Gemengd Nieuws.
BUITENLAND.
Plaatselijke berichten.
hem, voorafgegaan en gevolgd door een
peloton Cavalerie langs de aan weerszijden
van den weg opgestelde troepen, huis
waarts bracht.
Aan het hek zijner wor.ing vond de
Generaal een eere-compagnie van het 9de
bataljon opgesteld, alsmede de kapel der
Schutterij, welke hem reeds te Priok be
groet had.
Hoewel niet lijdend, maakt generaal
Vetter den indruk van een zware campagne
te zijn teruggekeerd.
Het schijnt thans zeker, dat generaal
Vetter niet lang meer in Indië blijven
zal. De verdienstelijke en kranige veld
heer is, naar verzekerd wordt, vast van
plan spoedig te repatrieeren.
Hoe gaarne men hem ook het leger
bestuur zou zien toevertrouwd, zijne
erkende bekwaamheden en vooral de door
hem op Lombok verworven krijgsroem
stellen hem in de gelegenheid ook in
Nederland veel goeds te stichten, vooial
nu de volksvertegenwoordiging meer dan
ooit overtuigd is, dat Nederland en de
kolonie onschatbare verplichtingen heeft
aan het Indische leger.
Het heeft H. M. de Koningin-Regen
tes behaagd naar aanleiding van een
verzoek van het hoofdbestuur het be
schermvrouwschap te aanvaarden van de
«Nederlandsche vereeniging tot bevorde
ring van Zondagsrust".
De schrijver der Haagsche Sprokke
lingen in het U. D. bespreekt het ijsver
maak, waarvan onze Koningin tegenwoor
dig geniet. Naar aanleiding daarvan
schrijft hij
Het tooneeltje is wel de moeite waard
om 't eens te zien. Want H. M. is flink
opgewassen, een ferm meisje geworden,
rijdt heel goed en beweegt zich op de
meest ongedwongen wjjze, niettegen
staande de «galerie", die haar zoo licht
zou kunnen verleiden om er voor te
«poseeren". Met welgevallen hoorden de
toeschouwers haar echt, zuiver Hollandsch
praten en haar doen «precies als een ge
woon meisje, niets nuffigs.
Mij dunkt, dat is een goed teeken van
de opvoeding, die zij krijgt. En te meer
op prjjs te stellen, omdat 't onze Wil-
helmina niet ontbreekt aan wat men
parlementair «karakter" noemt. Daarvan
vertelde men mij onlangs een staaltje.
Heeren van 't Hof hadden gejaagd, en
vertelden aan de regentes hoeveel dieren
ze geschoten hadden.
De kleine Koningin, die toegeluisterd
had, zei eensklaps: «Dat jagen vind ik
een wreed vermaak," waarop zij van hare
moeder de terechtwijzing kreeg, zich
daarmede niet te bemoeien en zich bui
ten het gesprek te houden. Maar zich
omwendende zei ze daarop tegen een der
andere heeren of dames: «Ik vind hel
toch wreed."
Misschien is het onbescheiden, dat 'k
dit zoo publiek over vertel, maar hel
pleit meen ik, voor ons Majesteitje, en
daarom waag ik 't er maar op, omdat
ik het verhaal uit goede bron heb ge
hoord.
Men schrijft aan het U. D.
Nu uit de berichten in de dagbladen
blijkt, dat onze jeugdige Koningin eene
liefhebster van schaatsenrijden is, mag
wel eens heiinnerd worden, dat ook wijlen
Koning Willem III in zijn tijd veel van
dat echt nationaal vermaak hield, evenals
zijn beide broeders.
Schrijver dezes herinnert zich, nu een
45 a 50 jaar geleden den toenmaligen
kroonprins en de beide andere zoons van
Koning Willem II meermalen op schaatsen
te hebben gezien op het zoogenaamde
jjsveld nabij het Hollandsche spoorweg
station in Den Haag, dat destijds druk
bezocht werd door de schaatsenrijders,
die een ruimer terrein wenschten dan de
vijvers in het Bosch aanboden.
