Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
Benoemd is tot deken bij het
aartsbisschoppelijk kapittel van Utrecht
en aartspriester van Schieland (oud-
Roomsch) de heer J. A. v. Beek, pastoor
bij de Oud-katholieke gemeente te Rot
terdam; tot provisor van het seminarie
te Amersfoort de heer C. Deeldei, pas
toor bij de Oud-katholieke gemeente te
Utrecht, en tot kanunnik van het aarts
bisschoppelijk kapittel van Utrecht de
heer C. A. Harderwijk, pastoor bij de
Oud-katholieke gemeente te Delft.
Luitenant J. H. M. Makkink, van het
le bataljon 5e regiment infanterie hier
wordt 1 November overgeplaatst naar het
5e bataljon van hel korps, te Utrecht in
ganizoen.
Luitenant T. B. Lelyveld, die van
het 5e regiment hier voor den tijd van
3 jaar gedetacheerd werd bij de land
macht in West-Indië, zal 15 November
uit Amsterdam naar Suriname ver
trekken.
In den ring Amersfoort is sedert 7
October geen enkele vacature meer,
Toen deed ds. W. Willems, beroepen
van Langerak, te Hoogland zijn intrede
terwyl 30 September ds. L. J. van Rhijn
komende van St. Maartensdijk, bevestigd
werd te Soesierberg.
Zijn alzoo de 12 gemeenten thans alle
vervuld, deze toestand zal toch niet lang
duren, daar ds. VV. Zijlstra, te Vuursche,
het betoep heeft aangenomen naar
Waddingsveen.
Dezer dagen zal wederom de gele
genheid geboden worden abonnements.
kaarten te nemen voor de 4 symphonie-
concerten welke de heer van Aken zich
voorstelt gedurende dezen winter te geven.
De matige prijs (f 2.50) zal zeker niemand
terug houden een zaak te steunen die op
muzikaal gebied een werkelijk grooten
invloed in onze stad uitoefent. Wanneer
toch iets hetzij voor een goed doel of
anderszins op touw wordt gezet, steunt
het symphonie-orkest in gioote mate, zelfs
geheel belangloos, élk pogen. Verzekerd
kan men zijn, de heer van Aken heeft
het gedurende de jaren dat hij hier aan
het hoofd van het orkest staat bewezen,
dat men op muzikaal gebied iets goeds
te genieten krijgt, moge dus door ruime
deelname de concerten een glanspunt van
onze winteravonduitspanningen worden.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekenden verzonden van het postkantoor
te Amersfoort over de le helft der maand
Oct. 'J4.
1. T. v. Nienburg Almeloo.
2. D. v. Duhooven Amersfoort.
3. Van Menuk Amsterdam.
4. Dirksen Zoelen.
Bunschoten.
Ds. H. B. Geuchies, predikant bij de
Geref. Kerk A te Spakenburg, is voor
nemens binnenkort, na bijna 47-jarige
ambtsbediening zijn emeritaat aan te
vragen.
Sclierpenzeel.
Terwijl Zondagavond de echtelieden
V. ter Kerk waren is bjj hun ingebroken
naar men zegt is door de dief of dieven
f 37.50 en 6 zilveren lepeltjes meegenomen
de Politie doet onderzoek.
De oorlog tusschen Cliina en
Japan.
Uit Yokohama wordt geseind. Het
tweede Japansche legei is boven Talienbay
ontscheept en trekt op naar Port Arthur.
De Chineesche legermacht in Kinchow,
Port Arthur en Talienbay bedraagt 13000
man, waaronder 4000 recruten.
De tweede Japansche divisie is vertrok
ken uit Sendai, op de Oostkust van
kon bereikte, sloeg een dezer geheimzin
nige gedaanten den rand van zijn breeden
viten hoed om, en het lachende gezicht
van Capitan, den vertrouweling van
den graaf Ercole, werd zichtbaar.
Hij keerde zich naar zijn metge
zellen en hun een teeken van verstand
houding gevende, zeide hij, op spottenden
toon
«Gewoonlijk behoeft men zoo hoog
niet te klimmen om zich in den wolfs
muil te werpen."
VIERDE HOOFDSTUK.
DE BEIDE KINDEREN.
Het was een vertrek, alleen door het
flikkerende en bleeke licht van eene
nachtlamp verlicht. Twee wiegen met
zijden gordjjnen omhangen, stonden naast
elkander. Zware gordijnen hingen in ruime
plooien voor een hoog raam, met breede
vensterbank.
