NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
BEL i
No. 93.
Woensdag 21 November 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
BINNENLAND.
F euilleton.
AMERSFOORTSCHE COURS
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40; iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
(iroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De geheimhouding hij de ver
mogensbelasting.
Door den Hoogen Raad werd Maandag
eene belangrijke beslissing genomen met
betrekking tot de in art. 47 der wet op
de vermogensbelasting voorgeschreven
geheimhouding.
Iemand, verdacht van diefstal van
effecten, beweerde daarvan eigenaar te
zijn, doch had als zoodanig geene aangifte
gedaan voor de vermogens-belasting, maar
wel had een ander, van wien de effecten
zouden gestolen zijn, een aangifte tol het
bewuste bedrag gedaan.
Nadat de min. van financiën op grond
van art. 47 voornoemd, bezwaar gemaakt
had tot deze zijne medewerking te ver-
leenen, besliste de rechtbank te 's-Gra-
venhage op verzoek van den rechter
commissaris om verlof tot het doen eener
hiuszoeking met papier-onderzoek, ten
kantore van den ontvanger, dat genoemd
artikel geen beletsel is tegeu inwilliging
van dat verzoek.
De Hooge Raad vernietigde echter deze
beschikking o.a. op grond, dat door dit
stellig verbod van meergenoemd artikel
de onschendbaarheid van bet geheim der
aangiften en aanslagen is gewaarborgd
dat op de verplichting tot geheimhouding
geene uitzondering is gemaakt, dan alleen
daar, waar de uitoefening van het ambt
de openbaarmaking van het geheim
vordert en dat hiermede onvereenigbaar
is, dal de rechter zoo dikwijls als io het
belang van het onderzoek van een straf
zaak raadzaam mocht zijn ook al is
die zaak geheel vreemd aan de wet op
de vermogensbelasting door huiszoe
king en papieronderzoek op een kantoor
der tot geheimhouding verplichte ambte
naren, zich stukken zou mogen verschaffen,
waarvan de wetgever openbaarmaking
niet heeft gewild. Daar tegen de be
schikking van de rechtbank geen hooger
beroep of cassatie was aangeteekena,
geschiedde de vernietiging op requisitoir
van den proc.-generaal bij den Hoogen
Raad io het belang der wet, zonder
nsdeel in de rechten, door partijen ver
kregen.
Een bij de directie der «Neder-
lar.dsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg-
Maatschappij" ontvangen telegram ver
meldt het feit, dat van af 18 Nov. driemaal
's weeks een personentrein in iedere
richting zal rijden tusschen Lourenco
Marques (Delagoabaai) en Pretoria, zoo
dat reizigers, de route via DelagoBbaai
kiezende, reeds nu geheel per spoortrein
hunne bestemming kunnen bereiken.
Heilsernm.
Van goed ingelichte zjjde vernemen
wij, dat hier te lande reeds zeer gunstige
resultaten van inspuiting met heilserum
verkregen zijn.
Dr. Bückman, arts te Haarlem, heeft
een tiental dagen geleden daar het nieuwe
middel het eerst toegepast bij een kind,
dat reeds acht dagen aan hevige diphtheritis
lijdende was; toen de vader, die èn van
operatie èn van inspuiting niets weten
wilde, eindelijk tot inspuiting zijne toe
stemming gaf en deze verricht was, stond
reeds twaalf uren daarna de genezing van
den patiënt vast. Sedert dat geval heeft
dezelfde geneesheer bij nog vier andere
ernstige diphtheritislijders de inspuiting
verricht nu bij allen met hetzelfde succes.
Dikwijls was de verandering ten goede
bij den patiënt reeds zes uur na de
inspuiting merkbaar.
Een uitkomst voor „gemeu
bileerde heereu."
De heer George Wilson, gasmeter
fabrikant te 's-Gravenhage, heeft den ijk
verkregen voor zijn automatischen gas-
muntmeter. Dit zjjn de eerste muntmeters,
welke van den Nederhndschen ijk voor
zien zijn. De muntmeter is ingericht voor
een 2'/. -centstuk en kan, wanneer de
gasprijs verandert, onmiddellijk zonder
het verbreken van den meter, op die
prijzen geregeld worden.
De automatische muntmeter is zeer
eenvoudig in het gebruik. Men werpt
een f meer 2'/, -centstukken doch
niet meer dan tien achter elkaar in
het oleufje, trekt een knop op, drukt hem
daarna weder neer en de meter is gereed
voor# gebruik. Het telwerk duidt het
aan'-l ingeworpen 2'/a -centstukken aan;
tevens voor hoeveel 2'/a -centstukken aan
gas nog overblijft.
