Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. hem, voorafgegaan en gevolgd door een peloton Cavalerie langs de aan weerszijden van den weg opgestelde troepen, huis waarts bracht. Aan het hek zijner wor.ing vond de Generaal een eere-compagnie van het 9de bataljon opgesteld, alsmede de kapel der Schutterij, welke hem reeds te Priok be groet had. Hoewel niet lijdend, maakt generaal Vetter den indruk van een zware campagne te zijn teruggekeerd. Het schijnt thans zeker, dat generaal Vetter niet lang meer in Indië blijven zal. De verdienstelijke en kranige veld heer is, naar verzekerd wordt, vast van plan spoedig te repatrieeren. Hoe gaarne men hem ook het leger bestuur zou zien toevertrouwd, zijne erkende bekwaamheden en vooral de door hem op Lombok verworven krijgsroem stellen hem in de gelegenheid ook in Nederland veel goeds te stichten, vooial nu de volksvertegenwoordiging meer dan ooit overtuigd is, dat Nederland en de kolonie onschatbare verplichtingen heeft aan het Indische leger. Het heeft H. M. de Koningin-Regen tes behaagd naar aanleiding van een verzoek van het hoofdbestuur het be schermvrouwschap te aanvaarden van de «Nederlandsche vereeniging tot bevorde ring van Zondagsrust". De schrijver der Haagsche Sprokke lingen in het U. D. bespreekt het ijsver maak, waarvan onze Koningin tegenwoor dig geniet. Naar aanleiding daarvan schrijft hij Het tooneeltje is wel de moeite waard om 't eens te zien. Want H. M. is flink opgewassen, een ferm meisje geworden, rijdt heel goed en beweegt zich op de meest ongedwongen wjjze, niettegen staande de «galerie", die haar zoo licht zou kunnen verleiden om er voor te «poseeren". Met welgevallen hoorden de toeschouwers haar echt, zuiver Hollandsch praten en haar doen «precies als een ge woon meisje, niets nuffigs. Mij dunkt, dat is een goed teeken van de opvoeding, die zij krijgt. En te meer op prjjs te stellen, omdat 't onze Wil- helmina niet ontbreekt aan wat men parlementair «karakter" noemt. Daarvan vertelde men mij onlangs een staaltje. Heeren van 't Hof hadden gejaagd, en vertelden aan de regentes hoeveel dieren ze geschoten hadden. De kleine Koningin, die toegeluisterd had, zei eensklaps: «Dat jagen vind ik een wreed vermaak," waarop zij van hare moeder de terechtwijzing kreeg, zich daarmede niet te bemoeien en zich bui ten het gesprek te houden. Maar zich omwendende zei ze daarop tegen een der andere heeren of dames: «Ik vind hel toch wreed." Misschien is het onbescheiden, dat 'k dit zoo publiek over vertel, maar hel pleit meen ik, voor ons Majesteitje, en daarom waag ik 't er maar op, omdat ik het verhaal uit goede bron heb ge hoord. Men schrijft aan het U. D. Nu uit de berichten in de dagbladen blijkt, dat onze jeugdige Koningin eene liefhebster van schaatsenrijden is, mag wel eens heiinnerd worden, dat ook wijlen Koning Willem III in zijn tijd veel van dat echt nationaal vermaak hield, evenals zijn beide broeders. Schrijver dezes herinnert zich, nu een 45 a 50 jaar geleden den toenmaligen kroonprins en de beide andere zoons van Koning Willem II meermalen op schaatsen te hebben gezien op het zoogenaamde jjsveld nabij het Hollandsche spoorweg station in Den Haag, dat destijds druk bezocht werd door de schaatsenrijders, die een ruimer terrein wenschten dan de vijvers in het Bosch aanboden. De drie prinsen waren alle kloeke rijders en bewogen zich met de grootste onge dwongenheid onder het publiek. Ook zij kenden blijkbaar den oud-Hollsndschen regel, dat op het ijs alle standen gelijk De vrees maakte alles vreemd in haar oogen. Voordat de schildwacht zjjn post verliet, wisselde hij eenige woorden met den soldaat, die hem kwam aflossen. Dit dagelijksche feit kwam haar vreemd voor. Het scheen haar alsof de schildwachten langer met elkander spraken dan