NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
TWEE ZOMERS.
Gemengd Nieuws.
No. 24.
Zaterdag 23 Maart 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT tVOENSHAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
1MERSFÖ0
VOOB
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Oroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Naar men verneemt zullen HH. MM.
de Koninginnen bij hare komst te Maas
tricht een bezoek brengen aan de onder-
aardsche gangen van den St Pietersberg.
De vorstinnen zullen aan den ingang
ontvangen worden door den heer Ceulen,
burgemeester van St. Pieter, die de hooge
gasten in den berg zal rondgeleiden. De
gangen zullen smaakvol versierd en ver
licht worden, terwijl de weg, {lie tot de
onderaardsche gewelven leidt en thans
oneffen is, zal worden gelijkgemaakt.
In Noord-Brabant zijn voor de te
houden huldebetooging aan H.H. M.M.
de Koninginnen te brengen bij Haar be
zoek aan Tilburg reeds meer dan 80
harmonie- en fanfaregezelschappen inge
schreven.
H. M. de Koningin-Regentes is als
R^flrhprmvrfiaig opgetreden der Vereeni-
ging tot bevordeiing van Zondagsiusl.
Reuter seint uit Brussel
De in- en doorvoer van rundvee en
schapen uit Nederland is met ingang van
23 Maart weer toegestaan. De ingevoerde
dieren zullen echter op kosten van de
importeurs aan de douanen-stations moe
ten worden gekeurd.
Naar De Residentiebode verzekert,
houdt de Minister van Oorlog zich bezig
met de voorbereiding van een hervorming
onzer levende strijdkrachten. Bij die re
geling zullen zoo liet de Minister zich
trouwens reeds in de Kamer uit de
schutterijen »niet op den tegenwoordigen
voet behouden blijven".
De gemeenteraad van Harderwijk
heeft besloten, aan H. M. de Koningin
een adres te richten, inhoudende het ver
zoek, om het door de staatscommissie
voorgestelde ontwerp tot afsluiting en
drooglegging der Zuiderzee ie helpen be
vorderen.
Eiud-examens der gymnasia
en daarmede gelijkgesteld
examen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
gelet op de Artt. 11 en 12 der wet op
het hooger onderwijs, noodigl hen, die
zich in 1895 aan een der bij genoemde
wetsartikelen vermelde examens wen-
schen te onderwerpen, uit, daarvan voor
1 April a. s. te doen blijken aan den In
specteur der gymnasia te 's-Gravenhage
met opgave van hun woonplaats en van
faculteit, waarvoor zij het getuigschrift
verlangen, en met vermelding, of zij leer
lingen zijn der zesde klasse van een gym
nasium, en of zij aan het eind-examen
van éen der gymnasia dan wel aan het
examen voor een Staats-commissie wen-
schen deel te nemen.
Men deelt ons mede dat eergiste-
ren-middag door de heeren Menschaar,
inspecteur der posterijen, Bijl de Vroe,
directeur van het spoorweg-postkantoor,
te Zwolle, Pennink, ingenieur van het
stoomwezen op de spoorwegdiensten en
Verloop, ingenieur werktuigkundige van
den Nederlandschen Centraal-spoorweg
de beproeving plaats had op het traject
UtrechtAmersfoort van de Centraal-
s-poor Vtrii -éevi voor rekening van den
Staat der Nederlanden nieuw gebouwd
postrijtuig hetwelk in allen deele vol
deed.
Dit rijtuig werd gebouwd in de werk
plaats der Nederlandsche Centraal Spoor
weg-Maatschappij te Utrecht in overleg
met bovengenoemde heeren der Poste
rijen. Het houtwerk in 't algemeen be
staat uit Djatiehout onzer Nederlandsche
bezittingen. De afwerking als anders
zins, heeft weer doen blijken dat onze
Nederlandsche werklieden in geenen
deele bij de buitenlandsche behoeven
achter te staan.
Dat in den tegenwoordigen nmalaisi-
gen" tijd het getal dergenen, die hunkeren
naar een vast baantje, hoe gering ook,
telkens groot is, kan wel hieruit blijken,
dat zich voor de betrekking van sluis
wachter bij de sluis in het Zuiderdiep
onder Niew-Buinen, waaraan, benevens
vrije woning met tuin en vrije brandstof,
een jaarwedde van f180 verbonden is
niet minder dan 170 liefhebbers aange
meld hebben.
In binnenverkeer tusschen stations
der Staatssooorwegen en den Nedeiland-
schen Centraslspoorweg en in recht-
streeksch verkeer met de stations van
den Hollandschen IJzeren Spoorweg en
den Nooi d-Brabrantsch Duitschen Spoor
weg kan voortaan bagage worden bevracht
zonder dat een plaatskaart by de inschrij
ving behoeft vertoond te worden.