Het kleiner worden der vlammen
waarschuwt den verbruiker, dat hij weer
2'/j -centstukken moet offeren.
Ieder heeft het in zijn macht zooveel
gas te verbruiken als hij verkiest.
LOHBOE.
De verovering van Tjakra
Negara.
Van den Gouverneur-Generaal van Ned.-
Indië is Maandag i ij het Departement van
Koloniën liet volgend telegram ontvangen:
«Zondag aanval op Tjakra Negara met
4 colonnes, waarvan één als reserve. Men
stuitte op zeer hevigen tegenstand.
Doorgedrongen werd tot poerie, be
staande uit 16 vakken, waarvan 15 voel
voor voet genomen. Twee posities tegen
over poerie ingenomen door een deel der
troepen, de rest keerde in bivakken terug.
Maandag werdeD de operatiën vervolgd.
Vijand leed zware verliezen. Van ons
gesneuveld 4 officiereD, gewond 4. Namen
volgen.
Minderen,voor zoover bekend, gesneu
veld 25, gewond 108. Namen zoo spoedig
mogelijk."
Het N. v. d. D. ontving eergisteren
het volgende telegram uit Batavia:
«Vijf bataljons deden den aanval en
veroverden Tjakra tot en met de poeri
(het verblijf van den vorst). De radja
werd niet gevonden.
De vjjand is bij honderdtallen gesneu
veld. Aan onze zijde vielen honderd
vijftig dooden en gewonden.
De verdediging was grootsch; zelfs
vrouwen verleenden bjjstand.
De schatkist is niet ontdekt."
Het N. v. d. D. ontving gisteren
uit Batavia weder belangrijk nieuws.
Het gebouw binnen de poeri, Zondag
door den vijand bezet gehouden en ver
dedigd, werd Maandag door de onzen
verlaten gevonden.
De bevolking is geneigd tot onderwer-
ping.
De generaal ontving afgezanten van
de Poenggawa's, de hoofden, wier vér
reikende invloed veel tot het verraad
schijnt te hebben bijgedragen.
Vele schatten zijn gevonden.
De toestand van den Zondag zwaar
gekwetsten kapitein Slangen is bevre
digend.
Jammer, dat ook ditmaal, evenals bij
Mataram, een treurig ongeluk een don
kere schaduw op de roemrijke overwin
ning wierp.
Door onvoorzichtigheid is eeD kruit
magazijn in de lucht gesprongen. Kapi
tein v. Tuinenburg, luitenant Campioni
en 19 soldaten zijn daarbij gedood.
Gesnenvelde en gewonde
officieren.
Wederom heeft het Indische leger
kostbare offers gebracht bij de jongste
gebeurtenissen.
Tegenover 25 sold aten, sneuvelden weder
4 officieren, terwijl vier anderen gewond
werden.
Een hernieuwd bewijs, hoe onze Indi
sche officieren in dubbele beteekenis hun
soldaten weten aan te voeren en voor
te gaan.
Tegenover de verliezen van den vijand
en de moeielijkheid der operaties en in
verband met het voortreffelijk oorlogs
materiaal, dat de vijand bezit, zijn de
verliezen niet zeer groot, al betreurt men
natuurlijk de soldatenlevens, die daar op
Lombok werden afgesneden. Want zij die
sneuvelen, zijn in den regel de minste
niet onder de broederen.
Van de gesneuvelde officieren behoort
kapitein W. N. Scheib, tot hen, die op
Aljeh de vuurproef doorstonden. Hij ont
ving daarvoor het eereteeken voor belang
rijke krijgsverrichtingen. Scheib werd
in 1850 geboren 22 Maart '78 2e luitenant
van de Militaire School te Meester Cor
nells; 1 April '82 werd hij le luitenant
en 7 April '92 kapitein. De 2e luitenants
J. G. A. D'Ancona en J. W. Schiff waren
het vorig jaar officier geworden, als wij
ons niet bedriegen, van de Kon. Mil.
Academie, evenals de 2e luitenant H. A.
C. van der Heyden, de jongste zoon van
den generaal Karei van der Heyden, die
ook het vorig jaar naar Indië vertrok en
reeds zoo spoedig het leven moest laten.
De zwaar gewonde luitenant J. L.