Bij de beide kinderen zat Mercedès,
half slapende het einde harer paternos
ters te prevelen. Het lamplicht viel ten
volle op het gelaat der kinderen en
scheen hun met eene zachte stralen
krans te omgeven. De twee kleine
meisjes zagen er in haar zoeten
bekoorljjk uit.
Nipon. Onder de troepen en de bevolking
heerscht groote geestdrift.
Fnlb's Weervoorspellingen.
Ook in November zal er weer veel
vocht vallen, 't zij regen of sneeuw,
vooral in het eerste gedeelte der maand.
De eerste veertien dagen zal de regen
tamelijk gelijkmatig aanhouden, in de
beide laatste weken zal het weer wat
gunstiger worden, maar nu eD dan door
buien onderbroken. Met uitzondering der
laatste dagen is echter de maand zacht
en betrekkelijk zelfs warm te noemen.
Jnist antwoord.
Luitenant. Hoe moet de soldaat in
't veld zich tegenover den vijand ge
dragen?
Soldaat. Dat hangt er heelemaal van
af, hoe de vijand zich gedraagt, luitenant.
Binnen, buiten en weer binnen.
De huizen in de P. C., ten minste
veel er van, hebben mooie keukens.
Mooi wat betreft de inrichting, mooi
wat betreft de ruimte, maar mooi ook
vooral voor de meiden. Nietwaar, je
kan zoo in de keuken staande, een praatje
houden met je vrijer, want de ramen
komen op de straat uitje kan zelfs,
zonder dat mevrouw er iets van merkt,
d'er eventjes uit wippen. En dal is 'n
geluk hoor, want de meeste mevrouwen
willen 't nou maar niet hebben, dat d'er
meisjes vrijenalsof ze 't vroeger zelf
ook niet gedaan hebben I
Nou dieDt er in een van de P. C.-
huizen een flinke meid, Kaatje heet ze,
en die flinke meid houd er ook een
flinke vrijer op na, Jan, den kranigsten
fourier van 't heele garnizoen. Nou weet
iedereen 't, 'n fourier is geen gewoon
mensch, en met 'n vrijpartijtje waarbij
de eene vrijende helft buiten, de andere
binnen en 'n paar voet lager staat, daar
heeft-ie niks mee op. Allebei buiten of
allebei binnen, zegt-ie altijd, anders kan
't niet goed gaan, en daar Kaatje niet
goed naar buiten durft, omdat ze dan
mevrouw, die nogal lastig is, niet zou
kunnen hooren roepen, laat ze Jan maar
binnenkomen.
Al meermalen heeft mevrouw hem in
de keuken verrast en dan telkens tegen
Kaaije gezegd, dat dat niet meer moest
gebeuren en dat ze anders maar moest
vertrekken. Zoover was 't echter nooit
gekomen Kaatje was zoo uitstekend voor
d'ei werk, ziet u.
In het begin van de vorige week was
aan de 14-jarige dochter gezegd, dat ze
eens een beetje moest opletten en als
ze «de vent" soms zag, dat dadelijk aan
Pa moest gaan zeggen. Een paar dagen
later zag ze-n-em net op het oogenblik
dat-ie Kaatje eens flink knuffelde en een
fermen zoen gaf. Maar Pa waarschuwen
deed ze niet, ze voDd het veel te aardig
en bleef dus ook in de keuken, waar ze
met Jan en Kaatje ging zitten smullen
van een worst, een ham en een half
fleschje wijn, die in de provisiekast ston
den. Ze verloren echter de voorzichtig
heid uit het oog en maakten zoo'n leven,
dat Pa naar beneden kwam stel u
voor, Pa in ,de keuken om eens te
zien wat er aan de hand was.
Wat-ie daar te zien, kreeg, nou, dat
snapt u wel, maar zijn Verbazing, dat-ie
z'eri dochter aantrof in 't gezelschap, van
een met zijn keukenmeid vrijende fourier
was zoo groot, dat-ie vergat onzen lands
verdediger weg te jagen en tegen zijn
kind begon te razen jom bang van te
worden.
Mevrouw kwam ook naar beneden en
die begon tegen de meid en Pa en Ma
hadden het met hun respektieve standjes
zoo kolossaal druk, dat zij niet eens zagen,
dat onze fourier er in gezelschap van
worst, ham en wijn stilletjes tusschen
uit kneep.
