NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND
IEL BEMBNIO.
No. 85.
Woensdag 24 October 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
DE KERMIS.
BINNENLAND.
Feuilleton.
AMERSFOORTSCIE CODRANT.
VOOB
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Eijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Tngezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIE N'.
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Voor en tegen.
Vervolg).
Wij gaven den raad door een
enquête-commissie het kermis-
vraagstuk aan een grondig onder
zoek te onderwerpen, gelijk dat
in 'Rotterdam geschied is. Daar
kan men tegen in brengen, dat
het er dan nog altijd van afhangt
door welken bril het vraagstuk
beschouwd wordt, en dat men dus
vooruit wel kan nagaan, welk het
eindverslag der onderzoekende
commissie zal zijn. Nu, het is waar,
dit gebrek zal men altijd blijven
behouden, maar het is toch moge
lijk op die wijze de waarheid te
benaderen
Als wij nog een enkele te-
genwerpinj van tegenstanders
willen vernemen, dan is het
in de eerste plaats dezedat
de kermis vroeger reden van be
staan gehad heeft, toen zij een
jaarmarkt voor den handel was,
maar nu niet meer, nu aan zoo'n
markt in 't minst geen behoefte
meer bestaat. Deze bewering, al
zou de kermis een verouderd bar
barisme zijn, is echter bepaald
onjuist. Niemand beschouwt de
kermis meer als een markt, zij is
alleen nog maar een vermaak
gebleven. Niemand zou er zeker
aan denken, nu nog een dergelijk
feest in te voeren, maar het be
staat nu eenmaal en het is bij
het volk een geliefd feest geworden
en het feit, dat de kermis hoewel
dan van bestemming langzamer
hand veranderd zich in den loop
der tijden heeft weten te handha-
van, bewijst wel, dat zij reden van
bestaan heeft. Een dergelijk volks
feest, dat zich in de voortdurende
genegenheid van het volk verheugt,
kan maar niet zonder een zeer
gewichtige reden worden afge
schaft alleen maar op de bloote
bewering, dat het geen raison
d'être meer heeft. Een andere
bewering, waarmede wij dadelijk
moeten instemmen, is, dat het
geheele kermistooneel een weinig
verkwikkelijken indruk maakt op
ons aesthetisch gevoelin dit op
zicht heeft de kermis maar al te
veel wat wij demoralizeerend
kunnen noemenloop nu maar
eens Hof en Appelmarkt over om
te zien wat de volgende week
ons brengen zal en de indruk
dien gij van het geheel krijgt is:
het is een nare, vieze rommel.
Hierin zijn wij het eens met den
criticus in de laatste aflevering
van Elzevier's Maandschrift: sik
geloof niet, dat men de kermis
ooit saesthetischer" zal zien her
leven.
De kermis te Rotterdam, te
Leiden, te Utrecht, te Groningen
is leelijk, allerleelijkst. Al de zin
tuigen worden beleedigd.
Het gezicht door de goore, vieze
tentjes van vuil zeildoek en de
kladschildering der uitgespannen
vertoonbordenhet gehoor door
de onuitstaanbare verwarring van
geluiden, kopermuziek, schorre
orgels en menschenstemmende
reuk door den walgelijken olie
rook der poffertjes- en broeder-
tjeskramen Men kan de
economische en de moreele zijde
van het vraagstuk ter zijde schui
ven hoe gewichtig ook!
alleen de marteling, die een ge
woon beschaafd mensch onder
gaat gedurende het kermislawaai,
pleit reeds afdoende er tegen."
Er zullen evenwel niet zoo heel
veel menschen zijn, wier aesthe
tisch gevoel zoo hoog ontwikkeld
is als bij dezen criticus, die meent,
dat men alleen reeds om het on-
aesthetische de kermis mocht af
schaffen. Neen, wij achten ook
dit nog geen reden om onze stem
er voor te geven, maar wel wen-
schen wij, dat de kermis in dit
opzicht een verbetering moge
ondergaan. Want ofschoon het
kermistooneel niet zoozeer ten
doel heeft het aankweeken van
het schoonheids- en kunstgevoel
van het volk, als wel het volk
te vermaken, toch kan ook de
kermis bijdragen tot de bescha
ving van het volk.
Uitspanningen zooals de kermis
er een is, hebben niet geringen
invloed op der. smaak en de gees
telijke ontwikkeling van het volk;
daarom moet, waar het kan, het
nuttige met het aangename ver
bonden en overal het ruwe en
zedelooze gebannen worden.
Zij, die bij het voortbestaan der
kermis het meest belang hebben,
zouden goed doen om aan dit
punt hun aandacht te wijden. Dan
zal de kermis zelfs nog nut kunnen
stichten, en dan zal onze criticus
wel niet meer zeggen, dat ïzij,
die werkelijk vooruitgang wen-
schen en het volk willen opheffen,
alle voor afschaffing van de kermis
stemmen." Nu zegt de criticus
nog bovendien »De kermis eischt
luxe uitgaven - die de werkman
zich niet veroorloven mag voor
hem, voor het eigenlijk volk be
hoeft er geen kermis te zijn."
