schaalrecht op granen,
heeft thans hetzelfde verzoek gericht tol
de beide Kameis der Staten-Generaal.
Zij vraagt, dat de landbouwers en vee
houders door het heffen van lijdelijke
schaalrechten zoo spoedig mogelijk worden
geholpen, dat zij nog voor den tv veld
staanden oogst de voordeelen ondervinden.
Aan het Rijks-Centraal kleeding-
magazijn te Amsterdam, is een aanvang
gemaakt met het vervaardigen van de
nieuw model unifoim der onder-officieren.
De dagorde voor de nieuwe bijeen
komst van de Tweede Kamer op Dinsdag
19 dezer vermeldt alleen de regeling van
werkzaamheden.
Concours hippiqne te Utrecht.
Voor het op morgen Donderdag 14Juni
te Utrecht te houden concours hippique
zijn ingekomen:
16 inschrijvingen voor het schoonste
inlandsch paard, eigeodom van landbou
wers van beroep, ingespannen voor een
tweewielig rijtuig
4 inschrijvingen voor het schoonste
span inlandsche paarden, eigendom van
landbouwers van beroep;
20 inschrijvingen voor het schoonste
rijluigpaard, ingespannen, toebehoorende
aan particulieren, geen haDdelaren of
stalhouders
14 inschrijvingen voor het schoonste
rytuigpaard, ingespannen, toebehoorende
aan handelaren of aan stalhouders;
17 "inschrijvingen voor het schoonste
rijluigpaard
11 inschrijvingen voor het schoonste
tweespan, toebehoorende aan handelaren
of aan stalhouders;
6 inschrijvingen voor het schoonste
tweespan, toebehoorende aan particu
lieren
6 inschrijvingen voor het schoonste
vierspan, toebehoorende aan handelaren
in paarden of aan stalhouders;
17 inschrijvingen voor het beste spring
paard.
In de afdeeling rjj- en springpaarden
wordt deelgenomen door bekende beoe
fenaars van de paardensport, waaronder
vele officieren.
De landbouwfeesten worden Maandag
avond geopend met eene plechtige ont
vangst ten stadhuize.
Desertie.
Zondagavond omstreeks 6'/, uur zijn
even voorbij het dorp Ermelo, op den
straatweg naar Pulten (G) door den
gemeenteveldwachter aldaar aangehouden
iwee burgerpersonen (Belgen), waervan
bij onderzoek bleek, dat een de soldaat
Elinck was van het Kol. Werfdepot, die
even te voren in genoemd dorp zijn
geheele militaire kleeding tegen burger-
kleeren moet hebben verwisseld.
In het valiesje, dat de andere bij zich
had, bevond zich de militaire uitrusting
Vrij uit het Engelsch.
(Slot). Elisabetta glimlachte.
«Gij vergeet mijn vader huishou
den. Hoe zou ik dat alles kunnen ver
laten? Battista, zelfs om naar Rome te
gaan."
«Dan zal ik steeds aan u denken,
madonna. In mijn gedachten, in mijn
gebeden zult gij Rome met mij bezoeken."
«Zoo zij het, goede Battista," hernam
Elisabetta lachend, terwijl zij hem hare
hand reikte, die hij eerbiedig kuste,
alvorens hij met Ginerra vertrok.
»Is zij geen engel, die madonna Sirani,
om zoo vriendlyk te sprekeo met een
armen schilder als ik ben?" zeide hij
t*t zyne bruid. «Maar voor dat ik haar
weerzie, zal ik hare welwillendheid wel
licht waardig gemaakt hebben. Gelooft
ge het ook niet, Ginerra?"
«Ja, antwoordde Ginerra op zachten
toon, terwijl zij een afgrijselijk besluit
nam. waarbij haar vuisten balden en
haar oogen vuur spuwden. Maar Battista
zag dit niet, hij was geheel in zijn
kunstenaarsdroomen -au een toekomsti-
gen roem verdiept, uroomen, die maar
ai te vaak als eene lichte morgenwolk
uiteen spatten.
«Signora Elisabetta wenscht haar
kruidendrank,"zeide de oude dienstmaagd,
toen zij op zekeren dag uit liet atelier
kwam. «Maak dien spoedig voor haar
gereed, Benedetta."
Benedetta, een lang landmeisje, dat
door Elisabetta opgevoed was, en dat
met hartstochtelijke liefde aan hare mees
teres gehecht was, snelde heen, om het
ontvangen bevel ten uitvoer te brengen.
«Je doet er te veel kaneel in, dwaas
kind," zeide de oude vrouw.
«Het is geen kaneel moedertje, het
is eene andere specerij, die ik onlangs
kocht. De vrouw, die het verkocht, zeide
dat het de madonna goed zou doen, en
dat ik het haar eiken dag moest geven.