noodig was om het wachtwoord te wisselen. Al deze opmerkingen, die in de werke lijkheid op niet berusten, maakten haar ten hoogste beangst, en zjj keerde zich ongeduldig naar Marina, die tegen hare gewoonte, niet babbelde. «Wat scheelt u, Marina," zeide zij, «dat gij dezen avond zoo stil zijl?" «Ik luister jufvrouw," antwoordde de kamenier. «Ik meen gedurig den jacht hoorn te hooren schetteren." «Het is nog geen tjjd," merkte Alma sidderend aan. «Het is negen uur geslagen; maar, ik weet niet waarom, de tijd schijnt mij heden avond onverdragelijk lang toe." «Ik ben wel bevreesd," hernam Alma «sedeit de vreeselijke gebeurtenis van den vorigen avond, is iedereen in het kasteel op zijne hoede." «De soldaten hebben hun musketten gewapend." «Ik zou liever willen dat Mario niet zijn. Van de drie broeders was de mid delste, prins Alexander, de beste en vlugste rijder. Gewoonlijk reed hij reeds af, terwjjl de kroonprins en prins Hendrik nog bezig waren met hnnne schaatsen te laten aanbinden; evenwel om, na eenige keeren over de baan gezwierd te hebben, terug te keeren en op zijne broeders te wachten. Hij was het ook die voorop ging, wanneer de prinsen gezamenlijk reden, hetzij aan een stok, hetzij door op te leggen. Dikwijls ook reed de kroonprins te zamen met zijn jongsten broeder, terwijl dan prins Alexander door alleen te rijden aan het publiek ongezocht gelegenheid gaf om zijn sierlijke bewegingen te be wonderen. Voor de Hagenaars was het steeds een genot de drie zoons des konings op schaatsen te zien, vroolijk, opgewekt en minzaam tegenover allen. Ook de latere prins Willem van Oranje (oudste zoon van koning Willem III) hield veel van schaatsenrijden en was die kunst meester. Den lateien prins Alexander, hoewel zijn gezondheidstoestand minder gunstig was, heeft men mede meermalen op schaatsen gezien. Van de provincie Utrecht met zijn talrijke wateren kan, in tegenstelling met hetgeen uit andere streken van ons land gemeld wordt, gezegd worden, dat de ijsbanen daar zeer schaarsch zijn. Tengevolge van de herhaalde sneeuw buien gepaard met dooi weer, zijn pol derwateren en rivieren totaal ongeschikt voor schaatsenrijders; de vaarten zijn bijna alle met een bevroren hobbelige sneeuwkorst bedekt en het is alleen bij uitzondering, dat men een bruikbaar baantje van een halfuur aantreft. Van reisjes per schaats naar buiten is dan ook dezen winter geen sprake geweest; wil men een hard- of schoonrijderij in een der naburige plaatsen bijwonen de talrijke ijsclubs in den omtrek hebben algemeen de uitgestelde wedstrijden op verschillende dagen der week aange kondigd dan moet grootendeels ge bruik worden gemaakt van spoor of tram. Uit Shangaï worden nog eenige bijzonderheden medegedeeld over het af breken der vredesonderhandelingen tus- schen China en Japan. De Chineesche gemachtigden verklaar den, dat zij door hun regeering zijn beet genomen. Toen zij uit Peking vertrokken, werd hun verzekerd, dat hun een vol ledige, onbeperkte volmacht, gelijk de Japansche regeering had geéischt, was verleend. Bij het onderzoeken hunner geloofsbrieven bleek het echter, dat dit niet het geval was. De regeering had haar onderhandelaars zelfs geen volmacht gegeven om een wapenstilstand, laat staan den vrede te sluiten. De Japansche minister-president, graaf Ito, verklaarde toen, dal hij weigerde de besprekingen voort te zetten, want uit het ontbreken der vereischte vol macht maakte hij op, dat het der Chi neesche regeering geen ernst is met haar vredesplannen. Daarbij komt natuurljjk, dat ook de Japansche regeering nog niet bijzonder naar vrede verlangt, want de Japansche troepen blijven nog steeds even voorspoedig bij hun krijgsverrichtin gen. Nu weer hebben de Japanners zich meester gemaakt van het eiland Leu- Kung-tau, gelegen in de