De drie prinsen waren alle kloeke rijders
en bewogen zich met de grootste onge
dwongenheid onder het publiek. Ook zij
kenden blijkbaar den oud-Hollsndschen
regel, dat op het ijs alle standen gelijk
De vrees maakte alles vreemd in haar
oogen.
Voordat de schildwacht zjjn post verliet,
wisselde hij eenige woorden met den
soldaat, die hem kwam aflossen.
Dit dagelijksche feit kwam haar vreemd
voor.
Het scheen haar alsof de schildwachten
langer met elkander spraken dan noodig
was om het wachtwoord te wisselen.
Al deze opmerkingen, die in de werke
lijkheid op niet berusten, maakten haar
ten hoogste beangst, en zjj keerde zich
ongeduldig naar Marina, die tegen hare
gewoonte, niet babbelde.
«Wat scheelt u, Marina," zeide zij,
«dat gij dezen avond zoo stil zijl?"
«Ik luister jufvrouw," antwoordde de
kamenier. «Ik meen gedurig den jacht
hoorn te hooren schetteren."
«Het is nog geen tjjd," merkte Alma
sidderend aan.
«Het is negen uur geslagen; maar, ik
weet niet waarom, de tijd schijnt mij
heden avond onverdragelijk lang toe."
«Ik ben wel bevreesd," hernam Alma
«sedeit de vreeselijke gebeurtenis van
den vorigen avond, is iedereen in het
kasteel op zijne hoede."
«De soldaten hebben hun musketten
gewapend."
«Ik zou liever willen dat Mario niet
zijn. Van de drie broeders was de mid
delste, prins Alexander, de beste en
vlugste rijder.
Gewoonlijk reed hij reeds af, terwjjl
de kroonprins en prins Hendrik nog bezig
waren met hnnne schaatsen te laten
aanbinden; evenwel om, na eenige keeren
over de baan gezwierd te hebben, terug
te keeren en op zijne broeders te wachten.
Hij was het ook die voorop ging, wanneer
de prinsen gezamenlijk reden, hetzij aan
een stok, hetzij door op te leggen.
Dikwijls ook reed de kroonprins te
zamen met zijn jongsten broeder, terwijl
dan prins Alexander door alleen te rijden
aan het publiek ongezocht gelegenheid
gaf om zijn sierlijke bewegingen te be
wonderen.
Voor de Hagenaars was het steeds een
genot de drie zoons des konings op
schaatsen te zien, vroolijk, opgewekt en
minzaam tegenover allen.
Ook de latere prins Willem van Oranje
(oudste zoon van koning Willem III) hield
veel van schaatsenrijden en was die kunst
meester. Den lateien prins Alexander,
hoewel zijn gezondheidstoestand minder
gunstig was, heeft men mede meermalen
op schaatsen gezien.
Van de provincie Utrecht met zijn
talrijke wateren kan, in tegenstelling
met hetgeen uit andere streken van ons
land gemeld wordt, gezegd worden, dat
de ijsbanen daar zeer schaarsch zijn.
Tengevolge van de herhaalde sneeuw
buien gepaard met dooi weer, zijn pol
derwateren en rivieren totaal ongeschikt
voor schaatsenrijders; de vaarten zijn
bijna alle met een bevroren hobbelige
sneeuwkorst bedekt en het is alleen bij
uitzondering, dat men een bruikbaar
baantje van een halfuur aantreft. Van
reisjes per schaats naar buiten is dan
ook dezen winter geen sprake geweest;
wil men een hard- of schoonrijderij in
een der naburige plaatsen bijwonen
de talrijke ijsclubs in den omtrek hebben
algemeen de uitgestelde wedstrijden op
verschillende dagen der week aange
kondigd dan moet grootendeels ge
bruik worden gemaakt van spoor of tram.