En zij heeft wezenljjk gelijk, ik heb de
oogen der madonna nog nooit zoo zien
schitteren als gisteren."
Het jonge meisje bracht den drank
aan hare meesteres en zag haar met
liefdevolle blikken aan, terwijl Elisabetta
haar lievelingsdrank van suikerwater en
kaneel gebruikte. Hoe weinig vermoedden
beiden, dat dezen dag de drank een
doodelijk vergift bevatte.
Eene onverklaarbare ziekte had Elisa
betta aangetast. Zij, die haar het liefst
hadden, koesterden weinig angst, maar
Elisabetta zelve zij gevoelde zich zeer
zwak, eene wonderljjke gewaarwording,
die haar een voorgevoel gaf van den
naderenden dood.
Toen Ginerra. die op Elisabetta's ver
zoek bij haar gekomen was, naast haar
stond, sprak Elisabetta met liefdevollen
ernst over de bemiode kunst, door haar
beiden uitgeoefend, over Ginerra's
toekomst over haar geliefde. Plotse
ling gleed een blik van haat over Ginerra's
gelaat, maar Elisabetta vervolgde:
«Ik heb u altijd liefgehad, Ginerra, en
ook uw Battista en wanneer ik weder
gezond werd
«Ge zult sterven, ge zijt uw laatste
uur reeds nabij," zeide Ginerra op een
zachten maar sissenden toon. «Ge zijt
uw gansche leven mijne duivelin, in alle
zaken eD eindelijk zelfs in Buttista's liefde
mijne mededingster geweest. Ik heb u
vergiftigd."
Eene krampachtige huivering overviel
Elisabetta, doch zij uitte geen enkeieD
kreet. Droefheid, geen ontzetting, maakte
zich van haar meester, toen zij haar
wissen dood vernam. Haar lippen bewo
gen zicli tot een stil gebed, daarop zag
zij Ginerra kalm aan, die, een marmeren
beeld gelijk, naast haar stond, en sprak
»Ge hebt u vergist, nooit heb ik een
man lief gehadmyn leven is gewijd aan
God en aan de goddelijke kunst. Uw
Battista, Ginerra, heeft nooit een andere
als u bemind."
Met diep berouw smeekte de moor
denares aan de voeten van haar offer om
vergiffenis.
«Klaag my aan I Uw dood zal u min
der smartelijk vallen, laat ray tot straf
voor u sterven."
«O neen," antwoordde Elisabetta met
zwakke stem, «dat geheim blijve tus-
scneo u en mij. Laat mijn vader nimmer
hooren, dat zijne dochter door vergift stierf.
Mogen de heiligen u vergeven, gelijk ik
u vergeef. Ginerra leef, en wees gelukkig
rnet uw verloofde."
«Het is te laatt" kreet Ginerra, «Bat
tista is dood.
En zoo was het inderdaad. Battista
Zani stierf te Rome, kort na zijne aan
komst, en liet slechts de herinnering aan
een talent achter, dat zooveel be
loofde, en in den bloei des levens ver
nietigd werd.
Zijn naam, door Malvasia opgeteekend
is alles wat der nakomelingschap van
Battista Zani bleef.
Elisabetta Sirani stierf in haar zes en
twintigste jaar een geheimzinnigen en
vreeselijken dood. De meest uiteenloopende
vermoedens omtrent de oorzaak werden
verspreid, eenigen kwamen der waarheid
zelfs zeer nabij, anderen waren verward
en spraken elkander tegen.
Met onbeschrijfelijke pracht werd de
kunstenares in het graf van Guido Reni
neergelaten. De redenaar Picinardi weidde
uit in een stroom van welsprekende
klachten over de geliefde doode, plechtige
toonen weerklonken door de kerk van
St. Dominico, de geheele stad betreurde
Bologna's trots.
Maar terwyl de dichters treurdichten
schreven, de beeldhouwers het kostbare
grafteeken versierden, bleef het aanden
ken van {Elisabetta, gelijk dal eener
heilige in het vaderlijk huis levendig;
aanvankelijk was het eene smartelijke
herinnering, maar later wekte zij slechts
plechtige, ernstige gedachten op. Men
sprak er over haar talent, over haar
eenvoud, die ue minste huislijke bezigheden
haar niet deed verachten, over hare
schoonheid, die door de eenvoudige waar
digheid slechts won, dat zij, zelfs in de
bewustheid van hare schoonheid, zich
op deze niet roemde, en van haar reine,
godvruchtige gezindheid, die, hoewei niet
te trots voor deze aarde, zich toch steeds
hemelwaarts lichtte, als ware daar hare
woonplaats geweest. En zoo bleet het
aandenken aan Elisabetta, dat zelfs de dood
niet verdrijven kan.
Andrea Sirani overleefde zyne dochter