or.middelijke nabijheid van Wei-hni-wei. Eerst wer den de forten, welke dit eiland moesten verdedigen geruimen tijd door de Ja pansche vloot gebombardeerd en daarna werd eene landing beproefd, welke vol komen slaagde. Na een hevig gevecht werden alle forteu bestormd en ver overd. Volgens de Daily Telegraph, die be weert het uit goede bron vernomen te hebben, blijft Japan eischenvolkomen kwam." «En ik ook," zeide Marina zuchtend. De beide jonge meisjes zwegen. Zjj luisterden een oogen blik. De vallei was stil. Niets bewoog en geen enkel geluid drong hun in de ooren. «Ging de schildwacht slechts slapen, evenals de vorige keer!" hernam Alma. Oja, dat zou ik wel willen I antwoordde Marina. «Maar de bevelen zullen sedert de laatste gebeurtenis streng wezen," vrees ik. Tot groote verwondering der beide jonge meisjes, hadden zij dit nauwelijks gezegd, of de schildwacht op de bolwerken zette zijn musket tegen een boom, en strekte zich op het gras uit, evenals drie dagen geleden zijn kameraad, die van de meisjes in Frioul droomde, het ge daan had. In weinige oogenblikken scheen de soldaat diep ingeslapen. «God heeft medelijden met ons!" zeide Alma, de handen vouwende. «Wij zijn geredI" riep Marina uit. En als had zij slechts dit voorval afcewachl om te praten, werd zij weder eensklaps wat zij voor drie dagen was, dat wil zeggen nieuwsgierig en onver moeid in hel p.atenI Alma zelve, hoe afgetrokken zij ook was, kon niet nalaten, haar dit te zeggen. zelfstandigheid van Korea; een voor Japan gunstig handelstractaatvergoeding der oorlogskosten, benevens een extra-betaling van 50.000.000 pd.st.bezetting var. Port-Arthur en Wei-hai-wei, zoolang deze som nog niet is betaald, en ten slotte afstand van het eiland Formosa en een gedeelte van Mandschoerije aan J: pan. Wat Korea belieft, verlangt de Japan sche regeering volkomen vrijheid om het bestuur daar overeenkomstig haar wen- schen in te richten. Intusschen is Wei-hai-wei nog niet ge heel in de macht der Japanners. Een gedeelte der forten bevindt zich nog in handen der Chineezen, maar waaischijn- lijk zullen deze nu ook spoedig door de Japanners worden ingenomen. In de h iven bevindt zich nog een gedeelte der Chineesche vloot. De Chineesche schepen beproefden te ontsnappen, maar werden na een hevig gevecht, geducht gehavend, teruggedreven. Nu de Japanners ook meester zijn van het liland Leu-Kung- Tau, dat de haven van Wei-hai-wei be strijkt, is de laatste kans voor de Chi neesche vloot, om nog te ontkomen, vei dwenen. Uit Kaïro wordt gemeld, dal het be kende opperhoofd Osman Digna, die den Engelschen indertijd zooveel te doen heeft gegeven, het opperbevel heeft aanvaaid over de Derwischen, die zich in de na bijheid van Kassala bevinden. Indien dit bericht bevestigd wordt, zal generaal Ba- ratieri geen gemakkelijke taak hebben, want uit de gevechten, welke de Engel schen in Soedan legen de Derwischen leverden, is genoeg gebleken, welk eer. gevaarlijke vijand Osman Digna is. In de Fransche Kamer van Afgevaar digden heeft zich bij de behandeling van het regeerings-voorstel tot het verleenen van een crediet van 20,000 francs voor de teraardebestelling van Maarschalk Canrobert, weer hetzelfde onverkwikke lijk verschijnsel voorgedaan als bij de crediet-aanvi age ten behoeve van wijlen President Burdeau, namelijk, dat daar tegen van ile uiterste linkerzijde en de socialisten op zeer onkiesrhe wijze en onder hevig tumult oppositie werd ge voerd, waarbij ook des overledenen deel neming aan den Coup d'Etat en aan de capitulatie van Metz werd opgehaald. Men maakte het op het laatst zoo erg, dat de regeering de quaestie van ver trouwen moest stellen, waarna het crediet met 288 tegen 152 stemmen werd goed gekeurd. Koning Alexander van Servië was met vader Milan bij deze stichtelijke