NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND BEL DEM0NI0. Mo. 12. Zaterdag 9 Februari 1895. Vier-en-twintigste jaargang. verschijnt woensdag en zaterdag. BINNENLAND. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. F euilleton. AMEBSF001TS C1U1ANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.Franco per po9t door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De minister van binnenl. zaken, heeft aan de commissarissen der Koningin materieel toegezonden voor de bewerking eener statistiek van het aantal kinderen, die de gewone lagere school voor goed hebben verlaten, vódr zij kunnen geacht worden het gewoon lager onderwijs vol ledig genoten te hebben, in verband met de gemiddelde bevolking der scholen en met het aantal kinderen, die het gewoon lager onderwijs wel ten einde volgen, en tevens de icdenen vermeldende, die het te vroeg verlaten van de school ver oorzaakten. De tot dusver gedane vraag, hoeveel leerlingen naar het oordeel der hoofden, in het afgeloopen jaar den graad van ontwikkeling hebben bereikt, dat zij konden geacht worden l.et gewoon lager onderwijs volledig te hehben geno ten, wordt niet meer gedaan, daar zij tot misverstand aanleiding gaf. De droogmaking der Zuiderzee. In het Natuurkundig Genootschap te Breda heeft de heer C. C. Jolles, ingenieur van den Waterstaat, een voordracht ge houden over de droogmaking der Zuiderzee. Spr. kwam daarbij tot de volgende slotsom »In het Igemeen is vermeerdering van grondbezit door inpoldering van groot belang; op die wijze zijn 300.000 H.A. water tot land gemaakt. Maar is de aanvoer var. grond in de Zuideizee uit dit oogpunt belangrijk te noemen, moet dan het Rijk het werk doen en wel volgens de plannen der Staatscommissie? «De droogmaking der Zuiderzee is een financieele quaestie; met hoeveel zorg alles ook is opgemaakt, misrekeningen zijn niet uitgesloten; dat de afsluitdijk op zandgrond zou komen te liggen, kan tot groote teleurstelling leiden; die dijk blijft altijd een werk van groot risico. Een ander tisico is de berekening van f 1000 per H.A. bij den verkoop. Wie zal al dit land koopen? Om land te verkoopen, moet de juiste tijd gekozen kunnen worden; met f 1000 de H.a. sluit de rekening, maar anders met. Men heeft 32 jaren voor de uitvoering gerekend, doch de ervaring, opcedaan bij groote werken, heeft geleerd dat er bijna altijd langer gewerkt wordt dan berekend was, en zoo kon het ook hier wel eens 50 a 60 jaar worden. En wat zal dan wel het renteverlies zijn? «De uitkomsten zijn en blijven onzeker, ook door de groote moeilijkheden aan de uitvoering verbonden. «Men verw'cht er ook verbetering van sociale toestanden door werkverschaffing van, doch voorziet men dan niet de komst van vreemde werklieden; waar moeten die 's winters blijven als alle werk, ook de machines, stilstaan? «Er bestaat geen urgentie voor het groote plan der staatscommissie; doch gaat men er toe over, dan legge men den afslnitdijk op kleigrond. «Moet er dan in het geheel niet ingedijkt worden? Jawel, doch stuksgewijze; men beginne b.v. met een polder, de Wierin- ger meer of een gedeelte daarvan, men kan dan met een kleine oppervlakten tegelijk verkoopen; dit is gemakkelijker en men maakt meer geld. Doch hoe men ook over geheele, gedeeltelijke of psrtieele eitvoering moge denken, hy die aan het hoofd komt te staan, moet be dachtzaamheid aar. wijsheid paren, een helder hoofd en oen onbevangen oordeel bezitten." Vermoedelijk zal in den loop van den volgenden zomer 's-Gravenhage een internationale tentoonstelling worden ge houden van geneeskundige planten en kruiden. Reeds heeft zich daarvoor een commissie gevormd en worden pogingen aangewend om het daarvoor noodige kapitaal bijeen te brengen. Bij den Heer G. G. Vonk, uitgever te Alkmaar, is, onder den titel «De Waar heidzoeker," een roman in twee deelen verschenen van den talentvollen schrijver Karl Emil Franzos, vertaald door Dulric. 