NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
BEL DEM0NI0.
No. 5.
Woensdag 16 Januari 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
verschijnt woensdag en zaterdag.
Stenographie,
BINNENLAND.
F euilleton.
1MERSF00
II COD
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag:.
Uitgever G. .1. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
»Ik weet niet of van al wat ik
ooit geleerd heb, mij iets gezegender
is gebleken en mij meer diensten
heeft bewezen bij de vervulling mijner
aardsche dagtaak," getuigde Robert
Hamerling ten opzichte van de snel
schrijfkunst.
Dit is zeker wel een getuigenis,
dat voor een oogenblik de aandacht
op zich mag gevestigd zien van al
diegenen ook onder onze lezers wier
dagtaak geheel of ten deele bestaat
in schrijven. Gaat het u als mij dan
zal de vervulling dier dagtaak u
menigmaal de verzuchting ontlokt
hebben: wat is die schrijverij om
slachtig, kon het maar vlugger
Vooral als men dictaten of redevoe
ringen te schrijven heeft, doet zich
de behoefte gevoelen aan een korter
schrift dan het gewone; de gedach-
tengang is dikwijls sneller dan de
beweging van de pen, en niet zelden
raakt men den draad kwijt ten ge
volge van de langzaamheid van het
copieeren. Onze tijd heeft den om
vang der bezigheden zoo aanmerke
lijk doen toen toenemen, dat de be
hoefte aan een korter schrift zich
meer dan ooit doet gevoelen.
Reeds eeuwen vroeger, toen de
omvang der bezigheden bij lange na
niet zoo groot was als tegenwoordig,
gevoelde men die behoefte en zocht
men een middel om haar te bevre
digen. Reeds de oude Grieken be
dienden zich van een kortschrift en
bij de Romeinen werd het al in den
keizertijd op de scholen onderwezen.
Van dien tijd af tot nu toe heeft de
stenographie een geschiedenis door-
loopen, waarvan alleen een overzicht
eer. lijvig boekdeel zou innemen,
want de stenographie maakt er, en
te recht, aanspraak op een weten
schap op zichzelf te zijn, en een be
langrijke plaats in te nemen in de
geschiedenis der beschaving.
De eerste stelsels waren, zooals
te verwachten is, gebrekkig en wil
lekeurig. Tot aan de 17de eeuw was
een eigenlijk stenographisch alphabet
onbekend; het kortschrift bestond in
het weglaten van woorden en woord-
deelen en het gebruiken van teekens
voor sommige woorden. Eerst de
Engelschman John Willis legde in
1602 den grond voor een meer
regelmatig schrift, berustend op een
verkort alphabet. Zijn stelsel werd
nog door verscheidene Engelschen
verbeterd of gewijzigd, en vond ook
in andere landen ingangin Neder
land verscheen het eerste kortschrift
in 1666.
In 1679 verscheen een volgend
Nederlandsch stelsel van Gosens van
Helderen en daarna nog enkele andere,
en meerdere in het buitenland. Bij
dit alle zijn de karakters ontleend
aan den cirkelomtrek en de rechte
lijndit systeem is daarom ook ge
noemd geometrische stenographie. De
Engelschman Bordleg 1787 heeft het
eerst den grondslag gelegd voor een
stelsel, dat cursieve stenographie heet
en waarvan de karakters aan het
gewone schrift ontleend zijn. Een
zoodanig stelsel is gebleken het meest
aan de gestelde eischen te voldoen.
Tot heden toe zijn er honderden
stelsels van kortschrift ontstaan, dus
gij kunt wel nagaan, dat de steno-
gi aphie een zeer omvangrijke ge
schiedenis achter zich heeft en dat
wij dus niet in staat zijn in een kort
bestek ook maar een vluchtig over
zicht te geven. Ons land neemt in
die geschiedenis geen eereplaats in,
voor het kortschrift is bij ons al
zeer weinig gedaan. Duitschland neemt
echter een eerste plaats in, wie eenigs-
zins meegegaan is met ontwikkeling
en beschaving is daar thuis in ste
nographie In 1867 had het stelsel
van Gabelsberger daar nog slechts
21 vereenigingen met 899 leden; ir.