Uit Shangaï worden nog eenige
bijzonderheden medegedeeld over het af
breken der vredesonderhandelingen tus-
schen China en Japan.
De Chineesche gemachtigden verklaar
den, dat zij door hun regeering zijn beet
genomen. Toen zij uit Peking vertrokken,
werd hun verzekerd, dat hun een vol
ledige, onbeperkte volmacht, gelijk de
Japansche regeering had geéischt, was
verleend. Bij het onderzoeken hunner
geloofsbrieven bleek het echter, dat dit
niet het geval was. De regeering had
haar onderhandelaars zelfs geen volmacht
gegeven om een wapenstilstand, laat staan
den vrede te sluiten.
De Japansche minister-president, graaf
Ito, verklaarde toen, dal hij weigerde
de besprekingen voort te zetten, want
uit het ontbreken der vereischte vol
macht maakte hij op, dat het der Chi
neesche regeering geen ernst is met haar
vredesplannen. Daarbij komt natuurljjk,
dat ook de Japansche regeering nog
niet bijzonder naar vrede verlangt, want
de Japansche troepen blijven nog steeds
even voorspoedig bij hun krijgsverrichtin
gen.
Nu weer hebben de Japanners zich
meester gemaakt van het eiland Leu-
Kung-tau, gelegen in de or.middelijke
nabijheid van Wei-hni-wei. Eerst wer
den de forten, welke dit eiland moesten
verdedigen geruimen tijd door de Ja
pansche vloot gebombardeerd en daarna
werd eene landing beproefd, welke vol
komen slaagde. Na een hevig gevecht
werden alle forteu bestormd en ver
overd.
Volgens de Daily Telegraph, die be
weert het uit goede bron vernomen te
hebben, blijft Japan eischenvolkomen
kwam."
«En ik ook," zeide Marina zuchtend.
De beide jonge meisjes zwegen.
Zjj luisterden een oogen blik. De vallei
was stil. Niets bewoog en geen enkel
geluid drong hun in de ooren.
«Ging de schildwacht slechts slapen,
evenals de vorige keer!" hernam Alma.
Oja, dat zou ik wel willen I antwoordde
Marina.
«Maar de bevelen zullen sedert de
laatste gebeurtenis streng wezen," vrees ik.
Tot groote verwondering der beide
jonge meisjes, hadden zij dit nauwelijks
gezegd, of de schildwacht op de bolwerken
zette zijn musket tegen een boom, en
strekte zich op het gras uit, evenals drie
dagen geleden zijn kameraad, die van
de meisjes in Frioul droomde, het ge
daan had.
In weinige oogenblikken scheen de
soldaat diep ingeslapen.
«God heeft medelijden met ons!" zeide
Alma, de handen vouwende.
«Wij zijn geredI" riep Marina uit.
En als had zij slechts dit voorval
afcewachl om te praten, werd zij weder
eensklaps wat zij voor drie dagen was,
dat wil zeggen nieuwsgierig en onver
moeid in hel p.atenI
Alma zelve, hoe afgetrokken zij ook
was, kon niet nalaten, haar dit te zeggen.
zelfstandigheid van Korea; een voor Japan
gunstig handelstractaatvergoeding der
oorlogskosten, benevens een extra-betaling
van 50.000.000 pd.st.bezetting var.
Port-Arthur en Wei-hai-wei, zoolang deze
som nog niet is betaald, en ten slotte
afstand van het eiland Formosa en een
gedeelte van Mandschoerije aan J: pan.
Wat Korea belieft, verlangt de Japan
sche regeering volkomen vrijheid om het
bestuur daar overeenkomstig haar wen-
schen in te richten.
