BINNENLAND. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. van Nederland, dezen dienst te bewijzen aan de zonen, die in den vreemde de belangen, de eer van het moederland voorstaan en handhaven. Moge hiermede d particulieren een begin gemaakt worden, en moge de staat dit werk door een wettige regeling bekronen. Lombok. Het N. v. d. D. heeft gisteren een gelukkige tjjding openbaar kunnen maken Het blad ontving het volgende telegram uit Batavia: «Lindgreen, Ujlaki, van der Plank met 60 soldaten uitgeleverd. Zij waien goed behandeld. De lijken waren ongeschonden begraven. Radja had plan aan te vallen. Bij het nieuwe bombardement werd de kroonprins gewond. Balineezen trekken naar het ge bergte terug. Het 2e bataljon bezet een verlaten versterking Westelyk Mataram Het 9e heeft stelling genomen te Kaleh den vijand beschoten en teruggeslagen met achterlating van repeteergeweren en lansen. Onze zijde geen verlies. De marine verhindert de vlucht van Djaléntik naar Bali niet." Het Hdbl. vernam nog, dat de artillerie den vijand uit Aroen heeft verdreven. Vooral de eerste tijding is een bijzon der heugelijke, omdat nu bljjkt, dat de verliezen bij den eersten tegenspoed gele den, veel geringer zijr., dan de eerste berichten deden vermoeden. Op zich zelf klinkt de tijding, dat de gevangenen door den vorst zijn losgelaten vreemd vooral omdat het bericht spreekt van een verwachten aanval op onze stellingen, zoodat de vorst nog van een weinig vredelievende gezindheid blijk geeft. Voor de verwanten der gesneuvelden is het verder een troost, dat de lijken van hen, die op zoo verradelijke wijze zijn gevallen, althans niet zijn verminkt, maar een behoorlijk graf vonden. Vooral het regeeringstelegram, dat sprak van het vele, dat in handen des vijands was achtergelaten, deed ernstig vreezen. De drie uit krijgsgevangenschap terug gekeerde officieren zijn kapt. der infan terie J. C. Lindgreen, de le luit. der artillei ie A. v. d. Plank en de officier van gezondheid 2e kl. S. Ujlaki (een Hongaar). De le luit. der inf. E. de Graaf blijft dus nog vermist. Ook op Lombok had men zeer zacht zinnige plannen, zoo zelfs dat in de eerste dagen, toen alles voorspoedig scheen te gaan, van uit Indife de wensch werd te kennen gegeven, dat men den vorst van Lombok toch vooral niet meer zou laten betalen dan de kosten der expeditie! Wij gelooven niet, dat na het gebeurde Zijne Hoogheid daarmede vrij zal komen; in ieder geval hopen wij het niet, maar dat men hem ook ral laten betalen de pen sioenen der gewonden en een uitkeering aan de naaste betrekkingen der gesneu velden. Daarvoor zal hij zijne onderdanen geen schattingen behoeven op te leggenhij is rijk genoeg om dat uit eigen midde len te betalen en op die wijze zal zijn geld beter besteed zijn, dan dat hij er geweren en munitie voor koopt om zijne geweldenarijen na eenigen tijd te hervat ten. Altijd als men hem Koning laat en Lombok niet geheel onder Nederlandsch gezag brengt. Dat ook zonder hulp der Sasaks de koning van Lombok en zijne vorsten het onderspit zullen delven, daaraar, valt niet te betwijfelen. De macht die na den noot- lottigen moord van uit Java naar Lombok is verzonden, kan op zich zelve voldoende geacht worden om het eiland te onder wei pen. Onze regeering vat de zaak vol strekt niet licht op, ook blijkens de ver sterkingen, die nog in den loop van deze maand naar Java zullen vertrekken. Geen schaduw is mogelijk zonder licht. Aan den