't Is werkelijk geen alledaagsche roman, die hier op onberispelijke wijze èn wat den inhoud èn wat 'Je vertaling èn wat het uitwendige betreft, aan het Neder- lanasche publiek wordt aanbevolen. Men zal met het grootste genoegen kennis maken met dezen verdienstelijken arbeid van Franzos. Men vindt hier de geschiedenis van een armen Bohemer jongen, «wiens leven rijk was aan strijd en dwaling," zooals hij dat zelf zegt, «maar toch niet nutteloos, want van het begin tot liet einde heb ik getracht de waarheid te vinden." Dat hij in den loop van zijn avontuurlijk bestaan bij dat zoeken naar waarheid dikwijls afdwaalde, zal niemand verwonderen, maar dat juist maakt dit boek interessant. Want Georg Winter dwaalt altijd ter goeder trouw en hij heeft niets van den gewonen romanheld. De roman is in hooge mate boeiend en zal ongetwijfeld aan allen bevallen, die wat meer verlangen dan «lichte kost." Zeer gaarne bevelen wij de lezing aan. Volgens de Times zullen Rusland, En geland, Frankrijk en misschien ook de Vereenigde Staten tot op zekere hoogte tusschenbeide komen in den Japansch- Chineeschen oorlog. Zij zullen daarmee wachten tot China zich over wonnen ver klaart en vrede verlangt. Doch zij zullen zorgen, dat Japan geen vaste bezittingen krijgt op hel vasteland van China. De oorlogsbelasting mogen de heide partijen zelf bepalen, en het I ezetten van eenige forten, tot deze betaald is, zal aan Japan zijn toegestaan. Verder moet China zijn havens voor alle volken openstellen en een Europeesch muntstelsel invoeren. De Japarnreezen zijn nog wel niet ge heel meester van Wei llaï-Wei, maar zij hebben twee der grootste Chineesche oorlogschepen in den grond geschoten. De Chineesche vloot is weerloosde over winning der Japanneezen is zeker. Deze laalsten beginnen onderlusschen een stout stuk: zij ontschepen tioepen bij Chefoo en beschieten de oostelijke forten. Wie veel last van de koude heeft, kan zich troosten. Zoo ongeveer heel Europa klaagt steen en been over de koude, welke in Engeland op sommige plaatsen gepaard gaat met sneeuwstormen. In Leicestershire wees de thermometer Maandagnacht 30 graden vorst aan. Hier en daar volt zooveel sneeuw, dat het spoorwegverkeer op enkele plaatsen gestremd is en het vervoer der posterijen daardoor zeer vertraagd wordt. Te Southampton zijn de dokken bevro ren, wat in de laatste veertien jaren niet is voorgevallen. In Devonshire plaagt de koude de bevolking vreeselijk. Niemand kan eenig werk doen buiten de deur, zoodat het aantal werkloozen daar on rustbarend toeneemt. De vogels worden bij menigte doodgevroren gevonden; nabij Headford is een man doodgevroren. In Westmoreland is vooral gisteren weer een massa sneeuw gevallen. De eerste personentrein van Darlington naar Tebay heeft nabij Spital bijna een uur in de sneeuw bekneld gezeten er eerst na een zware worsteling is hij over den bergpas kunnen komen. De korhoenders vriezen dood of worden doodgepikt door de kraaien. Te Parijs zijn volgens Dalziel vijf per sonen om het leven gekomen. In Italië zyn vooral hevige verwoestingen door de sneeuwstormen aangericht aan de olijf bergen van Cataniu men rekent de schade op 400.000 lires. Zoo hoog ligt op sornmic-e plaatsen de sneeuw, dat bijv. de bewoners van het dorpje Rocco di Rapa in hun huizen opgesloten zitten. De sneeuwstorm gaat vergezeld van een buitengewone koude; te Ventimiglia stond de thermo meter op 14 gr. onder nul. Men behoeft slechts de Duitsche bladen te lezen, om te weten hoe het daar ge steld is; de rivieren vol ijs en de ther mometer hardnekkig eenige graden onder het vriespunt. Met