NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND Officieele Publicatie. BEL EIV) O N 10, J\o. 6. Zaterdag 19 Januari 1895. Vier-en-twintigste jaargang. VERSCHUW WOENSDAG EK ZATERDAG BUITENLAND. Plaatselijke berichten. F euilletori. AMERSFOi HE GODBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 ïixaandon f 1.—Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .1, SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cont. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Oroote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden in deze gemeente, dat blijkens nieaedeeling van het Duitsch Gezantschap, de invoer vari melk en mest, kerkomstig uit Neder land, in het Regeerings »Bezirk" Aurich tot nndere aankondiging is verboden. Amersfoort, den f8 Januari 1895. De Burgemeester voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK Het Congres, dat Donderdag te Versail les is bijeengekomen, tot verkiezing van een president der Fransciie republiek, heeft deu heer Félix Faure tot opvolger van den heer Casimir-Perier gekozen. De heer Faure verkreeg bij de stemming 430 stemmen, terwijl Ide heer Brisson, de candidaat des radicalen, 361 stem men op zich vereenigde. De heer Félix Faure was minister van Marine in liet kabinet-Dupuy. De heer Faure, in 1841 te H&vre geboren, be- huort tot de toongevende kooplieden in deze handelstad. In 1881 werd bij, toen president van de Kamer van Koophandel te Havre, gekozen tot lid der Kamer. Toen Gainbetta in 1881 als hoofd van het kabinet optrad, werd de heer Faure onder-secretaris bij bel ministerie van koloniën. In 1882 verliet hij zijn post, toen het kabinet tot aftreden weid ge noodzaakt. In 1883, toen de heer Jules Ferry tol de regeeiing werd geroepen, nam ook de heer Félix Faure weer deel aan liet kabinet. Zoodra echter het kabinet-Ferry, na de nederlaag in Tonkin, in 1885 ont slag moest nemen, trad de heer Faure met de overige ministers af. Als lid der Kamer sloot de Heer Félix Faure zich aan bij de gematigd-republi keinen. Bijzonder trad hij op den voor grond bij de behandeling van koloniale aangelegenheden. Vandaar dan ook, dat hij, toen een afzonderlijk ministerie voor koloniën werd opgericht, nadat de senator Boulanger was afgetreden, voor dezen post in de eerste plaats in aanmerking kwam. Tiouwens, ook reeds in hetkabinet-Tirard, dat in 1888 de regeering aanvaardde, werd de heer Felix Faure tot onder secretaris voor koloniën benoemd. Bij de verkiezingen in 1885 werd de heer Faure door de kiezers van het de partement der Beneden-Seine tot lid der Kamer gekozen. In 1889 trad hij op als cadidaat der gematigd-liberalen te l'avre. Ook daar werd hij gekozen met 7771 stemmen, terwijl op zijn tegenstan der Anselme, de candidaat der conserva tieven, 5313 stemmen werden uitgebracht. In 1871 werd den heer Félix Faure door den president der republiek liet legioen van eer verleend. Gelijk te verwachten was, verkreeg bij de eerste stemming, geen der cardi- daten de meerderheid. De heer Brisson, de candidaat der ra dicalen, verkreeg 344, de heer Félix Faure 216 en de heer Waldeck-Rousseau 195 stemmen. Na de pauze traden de schillende partijleiders in overleg, ten e nde te pogen tot overeenstemming te geraken. De uitslag was dat de heer Faure tot hun candidaat werd geprocla meerd. Evenals bij de verkiezing van den heer Sad.