oorlog op Atjeh hebben wij overvloedig tijd gehad gewoon te wor den. De groote belangstelling in deze is ij de natie verdwenen. De jongste gebeurtenissen op Lombok zullen mogelijk strekken tot vernieuwde deelneming in de belangen van het Neder- landsch-lndische leger, en naar wij hopen ook niet zonder invloed blijven op de wijze van oorlogvoeren, welke daar in de laatste helft dezer eeuw gevolgd is. Door den minister van Oorlog is aan de kommandanten der korpsen infanterie een schrijven medegedeeld van den minis ter van Koloniën kennisgevende, dat deze gaarne in gelegenheid zou worden gesteld om, boven de gewone aanvulling van het Nederl.-Indische leger, zoodra mogelijk, naar Indië te kunnen uitzenden 35 lui tenants der infanterie. De uit te zenden luitenants moeten geschikt en genegen zijn om, onder genot van eene gratificatie van flOuO, voor 5 jaar bij het Indische leger te worden gedetacheerd. Zij moeten voorts bij voorkeur ongehuwd zijn en niet in de termen vallen om binnen bedoelde vijf jaren tot kapitein te worden bevorderd. -Een artikel over Lombok in de Arnh. Cï., wordt besloten met de vol gende onderstellingen naar aanleiding van den tegenwoorHigen oorlog: Gelijk wij zagen, is deze door onze regeering voor geen klein gedeelte onder nomen, om een einde te maken aan een ontrustenden binnenlandschen oorlog op een aan onze suzereiuiteit onderworpen eiland. Daarbij was de onderdrukking door de Balineescbe Hindoesche verove raars gepleegd op de Sasaksche Muzel mannen van zulk een gruwelijken aard dat het niet langer lijdelijk was aan te zien. Onaangenaam was de toestand in groote mate en ze is dat ongetwijfeld nog, daar het bier geldt eene Muzelmansche bevol king, die ondersteld mag worden over het algemeen ons niet zeer genegenja zelfs vijandig te zijn, moest bijgestaan worden tegen Hindoes, tot wier gods dienst wij ons meer aangetrokken gevoe len, daar bij hen ongetwijfeld het Chris tendom veel meer kans heeft ingang te vinden dan bij Muzelmannen. Volgens een bericht uit Icdië was het dan ook het plan om wel de Sasaks te hulp te komen, maar geenszins van hunne hulp tot bestrijding van de Balineesche onderdrukkers gebruik te maken. Van daar vermoedelijk, dat zulk eene aanzien lijke macht naar het kleine eiland gezon den werd. Het oorspronkelijke plan was den Ko ning van Lombok in zijn oude regeering te laten en eene verzoening tusschen hem en de Sasaks tot stand te brengen, waarbij waarborgen werden gegeven dat deze voortaan door hem behandeld wer den als onderdanen en niet langer als slaven, of wat nog oneindig erger is dan wat men onder dat woord gewoonlijk verstaat, als vogelvrije wezens, nauwelijks beschouwd als menschen. Zeer zeker hebben geen inlanders te klagen over wreedheid of machtsmisbiuik der Nederlandsche overheerschers. Daar, waar de Nederlandsche vlag wappert, verkeert de bevolking in veel beteren politieken en maatschappelijken toestand dan daar, waar eigen vorsten en hoofden, die eene onbeperkte macht bezitten, naar willekeur handelen, regeeren naar hunne lusten, hunnen wil stellen in de plaats van wet, geen begrip schijnen le hebben van de banden, die recht en zedelijkheid opleggen. den in de hand gestopt en gezegd zich Vrijdags middags te vervoegen in het kantoor in de straat no. Eerst daar deed de vrouw de ontdek king, dat het de moeder onzer koningi geweest was, die zich niet had ontzien om in het onaanzienlijke straatje re ar moedige woning binnen