Bovendien kan, van af dien datum, ook
de inschrijving der bagage plaats hebben
voor elk ander Nederliindscli station van
bestemming dan dat, waarvoor de plaats-
kaart genomen is.
De aflevering op het station van be
stemming geschiedt in beide gevallen op
de gewone wijze, tegen overgave van
het bagage-regu.
Deze faciliteiten zijn echter, van wege
de inklaring der bagage, niet van toe
passing in verkeer naar en van de Duitsche
stations S. S. en H. IJ. S., de Belgische
stations van de LuikLiinburgsche lijn
en de Duitsche stations van den Noord-
Brabanlsch Duitschen Spoorweg.
Het gebeurde te Sluis.
Betreffende den vermoedelijk te Sluis
plaats gehad hebbenden moordaanslag
woidl nader het volsend gemeld:
Meer en meer begint het vermoeden
veld te winnen, dat wel degelijk aan
moord en niet aan zelfmoord moet gedacht
worden, vooral nu men een raam geopend
gevonden heeft, waardoor de dader ont
vlucht zal zijn. Ook is het goud van de
voor eenigen tijd overledene vrouw van
B. vermist. Als men nu weet, dat in het
Noorden van Vlaanderen personen woneD,
die bij den dood van Blankaert belang
hebben en dit gevoegd bij de omstandig
heid, dat men liet in die streken zoo
nauw niet neemt met iemands leven, dan
verkrijgt de zaak een geheel ander aanzien.
De hoed van Jaap Eden.
Toen Jaap den vorigen Maandag zijn
intocht te Haarlem deed, had hij, alvorens
de restauraliezaal binnen te treden, zijn
modern hoofddeksel verwisseld met een
astrakan mutsje.
De hoed werd in het rijtuig neergelegd,
en, hoe dan ook, hij viel daar uit en
werd door een der medeloopenden weder
iD het rijtuig geworpen.
De lieer W. Muiier, meenende te doen
te hebbeo met een ongepaste aardigheid,
vatte het hoofddeksel en gooide liet, ver
ontwaardigd, over eenige rijen van het
publiek heen, op straat.
Jaap zag zijn hoed niet terug, doch
ontving in de plaats daarvan den volgen
den brief:
Goeie Jaap I
Hiei bij de letters van u hoed, de hoed
zelve zend ik niet terug daar bij mij past
en ik er juist een noodig heb, trouwens
zou u er toch nu niets meer aan hebben
daar ik hem boven een potje met vuut
wat verwijdt heli, ik heb nogal een dikke
kop weet u! en ik zag u had nog zoo
een lekkere warme muts op.
Aangenaam zal het mij zijn wanneer
u bij een volgende ovatie een flinke jas
of een paar bottines (ik heb steek No. 9)
uit het rijtuig wierp dan was ik van de
zomer het heertje.
Vriendelijk groeten
UEd. Hoeddrager.
N.B. Ik heb hem al op."
Aan weerszijden van den brief prijken
de uitgeknipte letters uit den Itoed J.E.
Hen tiond-lKoiiing.
Parijs heeft de laatste dagen een koning
binnen zijn muren gehad, en deze koning
heeft onderdanen, waarmede men zich
op dit oogenblik zeer bezighoudt in de
wereld van zaken en in andere evenzeer
want deze koning was de koning der
mijnen, de lieer Barnato.
Deze naam zegt niets aan hen, die
niet de gebeurtenissen in Zuid-Afrika
volgen, en evenwel is hij populair,
niet alleen aan de Kaap, maar ook te
Londen, want de heer Barnato is een
macht, hij maakt regen en mooi weer
op de markt der goudmijnen. Indien
hij alleen gelukkige speculator was, zou
hij weioig belangwekkend zijn, maar
zijn leven is zonderling als een roman,
want men ziet niet alle dagen een man,
die, voor twintig jaar maar dertig gulden
bad en er nu op zijn minst 100 miljoen
heeft.
Toen, voor twintig jaar, kwam er, wie
weet hoe, een circus uit Engeland in
Zuid-Afrika aan, te Kimberley. Het was
geen gioote circus; hij bestond slechts
uit den directeur, diens vrouw, een clown
en twee geleerde ezels. Op dat tijdstip
was Kimberley nog niet de stad der
diamanten, die zij sedert is geworden.