-Carnot, werd derhalve ook weer eeu outsider gekozen. Noch de candidaat dor radicalen, Brisson, noch de candid iat der gematigde republikeinen, Waldeck-Rousseau, werd gekozen, maar, toen geen van beiden de meerderheid kon behalen, werd tussclien de voorstan ders van beide partijen een compromis gesloten. Men besloot toen den heer Félix Faure als candi'Juat der republikeinen te stellen. Zoodra de republikeinsche fracties het eens waten, was natuurlijk de verkiezing van den minister van marine verzekeid. Aldus zal nu de heer Félix Faure als president der Frausche republiek optreden en de nalatenschap van den heer Casi mir-Perier aanvaarden. Op ruim 70-jarigen leeftijd is in de residentie overleden de gep. kolonel der artillerie haron J. J. C. Taets van Arae- rongen. Na een vierjarige studie aan de Ko ninklijke Militaire Academie, diende de overledene circa 40 jaren als officier bij de bereden wapens. Gedurende dien iangdurigen diensttijd stond baron Taets van Amerongen vele jaren bij het corps rijdende arlillene, destijds alhier in garnizoen. Bij dit corps was hij eentgeri lijd instructeur in de rijkunst en adjudant. Na de verschillende klassen van den kapiteinsrang te hebben doorloopen, werd hy, na eenigen tijd den majoorsrang te hebben bekleed, in 1879 benoemd tot commandant van het corps. Twee jaren later werd hjj uit die betrekking eervol ontslagen en hem het commando over hel 3e reg. veldartilerie opgedragen. Na in 1881 te zijn benoemd tot kolo nel bij laatstgenoemd wapen, werd baron Taets gepensionneerd. De overledene was o. a. versierd rnet het commandeut ski uis der orde van de Eikenkrooou J.l. Donderdag ontving de familie uit Indië de treuiige depêche dat luitenant A. van der Plank aan dysenterie was overleden. Deze droeve tijding zal voorzekei in onze gemeente zoowel als daarbuiten met diep leedgevoel worden vernomen. Na toch de gevangenschap van kapitein Lindgreen en Ür. Ujlaki te hebben gedeeld en als door een wonder aan de moordzucht der Baliërs te zijn ontkomen, spreekt dit droeve uiteinde van den veelbelovenden officier nog zooveel te meer tot ons hart. Zijn ouders verliezen in hem een braven zoon, het Indische leger een de gelijk flink officier en zijne kameraden een vroolijken en jovialen makker. Schoon niet gesneuveld in den slag, is hij ge vallen bij de vervulling van zijn roeping. Moge de ovet tuiging daarvan het leed veizachten van hen, die om hem treuren. Bij het 5e Regiment infanterie is onder leiding van den Heer Kolonel Ben schop op Woensdag en Donderdag eene tweedaagsche tactische oefening op de kaait gehouden, waaraan alle Hoofdoffi cieren vuo dat regiment, benevens de Ritmeesters Bolle en Malhon van de Huzaten en de Kapiteins Jlir. Six en Boogaard van het le Regiment Veld- Artillerie hebben deelgenomen. Door den Inspecteur der Infanterie is aan de Korps Commandanten eene opgave gevraagd van tweede luitenants, die geschikt en genegen zijn om op den gebruikelijken voet, voor den tijd van drie jaren gedetacheerd te worden bij de Landmacht in West-Indië. De heer A. Drijver, te Utrecht heeft eene verbintenis aangegaan als vrijwilliger voor het Reservekader bij het 5e Regiment Infanterie. Aan het examen voor den graad van Sergeant effectief wordt bij hel 5e Regiment Infanterie, alhier deelgenomen door 29 korporaals benevens 1 Sergeant- milicien. Twee lotelingen der lichting van 1895 hebben zich bjj deji Commandeerende cfficier van de Infanterie alhier aange meld tot het afleggen van examen ter verkrijging van het recht om te worden ingedeeld bij het Wapen en garnizoen hunner keuze en c.q. vermindering van oefeningstijd. De schriftelijke aanmelding om aan het examen deel te nemen kan nog tot uiterlijk 21 Januari a. s. plaats hebben. Door de politie te Maastricht is aangehouden, en ter beschikking gesteld van den Krijgsraad in het 3e Militaire arrondissement, de vroeger tot het 5e Regiment infamere behoord hebbende korporaal E. F. H. J. Mesters, die den 14. Juli 1890 te Grave is gedesserteerd. Bij besluit van den Burgemeester is B. Kreijermaat benoemd tot agent van politie der 4e klasse. Dondet dagavond is door onze plaat selijke muziekvereeniging «Caecilia" een volksconcert