Intusschen is Wei-hai-wei nog niet ge
heel in de macht der Japanners. Een
gedeelte der forten bevindt zich nog in
handen der Chineezen, maar waaischijn-
lijk zullen deze nu ook spoedig door de
Japanners worden ingenomen. In de
h iven bevindt zich nog een gedeelte der
Chineesche vloot. De Chineesche schepen
beproefden te ontsnappen, maar werden
na een hevig gevecht, geducht gehavend,
teruggedreven. Nu de Japanners ook
meester zijn van het liland Leu-Kung-
Tau, dat de haven van Wei-hai-wei be
strijkt, is de laatste kans voor de Chi
neesche vloot, om nog te ontkomen,
vei dwenen.
Uit Kaïro wordt gemeld, dal het be
kende opperhoofd Osman Digna, die den
Engelschen indertijd zooveel te doen heeft
gegeven, het opperbevel heeft aanvaaid
over de Derwischen, die zich in de na
bijheid van Kassala bevinden. Indien dit
bericht bevestigd wordt, zal generaal Ba-
ratieri geen gemakkelijke taak hebben,
want uit de gevechten, welke de Engel
schen in Soedan legen de Derwischen
leverden, is genoeg gebleken, welk eer.
gevaarlijke vijand Osman Digna is.
In de Fransche Kamer van Afgevaar
digden heeft zich bij de behandeling van
het regeerings-voorstel tot het verleenen
van een crediet van 20,000 francs voor
de teraardebestelling van Maarschalk
Canrobert, weer hetzelfde onverkwikke
lijk verschijnsel voorgedaan als bij de
crediet-aanvi age ten behoeve van wijlen
President Burdeau, namelijk, dat daar
tegen van ile uiterste linkerzijde en de
socialisten op zeer onkiesrhe wijze en
onder hevig tumult oppositie werd ge
voerd, waarbij ook des overledenen deel
neming aan den Coup d'Etat en aan de
capitulatie van Metz werd opgehaald.
Men maakte het op het laatst zoo erg,
dat de regeering de quaestie van ver
trouwen moest stellen, waarna het crediet
met 288 tegen 152 stemmen werd goed
gekeurd.
Koning Alexander van Servië was met
vader Milan bij deze stichtelijke zitting
tegenwoordig. Het paar had den vorigen
dag op het Elysée gedejeuneerd, aar,
weerszijden geplaatst van de gastviouw,
Madame Faure.
De schutterij-kader-vereeniging
«Broederschap" alhier heeft in hare alge-
rneene vergadering van Maandagavond
besloten eene schermvereeniging opte-
richten. Het bestuur van «Broederschap"
werd voorloopig met de leiding der zaken
belast, en zal, te zijner tijd een concept
reglement, enz. ter vaststelling aanbieden
bij welke gelegenheid tevens der vereeni
ging een naam zal worden gegeven.
De lotelingen van de lichting 1895
der Nationale militie uit deze gemeente
zullen 6 Maart worden ingedeeld.
Uit den regenmeter hier is in de
vorige maand afgetapt 43 m.M. regen
water.
Majoor J. G. Blaauw, commandant
van het depot le regiment huzaren hier,
wordt overgeplaatst naar het 2e regiment
huzaren te 's Hertogenbosch, en hier ver
vangen door majoor A. A. graaf van
Limburg Stirum, van het 3e regiment
huzaren te 's-Gravenhage.
«Gij zijt zonderling van avond," zeide
zij met dauwen glimlach. «Zoo even
spraakt gij nauwelijks en nu houdt gij
niet op met praten."
«Sedert die soldaat is ingeslapen,"
antwoordde Marina een weinig verlegen,
«is het mij alsof er een zwaren steen
van mijn hart is gewenteld."
«Gij waart dus even als ik, beangst?"
«O jal de voorzorgen der soldaten
hadden mij verschrikt; nraar nu vrees ik
niets meer."
«Dat kan wel." zeide Alma, het aardig
hoofdje oplichtend, «ncaar toch zou ik
liever hebben dat Mario niet kwam."