Mag dan den werkman als hij
niet kan is het iets anders
zich geen luxe uitgaaf veroorloo-
ven, om met zijn huisgezin eens
een pleiziertje te hebben Laat
hij vrij onder de gewone uitga
ven een kleine post uittrekken
om met de zijnen kermis te hou
den, het is toch maar eens in het
jaar kermis, en noemen wij dat
geen luxe, Behoeft er voor hem,
voor het volk geen kermis te zijn
Misschien omdat er voor hem al
vermaken genoeg zijn? Ja, voor
hen, die wat meer in de melk te
brokken hebben, die naar Amici-
tia of Keizerskroon, of waar maar
iets te genieten valt, kunnen heen
gaan, voor hen behoeft er geen
kermis te zijn, al versmaden de
meesten hunner ook dit vermaak
niet. In plaatsen als Amsterdam
en den Haag kon de kermis ge
voegelijk worden afgeschaft, want
daar vindt het volk vermakelijk
heden genoeg, en meer dan ge-
genoeg. Maar als Amersfoort
het voorbeeld dier steden volgde,
wat zou er hier voor amuse
ment in de open lucht overblij
ven? Niet heel veel. En wil de
gemeente de kermis door een of
ander openbaar feest vervangen,
dan zou zij in plaats van een
duizend gulden te ontvangen' en
kele duizenden moeten uitgeven
en dat kan bruintje niet trekken
Zoolang wij niet iets beters
voor de kermis in de plaats kun
nen stellen, moeten wij haar nog
maar niet afschaffen. Aan dui
zenden, waarbij wij wel het eerst
mogen denken aan onze kinderen
en vooral die der armen verschaft
de kermis een schuldeloos genoe
gen, Waar er dan sprake van
is, aan deze weinig bevoorrech
ten een geliefd vermaak te ont
nemen, daar mag wel eerst dui
delijk en met feiten worden aan
getoond, dat het kwaad door de
tegenstanders der kermis op haar
rekening geschreven, werkelijk van
dien aard is, dat het de afschaf
fing van dit volksvermaak zoo niet
noodzakelijk dan toch zeer wen-
schelijk maakt. Zoolang deze nood
zakelijkheid of wenschelijkheid ons
niet voldoende gebleken is, zijn
wij zoo vrij tegen de afschaffing
der kermis te stemmen, en wen-
schen wij ook ditmaal onze lezers
een trpleizierige kermis."
De Dewahaizen.
Gelijk men uit de vroegere mededee-
lirigen weet, is het alleen aan de Dewa-
huizen, welke onze verslagen troepen
althans eenige beschutting boden, te
danken, dat niet de geheele Lombok
expeditie vernietigd is.
Een korte beschrijving dezer veelbe
sproken bouwwerken, zal daarom onze
lezers niet onwelkom zijn.
Deze ommuurde plaatsen, door de
bevolking «roemah dewah" genoemd, zijn
iets zeer typisch. In den regel liggeD
ze een honderd meters ter zijde van den
weg, dicht bij eene kampong, en men
kijkt van den weg af tegen een 2 A 3
M. hoogen muui aan, die recht verloopt,
evenwijdig met den weg. De ingang
is een soort, midden in den muur, met
een deurwijdte van pl. m. 1 meter, door
een dubbele naar binnen openslaande
deur, welke dikwijls zeer schoon hout
snijwerk toont, afgesloten. De poort is
hooger dan de muur, van roode en grijze
steen gemetseld en van boven met atap
gedekt. Met drie of vier trapjes bereikt
men de deur en ziet dan in eene groote
vierkante ruimte en is door muren van
donkergrijze droge klei omgeven. In
deze ruimte ziet men rechts en links
een gebouwtje, ter grootte van een gewone
kamer. Het zijn kleine pendoppo's,
waarvan de vloer van aarde een of meer
voet hooger is dan de omgeving.
Aan vier houten palen aan de hoeken
en dan een vierkant, naar de vier zijden
schuin afloopend dak van bamboe en
stroo er op.
Behalve deze pendoppo's ziet men een
UIT HET FRANSCH.
7) »Dat duurde eenigen tijd, ja, een langen
tijd, toen ik op zekeren nacht eensklaps
door een sterk geluid ontwaakte. Ik sliep
in eene kamer, grenzende aan die, waar
mijn vader lag. Ik werd bevreesd maar
de sluap is in de jeugd zoo vast, dat ik
niet wist of ik droomde of dat ik geheel
wakker was.
«Ik stond evenwel half slapende, half
wakende op, en het denkbeeld kwam
in mij op om een dik en zwaar behang
sel op te lichten, dat eene reeds sedert
lang gesloten deur verborg.
«Ik keek door het sleutelgat
>En nu zuster, zag ik een droevig en
tegelijk verschrikkelijk schouwspel
Andrea wischte zich met de hand de
zweetdruppels van het voorhoofd.
Lucrezia beefde.
Andrea hernam
«De kamer was groot en zwak door
eene nachtlamp verlicht. Ik kon nochtans
zien, dat men sedert lang de moeite niet
meer genomen had om dit vertrek te
reinigen, dat een akelig gezicht aan'ood.