gegeven op de bovenzaal van »de Keizerskioon.'' Hel was druk bezocht en er werd uitmuntend gespeeld. Het bleek duidelijk, dat de vereeniging, onder de hoogstbekwame leiding van den heer Jochems, groote vorderingen maakt. Door een geanimeerd bal werd dit eerste volksconceit besloten. De Schutterij-kader-vereeniging «Broederschap" heeft in eene algemeene vergadering tot haren 2e Secretaris benoemd den heer S. H. Massa. Tot ]eden der commissie van toezicht op den record-wedstrijd met kamer-schietcylinder, uitgeschreven door den Nederlandschen Schutterij-kaderhond, doch die plaatselijk zal worden gehouden, werden benoemd de heeren J. Busquet, H. van Gelder en J. W. van Achlerbergh Jr. De wedstrijd, die Dinsdags om de 14 dagen wordt voortgezet, is den 15 dezer aangevangen. Door den districts-veearts te Utrecht zijn gevallen van miltvuur geconstateerd bij twee paarden van den landbouwer en veehouder G. Hoojjer, aan de Koedijk onder deze gemeente, terwijl eene koe en een varken, die reeds geslacht zijn, vermoed worden aan die ziekte te hebben geleden. Ook de paarden zijn reeds bezweken. De bij de wet bevolen maatregelen zijn genomen. De Garanten-vereeniging geeft a.s. Woensdagavond hare derde uitvoering. Het tooneelgezelschap van den Rotter- damschen Tivoli-Schouwburg onder direc tie van De Vos en van Korlaar zal alsdan opvoeren: de Nieuwe Jongen, een klucht die volgens het programma na ruim 350 achtereenvolgende malen in het Vaude ville-Theatre te Londen gegeven te zijn, nog steeds iederen avond een volle zaal trekt. Dat belooft dus iets. Als nastukje zal gegeven worden het blijspel «Mijn Papa" van Heinrich Teweles. Wij behoe ven onze lezers zeker niot aan te sporen ditmaal niet thuis te blijven. Waar het een pretje geld, zullen zij toch bij den flegmaiieken Engelschman niet achter willen staan. Bij het departement van oorlog bestaat het voornemen op het artillerie- park aan den Leusderweg, een tweede munitie-magazijn optprichten. De burgersocieteit «Vereeniging" in 1882 ontstaan door samensmelting der sociëteiten «Philharmonie" en nUnitas" zal op 30 Januari a.s. haar 12% -jarig bestaan herdenken. Door de Kamer van Koophandel en Fabrieken is Donderdagavond hare 50e openbare vergadering ten raadhuize ge houden, waarin de herkozen leden, de heeren J. G. Kleber, H. C. van Dam en J. Sinnige, worden geïnstalleerd. Bij monde van den onder-voorzitter, den heer 32 UIT HET FRANSCH. «Waarde nicht," antwoordde hij op kalmen toon en zonder de minste aan doening, «het is mogelijk dat gij goed geraden hebt, het is ook mogelijk dat gij u bedrogen hebt. Zoo ik, een geheim verbergende, u het niet toevertrouwd heb, is het omdat dat geheim mij niet behoort en dat ik wensch dat niemand het kent, onder de personen die mij in meer dan èen opzicht dierbaar zijn. Ge loof echter niet Regina, dat ik met zoo te handelen, aan eene slechte ingeving gehoor geef, en dat als ik u dit ge heim zou mogen mededeelen, zoo het al een geheim is, zou ik het met eer. ver trouwen doen, dat altijd in mijn karakter heelt gelegen I Na dit gezegd te hebben, groette Mario Regina en trad het fort binnen. Niets in zijn woorden kon zeker de vermoedens van Regina bevestigen, maar toch putte zij er de overtuiging uit dat Mario beminde, en dat zjj het voorwerp zijner liefde niet was. Van deze gedachte tot aan het den ken, dat het Alma wel kon wezen, was er slechts éen slap en veertien dagen later had Regina alie mogelijke bewijzen om hare vooronderstelling te staven. Te zeggen wat er toen in haar gemoed omging is onmogeljjkl Haar hart was vaneen gereten en zij was wanhopig. Alma werd het voorwerp van haar vreeselijken haat en zij leefde nog slechts om zich te wreken. Dit was haar niet moeilijk. Zij vernam kort daarop, dat Alma jong