Een kwartiertje later zag men de dikke
meid ze kon ampertjes de deur door
ook naar buiten komen; ze was op
staanden voet weggejaagd. Zij scheen
mevrouw echter beter te kennen dan die
Mercedés viel zich zelve in het
midden harer gebeden in de rede, en
sidderde.
01..." zeide zij met bevende stem;
ik meende iets te hooren."
Zij zweeg en sloeg een kruis.
«Arme ongelukkige die ik ben I" ver
volgde zij, »ik ben bang altijd
bang Mijn herinneringen beangstigen
mij en mijn slaap is vol van vree-
selijke droomen."
Zij zag naar het slingeruurwerk, dat
aan den muur hing.
«Negen uur!" mompelde zij, «wat
zal ik nog lang moeten wachten voor
het dag is I Mijn God! zal hij te
rugkomen? Moetik dan altijd nog dat
bleeke gelaat zien, dat zoo op den doode
gelijkt Andrea! Andrea!
Frangois Vitelli, prins van Monte-
leonel
Zij huiverde over haar geheele lichaam.
Wat leed hij langt ."hernam zij,
»wat waren zyn oogen groot, wat ston
den zjj hol I Wat was zijne stem
veranderd, toen hy or.s zeide: „Mjjn
reismantel Ik wil te paard stij
gen Een lijk, dat te paard wil
stijgenzeide zij met een waan
zinnigen lach.
Toen vervolgde zij zachter:
«En hij Andrea de jonk-
zich zelf, want nadat ze een poosje heen
en weer geloopen had, stapte ze weer
kalm naar binnen.
En nog altijd zwaait ze den scepter in
dezelfde keuken. Am$t. Crt.
Zelden zeker heeft een bruid treu
riger reis gemaakt dan de jonge Alix
van Hessen-Darmstad, «prinses Zonne
schijn", zooals zij in het ouderlijke huis
werd genoemd. Geen wonder dat vooral
onder de vrouwen een diep gevoelen van
medelijder, bestaat met deze jonge ver
loofde van den Russischen kroonprins.
Zij was de lieveling van haar moeder
groothertogin Alice van Hessen-Darmstadt
bekend door alles wat zij gedaan heeft
toor vrouwenarbeid, onderwijs en zieken
verpleging Want deze wordt niet moede
in haar brieven aan haar moeder, koningin
Victoria, te spreken van haar «Alicky".
Eigenaardig is overigens het verschil
hetwelk er bestaat in de omstandighe
den, waaronder deze jonge prinses «Zon
neschijn" en haar moeder haar tweede
vaderland hebben bestreden. Terwijl voor
prinses «Zonneschijn" edelgesteenten,
paarlen en kostbare pelzen voor haar
Trousseau werden gezonden, kwam haar
moeder onder zulke armoedige omstan
digheden in Duitschland, dat zijdeneei-
sten winter met haar echtgenoot moest
doorbrengen in haar oude vaderland
Engeland, omdat haar eigen woninu te
klein was.
Het jonge paar wilde zich wel een
eigen huis bouwen, «maar" schreef de
prinses aan haar moeder, «de plannen
voor ons huis zijn gekomen en zelfs hel
eenvoudigste gaat boven onze krachten
Wij moeten zoo zuinig leven, kunnen
nergens heengaan en maar zeer weinig
personen ontvangen om zooveel over te
leggen, als wij maar kuonen."
Een noodlot?
Een als mensch en staatsman veel
belovend jong Schotsch edelman, lord
Drumlanrig, is jammerlijk om het leven
gekomen door het barsten van zijn
jachtgeweer. Een plotselinge, geweld
dadige dood schijnt als een noodlot te
zweven over het geslacht der Drumlan-
rig's. De grootvader van den thans ver
ongelukten jongen Lord, stierf eveneens
door het barsten van zijn jachtgeweer, in
1858; een nog vroegere Lord Drumlanrig
werd in 1745 het slachtoffer van het
springen van zijn eigen pistool; een Lord
Dalkeith, tot eenen anderen tak der
familie behoorende, werd in 18KD bij
ongeluk doodgeschoten op de hertenjacht;
en Lord Drumlanrig's oom, Lord Francis
Douglas, vond eenen gewelddadigen dood
bij de eerste bestijging van den Matterhorn
in 1865.