L. M. Wittich is eene goede bekende van
onze lezers.
Men zal zich nog herinneren, dat een
jaar of drie geleden een jong officier van
het Indische leger, die wegens ziekte met
verlof naar Nederland kwam, in de Roode
Zee over boord sprong, op het geroep:
«een kind overboord" en eenige uren
rond zwom om op een vuurtoren af te
wachten.
Dat was de 2e luitenant Wittich, die
als sergeant van het 8e regiment infan
terie naar Indië was gegaan en van
Meester Cornelis officier werd.
Hersteld zjjnde, keerde hij naar Indië
terug, werd le Luitenant en verwierf
begin van dit jaar op Atjeh de Militaire
Willemsorde.
De kranige jonge luitenant is thans,
nauwelijks met de nieuwe aanvullings
bataljons op Lombok zijnde, zwaar ge
wond. Moge hij voor het leger behou
den blijven.
De kapitein D. M. Slangen die eveneens
zwaar gewond werd, onderscheidde zich
eveneens op Atjeh en ontving daarvoor
het Eereteeken voor belangrijke krijgs
verrichtingen. Hij werd 26 Juli '81 te
Meester Cornelis officier, 15 Maart '87
le luitenant en het vorig jaar kapitein.
Hij was, meenen wij, twee jaar gedeta
cheerd bij het Ned. leger en in Does-
borgh in garnizoen en nog niet zoo lang
in Indië terug.
Een Zonderling.
Men meldt uit Sprang (N.-B.)
Eenige weken geleden werd in deze
gemeente zekere J. v. K. begraven, die
vdór zijn dood verzocht had met kleeren
en al in de kist gelegd te worden, het
geen ook geschied is. Als stellig wordt
nu rerzekerd, dat in de nalatenschap van
dien zonderling voor een aanzienlijk be
drag aan effecten, men zegt voor f 10,000,
ontbreekt. Deze som zou na ieders
meening nog op het lijk berusten.
De erfgenamen willen nu aanvragen om
op het Ijjk een onderzoek te mogen
instellen.
Artisten ouder elkaar.
Een artisten-gezelschap, dat eergister
avond te Doetinchem aankwam, om ter
gelegenheid der groole Novembermarkt
voorstellingen te geven, wachtte een
onaangename verrassing. Toen zij n.l.
bij den stationschef informeerden of de
waggon, waarin zij hun tent enz. hadden
verzonden, reeds was aangekomen, deelde
deze hun mede, dat bedoelde waggon
naar Amersfoort was doorgezonden. Hij
had n.l. een briefkaart ontvangen, onder
teekend door den directeur van het
gezelschap, waarin hem verzocht werd
den waggon direct na aankomst naar
laatstgenoemde plaats te zenden.
Het gezelschap vermoedt, dat hun deze
poets uit «jalousie de métier" door een
kunstbroeder gebakken is. Op hun ver
zoek bemoeien de marechaussees zich
met deze zaak.
UIT HET FRANSCH.
15) «Wat doet gij dgar toch, waarde
oom
«Gij ziet het wel, ik studeer," ant
woordde Andrea.
«Goed, maar wat is dat dan voor
eene plaats, waar gij die naald gestoken
hebt."
«Dat is een kasteel dicht bij Spoleto,"
antwoordde hij, de wenkbrauwen fron
sende.
«Een kasteel, dat aan den graaf Ercole
behoort?"
»Ja
«Ik dacht dat door uw toedoen, waarde
oom, de graaf Ercole geen kasteel meer
had."
»Dit is het laatste," zeide Andrea
met doffe stem. «Maar wat komt gij
hier doen? Waarom zijt gij niet met
Alma
«01" zeide zij, «ik heb hen niet willen
hinderen."
«Wie hinderen
»Alma en mjjn edelen neef Mario."
«Wat deder, zij?"
«Zij wandelden samen, naast elkan
der, arm in arm, en spraken zoo zacht
met elkander, dat ik hen niet kon ver
staan."
«Zoo!" zeide Andrea, meer willende
weten.
«En toeD," vervolgde Regina, «zagen
zij elkander aan met zulke liefdevolle
blikken O I zoo zoet. Dag waarde
oom."