«Luister 1 Luister!" viel Marina haar
in de rede, terwijl zij opstond.
En als Alma op dit oogenblik had
kunnen zien, zou zij getroden zijn door
de plotselinge en volkomen verandering
harer trekken. Maar Alma dacht er niet
aan haar gade te slaan. Zij had inder
daad den klank van een hoorn vernomen,
weerkaatst door de doffe echo's der vallei.
Het was het zelfde bergliedje, vol
weemoed en oorspronkelijkheid, die Mario
kenmerkten.
«Hij is lietl" zeide Alma.
De beide meisjes luisterden nog eens,
en den hoorn herhaalde zijn fanfares.
«O mijn God, bescherm hem Ir" mom
pelde Alma.
347ste STAATN-LOTKKI.I.
Vijfde klasse. Vierde of laatste week.
Trekking van 2 Febr.
(100 LOTEN.)
Ten kantore van den collecteur te
Amersfoort zijn de navolgende nummers
zonder prijs uitgetrokken:
3063 11147 18309 en 20847.
Een belangrijke diefstal.
De dochter van «tante Piel" uit de
Zandstraat te Rotterdam, maakte, naar
de N R. Ct. mededeelt, er Zondagavond
de politie opmerkzaam op, dat een drie-
lal personen in de Zandstraat met een
aantal vreemde papieren rondliepen,
welke zij trachtten te gelde te maken.
Verschillende tapperijen waren reeds te
vergeefs tot dat doel door hen bezocht.
De politie poogde nu dit drietal, onder
wie de bij haar welbekende Dorus Wis
dom zoude beliooren, te vii.den, doch
zonder resultaat. Inmiddels was het
11% uur geworden, toen de agenten van
politie D. Zuurland en Wolf een jongen
de herberg van Bergmans op den hoek
van de Leeuwenstraat zagen verlaten,
met een sigarenkistje onder den arm.
In de meening dat hij een kistje sig iren
gestolen had, hielden zij hem aan met
het voornemen den knaap tot nader on
derzoek naar het politie-bureau te bren
gen. Tot hunne verwondering bevonden
zij echter, dat het sigarenkistje, waaraan
het deksel ontbrak, volgestopt was met
allerlei vreemde papieren.
Onmiddelijk schoot hun nu de mede-
deeling van de bovengenoemde vrouw te
binnen, en vol ijver togen zij aan het
onderzoeken Met den aangehouden jon
gen gingen zij de tapperij van Bergmans
binnen, waar een cither met kist in be
slag genomen werd, door eer. ander van
het drietal cadeau gemaakt aan een jon
gen, nadat men vruchteloos fcpproefd had
dit muziekinstrument voor twee kwart
jes te verkoopen. Nadat voornamelijk
nog door Zuurland de noodige inlichtin
gen genomen waren, ging men met den
arrestant, het sigarenkistje met iDhoud
en den cither met kist naar het politie
bureau in de Pauwensteeg. Aan den
wachthebbenden onder-inspecteur den
heer H. Brinkman, werd een en ander
medegedeeld en de arrestant, de 16-jarige
Moerman, wonende in de Noordmolen
straat, no. 7, voor hem geleid ook hel
sigarenkistje werd den heer Brinkman,
overhandigd. Men denke zich de ver
wondering van dezen politieman, toen
dit kistje bleek te bevatten voor ruim
twintig duizend gulden aan effecten, zoo
binnen- als buitenlandsche. De aange
houdene en zijn makkers hadden die
papieren voor nagenoeg waardeloos aan
gezien.