zitting tegenwoordig. Het paar had den vorigen dag op het Elysée gedejeuneerd, aar, weerszijden geplaatst van de gastviouw, Madame Faure. De schutterij-kader-vereeniging «Broederschap" alhier heeft in hare alge- rneene vergadering van Maandagavond besloten eene schermvereeniging opte- richten. Het bestuur van «Broederschap" werd voorloopig met de leiding der zaken belast, en zal, te zijner tijd een concept reglement, enz. ter vaststelling aanbieden bij welke gelegenheid tevens der vereeni ging een naam zal worden gegeven. De lotelingen van de lichting 1895 der Nationale militie uit deze gemeente zullen 6 Maart worden ingedeeld. Uit den regenmeter hier is in de vorige maand afgetapt 43 m.M. regen water. Majoor J. G. Blaauw, commandant van het depot le regiment huzaren hier, wordt overgeplaatst naar het 2e regiment huzaren te 's Hertogenbosch, en hier ver vangen door majoor A. A. graaf van Limburg Stirum, van het 3e regiment huzaren te 's-Gravenhage. «Gij zijt zonderling van avond," zeide zij met dauwen glimlach. «Zoo even spraakt gij nauwelijks en nu houdt gij niet op met praten." «Sedert die soldaat is ingeslapen," antwoordde Marina een weinig verlegen, «is het mij alsof er een zwaren steen van mijn hart is gewenteld." «Gij waart dus even als ik, beangst?" «O jal de voorzorgen der soldaten hadden mij verschrikt; nraar nu vrees ik niets meer." «Dat kan wel." zeide Alma, het aardig hoofdje oplichtend, «ncaar toch zou ik liever hebben dat Mario niet kwam." «Luister 1 Luister!" viel Marina haar in de rede, terwijl zij opstond. En als Alma op dit oogenblik had kunnen zien, zou zij getroden zijn door de plotselinge en volkomen verandering harer trekken. Maar Alma dacht er niet aan haar gade te slaan. Zij had inder daad den klank van een hoorn vernomen, weerkaatst door de doffe echo's der vallei. Het was het zelfde bergliedje, vol weemoed en oorspronkelijkheid, die Mario kenmerkten. «Hij is lietl" zeide Alma. De beide meisjes luisterden nog eens, en den hoorn herhaalde zijn fanfares. «O mijn God, bescherm hem Ir" mom pelde Alma. 347ste STAATN-LOTKKI.I. Vijfde klasse. Vierde of laatste week. Trekking van 2 Febr. (100 LOTEN.) Ten kantore van den collecteur te Amersfoort zijn de navolgende nummers zonder prijs uitgetrokken: 3063 11147 18309 en 20847. Een belangrijke diefstal. De dochter van «tante Piel" uit de Zandstraat te Rotterdam, maakte, naar de N R. Ct. mededeelt, er Zondagavond de politie opmerkzaam op, dat een drie- lal personen in de Zandstraat met een aantal vreemde papieren rondliepen, welke zij trachtten te gelde te maken. Verschillende tapperijen waren reeds te vergeefs tot dat doel door hen bezocht. De politie poogde nu dit drietal, onder wie de bij haar welbekende Dorus Wis dom zoude beliooren, te vii.den, doch zonder resultaat. Inmiddels was het 11% uur geworden, toen de agenten van politie D. Zuurland en Wolf een jongen de herberg van Bergmans op den hoek van de Leeuwenstraat zagen verlaten, met een sigarenkistje onder den arm. In de meening dat hij een kistje sig iren gestolen had, hielden zij hem aan met het voornemen den knaap tot nader on derzoek naar het politie-bureau te bren gen. Tot hunne verwondering bevonden zij echter, dat het sigarenkistje, waaraan het deksel ontbrak, volgestopt was met allerlei vreemde papieren. Onmiddelijk schoot hun nu de mede- deeling van de bovengenoemde vrouw te binnen, en vol ijver togen zij aan het onderzoeken Met den aangehouden jon gen gingen zij de tapperij van Bergmans binnen, waar een cither met kist in be slag genomen werd, door eer. ander van het drietal cadeau gemaakt aan een jon gen, nadat men vruchteloos fcpproefd had dit muziekinstrument voor twee kwart jes te verkoopen. Nadat voornamelijk nog door Zuurland de noodige inlichtin gen genomen waren, ging