Zij vluchtte met de snelheid van de
bij, welke den angel in de wond laat
zitten. Zij wist wel, dat Alma nooit de
vrouw kon worden van Mario, met goed
keuring van Andrea. Inderdaad, ofschoon
Regina zelve het geheim harer geboorte
niet kende, wist zij toch wel, dat de
naam van nicht, door Andrea Vitelli aan
Alma gegeven, slechts eene liefkoozing
of scherts was. Zij alleen, Regina Vitelli,
was de ware nicht van den hoofdman,
de dochter dier beminde en ongelukkige
zuster, in den bloei harer jaren ge
storven, nu vijftien jaren geleden, zij
kende den naam van haar vader
niet.
Maar zij wist nog, dat Alma Vitelli,
hoewel men haar om hare engelachtige
schoonheid beminde, hoewel zij zelve, Re
gina, haar hare zuster noemde, in de
werkelijkheid de dochter was van den
graaf Ercole Vitelli, de doodsvijand van
Andrea.
Regina verontrustte er zich niet over
te weten hoe zij in de bergen was geko
men. Zij wist dat Alma haar vader was
ontroofd op den teedersten leeftijd, zon
der twijfel met wraakzuchtige bedoelin
gen maar nooit had Andrea den moed
gehad haar op te offeren. Zij was
zoo zacht, zoo goed, zoo liefhebbend,
dat de hoofdman zonder dat bij het zelf
wist er aan was gehecht, en haar daarom
met dezelfde zorg als Regina had opge
voed.
Verscheiden malen had Andrea het
voornemen gekoesterd, het arme kind
aan haar vader teiug te geven; maar
zij gaf zulke groote bekoorlijkheden aan
zijn verblijf, dat hij vreezen zou met
haar te verwijderen, ook zijn goeden
engel te verwijderen. NogtaDS was er
tusschen deze genegenheid en tusschen
Alma als echtgenoot aan Mario te geven
een gapenden afgrond. Andrea zou er
nooit in hebben toegestemd zjjn zoon te
huwen met de dochter van den man,
dien hij het meest op de wereld verfoeide, en
waarvoor hij zulke gegronde redenen had
dien te haten.
Zooals men ziet was Regina niet al
leen eene stout ruiter, maar had zij
ook eenigen aanleg voor diplomatie. Het
was een behendig toegebrachte slag,
Andrea deelgenoot te maken van het
wantrouwen, dat bjj haar was opge
komen.
Zij was op de best mogelijke wijze ge
slaagd Andrea vermoedde misschien reeds
deze opkomende liefde en was hij daar
door te meer geneigd aan de nieuwe
onthullingen geloof te slaan.
Toen Regina vertrokken was, stapte
hij met ongeduldige stappen het vertrek
op en neder, de honden met een
schop wegjagende, die hem in den weg
lagen.
«Zij moet vertrekken I" mompelde hij.
«Dit kind oefent hier op ieder zulk een
invloed uit, dat ik mij zeiven niet meer
meester ben. Ik geloof dat ik de
zwakste van allen ben Ik heb haar
lief. Hij stampte mismoedig met den voet
en zijn gelaat nam eene droevige uit
drukking aan.
«Zuster! Zuster 1 zeide hij
op zachlen toon; «uw dood heeft mij
het recht niet gelaten te vergeven
Ik heb u wraak beloofd en men
houdt zijne belofte door geliefde perso
nen te doen sterven. Maar zoolang dit
kind hier is, gevoel ik dat eene onbe
kende macht mijn arm verlamt, mijn
besluiten vernietigt. Zjj moet j ver
trekken!"
Op het oogenblik dat Andrea Vitelli
dit besluit had genomen, trad, een oude
officier der voorposten binnen, nog met
stof bedekt.
«Wat weet gij, Cosimo!" zeide
Andrea.
«Meester," antwoordde de hoofdman,
«wij hebben op twee mijlen afstand
eene oude vrouw, die op een muilezel
rondrende, aangehouden zij wenscht u te
spreken
«Mij te spreken
«Ja, zij zegt dat zij Mercedes heet."
«Mercedes I" riep Andrea uit. «Komt
dit ellendige schepsel voor de tweede
maal mijne rechtvaardigheid trotseeren?"
„Wat moet ik met haar doen?" zeide
Cosimo.
«Breng haar hier," antwoordde Andrea
Vitelli. En hij kruiste de armen over el
kander en wachtte.
ZEVENDE HOOFDSTUK.
Mercedes kwam niet van Spoleto. Zij
had dien zelfden morgen een prachtig
kasteel verlaten, niet ver van de Narcia
gelegen, een dorp dicht bij het gebergte.
Dit kasteel, waarover wij later zullen
spreken, was het laatste der domeinen