te treden, om persoonlijk onderzoek te doen en lafeni te brengen, waar werkelijk ellende heerschl Op het kantoor werd aan mijne vrouw kennis gegeven, dat haar namens H. M de Koningin-Regentes gedurende drie maanden wekelijks f3.zou worden ge geven. Toen die drie maanden om waren werd haar een kaart met het koninkljjk wapen voorzien gezonden, waarbij haar gemeld werd, dat op genoemd kantoor nog 10 gulden voor haar beschikbaar waren. Met tranen in de oogen werd onzen berichtgever dit verhaal gedaan door den Rus, die na informatie is gebleken een braaf en hoogst fatsoenlijk man te zijn schoons bruid en betuigde haar op een toon, die in volkomen tegenspraak was met zijn woorden, zijne vreugde, dat hjj nog bij tijds was aangekomen, om haar nog in het ouderlijk huis te ont moeten. (Wordf vervolgd The Continental Bodega Cy te Amster dam heeft door haar agent te Batavia ter beschikking van het Roode Kruis doen stellen 2 fusten rooden en 1 fust witten portwijn (de bekende merken 12 en 17.) Dit aanbod is door het comité dankbaar aanvaard. Binnen enkele dagen verschijnt bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage: Eenige aanteekeningen betreffende Lombok, met 3 kaartjes Het is een door den minister van koloniën geauthoriseerde herdruk van het boekje, dat den officieren enz. der expeditionnaire troepen medegegeven is Door den uitgever F. B. van Ditmar, te Rotterdam, wordt de uitgave voorbe reid van «Holland-Lombok," een geïl lustreerd Guldens-Gedenkblad, ten voor deele van de nagelaten betrekkingen der door het verraad in Lombok gevallen officieren en minderen. Alle Nederlandsche letter kundigen, toon kunstenaars, teekenaars, enz zullen wor den uitgenoodigd hunne medewerking te verleenen aan deze onderneming. Door H. M. de Koningin-regentes is aan dr. C. M, Kan hoogl. te Amster dam, de opdracht verstrekt, aan H. D. dochter, H. M. de Koningin, ouderwjjs te geven in de algemeene land- en volken kunde. Oiize Regentes in een achterbuurt De Hoogeveensche Courant bevat het volgende ingezonden stuk Door mijne landgenooten vervolgd (het is een Russische Israëliet, die dit verhaalt) mijn huis en magazyn door brand ver nield, was ik genoodzaakt hel land myner geboorte te verlaten en begaf ik mij met mijne echtgenoote en drie jor.ge kinderen naar Nederland, waar ik na lang tobben een sober bestaan vond door aan eenige kinderen te Usquert, Mid-'elstum en War- fum godsdienstondei wijs te geven. Na eenigen tijd hiermede tol genoegen der ouders te zijn werkzaam geweest, werd mij door een firma te Groningen het voorstel gedaan, om te zen flinke be looning opzichter te worden in een worst fabriek. Daar ik tot nog toe een karig bestaan had, nam ik de aangeboden be trekking aan. Doch wat gebeurde? De zaak tendeerde niet en na korten tijd werd de fabriek opgeheven; daarmede verviel ook rnijn betrekking als opzichter en was goede raad duur. Geen ambacht kennende, de Nederland sche taal niet kunnende spreken, niet meer wetende waarmede brood voor mijn gezin te verdienen, besloot ik mijn geluk in den Haag te beproeven. Daar werd mij aangeraden te trachten een ambacht te leeren. Ondersteund door eenige stad- genooten, zoude ik mij op het kleerma kersvak toeleggen met ijzeren wilskracht werkte ik dag en nacht, om vrouw en kinderen van het hoogst noodige te voor zien; doch, helaas! door de te groote inspanning kreeg ik het op de oogen en moest ik in het gasthuis, en na gerui- men tijd verpleegd