Moerman, nader ondervraagd, ontkende
door diefstal in het bezit van het kistje
met inhoud gekomen le zijn, doch zeide
het in de Erasinusstraat gevonden te
hebben. De politie meende, met grond,
deze verklaring in twijfel le moeten
trekken, omdat het vinden van sigaren
kistjes met ruim f20.000 in Rotterdam
wel een ongehoord iets zoude zijn. De
heer Brinkman had intusschen de effecten
eens doorsnuffeld en op enkele daarvan
den naam Oosthoek opgemerkt. Fluks
werd nu het adresboek geraadpleegd en
daarin o. m. gevonden den naam van den
heer D. J. Oosthoek, een particulier,
wonende in de Zwart Janstraat No. 64.
Naar hem werd spoedig een boodschap
gezonden met verzoek eens na te zien,
of hij ook iets vermiste En jawel, tijdens
zijn afwezigheid was in den vooravond
omstreeks 6% uur ingebroken en hadden
dieven, na de woning doorzocht te hebben,
een kistje rnet effecten, den citer met
kist en eer. klokje ontvreemd. Van dezen
diefstal kwam de bestolene eerst door
de oplettendheid der politie tol de ont
dekking.
Zij knielde neder om te bidden.
Marina aan den rand van haar bed
nedergekr.ield, bad ook.
Het was zeker iets vreemds en zeld
zaams, deze beide meisjes te zien bidden
op den tijd van eene I ijeenkomst van
twee geliefden. Het gebed was vurig,
en Marina vooral bad met een aandrang,
die op nieuw Alma verwonderde.
De naderende tonen trilden nog lang
in de stilte van den nacht en waarschuwden
hen dal Mario niet ver meer was.
Alma be-fde. Door eene geheimzinnige
overeenstemming, ontrukte elke noot haar
een zucht of een snik, en bittere tranen
stroomden ha .r langs de wangen. Zij
was bevreesd. De schildwacht was slechts
honderd passen van haar verwijderd en
zij kon den hoorn vernemen I Hoewel
de tonen door de echos der rallei weer
kaatst werden, ontwaakte de schildwacht
echter niet. Hij gaf niet het minste
teeken van aandacht en hief zelfs het
hoofd van zijn groen hoofdkussen niet op.
«Alles gaat goed I" mompelde Marina,
die nog bleeker en meer beangst dan
Alma, nauwlettend den ingesluimerden
schildwacht gade sloeg.
En inderdaad, alles ging goed, want
de laatste tonen van den hoorn waren
nog niet weggestorven of Mario verscheen
op het bolwerk.
Thans in het bezit van de wetenschap
dat het in beslag genomene ontvreemd
en de aangehouden jongen een der ver
moedelijke daders was, werd hij terstond
in arrest gesteld en ging men tot de
opsporing van zijne medeplichtigen over.
Dit had tengevolge dat spoedig daarna
in de ouderlijke woning aan de Noord
Molenstraat No. 10 werd aangehouden de
18-jarigen Kley en thans nog naar den
derde, den reeds geinelden Dorus Wisdom,
wiens ouders in pand No. 98 in dezelfde
straat wonen, gezocht wordt.
I)e geschiedenis van de dood
straf.
Bij elk volk, in elke eeuw, heeft de
doodstraf bestaan, dat maximum van
straf, dat men meende te kunnen be
reiken. De wijze echter, waarop de dood
straf voltrokken werd en nog wordt, was
in verschillende tijden en verschillende
landen nog al uiteenloopend te beginnen
met de zeer primitieve manier om iemand
eenvoudig dood te slaan, en te eindigen
met allernieuwste wijze om hem dood te
electriseeren.
Den schul'ige dood te slaan, dat is
tegenwoordig nog de wettelijke vorm bij
de Hottenlotten. Den misdager wordt
een plaats aangewezenom hem heen
plaatsen zich in een kring de voornaam-
sten van zijn stam, gewapend met knup
pels. Het vonnis wordt daarop nog een
maal uitgesproken en nu brengt het
opperhoofd van den stam den eersten
slag toe, waarop de overigen zoolang
met hunne knuppels houwen op den on-
gelukkigen veroordeelde, dat h(j verminkt
en dood op den grond ligt.