Een medewerker van «Le Monde
Illustré" heeft een Parijsche «bapotier"
of pakjesdrager geintervieuwd en het
volgende vernomen omtrent het ellendig
beslaan dier lieden. Een bagotier of
«pisteur" is een arme duivel, die den
geheelen dag achter de wagens loopt
die beladen met koffers van de stations
afrijden om door het afladen en binnen
brengen der bagage van den passagier
een kleinigheid te verdienen. Er zijn te
Parijs ongeveer 2000 bagotiers, die een
vereeniging vormen, maar hoogstens
500 ervan oefenen het geheele jaar door
hun bedrijf uit. De overieen zijn tot het
kiezen van dit beroep door armoede
gedrongen en oefenen het slechts tijdelijk
uit. Het zijn meest metselaars, die geen
werk kunnen vinden. «Het schijnt u
vreemd toe," zei de geinterviewde, dat
iemand zijn geheel leven achter wagens
aan moet loopen. Maar waarom? Er is
geen „9ol metier" en indien men van
de open lucht houdt, is het baantje vrij
wat beter dan adresbanden maken bij
Bonnard-Biddault tegen een franc de
duizend. Ik heb onder mijn collega's een
doctor in de rechten, die bandenmaker
geweest is. Tegenwoordig is hy bagotier
op den hoek van de Bae-straat en vraag
hem eens, of hij niet gelooft een lot uit
man Het geheele verleden komt mij
voor den geest, als ik hem zie De
gesloten kamer het stoffige bed
de bleeke grijsaard en het hoofd
kussen I OI het hoofdkussen I
Zij verborg haar gelaat in de han
den.
De beide kinderen glimlachten in den
Een geluid aan den kant van het raam
deed zich hooren.
Mercedés sidderde voor de tweede keer
en nu nog heviger.
«Ditmaal," mompelde zij, «heb ik
mij niet vergist Ik heb goed
gehoord.
Toen, zich zelve berispende, terwyl
zij poogde te glimlachen, zeide zjj:
«Ik ben dwaas I Het is de
wind Wat zou ik daarenboven
te vreezen hebben in dit paleis, dat
goed bewaakt wordt en voor een feest
verlicht is?"
Terwijl zy deze woorden uitsprak,
viel een der spijlen van het venster met
geraas naarbinnen, en rnen hoorde den
slap van een gespoorden laars op de
vloer der kamer.
Mercedés richtte zich in hare volle
leDgte op.
De gordijnen, die de vensterbank ver
borgen, scheiden vaneen en de gestalte
de loterij te hebben getrokken Het is
waar, wanneer men begint, is men niet
van plan er een beroep van te maken.
Maar ieder ochtend is men weer genood
zaakt eenige stuivers te verdienen, zonder
welke men met een leege maag onder
den blooten hemel mag slapen en men
loopt er des te harder om.
Sparen?u doet me lachen.
Ik had eens centime voor centime zestig
francs bespaard om een andei leven te
beginnen. Op het laatste oogenblik ont
wricht ik mijn zijde door het dragen
van een zware kist vol boeken naar
een vijfde verdieping. En in een maand
waren mijn zestig francs uitgegeven. Toen
was het uit. Ik zal mijn heele leven
pakjesdrager blijven.
Het beroep brengt 2,5 francs daags
op. Er zijn natuurlijk voordeelige tijden
zooals bijv. de tijd, dat de menschen
terugkomen na het einde der vacanties,
zoodat men soms dagen van 10 francs
heeft, maar dat duurt niet lang en iri
den winter krijgt men dikwijls in 24
uur niets te eten. Mjjn gemiddelde ver
dienste bedraagt vijftig sous. Men kan
er op rekenen zeven of achtmaal te
moeten loopen om éénmaal een vrachtje
te krijgen en krijgt den gewoonlijk 20
sous. De trajecten door elkaar genomen
zijn ieder twee kilometer lang. Ik schat
dus, dat men om zijn drie francs te
verdienen, twintig maal moet loopen en
dus iederen dag veertig kilometer afleggen.
Ik heb hier natuurlijk alleen het oog
op den slimmen bagotier, die zich nooit
op weg begeeft, voordat hij zich eerst
van de waarde en vrijgevigheid van de
cliënt, dien hij volgt, overtuigd heeft.