De in wanorde staande meubelen waren
met stof overdekt.
zin het midden stond een oud bed,
waarvan de lakens en dekens 'ot op den
grond afhingen, Op dit bed lag een man,
verschrikkelijk om aan te zien.
«Het was onze vaderl
«Zijn haren en baard waren gedurende
de ziekte lang geworden. Hy was afschu
welijk bleek en mager. Zijn groote en
diepliggende oogen waren naar den hemel
van het ledikant gericht en veranderden
nooit van richting. Ik zou gedacht hebben,
dat hij dood was, zoo ik zijne borst niet
had zien op en neer gaan door eene
poging van pijnlijke ademhaling.
«Aan het hoofd van het bed stond
Ercole Vitelli, aan het voeteneind Mer
cedes. Beide waren bleek en verschrik
kelijk bedaard. Hun oogen vestigden zich
dikwijls op onzen vader. Van tijd tot tyd
naderde Ercole rnet een beker de lippen
van den zieke, zeggende:
««Drink, neef, drink nog eens?"
«De zieke dronk werktuigelijk, daarop
zeide hij
««Genoeg dat brandt mijl"
«Mercedés scheen te huiveren, toen zij
die stem hoorde; Ercole glimlachte.
«Ik hoorde Mercedés zeggen
««God zal geen medelijden met ons
hebben, den dag van het oordeel!"
«Ercole antwoordde:
««God zal dan doen wat Hij wilik
zal nu doen, wat ik wil Ik moet
prins worden en daarom moet die man
sterven I"
«Onze vader keerde zijn groote doffe
oogen naar hem toe en zeide
««Wie spreekt er hier van sterven?"
«Zij antwoordden niet en legden tege
lijker tijd, terwijl ze elkander aanzagen,
hun vinger op den mond.
Eensklaps werd een gerucht, dat ik
reeds in het paleis gehoord had, ster ker
en verscheiden stemmen riepen uit:
>»De oude prins van Monteleone is
dood I"
«De schrik van Mercedés en Ercole
werd evenwel nog grooter, toen zij
onzen vader eensklaps zagen opstaan,
zeggende
««Dat God de ziel hebbe van mijn
edelen bloedverwant en vriend, den
souvereinen prins van MonteleoneNeef
Ercole, wees zoo goed mij mijn beste
fluweelen buis te gevenOfschoon
ik mij niet heel sterk gevoel, moet ik
eienwel te paard stijgen en de bevoegde
machten aankondiging doen want ik
heb een zoon, neef Ercole I"
«Hij richtte zich bleek en zoo mager
als een schim op. Toen waren de twee
misdadigers, door schrik aangegrepen op
het punt van te vluchten maar Mercedés-
vond zelfs moed in het uiterste gevaar
Zij sloot de deur door er den grendel
voor te schuiven eQ zeide tot Ercole:
««Wij moeten er een einde aan
maken 1"
««Mijn buis! mijn buis en mijn degen!"
herhaalde vader.
«En daar hij de deur wilde naderen,,
gaf Ercole hem een vuistslag op d.
borst, die hem op het bed deed terug
vallen. Vader riep met een bevende
stem
««Verrader I"
«Ik, ik wilde ook roepen, maar van
af het begin van dit tooneel was het
my als of eene hand mij de keel toe-
schroefde
«Mercedés voelde, op de stem van
haar meester, haar knieën koikken.
«Nu was het Ercole, die herhaalde:
««Wij moeten er een einde aan
maken I"
«Hij kroop achter het bed om, greep
een hoofdkussen en drukte het op het
gelaat van den zieke. Ik zag de beenen
van het slachtoffer heilig bewegen, wrin
gen en eindelijk nedervallen.
«Er ontstond eene stilte, van bijna
tien minuten. Deze stilte duurde mij
vreeselijk lang. Ik dacht een oogenblik,
dat door eene goddelijke wraak Merce
dés en Etcolo, onbewegelijk blijvende,
hun met menschen bloed bezoedelde han
den niet meer zouden opheffen.
„En er kwam een einde aan. Merce
dés nam het kussen weg en durfde dat
gelaat aanzien. Onze vader leefde niet
meer I"
««Het is gedaan I" zeide zij tot Ercole
«nu zijt gij prins I"
«De lamp ging knetterende uit, en
met haar licht dacht ik dal de laat
ste hoop der Vitelli's als rook ver
dween
„De dag begon aan te breken en bij
het twijfelachtige licht van de morgen
schemering zag ik Ercole en Mercedés,
donker en somber als twee duivelen, zich
in de schaduw rond liet lijk bewegen. Zjj
legden het op het bed, en de deur ope
nende uitten zij kreten en zuchten, die
al de bewoners van het huis deden toe-
Lopen.
«Wat mij betreft, ik zag dat alles als
in een droom.
«Toen ik wilde opstaan, viel ik bewus
teloos op den grond
Andrea zweeg
Lucrezia hief het hoofd op, dat zy tot
nog toe in de handen gehouden had.
Ontsteld door het verhaal, kon men haar
doodsbleek gelaat zien,
«Dat is niet de laatste misdaad va