te zijn geweest, mocht ik, om mijn gezicht niet geheel te ver liezen, het ambacht niet meer voortzetten. Het was in dezen tyd, dal mijne ech- genoot met vijf kinderen (mijn gezin was met twee kinderen vermeerderd) in een kamertje in het Elzemoerstraatje in de grootste ellende en armoede woonde, toen op zekeren Woensdag-middag twee dames met een officier door het nauwe morsige straatje in het huis kwamen en het kamertje, door mijn gezin bewoond, binnentraden met de vraag, of daar mijn heer Mwoonde. Na onderzoek van den werkelijken toe stand, nam een der dames het kind van ijf maanden op en kuste het. Op haar wenk werd door den officier aan de onthutste moeder een biljet van 25 gul- Hel hoofdbestuur van den Neder- landschen Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn heeft, zoo meldt het laatste orgaan, besloten dit maal geen jaarvergadering te houden. Het zal tevens gaarne ve'nemen waar men verlangt de volgende te houden. Volgens een bericht van De Tijd is dr. A. Kuyper, lid van de Tweede Kamer en hoofdredacteur van De Stan daard, op zijne gewone jaarlijksche reis v. ij ernstig ongesteld geworden. Thans echter wekt zijn toestand geen bezorgd heid meer. Tot volkomen herstel van krachten zal hij eenige weken te Brussel, waar hij thans vertoeft, moeten blijven. Klaas Boes. Nu het bestuur der gevangenis te Alk maar Boes heeft geboeid, om tè beletten dat hij zijn pogingen tot zelfmoord zou herhalen, wil het jongmensch zich door verhongering van het leven berooven Over de gedragslijn, welke de directeur der gevangenis nu heeft te volgen, zal het publiek waarschijnlijk wel een ander oordeel hebben, dan wij hier mogen neerschrijven. 't Begint meer en meer onzeker te worden, of vrouw Boes wel medeplichtig is aan de gruweldaad. Er schijnen aan wijzingen te zijn, dat zij het misdrijf eers vernam, nadat haar zoon het had gepleegd Daar zij natuurlijk haar zoon niet in handen van justitie kon zien vallen heeft zij toen wel geholpen de sporen der misdaad te doen verdwynen. Haar zelfmoord zou dan een gevolg zijn van de vrees, dat de justitie, evenals eenige kennissen leeds gedaan hadden, haar als medeplichtige zou beschouwen. Een lief meisje. Te Gestel bij Eindhoven kregen twee meisjes, de 23-jarige J. v. R. en de 18- jarige M. B., die beiden in één dienst woonden, twist met elkaar. Toen de oudste haar tegenstandster niet met woorden overbluffen kon, trok zij een harer klompen uit en sloeg de andere daarmede herhaaldelijk voor de borst, totdat zij bewusteloos neerviel. Na onder zoek van een geneesheer, constateerde deze, dat het arme meisje inwendig zwaar gekneusd was, en niet buiten levensge vaar verkeerde. De daderes is in verze kerde bewaring genomen. „Leger des HeilS." Het „Leger des Heils" zal half Septem ber te Amsterdam een nationaal oogstfeest (met verkoop) houden. De opbrengst is ten bate der kweekscholen. Aan de vrien den wordt verzocht om daarvoor te zenden gevogelte, fruit, groenten, wild, honig, koek, kaas, thee zuur enz. enz. enzj De firma J. P. Nord Thomson te Amsterdam is op de wereldtentoonstel- ing te Antwerpen bekroond met de gouden medaille voor hare thee en pud dingpoeders. Een nieuwe kroonpretendent in Frank- ijk. Prins Franjois-Marie de Bourbon heeft zich als zoodanig opgewoipen. Hij heeft een manifest dd. 1 September uit St. Sehastian tot den prins van Valori gericht, waarin hij verklaart de rechtma tige erfgenaam van den troon te zjjn. Hoeveel