Het circus deed slechte zaken en op een
mooien morgen, waren de directeur en
de directrice op den loop en lieten den
clown achter met de beide ezels, de tent
en dertig gulden in den zak. Wat kan
men doen met twee ezels te Kimberley?
Gaan wandelen. Dat deed de clown,
meneer Barnato, de held dezer geschie
denis.
Bij zijn tweeden tocht iD den omtrek
van Kimberley vond hij in het veld spo
ren van diamanten, hij toonde ze aan
een mijnwerker en ging met deze ver-
eeniging aan en kocht een stuk land in
de nabijheid van Kimberley, waar hij zijn
eerste vondst had gedaan. Hij nam maar
heel weinig steeneu tegelijk, om de aan
dacht der anderen niet te trekken, kocht
steeds meer land er bij en was op een
goeden morgen een groot landeigenaar.
Deze eerste periode duurde drie jaren.
En het was met deze velden, dal de be
kende De Beers-maatschappij werd ge
schapen, waarvan de heer Barnato tegen
woordig, met sir Cecil Rhodes en een
ander, bestuurder is. Ieder dezer heeren
trekt tegenwoordig meer dan f300.000
per "jaar. Maar op dut oogenblik was
de heer Barnato nog maar millionairhij
wilde meer zijn, hij werd meer.
Toen men de eerste goudmijnen in de
buurt van Joltannesberg vond, ging de
heer Barnato er heen. Hij bracht ook
hier in toepassing wat hem in Kimberley
zoo prachtig gelukt wa3, kocht grond
zooveel hij maar krijgen kon, stichtte
vereenigingen, bracht de opbrengst van
dg wk'ken dier vereenigingen op de
markt te Londen en werd spoedig de
koning der goudmijnen.
Maar hij hield zich niet alleen bezig
met zaken to doen; hij bemoeide zich
ook met politiek en hoewel hij daarin
zelfstandig was, d.w.z. niet meeging met
de denkbeelden van sir Cecil Rhodes,
werd hij gekozen tot afgevaardigde voor
het parlement van de Kaap. Dat heet
nu nog eens vooruit te komen in 20 jaar
tijd. Tegenwoordig woont de heer Bar
nato in Londen tn vertoeft alleen in de
Kaap gedurende de zittingen van het
parlement; daarom zal hij zich ook den
7en Mei a.s. wederom inschepen.
Hij heeft op het punt gestaan Dudley-
house te koopen en wanueer hij bij de
a.s. verkiezingen in Engeland kandidaat
gesteld zal worden, behoeft hij zich daar
over volstrekt niet te verwonderen.
De Engelschen zoeken de verdienstelijke
UIT HET ENGELSCH
DOOR
3 M.
(SLOT.)
Het eerste nieuws dat miss Talbot den
volgenden morgen trof, toen zij volgens
belofte de kinderen kwam afhalen oin te
gaan wandelen, was, dat oom Jack naar
Rusland ging eD nooit terug zou komen.
Miss Talbot antwoordde niets, maar wan
delde zwijgend met de beide jongens
langs hel strand.
»Waar zullen wij heen gaan ginds,
naar de rotsen?" vroeg een der jongens.
»Heel goed, zoo ge dat gaarne wilt,"
antwoordde zij.
«Oom Jack is dien weg ook uit gegaan.
Ik hoop dat wij hem zullen ontmoeten:
toe rniss Talbot, vraag gij hem of hij
hier wil blijven," zeide de kleine Arthur.
Het was heerlijk onder de schaduw
der rotsen. De beide jongens liepen heen
en weèr en bewouderde alles wat zij op
het strand vonden, terwijl zij gevolgd
werden door Florence, die scheen te ver
geten dat de lijd langzamerhand verliep.
Op eens klapte Arthur in zijn handjes.
nDaar is oom Jack!' riep hij uit.
Florence keek verschrikt op, teiwijl
een gloeiende blos haar gelaat bedekte.
»Kom, het is tjjd om naar huis te
gaan," zeide zij snel.
Maar de jongens waren reeds heen
gesneld, en stoorden zich niet aan haar
roepen.
nO, oom Jack, het spijt miss Talbot
ook zoo heel erg dat ge weg gaat! Zij
zal u vragen of gij blijven wilt."
»Ge moest maar met mij meê naar
Rusland gaan, Arthur," zeide zijn oom,
terwijl hij zijn roode wangetjes streelde.
Florence stond besluiteloos te wachten,
totdat Jack haar met de jongens naderde.
nik ben bang dat wij te ver zijn gegaan,"
zeide zij haastig, ils de vloed niet aan
het opkomen?"
Jack keek snel ont.