Deze vrijgevigheid is gemakkelijk te
beoordeelen. Hoewel men ons verboden
heeft de stations te betreden, kunnen
wij toch door het traliewerk zien, hoe
de pakjesdragers der spoorwegen der.
reiziger behandelen. Nemen zij hun
muts af en sluiten zij snel het portier
van den fiacre, dan hebben zij een goed
drinkgeld ontvangen en betaalt de cliënt
goed. Maar moeilijker is het dadelijk
te zien, of hij tot de menschen behoort,
die onze diensten gebruiken kunnen,
want is hij te arm, dan laadt hij zijn
koffers zelf af en is hij te rijk, dan
houdt hij er livreiknechten op na, die
het voor hem doen, in beide gevallen
heeft de bagotier vergeefsche moeite
gedaan. De ideaal-cliënt of cliënte is
iemand uit den middelstand, die alleen
een bonne in dienst heeft. De dames
zijn meer waard dan de heeren, want
zij krijgen medelijden met de ademloozen
bagotier, en wonen gewoonlijk hoog.
Er is nog iels, waarop de bagotier
moet letten, namelijk, dat de cliënt niet
te ver af woont, want een tiental kilo
meters le moeten loopen voor de geringe
kans om 20 sous te verdienen, is wat te
sterk.
Wij zouden deze ingewikkelde vraag
stukken nooit kunnen oplossen zonder de
welwillendheid van de fiacrekoetsiers.
Zoo gemeen als de omnibus- koetsiers
zijn en zoo ellendig hoogmoedig de
groote-heeren-koetsiers, zoo vriendelijk
is de cocher de fiacre. Met een enkelen
blik duiden zij ons de positie van hun
pasagier aan en beletten daardoor, dal
wij den bediende, die de koffers afhaalt,
voor zijn meester aanzien. Als zij ons
het adres niet kunnen toeroepen, steken
zij hel handvat van hun zweep in de
ruimte. Het eerste teeken beteekent, dat
het heel dicht bij, het tweede, dat het
erg ver af is. Een gemiddelde afstand
wordt niet aangeduid.
Een praktisch bagotier houdt zich niet
op bij de stations, doch kiest zijn stand
plaats op een kruispunt van wegen,
waarvan er een naar het station en een
ander naar een rijke buurt leidt. Dat
is weer zooveel gewonnen op de afstand
en een aanwijzing op de beurs van den
cliënt. Een der beste pl atsen is de
«place Maubeit," waar de fiacres, die
van de stations Orleans en Lyon elkaar
kruisen om zich naar den faubourg Saint-
Germain te begeven. In den zomer
l_ J f"-
van Andrea vertoonde zich tusschen de
plooien der zijde.
Mercedés uitte een kreet en viel als
dood neder.
Andrea sloeg geen acht op den schrik
van de oude, maar stapte zonder aarzelen
op de wieg af.
Maar op het oogenblik, dat hij
de hand uitstrekte, stond hij stil en
verbleekte.
Wie was het dochtertje zijner zuster?
Hij beschouwde ze keer op keerzij
waren beide even mooi met den vreed-
zamen glimlach in hun slaap.
Hij schudde de oude om haar te on
dervragen het was een onbezielde vleesch-
klomp.
«Welk mompelde hij, «welk
en hij bleef besluiteloos voor de dubbele
wieg staan.
Nog eenmaal schudda hjj Mercedès
ruw, maar zij gaf geen enkel teeken van
leven.
«Welnu!" mompelde hij, «dat zal mij
niet hinderenIk zal hen beide
meenemen."
Inderdaad greep hij de beide kinderen
in hun lakens en wikkelde ze zacht in
de plooien van zijn mantel.
Daarop ging hij naar het balkon om
te gaan, zooals hjj gekomen was.
Maar toen hjj opnieuw de zware gor-
ziet men er dikwijls twintig bagotiers bjj
elkaar
De Faubourg Saint-Gerinain en het
quartier Saint-Sulpice worden goed door
ons in het oog gehouden. Op alle stralen,
die er op uit komen, zult ge geregeld
bagotiers zien staan.
De rechteroever wordt gecommandeerd
door twee observatieposten, de een op la
place de la Concorde met de Champs-
Elysées en de Ternes tot grondgebied,
de andere op de Almabrug, die het Tro-
cadero en Passy bewaakt. Op de Con
corde staat de chef der bagotiers, een
soldaat acht en vjjftig jaar oud, die alle
oorlogeD van het tweede keizerrijk mee
gemaakt heeft.
Op de Almabiug is een ex-notaris het
hoofd. ja mijnheer, een gewezen
notaris, en ik ben er zeker van, want
ik heb zelf eens een brief van hem naar
een zijner vroegere cliënten gebracht,
waarin hij om hulp vroeg. Deze heeft
mij twintig francs overhandigd, zeggende;
«Hoe ongelukkig, dat een notaris tot zoo
iets komen kan."