deze wetenschap behoeft men niet te vragen, hoe het in Sint Petersburg is. Daar branden vuren op de straten en dat is heusch geen overbodige weelde. Want de thermometer staat eenige graden onder nul, Fahrenheit. Doch de Europeanen behoeven weer niet jaloersch te zijn op de Amerikanen want hoe knap ze daar ook zijn, kunnen zij evenmin baas blijven over het kwik in den thermometer. Het wil absoluut een graad of wat onder nul blijven staan, zelfs in New-York. De tentoonstelling der voorwerpen bestemd voor de Loterij der Vereeniging van den li Vincentius van Paulo, alhier zal geschieden in de vergaderzaal derR. K. Jongensschool, op Woensdag en Don derdag den 13 en 14 Februari e. k., van des voormiddags 9 tot des namiddags 3 uren; terwijl de uitgifte der prijzen zal plaats hebben op Vrijdag en Zaterdag d. a. v., van 10 tot 1 ure. Maandag en Dinsdag 11 en 12 Februari, telkens van 10 tot 2 ureo, zal in bedoeld locaal de Commissie aanwezig zijn tot het in ontvangst nemen van prijzen, die men voor vermelde loterij nog wenscht aan te bieden. De korporaal L. F. G. Ortmeier van het 5e Regiment infanterie alhier, is bevorderd tot Sergeant-titulair. De heer W. Snellen, vrijwilliger voor het Reserve-kader hij het 5e Regi ment infanterie heeft, tengevolge van lichaamsgebreken, den dienst met pas poort verlaten. De Sergeant H. H. Peters, van het 5e Regiment infanterie wordt den 11. Februari a.s. overgeplaatst bij het vaste kader van het Algemeen Depót van Dis cipline te Vlissingen. De Minister van Oorlog, heeft hij zijne beschikking van den 4. Februari No 57 goedgevonden den Kapitein L. C. Vervooren van het 5e Regiment infanterie, met ingang van 15 Februari a. s. te detacheeren bij het Departement van Oorlog. De korporaal A. J. F. van Loon van het 5e Regiment infanterie is op zijn verzoek overgeplaatst naar het Regiment Grenadiers en Jagers. De geëmploieerden bij het muziek korps van het 5e Reg. infanterie M. Bicknese, is bevorderd tot elève muzi kant en den graad toegekend van .muzi kant- titulair. Bij beschikking van den Minister van Oorlog is aan het 5e Regement in fanterie, van de lichting van 1895, toe gewezen 180 miliciens uit Gelderland, 50 miliciens uil Utrecht, 130 miliciens uit Friesland, 220 miliciens uil Overijsel en 175 miliciens uit Drenthe, te samen 755 man. De door de korpsen in de garni- zoens kledingmagazijnen ingeleverde ge dragen lakensche kleedingstukken, zoo genaamd zonder waarde, zullen door die magazijnen niet meer ten vooideele van 38 uit het fransch. Marina zeide niets, maar stond bij het raam, onbeweeglijk en bleek als het standbeeld der Vrees. Haar oogen bleven op den slapenden schildwacht gevestigd. «Onvoorzichtiger' mompelde Alma, ziende dat Mario nog altijd verder ging. Deze laatste had nu den muur bereikt. Hij plaatste zijn dolk tusschen twee steenen, greep hem stevig bij het gevest, en zocht nu met de voeten een steun op een of ander afgebrokkeld gedeelte. De muur was, zooals wij reeds gezegd hebben, door den tijd afgebrokkeld. Fr was niet veel Doodig om ze om te doen vallen. Het was dus onvoorzichtig van Mario om deze plaats tot afdalen te kiezen, en hij ondervond het weldra toen hij den voet in een der uithollingen van den muur zette, eenige steenen raakten los en rolden met veel geraas naar be neden. Eenige vielen zelfs met groot ge spat in het water. «Hemel I" zeide Alma, de handen op de borst drukkende, «hij is verloren!" «Goede hemel I" riep Marina uit. Maar tegen alle verwachting in bewoog de schildwacht zich niet en bleef in die pen slaap. Mario, die een oogenblik boven de gracht zweefde, verloor zyne tegenwoor digheid van geest niet, hij zocht een nieuwen steun, onderzocht dien voor er zich op te vertrouwen en daalde nu zon der nieuw ongeval af. «O!" zeide