»Ja, we moeten zoo spoedig mogelijk
terug gaan. Geef mij eene hand, Johnnie."
Hij ging vooruit, de kleine jongen half
over de rotsen dragende. Florence volgde
zeer ter neêrgeslagen daar zij niets be
greep van zijne koelheid. Zij kwamen
op een punt van waar al de totsen zicht
baar waren. Jack stond stil en weid
doodsbleek. De vloed sloeg over de rotsen
heen, die in het zonlicht schitterden,
terwijl de blauwe wateren, hel pad, waar
langs zij gekomen waren, bedekte. Hij
wendde zich tot Florence, die hem zwij
gend genaderd was en zeide tot haar
met eene doffe stem
nWij kunnen niet meer voortgaan.
Zie, de vloed heeft elk plekje gronds be
dekt; hij zal spoedig hier zijn."
Florence staarde hem met een doods
bleek gelaat aan.
«Die arme kinderen," zeide zij, terwijl
zij Arthur in haar armen sloot. ïO,
wat moeten wij doen? Kunt gij ons
niet redden?"
nik zal mijn best doen," antwoordde
hij. »Neem gij Johnnie, miss Talbot.
Kom Arthur."
Hij nam den kleinen knaap in zijn
armen, en keeide op zijn schreden terug.
De vloed omringde hun en sloeg tegen
de kalme veriaderlijke rotsen. Jack liep
steeds voort tot dat hij bij eene kreek
gekomen was. Hier op eene rots was
eene kleine verhevenheid, juist breed
genoeg om op te staan. Hij plaatste er
Aithur boven op, hem op hethartdiuk
kende stil te blijven staanvervolgens
plaatste hij Johnnie naast hem nu was
er nog slechts voor éen plaats over. Jack
nam miss Talbots hand.
»Ge zult hiei wel éen paar uren moeten
wachten," zeide hij kalm, »maar ge zult
ten minste veilig zijn. Laat ik u er op
helpen."
Zij trok hare hand terug.
«Neen, neen; laat mij hier blijven."
>Zijt ge krankzinnig, miss Talbot?"
zeide Jack. »Weet ge wel dat dit de
éenige kans van redding is. Over eenige
minuten zal de vloed u van hier weg
slepen."
»En gij dan?'' stamelde zij, terwijl zij
Item met betraande oogen aanzag.
nik heb den dood reeds zoo dikwijls
getrotseerd, en hem nooit gevreesd. Het
valt mij gemakkelijk om te sterven wan
neer ik weet dat ge gered zijt," ant
woordde hij zacht.
Zij naderde hem, en legde hare bevende
hand in de zijne.
»Laat mij dan bij u blijven," fluisterde zij.
Hij vergat in dit oogenblik liet naderen
van een gewissen dood hij vergat
alles, behalve hoe dierbaar zij hem was,
en dat zij hare liefde aan hem had ge
schonken; want hjj begreep uit die zacht
fluisterende woorden en uit den blik dier
schoone oogen, hoe hij zich vergist had.
»God zij gedankt 1" snikte hij, terwijl
hij haar in zijn armen sloot. »0, lieve-
ling, gij hebt mij het leven zoo dierbaar
doen worden. Het is hard om nu te
moeten sterven."
»Gods wil geschiedde 1" fluisterde zij,
terwijl zij zich san hem vast klemde en
haar gelaat afwendde van den steeds
nader komende vloed.
nO, oom Jack, daar komt eene boot
aan! Kijk!" riep de kleine Arthur van
boven.
Een schuitje, dat snel over het water
gleed, daagde ter hunner redding op.
ïZie op, lieveling!" riep Jack vroolijk
uit. «Goddank, wij zijn gered!"
Het water omringde hen aan alle kanten
toen de boot hun genaderd was; Arthur
roeide ze. Hij zag er nog meer verschrikt
uit dan een hunner.
nO, God zjj gedankt, dat ik bij tijds
komi Zij hadden mij gezegd dat ge
dezen kant waart uitgegaan."
«Nu, er is geen ongeluk gebeurd,"
zeide Jack, terwjjl hij de kleine jongens
aan hun vader overgaf, en zijn best deed
om zijn diep gevoel onder het uiten van
luchthartige woorden te verbergen.
Niemand had hun te huis gemist, zoo
dat Alice en mrs. Barham hel gevaar
eerst vernamen toen het voorbij was.
Florence bleef op de prstorie eten.
Veel werd Jack opgehelderd, namelijk
hoe Laucelot Mui ray verloofd was ge
weest met Florence's nichtje en hoe door
zijne loszinnige levenswijze dat engage
ment was verbroken geworden. Florence