pretendenten zijn er nu? Wij behooreii ze op de vingers op te tellen: Vooreerst de zoo goed als zieltogende graaf van Parijs, of bij diens overlijden zijn rechtslreeksche opvolger, de hertog van Orleans; voorts prins Victor Napoleon: don Jaime van Spanje, die nooit formeel afstand heeft gedaan van zijne rechten en den 23 Mei 1892 nog een protest heeft openbaar gemaakt tegen het voe ren van het Bourbonsche wapen door den graaf van Parijs, en eindelijk de nieuwe pretendent prins Frangois-Marie, mede van den Spaanschen tak. Deze is den 21 en Augustus 1861 ge boren te Madrid. Hij is de zoon van den infant Sehastian van Bourbon en de infante Cristina van Spanje. Hij heeft den naam van hertog van Anjou aange nomen, blijkbaar om daarmede te kennen te geven, dat hij de rechten van zijn voorvader Philips van Anjou, vóórdat deze in 1712 ten gevolge van den successie oorlog afstand heeft gedaan van den Franschen troon, weder opvat. Dat hij een morganatisch huwelijk heeft aange gaan, is voor hem geen hinderpaal om zich op le werpen als pretendent. Het schijnt, dat de prins de Valori zijn gemachtigde is geworden. Deze bekleedde die functie steeds bij don Juime en kwam als zoodanig telkens op voor de belangen van zijn patroon maar dit schijnt voorbij te zijn; want hij heeft zich ver-tout den prins te logenstraffen, toen deze verklaarde, dat hij nooit een verzoek aan de Fransche regeering heeft gericht om eenige dager, te Parijs te vertoeven. De koning van Italië heeft zich naar Turin begeven, waarheen ook Crispi is vertrokken, om tegenwoordig le zijn bij den daar te houden familieraad, waarbij ook prinses Clothilde is uitgenoodigd. In dezen familieraad moeten verschillende teedere quaesties behandeld worden. Vooreerst is de koning van plan strenge maatregelen te nemen tegenover prinses Laetitia, weduwe van den hertog van Aosta, wie men ten laste legt, dat zij haar weduwenstaat wat al te gemakkelijk draagt. Zij legt zich toe op allerlei soorten sport, vooral op wielrijden, waarin zij moet uitmunten. Het leven, dat zij leidt, heeft zelfs reeds eenige incidenten ten gevolge gehad, waardoor er eenige ver koeling is ontstaan in de verhouding tus schen den koning en de prinses Wel heeft men pogingen gedaan om deze aan het verstand te brengen, dat zij verkeerd doet en zijn haar welgemeende raadge vingen gegeven, doch zij blijft doof voor alles. Daarom moet de koning hebben besloten, met alle gestrengheid tegen deze zondares op te treden. Verder zal in dien familieraad worden gesproken over de administratie van het ouderlijk erfdeel van het regeerenue huis, dat koning Humbert in het buitenland wenscht te plaatsen. En eindelijk, geloof ik mij niet te bedriegen, schrijft men uit Rome aan de Indépendance Beigewan neer ik verzeker, dat terloops ook ee woordje zal worden gesproken over de erfenis van keizerin Eugénie, die een onuilwischbaren haat koestert tegen de familie van Jeró ne, zoo sterk zelfs, dat zij een deel van haar inkomsten gebruikt, om de pogingen van prins Victor te dwarsboomen en in de rijen dei Bona partisten de bestaande verdeeldheid te vergrooten. Het fortuin van de weduwe van Napo leon III is zeer groot en nu doet het Huis van Savoye alle moeite om dat tot zich te trekken bij het overlijden der keizerin. De reizen, welke de hertog van Aosta jaarlijks in Engeland doet, zijn hieraan niet vreemd. „De beslissende veldslug in Korea is op handen" dit is de slotsom der tal rijke berichten, welke