men met den arrestant, het sigarenkistje met iDhoud en den cither met kist naar het politie bureau in de Pauwensteeg. Aan den wachthebbenden onder-inspecteur den heer H. Brinkman, werd een en ander medegedeeld en de arrestant, de 16-jarige Moerman, wonende in de Noordmolen straat, no. 7, voor hem geleid ook hel sigarenkistje werd den heer Brinkman, overhandigd. Men denke zich de ver wondering van dezen politieman, toen dit kistje bleek te bevatten voor ruim twintig duizend gulden aan effecten, zoo binnen- als buitenlandsche. De aange houdene en zijn makkers hadden die papieren voor nagenoeg waardeloos aan gezien. Moerman, nader ondervraagd, ontkende door diefstal in het bezit van het kistje met inhoud gekomen le zijn, doch zeide het in de Erasinusstraat gevonden te hebben. De politie meende, met grond, deze verklaring in twijfel le moeten trekken, omdat het vinden van sigaren kistjes met ruim f20.000 in Rotterdam wel een ongehoord iets zoude zijn. De heer Brinkman had intusschen de effecten eens doorsnuffeld en op enkele daarvan den naam Oosthoek opgemerkt. Fluks werd nu het adresboek geraadpleegd en daarin o. m. gevonden den naam van den heer D. J. Oosthoek, een particulier, wonende in de Zwart Janstraat No. 64. Naar hem werd spoedig een boodschap gezonden met verzoek eens na te zien, of hij ook iets vermiste En jawel, tijdens zijn afwezigheid was in den vooravond omstreeks 6% uur ingebroken en hadden dieven, na de woning doorzocht te hebben, een kistje rnet effecten, den citer met kist en eer. klokje ontvreemd. Van dezen diefstal kwam de bestolene eerst door de oplettendheid der politie tol de ont dekking. Zij knielde neder om te bidden. Marina aan den rand van haar bed nedergekr.ield, bad ook. Het was zeker iets vreemds en zeld zaams, deze beide meisjes te zien bidden op den tijd van eene I ijeenkomst van twee geliefden. Het gebed was vurig, en Marina vooral bad met een aandrang, die op nieuw Alma verwonderde. De naderende tonen trilden nog lang in de stilte van den nacht en waarschuwden hen dal Mario niet ver meer was. Alma be-fde. Door eene geheimzinnige overeenstemming, ontrukte elke noot haar een zucht of een snik, en bittere tranen stroomden ha .r langs de wangen. Zij was bevreesd. De schildwacht was slechts honderd passen van haar verwijderd en zij kon den hoorn vernemen I Hoewel de tonen door de echos der rallei weer kaatst werden, ontwaakte de schildwacht echter niet. Hij gaf niet het minste teeken van aandacht en hief zelfs het hoofd van zijn groen hoofdkussen niet op. «Alles gaat goed I" mompelde Marina, die nog bleeker en meer beangst dan Alma, nauwlettend den ingesluimerden schildwacht gade sloeg. En inderdaad, alles ging goed, want de laatste tonen van den hoorn waren nog niet weggestorven of Mario verscheen op het bolwerk. Thans in het bezit van de wetenschap dat het in beslag genomene ontvreemd en de aangehouden jongen een der ver moedelijke daders was, werd hij terstond in arrest gesteld en ging men tot de opsporing van zijne medeplichtigen over. Dit had tengevolge dat spoedig daarna in de ouderlijke woning aan de Noord Molenstraat No. 10 werd aangehouden de 18-jarigen Kley en thans nog naar den derde, den reeds geinelden Dorus Wisdom, wiens ouders in pand No. 98 in dezelfde straat wonen, gezocht wordt. I)e geschiedenis van de dood straf. Bij elk volk, in elke eeuw, heeft de doodstraf bestaan, dat maximum van straf, dat men meende te kunnen be reiken. De wijze echter, waarop de dood straf voltrokken werd en nog wordt, was in verschillende tijden en verschillende landen nog al uiteenloopend te beginnen met de zeer primitieve manier om iemand eenvoudig dood te slaan, en te eindigen met allernieuwste wijze om hem dood te electriseeren. Den schul'ige dood te slaan, dat is tegenwoordig