1867 echter 220 vereenigingen met
7923 leden en in 1875 waren er 249
vereenigingen met 11365 leden. In
1883 was het aantal vereenigingen
tot 447 en het ledental tot ruim
15630 geklommen. Alleen in Saksen,
dat nog geen drie millioen inwoners
heeft, waren er'116 vereen, met ruim
4000 leden, terwijl aan de daar be
staande inrichtingen voor stenogra
phisch onderwijs meer dan vijfduizend
leerlingen
tot geoefend stenograaf
worden opgeleid. En dit nog alleen
van het stelsel Gabelsbergerbuiten
dien hebben de stelsels van Stolze,
Arends en Roller nog een groot aan
tal beoefenaars.
Duitschland telt aldus meer dan
honderd duizend stenografen, en, wat
bij ons zeldzaam is, voor de kleinste
vergadering zijn zoo noodig een of
meer stenografen beschikbaar. Voor
vele vakken en betrekkingen wordt
er kennis der stenographie tot ver-
eischte gesteld, en menigeen heeft
door het bezit dier kennis buiten zijn
gewone werk een niet onaardige bij
verdienste. In Oosteniijk, Beieren
en Saksen is het kortschrift reeds
als leervak ingevoerd bij het Hooger-
of Middelbaar onderwijs, en wat wordt
er ten onzent op dit gebied gedaan
Het onderricht er van reeds op de
lagere scholen is zeker wel af te
keuren. Immers liet zou te vluchtig
leeren werken en de oppervlakkigheid
in de hand werkenbij ieder begin
moet het eerst zijn langzaam en goed
en daarna vlugger. Bovendien niet
iedere leerling der lagere school zou
in zijn verder leven van dit onder
richt nut hebben. Wel zal dit het
geval zijn voor alle leerlingen van
gymnasia en burgerscholen, en daarom
zou het overweging verdienen in deze
inrichtingen van onderwijs het kort
schrift te onderwijzen. De leervakken
dus nog met een vermeerderd, en
nog meer lesuren en nog meer huis
werk, is dat niet wat veel gevergd
van onze jongelui? Het mag zoo
schijnen, maar het is zoo erg niet;
zoo heel veel tijd is er niet toe noo-
dig en lastig of vervelend zal het
nieuwe onderricht wel voor weinigen
zijn.
Men moet dan niet nemen het bij
ons ofiicieele stelsel, dat bij het ste
nographisch bureau in den Haag ge
bezigd wordtwant al kan dat
bureau wat het resultaat, betreft met
de beste in andere landen zeer goed
wedijveren, het gebruikte stelsel is
voor dilettanten in de snelschrijfkunst
wel wat te moeilijk.
De leerling heelt daarbij toch een
maand noodig alleen voor het alpha
bet, en dan drie uur daags, zoowel
voor deze als de volgende oefeningen.
Dan volgt eene oefening in het maken
der verbindingen gedurende twee
maanden. Dus alleen voor het alpha
bet en de verbindingen moei1 dan
150 urenwie de stenographie als
vak wil uitoefenen heeft het dubbele,
dus wel 300 uur noodig. Zoo'n taai
begin moet dilettanten wel afschrikken.
Maar wij hebben nu ook nog een
stelsel gekregen dat onder ieders be
reik valt, n.l. dat van Goudschaal en
Bussmann.
Dit is in hoofdzaak het Gabelsber-
gerstelsel, maar gewijzigd en omge
werkt naar de eischen van onze taal,
en uitmuntend door eenvoudigheid
van constructie. Hiervan werd ge
zegd een jongen van twaalf jaar
leert in een paar uur alle regels van
buiten; op een vrijen namiddag kan
hij 't alphabeth leeren schrijvenin
de snipperuren van eene paasch- of
kerstvacantie leert hij 't alphabet met
alle verbindingen er hij; en allicht
binnen eene maand tijds schrijft hij
vaardig eene volkomen leesbare brief
kaart. Bij ondervinding weten wij,
dat hier niet overdreven is. De
methode is zoo gemakkelijk en het
geheel met zooveel zorg bewerkt, dat
de hulp van een onderwijzer ontbeerd
kan worden.