Nog bai baarscher misschien was de
vroeger in Zuid-Azië bestaande gewoonte
den misdadiger «dood te koken". Deze
straf gold alleen voor giftmengers. De
veroordeelde werd levend in een meng
sel Van kokend water, olie, gesmolten
lood en zwavel geworpen, waarin hij
spoedig, natuurlijk onder de vreeselijkste
pijnen, den geest gaf.
Weer een andere manier was die van
levend begraven. Men was dan echter
niet gewoon den misdadiger geheel in
den grond te stoppen, men groef er hem
in tot over de schouders, zoodat hij aan
een langzamen hongerdood was prijsge
geven.
De «kruisiging" is een der vreeselijk
ste straffen, die er bestaan hebben, toch
bleef zij eeuwen lang in gebruik vóór en
na het begin onzer jaartelling. Cicero
die in de vreeselijke gevechten der gla
diatoren met wilde dieren, niets gruwe
lijks zag, noemde de kruisiging een der
onmenschelijkste, afschuwelijkste straffen
in Rome werd ze dan ook alleen op de
uitheemsche slaven toegepast. De krui
siging begon in den regel daarmee, dat
men den veroordeelde vastbond op het
op den grond liggend kruis; daarna wer
den handen en voeten aan het kruis
vastgenageld en dit daarop loodrecht ver
heven. Deze beweging veroorzaakte den
misdadiger duldelooze pijnen. Was het
kruis vastgezet in den grond, dan liet
men den ongelukkige aan zijn lot over.
Iedere poging om zich te bewegen, ver
meerderde slechts de smarten en de
pijnlijkheid der zwerende wonden, waarin
de stralen der Oostersche zon brandden.
Kwam de nacht, dan werd de gekrui
sigde het offer van roofvogels, nog voor
hij dood was. En die dood kwam in
den regel eerst na vier of vijf dagen.
Ook het onthoofden was verschillend
al naar den tijd en het volk. In Duitsch-
land zijn blok en bijl nog in de mode,
in Frankrijk en de Zuidelijke landen
wordt de guillotine gebruikt; in het
Oosten knielt de veroordeelde en slaat
de beul hem met een slag het hoofd af
met een ontzaglijk groot zwaard. Het
onthoofden wordt bij de Chineezen voor
de meest onteerende straf aangezien, om
dat, naar hun meening, «het lichaam
nu niet meer aan het graf wordt gegeven,
zooais het op de wereld is gekomen."
Soms wordt het vonnis bij de Chineezeu
nog verscherpt, doordat men het hoofd
op een paal var, den weg steekt en het
lichaam in een kuil weipt.
Als de Keizer van China een doodvonnis
onderteekent. vast hij eerst eenigen
tijd; ook wordt in het Hemelsche Rijk
die Vorst voor het gelukkigst gehouden,
die de minste doodstraffen laat voltrekken.
Het radbraken, een soort terechtstel
ling, die in de middeleeuwen maar al te
vaak wordt genoemd, wa6 feitelijk het
zelfde als het Hottentotsche doodknuppe
len. De veroordeelde werd op een rad
gebonden en terwijl dit langzaam werd
rondgedraaid, ontving hij van den beul,
Zijne vlugge gestalte, door de maan
in hare volle lengte verlicht, stak sterk
af tegen den donkeren grond van het
landschap.
Hij wuifde met zijn vilten hoed en
liep het bolwerk over. Dit was het
gevaarlijke oogenblik.
Alma boog snel uit het raam en gaf
hem door een teeken te kennen niet
verder te gaan, maar te vluchten. Mario
wees haar echter lachende op den schild
wacht, die nog altijd sliep, en schudde
het hoofd. Toen ging lijj weder verder,
zonder acht te slaan op Alma's teekens,
die nu smeekend werden, en was in een
oogenblik aan de steile helling van het
bolwerk.
(Wordt vervolgd.)