in net fort gekomen, de dochter van Andrea's gevloekteo vijand was, en van dat oogenblik af had zij slechts éen doel, slechts éen wensch: aan Alma's vader te wreken, wat zij niet aan Alma zelve kon doen. Bovendien het avontuur lijk leven, vol geheimen en gevaren, dat zich nu aan haar voordeed, paste won derlijk wel bij haar stoutmoedigen geest, zij nam vurig dit voorwendsel te baat en werd in weinig tijds die Bel Demonio, wiens nabijheid de inwoners van de pro vincie Spoleto vreesden. VEERTIENDE HOOFDSTUK. DE BOOZE GEEST. De zon was eerst een uur op toen Regina Andrea's katr.p doorreed en de vesting binnentrad. «Onze jonkvrouw houdt van den morgen," zeiden de bewoners van het kamp, «zij is een uur voor zonsopgang opgestaan." Regina stapte in de weide van haar paard. Zij droeg haar gewoon kostuum, een grijze vilten hoed, een zwart fluweelen buis met zilveren knoopen, en haar gelaat, van eene matte bleekheid verried niet de minste vermoeienis. Zij wierp de teugels van Fuoco aan een stalknecht toe en ging naar hare kamer. Het is toch vreemd, dacht de stalknecht, het kleine zwarte paard afvegende, dat geheel met stof en zweet bedekt was, eiken keer, dat onze jonkvrouw haar inorgenridje doet, is Fuoco in dezen toestandmen zou zengen dat hij twin tig mijlen zonder te rusten had afgelegd. Als Fuoco niet de geheele kleine stal voor zich alleen had, zou ik wel eens willen weten op welk uur zij ver trekt. Het is eene trotsche vrouw I Zjj heeft niemand noodig om haar paard te zadelen eri den teugel vast te houden terwijl zij opstijgt! Terwijl de stalknecht zich aan zulke overdenkingen overgaf, had Regina An drea's kamer bereikt. Maar voordat zij Andrea ontmoette, bevond zij zich eens klaps tegenover Mario. Sedert eenige dagen was Mario zeer veranderd: het was die flinke, vroolijke, en onbezorgde jonkman niet meer, die onverschillig met den vilten hoed op éen oor uit girig, met het musket op den schouder «n een bergliedje neuriënde. Het was Mario de jager niet meer, die liever een reebok of een paar patrijzen doodde, dan een post in de voorhoede betrok, en nog liever met tien mannen vocht dan eenigzins van zijn weg af te wijken. Mario was nu bleek, somber en afge trokken. Hij liep met gebogen hoofd en den hoed over de oogen. Hij volbracht zjjn dienst met eene nauwgezetheid, die men niet van hem gewoon was. 's Mor gens vroeg verliet hij het fort eu kwam er eerst 's avonds na zonsondergang terug, met zorg de tegenwoordigheid van zijn vader en de ontmoeting van Regina vermijdende. Wat deed hij den geheelen dag, ter wijl men zich in de vesting dikwijls over zijn wegbljjven verontrustte. Lucre- zia had Alma gezegd: Mario ging in dat eenzaam verblijf zitten waar hij zoo dik wijls naast het jonge meisje gezeten had daar ging hij met gebogen hoofd en dwalenden blik, in eene nadenkende en weemoedige houding, in zijn geest die dagen nu, die hij naist Alma had door gebracht, en meer dan eens was de zon reeds onder den horizon verdwenen, dat hij er nog niet aan dacht naar de vesting terug te koeren. Mario was sedert eenige dagen zeer veranderd. Toen zij hem daar zoo bleek en treurig zag, stond Regina voor een oogenblik stil en beet zich van spijt op de lippen. Een bittere glimlach verhelderde haar gelaat, en zij groette hem luide en teeder. «Goeden dag, neef Mario I" zeide zij, overdreven buigende. Mario hield zich alsof hij haar niet zag of hoorde en ging voorbij. Matr Regir.a greep hem hij den arm en dien zenuw achtig drukkende, herhaalde zij op bijten den en gebiedenden toon «Neef Mario, goeden dag!'' «O! vergeef mij, nicht!'' zeide Mario zich plotseling amkeerende en zonder zijne ontevredenheid te verbergen, «ver geef mjj, maar ik zag u niel I

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1