In Duitschland, zegt men, leert
men de stenopraphie als bij oris de
pianomuzieknu bij ons kon dat ook
zoo zijn
er echter niet velen toe over, en
aan zichzèlve overgelaten zullen weini
gen met volharding zich blijven
oefenen, en op voortdurende oefening
komt liet hier toch vooral aan
daarom moeten wij met Sully Prud-
homme verklaren, dat het een wel
daad voor de jeugd zou zijn, wanneer
men er toe overging, haar in de
stenographie te onderwijzen.
Uit eigen beweging gaan
De Tweede kamer der Staten-Gene-
raal is thans tot hervatting van hare
werkzaamheden opgei oepen tegen Dinsdag
22 Januari des namiddags te 2'/, ure.
Naar wij vernemen, zal van »L'im-
périeuse bonté,door J. H. Rosny,
dat hlijkens verscheidene artikelen in
onze tijdschriften, met name in De Gid»
van Mei 1894 en het Sociaal Weekblad
van 6 Januari 1895, algemeen de aan
dacht heeft getrokken, een vertaling fcjj
den uilgever P. Gouda Quint, te Arnhem,
het licht zien.
De inhoud van het werk Rosny zelf
noemt het een hedendaagsche roman
moet wegens de schoone denkbeelden,
die het bevat, wel de belangstelling
wekken van ieder, wien de nooden der
maatschappij ter harte gaan en die zich
niet in slaap laat sussen door den trouwens
steeds zwakker wordende deun, dat alle
bestaande ellende onvermijdelijk is.
Rosny heeft dit hoek echter in een
geheel ongewone taal geschi even, zoodra
de wooiden en uitdrukkingen, waarvan
htj zich bedient, hoe plastisch en wel
sprekend ook, voor het meeiendeel van
het fransch-lezend publick onverstaanbaar
zijn, en daarom doet het ons genoegen,
dat mejuffrouw Tma van der Tuuk de
veitaling van het werk op zich heeft
genomen, een taak, die zij met de meeste
toenijuin; zal vervullen.
Bovendien heeft mejuffrouw Helene
Mercier de toezegging gedaan, dut zij het
boek met een voorrede bij ons publiek
zal inleiden.
Tegen den gemeente-ontvanger van
de Bilt, wiens pioces wegens de vulsche
obligatièn nog hangende is, zal een nieuwe
3d
UIT HET fransch.
Het was eerder die reis, snel in het
komen, langzaam en weemoedig in het
terugkeeren, dien zij dikwijls in Mario's
gezelschap volbracht.
In het teruggaan vooral
"Wanneer de laatste toonen der heer
lijke concerten nog in haar ooren klonken,
wanneer haar hart nog vol was van
de aandoeningen van het bal, dan was
Regina gelukkig zich zoo alleeD met
haar neef te zien te midden der inge
sluimerde vlakte, alleen met haar gedach
ten en hart.
De maan kwam zacht en bewolkt aan
den hemel op, alles was kalm en stil,
men hoorde slechts hier en daar het
eenzame gekrijsch van een of anderen
nachtvogel of het welluidend maar een
tonig geruisch der beken in de naburige
weiden.
Dikwijls gaven Regina en Mario zich
aan de schommelingen van den draf
hunner paarden over, zonder er aan
te denken een enkel woord te spieken;
beide in gedachten verzonken, beide be
wogen.
Regina droomde van alles; van het
bal, van den nacht, van Mario mis
schien.
Mario dacht aan Andrea's fort, aan hen
die er woonden, aan Alma, zonder
twijfel I
Vreemdsoortig gevoel! na gedurende
eenige dagen de luisterrijke feesten ge
noten te hebben, waarna zij zoo gehaakt
had, gevoelde Regina toch dat haar
nog iets ontbrak en dat haar leven even
treurig, even eentonig was als voor dien
tijd I
Zij zocht lang naar de oorzaak, eD vond
ze eindelijk I
Eens op een avond kwam zij van
Spoleto terug. Zij reed reeds een
uur aan Mario's zijde en nog was
er geen woord tusschen hen gewisseld I
Het jonge meisje beschouwde de vlakte
waarvan de flauwe omtrek zich in
de verte afschilderde, in den bleeken
maneschijn.