Er blijft mij niets anders over, dan u
eenige bijzonderheden over onze monde-
lince overeenkomsten mede te deelen.
Onze vereeniging heeft natuurlijk geen
syndicaat en is niet eens regelmatig ge
vormd, omdat zjj slechts geduld wordt
door de politie, maar zij bloeit er daarom
niet minder om. Haar leden kennen el
kaar heel goed en ondersteunen elkaar
zooveel mogelijk, maar zij houden niet
van de indringers, de «amateurs",
waaivan ik daar straks reeds gespioken
heb.
Het is bij ons den regel, dat men, in
dien een fiacre met minstens drie kof
fers is I eladen, hem met z'n tweëen
volgen mag. Somtijds, als er slechts
twee koffers zijn, loopt er een achter je
aan en zegt: «Je suis fauchè", dat
zooveel wil zeggen als: ik heb geen sou
op zak en zal dus vandaag niet eten.
«Het is goed", zegt men hem dan, «loop
aan den anderen kant". Op de plaats
van bestemming deelt men, indien de
cliënt geen twee man gebruiken wil, het
drinkgeld broederljjk. De kameraad be
taalt een borrel en daarmee is de reke
ning gemaakt.
Maar als een nieuweling de observatie
posten wil forceeren, spot men er niet
mee. Drie v in ons snijden hem den weg
af, terwijl een vierde het spoor van het
vrachtje volgt. Dikwijls verzet de lief
hebber zich en dan wordt er gevochten.
Op de Concorde vooral zijn zij zeer
streng en laten niemand door.
Dat schjjnt u misschien weinig edel
moedig toe, maar wat er aan te doen?
Men heeft reeds moeite genoeg om
zijn hondsch bestaan te rekken. Dikwijls
gedurende den winter, zij wij genood
zaakt ons tot de karren der steenkolen-
verkoopers te bepalen, wien wij onze
diensten aanbieden bij het afladen der
zakken. U begrijpt, dat het drinkgeld
dan juist niet koninklijk is en bovendien
schenden wij dan het beroep der »ba-
cheurs". Men noemt aldus de arme
drommels, die de brandstof-karren volgen
om het hout of den steenkool op te
rapen, die door het schokken van de kar
alvallen.
Kortom, de winter is ellendig voor ons,
behalve als er sneeuw valt. In een oog
wenk zijn dan de bagotiers in straatve
gers veranderd en werken des daags voor
40 centimes en des nachts voor 60."
De interviewer voegt er nog bij, dat
de bagotier een gloeiende haat heeft aan
de anarchisten, omdat deze zijn beroep
bijna geheel hebben geruïneerd, want
sedert de laatste aanslagen is men overal
zoo wantrouwend geworden, dat rnen den
bagotier niet in zijn huis laat.
Liefdadigheid.
Op een meeting voor een liefdadigheid
doel van negers in West-Indië werd het
volgende besluit genomen:
1 Wij zullen allen iets geven. 2 Wij
zullen allen geven naar or.s vermogen.
3 Wij zullen met liefde geven. De
meeting afgeloopen zijnde, nam de neger-
dijnen scheidde, zag hij dat het balkon
met gewapende mannen bezet was.
Hij trok zijn degen en snelde naar de
leur.
Deze ging open en liet een menigte
lakkeien zien met ontblooten degen.
Capitan was, als ieder dapper hoofdman,
achteraan.
De stem van Ercole liet zich hooren,
«Grijpt hem zeide de oude graaf,
«grijpt hem, dood of levend."
Doodt hem I" Doodt hem 1" schreeuwde
Capitan, openhartiger dan zijn meester.
Andrea stond tegen den muur ge
leund.
Hij wilde zich het eerst verdedigen,
maar als had een reddend denkbeeld
eensklaps zijn geest verhelderd, scheen
hij met zichzelven te beraadslagentoen
ontblootte hij het gelaat der beide kin
deren, en zijn degen boven hun hoofden
oplichtende, zeide hij koel:
«Ercole Vitelli, achteruit! gij en uw
mannen, of gij hebt geene dochter
meer
Deze bedreiging viel als lood op het
hart van den ouden graaf.
„Mijne dochter I" riep hij met ge
smoorde stem: «Achteruit... aebter-
uitl laat hem door!
(Wordt vervolgd.)