nog de wettelijke vorm bij de Hottenlotten. Den misdager wordt een plaats aangewezenom hem heen plaatsen zich in een kring de voornaam- sten van zijn stam, gewapend met knup pels. Het vonnis wordt daarop nog een maal uitgesproken en nu brengt het opperhoofd van den stam den eersten slag toe, waarop de overigen zoolang met hunne knuppels houwen op den on- gelukkigen veroordeelde, dat h(j verminkt en dood op den grond ligt. Nog bai baarscher misschien was de vroeger in Zuid-Azië bestaande gewoonte den misdadiger «dood te koken". Deze straf gold alleen voor giftmengers. De veroordeelde werd levend in een meng sel Van kokend water, olie, gesmolten lood en zwavel geworpen, waarin hij spoedig, natuurlijk onder de vreeselijkste pijnen, den geest gaf. Weer een andere manier was die van levend begraven. Men was dan echter niet gewoon den misdadiger geheel in den grond te stoppen, men groef er hem in tot over de schouders, zoodat hij aan een langzamen hongerdood was prijsge geven. De «kruisiging" is een der vreeselijk ste straffen, die er bestaan hebben, toch bleef zij eeuwen lang in gebruik vóór en na het begin onzer jaartelling. Cicero die in de vreeselijke gevechten der gla diatoren met wilde dieren, niets gruwe lijks zag, noemde de kruisiging een der onmenschelijkste, afschuwelijkste straffen in Rome werd ze dan ook alleen op de uitheemsche slaven toegepast. De krui siging begon in den regel daarmee, dat men den veroordeelde vastbond op het op den grond liggend kruis; daarna wer den handen en voeten aan het kruis vastgenageld en dit daarop loodrecht ver heven. Deze beweging veroorzaakte den misdadiger duldelooze pijnen. Was het kruis vastgezet in den grond, dan liet men den ongelukkige aan zijn lot over. Iedere poging om zich te bewegen, ver meerderde slechts de smarten en de pijnlijkheid der zwerende wonden, waarin de stralen der Oostersche zon brandden. Kwam de nacht, dan werd de gekrui sigde het offer van roofvogels, nog voor hij dood was. En die dood kwam in den regel eerst na vier of vijf dagen. Ook het onthoofden was verschillend al naar den tijd en het volk. In Duitsch- land zijn blok en bijl nog in de mode, in Frankrijk en de Zuidelijke landen wordt de guillotine gebruikt; in het Oosten knielt de veroordeelde en slaat de beul hem met een slag het hoofd af met een ontzaglijk groot zwaard. Het onthoofden wordt bij de Chineezen voor de meest onteerende straf aangezien, om dat, naar hun meening, «het lichaam nu niet meer aan het graf wordt gegeven, zooais het op de wereld is gekomen." Soms wordt het vonnis bij de Chineezeu nog verscherpt, doordat men het hoofd op een paal var, den weg steekt en het lichaam in een kuil weipt. Als de Keizer van China een doodvonnis onderteekent. vast hij eerst eenigen tijd; ook wordt in het Hemelsche Rijk die Vorst voor het gelukkigst gehouden, die de minste doodstraffen laat voltrekken. Het radbraken, een soort terechtstel ling, die in de middeleeuwen maar al te vaak wordt genoemd, wa6 feitelijk het zelfde als het Hottentotsche doodknuppe len. De veroordeelde werd op een rad gebonden en terwijl dit langzaam werd rondgedraaid, ontving hij van den beul, Zijne vlugge gestalte, door de maan in hare volle lengte verlicht, stak sterk af tegen den donkeren grond van het landschap. Hij wuifde met zijn vilten hoed en liep het bolwerk over. Dit was het gevaarlijke oogenblik. Alma boog snel uit het raam en gaf hem door een teeken te kennen niet verder te gaan, maar te vluchten. Mario wees haar echter lachende op den schild wacht, die nog altijd sliep, en schudde het hoofd. Toen ging lijj weder verder, zonder acht te slaan op Alma's teekens, die nu smeekend werden, en was in een oogenblik aan de steile helling van het bolwerk. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 2