Regina was oprecht bewogen 1
En wat bjj haar deze aandoening
teweeg bracht, was niet de herinne
ring aan het bal of de loftuigingen,
die zij er had ontvangen, het was
niet het kalme en rustige schouwspel,
dat de vlakte haar aanbood, het was de
schoone en weemoedige gestalte van haar
metgezel.
Mario I de gedachte van al
haar dagen, de droom van al haar
nachten I
Mario, jong, vurig, vol geestdrift,
wiens gelaat sedert eenige maanden
zulk eeue droomerige uitdrukking had
gekregen die er de schoonheid nog van
verhoogde I
Mario, wiens enkele blik haar verlegen
maakte, van wien éen woord haar zon
derling aandeed.
Regina verminderde den galop van
haar paard en naderde haar schoonen
neef; toen zich teeder naar hem over-
buigende, dat de verliefde onrust van
haar hart verraadde, zeidde zij hem met
eene stem, van duizenderlei aandoeningen
trillende
Mario I gij zijt treurig vanavond!"
Ik?" vroeg Mario kort, als ontwaakte
hij uit een droom, en een verwonderden
blik op Regina werpend.
•Gij zijt treurig!" vervolgde het
jonge meisje, nen ik ken de oorzaak
uwer droefheid niet; Mario, gij hebt
geen vertrouwen in mij en dat is niet
goed I"
Mario schudde ontkennend het hoofd.
•Ik heb wel vertrouwen in u, Regina,"
antwoordde hjj, zijn zelfvertrouwen en
koelheid hernemende; valleen op enkele
tijden, zooals op het oogenblik, laat ik
mij door zoete droomen medeslepen en
vergeet ik, dat ik niet alleen ben
Maar stel u gerust, nicht, er is in mijn
hart geen enkel geheim waarbij ik
belang heb het voor u verborgen te
houden, en ik heb geen enkele reden,
geen enkel voorwendsel u niet te ver
trouwen
Regina glimlachte eenigszins bitter en
hield haar paard stil.
•Gij zult mij toestaan, mijne schoone
neef," antwoordde zij, »aeen woord te
gelooven van wat gij zegt. Het is de
eerste keer niet dat ik uwe afgetrokken
heid bemerk, het is de eerste keer niet
dat zij mij verwondert of liever dat zij
mij wondt! Maar na alles," voegde zij
er bij, voortrijdende, nben ik zeker wel
goed rnij met zulke dingen bezig te
houden, en gij zijt vrij, mijn schoone
neef, te droomen van wat gij wilt"
En zij drukte haar zilveren sporen in
Fuoco's flanken, en reed vlug naar
voren.
Voor dien dag was het gesprek daarbij
gebleven, maar Regina hield zich niet
voor verslagen; het was haar van
veel bejang dit geheim te kennen,
dat Mario haar verborg, om niet alles in
het werk te stellen ten einde het te ont
dekken.
Regina beminde Mario met die over-
dieven hartstocht, die zij in alles wat zij
ondernam, aan den dag legde.
Tot nog toe had zij er niet aan
gedacht, dat Mario eene andere vrouw
dan haar beminde; zij dacht ten minste
dat, met zijn plichten als soldaat in An
drea's kamp, hij geene genegenheid in
zijn hart had laten ontwikkelen.
Echter had het gedrag, door haar neef
sedert eenige maanden bij herhaalde ge
legenheden aan den dag gelegd, haar
einstig verontrust.
Van waar kwam die droefheid, die
onrust, die stilzwijgendheid? Zij kende
geen enkel onderwerp, dat de bijzon
dere aandacht van Mario erlangde en
zocht te vergeefs wat hem zoo had ver
anderd.
Een oogenblik geloofde zij de reden van
deze verandering te raden, en die ge
dachte was zoet voor haarrnaar Mario
was voor haar niet veranderd, en niets
in zijn gedrag getuigde van ecnig ver
driet of eenige ijverzucht.
Regioa wer 1 waarlijk beangst, en daar
zij altijd regelrecht op het doel afging,
dat zij zich voorstelde, besloot zij den
oluier met eigen handen te verscheuren
en van Mario openhartig en zonder
omwegen verklaring te vragen van zijn