te New-Yoik en te Londen uit Shangaï en Yokohama zijn ontvangen. Tot dusver echter is nog niets van dezen slag bekend. Wel wordt uit Shangaï gemeld, dat nu in de provincie Shung-Tung ongeveer 20Ü.U00 goed uitgeruste Clnneesche sol soldaten bijeen zijn. Met het oog op de gewone overdrijving der Chineezen zal dit cijfer wel weer le hoog zijn opge geven. Bovendien zal het trouwens den Chineezen weinig baten, of zich in de piovincie van het Hemelsche ryk duizen den „dappere" Chineezen bevinden, ge reed om alle Japanners van den aard bodem te verdelgen. De beslissing moet vallen in Korea of later ter zee. Van den aanval der Cln neesche tioepen tegen de Japansche stel lingen ten noorden van Seoul is nog niets vernomen en de Chineesche vloot blijft nog steeds onder de bescherming van de kanonnen der forten van Wei-liai-wei. Zoolang het derhalve in Korea nog niet tot een beslissenden strijd is gekomen, kan men de berichten van Chineesche zijde over de duizenden Chineezen, die in de provinciën onder de wapenen wor den geroepen, voorloopig voor kennisge ving aannemen. Aan het Gymnasium alhier zijn by hettweedetoelatings-examen toegelaten tot de eerste klasse J. E. H. van Nagell, van Barneveld, en J. A, Rijkens, van Baarntot de vierde klasse J. W. van der Valk, van Amsterdam. De nieuwe cursus begon met 61 leerlingen. Bij het tweede toelatings-examen en de her-examens aan de Hoogere Burgerschool alhier zijn geslaagd van de 11 candid:iten voor het ad missie-examen 4, terwijl 5 der afgewezenen nog in lager klasse dan gevraagd was. konden plaats nemen. Van de 27 leerlingen die her examen hadden, werden 2 afgewezen. Toegelaten zijn: tot de eerste klasse: M. C. van den Broeke, J. van den Broeke, Esther Lopez Cardozo, A. W. R. van Renesse van Duivenbode, W. Geveke, Wilhelmine V. F. Heyligers, G. van der Hoeven, J. J. Peck, A. G. Schimmel en J. A. Wynaendts; tot tweede klasse: H. Colenbrander, J. C. Rolandus Hagedoom, P. Scheffelaai Klots, C. H. Labouchère, A. Mackintosh, J. J. Ramspek, L. J. Rieber, H. Scheur leer, L. Vlug en de toehoorderessen Elisabeth KerkhofT, Jacoba A. Rieber en Catharina J. Weber; tot de derde klasse: P. J. G. van den Broeke, W. C. G. H. Broekman, J. B. van Gelder, O. H Gobée, J. J. van Hels- dingen. D. P. C. Lebeboer en H. O. Mijei tot de vierde klasse: A. van Beek en E. Bijleveld; tot de vijfde klasse: Th. W. Blijden- stein, J. Z. Kerkhoff, H. E. Krol, J. Rasch. R. J. Reiger en C. van Schothorst. De cursus 1*94/95 kegint niet 102 leerlingen en toehoorders. Woensdag keerden hier van de cavaleriemanoeuvres terug de officier van gezondheid le klasse dr. D. Romeyn, van het 1e regiment huzaren, en de le luite nant H. J. M. C. Schreuder van de Cool- wijk met zijn onderhebhend detachement van het escadron ordonnansen. Eén ordonnans is achter gebleven ten gevolge van een verwonding door een val met zijn paard. De officier van gezondheid 2e klasse G. L. Coenen, van het le regiment veld artillerie alhier, wordt 1 October eervol ontheven van zijn detacheering in de Legerplaats by Oldebroek, terwijl op dien datum in zijn plaats met de waar neming van den geneeskundigen dienst in genoemde legerplaats belast wordt de officier van gezondheid le klasse dr. J. J. Rinkel, van het 5e regiment infanterie hier. Door den inspecteur der artillerie zijn tot het volgen van een cursus aan dery-en hoefsmidschool te Amersfoort van 1 Nov. a. s. tot 31 Oct. 1895, aangewezen van het 1. regiment veld-art. de 1. luit. jhr. L. R. Ram, wachtmeesters K. Hoekstra en K. J. Terpstra; van het 2. reg. veld artillerie. 