Alma, de handen ten hemel opheffende, «God is met hem I" Onderwijl ging Mario, even als de eerste keer, door de gracht en kwam tot zyn middel in het water. Hij bereikte weldra den overkant en naderde het venster. «Hier ben ik, nicht," zeide hij. Maar Alma had geen tijd om te ant woorden, want Marina uitte een door dringende kreet. Zij had den schild wacht eensklaps op zien staan, niet zoo als iemand het gedaan zou hebben die ontwaakte. «Vlucht I" riep zij uit, naar Mario voor overbuigende. «Vlucht I vlucht I" herhaalde Alma zon der nog het ernstige van het gevaar te hegrijpen. Mario kon den schildwacht niet zien. Hij aarzelde. «Vlucht toch I herhaalde Marina, zoo bleek als een doode. Mario zag om zich heen, en deze keer begreep hij aan den angst der I eidc jonge meisjes, dat een ernstig ge vaar hem dreigde. Toch verried zich niet de minste aandoening op zijn gelaat; het was de eerste keer niet dat hij zich aan zulke gevareu blootstelde en hij wist hoe ze te trotseeren. Hij greep zijo dolk en wierp zich snel in de gracht. Maar zijne over ijling verraadde hem. Zijn beenen raak ten verward in het net en de water planten en hij voelde zich eensklaps tegengehouden. «Mijn Godl" zeide de arme Alma, «hij beweegt zich niet meer!" Wat Marina betreft, zij was even beangst, even verschrikt als hare mees teres. Naast deze staande en zonder een woord te spreken, volgde zij met de oogeD alle bewegingen van den schild wacht. Zij zag hem bukken, zijn musket op rapen en in de lucht afschieten. De arme Marina viel op de knieën, terwijl Alma een kreet uitte en het [ge laat in de handen verborg. Mario verbleekte. Hij begreep nu dat hij verloren was. Met eene laat ste poging bereikte hij den oever, maar op hetzelfde oogenblik zag hij van alle kanten soldaten op het signaal komen aan- loopen, die hun geweren op hem 'aan legden. «Geef u over!" riep een officier. Mario dacht een oogenblik na en be schouwde met kalmen blik de op hem gerichte musketten. Toen de officier zijn eisch herhaalde, wierp hij bitter en verachtend zijn dolk weg. De soldaten verwachtten waarschijnlijk niets anders, want zij liepen dadelijk op Mario toe, en sleepten hem mede. Voor hy in hun handen viel, had Ma rio echter gelegenheid gehad zich naar Alma te keeren, die bevend en verschrikt zag wat er gebeurde. «Beklaag mij niet te zeer,"zeide Mario met zachte slem, «beklaag mij niet te zeer, Alma, want nu zullen wij ten min ste dicht bij elkander zijn." Alma blpef lang in stille, maar vree- selyke smart verzonken, niet in staat te weenen of le spreken, maar toen zij Ma rio, door Ercole's soldaten medegesleept, zag verdwijnen, toen zij eindelijk tot zich zelve kwam, liet zij hare hand zenuw achtig langs het voorhoofd glijden en bemerkte aan hare voeten de kleine Marina, ten halve van alle gevoel be roofd. Alma was buitengewoon goed, en zjj vond in dit oogenblik kracht genoeg om hare eigen droefheid te vergeten, en er slechts aan te denken die tot bedaren te brengen, waaronder de kleine kume- nier scheen te lijden. Alma trachtte Marina te ondervragen, maar zy kon slechts onsamenhangende woorden uit haar krijgen, die volstrekt geen beteekenis hadden. Zy ging naar bed. De wanhoop en onrust hielden haar lang wakker, maar toch sliep zij einde lijk in; haar slaap was lang en door vreeselijke droomen verontrust. Midden in den nacht werd zy verschiikt wakker. Zij hoorde Marina, die zich in haar bed omkeerde. Het meisje smoorde haar snikken door op de lippen te bijten. Alma hield zich of zij niets hooide, maar deze smart, te gelijk zoo groot eD onge veinsd, deed haar lang nadenken. Zulk eene smart van den kant tener persoon, geheel vreemd aan Mario moest zeker eene buitengewone oorzauk hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1