1. luit. jhr: W. Ortt, wacht meesters W. Schott en F. Lamkamp van het 2. reg. veld-artillerie de wacht meesters T. Bakkema en J. van der Boom en van het corps rijdende artillerie de 1. luit. G Maes en de wachtmeester P. F. van de Beek. Onderstaand adres aan H. M. de Koningin ligt tot uiterlijk Dinsdagavond 12 Sept. a.s. aan ons bureau voor belangstellenden ter teekening: Aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes- Weduwe der Nederlanden. Majesteit De angstige tijden, die, zoowel de vermogende als onvermogende Nederlanders door alle Provin ciën heen, beleven, worden met den dag schrik wekkender Duizendtallen, neen, tienduizenden huisvaders lijden kommer en gebrek door werkloosheid! Coinité's bij honderdtallen van allerlei richtingen, zoowel op godsdienstig, als politiek gebied, verga deren, houden meetings, beramen optochten, die schrik en ontsteltenis in de gemoederen van alle Uwer Majesteits onderdanen teweeg brengen, en belemmerend zijn voor Handel en Nijverheid. Geheel Nederland, zoowel in de Hoofd- en Han delssteden, als in dorpen en gehuchten, verkeert in een abnormalen onhoudbaar gespannen toe stand. Justitie en Politie zijn dikwerf weerloos, zoo niet machteloos, in zulk een benarden, treurigen toestand der duizendtallen werkloozen! Op grond van een en ander komen ondergetee- kenden met de vurige bede tot Uwe Majesteit, dat het Uwe Majesteit moge behagen, doeltreffende maatregelen onder het tegenwoordig Ministerie met den meest bekwamen spoed te beramen, om dezen onhoudbaren, allertreurigsten toestand te doen beëindigen, althans zulke afdoende maatregelen te doen aanwenden, dat nog in de eerstvolgende maanden van dit jaar eene wet worde vastgesteld door de Houge Regeering, om tot de droogmaking der Zuiderzee over te gaan, reeds ter sprake ge bracht in den Open Brief van den 3den onderge- teekende, aan den Heer Henri Tindal, dato 2227 Februari 1893. Majesteit! Ondergeteekenden zijn in dezen veel bewogen tijd in angstvolle spanning, en met wee moed vervuld wegens het ondragelijk, pijnlyk lot van zoovele werklooze natuurgenooten met hunne gezinnen! Zij wagen het daarom Uwe Majesteit in overweging te geven, om duizenden huisvaders werk te verschaffen, en dat het Uwe Majesteit moge behagen, het daarheen te leiden, dat onder Uwer Majesteits Eere-Presidium in de eerste dagen van deze maand, aan eene Vereenigde Zitting der beide Staten-Generaal, een afgerond finantiëel plan van Uwer Majesteits Ministerie van Finantién üt forfait worde voorgelegd, ter critische beoordeeling door de beide takken onzer Vertegenwoordiging, om de droogmaking der Zuiderzee in de aller naaste toekomst tot een begin van uitvoering te brengen, waardoor aan duizendtallen brood wordt verstrekt Met de diepste gevoelens van eerbied en trouw aan ons dierbaar Oranjehuis, Van U Majesteit! de meest onderdanige dienaren Prof. Dr. J. Schoondermark Jr. W. B. Moransard, Uitgever, N. H. Beer, Oud-Journalist. Amsterdam, 7 September 1894. De gemeente Aalsmeer werd op 6 Augustus j.l. door een groote ramp ge- troffen. Door een verschrikkelijk onweder I vergezeld van zware hagelbui werden nagenoeg alle bloemisteryen en groenten- kweekeryen totaal vernield. Namens eene commiesie, die zich heeft opgeworpen om in de geleden schade

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2