NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
No. 26.
Zaterdag 30 Maart 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
Otto von Bismarck.
BINNENLAND.
F euilleton.
CLARI
VOOR
abonnementsprijs:
Fer 3 ïaAHiiden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Maandag viert hij zijn 80ste
verjaardag. De geschiedenis wijst,
naar ons weten, geen ander voor
beeld aan, dat een onderdaan
door vorst en volk beiden in zulk
een mate gehuldigd is, als nu
deze man gedaan wordt. En geen
overdrijving ligt in die huldiging,
omdat zij voorzeker ten volle ver
diend is. Zij geldt toch den groot
sten staatsman van onzen tijd,
den schepper van een der mooiste
stukken in Duitschiands historie,
den man wien het Duitsche rijk
en allereerst het Duitsche vorsten
huis zoo machtig veel verschul
digd is.
Over de feestviering die reeds
lang in gang is en 1 April haar
hoogtepunt zal bereiken, zullen
wij niet schrijven. Wat keizer en
volk deden is bekend.
Wij geven een paar herinnerin
gen uit zijn leven, die ons den
jubilaris doen kennen.
Otto von Bismarck, zoon van
een oud Duitsch geslacht, dat
reeds in de 13de eeuw vermeld
wordt, werd 1 April 1815 op het
Schönhausen geboren.
Op de lagere school wij
moeten sprongen maken, anders
is hij aan 't eind van ons verhaal
nog geen tachtig jaar waar
de gymnastiek een voornaam vak
was, bleek de jonge Otto een goed
sportsman en een eerste vechters
baas te zijn, waarom hij spoedig
den bijnaam kreeg van Ajax. Daar
en op het gymnasium was de
schoolbank hem dikwijls een pijn
bank buiten in de vrije natuur
was zijn grootste genot. Evenwel
was het leeren geen kwelling,
en vooral niet de geschiedenis,
zijn lievelingsstudie. De vechtkunst
bleef daarbij ook een lievelings
vak als student had hij in ander
half jaar 27 duels, waarvan hij
maar een verloor; toen al heeft
hij zich met velen gemeten, die
later ook op politiek terrein door
hem verslagen werden. Met hooge
laarzen aan, den grooten buldog
naast hem en een motlenpijp in
den mond, zoo vond zijn moeder
hem op de sofa uitgestrekt. Hij
was van de universiteit thuis ge
komen, op en top student. De
studie werd echter niet verwaar
loosd, ook hierin toonde hij vol
harding en kracht. In 1835 werd
hij werkzaam aan de rechtbank
en spoedig begon de voorbereiding
tot een diplomatische loopbaan,
eerst te Aken vervolgens te Pots
dam. In laatstgenoemde plaats trad
hij in dienst bij de garde; de dis
cipline was den vrijheidlievenden
jonker moeilijk, maar hij stelde
er een eer in voor den koning de
wapenen te dragen en op schild
wacht te staandat hij voor zijn
koning een goed schildwachtwas
heeft hij geheel zijn leven bewe
zen, en in zijn laatste woorden
aan den keizer verzekerde hij nog
dat het beste in hem altijd de
offic.er was geweest.
In 1862 had de koning den
schildwacht hoog noodig. Bis
marck werd eerste minister, de
verdediger van de rechten der
kroon, die door de revolutionaire
democratie bedreigd werden. De
verheffing van Pruisen en een
Duitsche eenheidsstaat werd het
doel. Één Duitschland onder-
Pruisen was zijn ideaal, en hij
heeft het bereikt, maar na on
noemelijk veel strijd en inspan-
Hij is lang gehaat geweest en
zeer inpopulair; men had hem
zoo gaarne doen vallen; men zag
in hem den grootsten vijand der
Duitsche vrijheid, en toen de
jongeling, die een aanslag op zijn
leven gedaan had, zich in de ge
vangenis van 't leven had beroofd,
gingen mannen van naam en
zelfs vrouwen dien «martelaar
voor de goede zaak," met lauwer
kransen bedekken. Maar na den
oorlog met Oostenrijk was de ge
hate minister een gevierd staats
man gewordenzijn doel was ge
deeltelijk bereikt, Noord-Duitsch
land was één bond en Pruisen
het middelpunt. Door en na den
oorlog van '70 werd het doel ge
heel bereikt en Bismarck popu
lairder dan ooit.
18 Januari 1871 werd den ko
ning van Pruisen de Duitsche
keizerskroon op het hoofd gezet,
en de kleinzoon weet wel in hoe
verre Bismarck tot die kroning
heeft bijgedragen.
De latere jaren gaan wij voorhij,
omdat de huldiging van heden
den Bismarck van 1871 geldt, den
schepper van het éénige Duitsch
land. In die latere jaren heeft de
vechtersbaas bewezen, dat hij
toch ook man des vredes is; hij
stond op wacht voor den vrede
van Europa. In die latere jaren
heeft zijn binnenlandsche politiek
hem vele vijanden bezorgd, die
het nu nog niet van zich konden
verkrijgen om het een in den
man te vergeven en het andere
niet te vergeten.
In 1871 zeide een oude leer
meester tot Bismarck«Gij hebt
een belangrijk deel der wereld
geschiedenis niet alleen doorge
maakt maar zelf gemaakt." «Ja,"
was het antwoord, «ik heb zoo'n
klein beetje aan den draad ge
sponnen."
Of die man nu gelukkig ge
weest is? Hooien wij het ant
woord door hemzelven gegeven,
het is dunkt ons het beste van
al hetgeen de Prins in de laatste
jaren gezegd heeft. «Ik ben zel
den gelukkig geweest. Indien ik
al de zeldzame minuten van waar
geluk bij elkander tel, geloof ik
niet dat ze te zamen meer dan
24 uur zouden vormen. In mijn
staatkundig leveri heb ik nooit
tijd gehad voor het gevoel geluk
kig te zijn. Het was een einde
loos vechten en worstelen, en als
de overwinning behaald was kwam
oogenblikkelijk de angst haar
weer te verliezen, de bezorgdheid
hoe haar het best te gebruiken.
In mijn eigen leven zijn er oogen-
blikken van geluk geweest. Ik
herinner mij b.v. het oogenblik
van onvermengd geluk toen ik
mijn eerste haas schoot. In later
jaren was het mij een vreugde
mijn geirrigeerde weiden te zien
groen worden en mijn plantsoen
te zien groeien. Thuis had ik
vreugde door vrouw en kinderen.
Gelukkig te kunnen zijn is een
gave. Mijn oude meester bezat
die in hooge mate, doordien hij
te gelijk het sanguine en phleg-
matieke temperament had. Het
was soms moeilijk hem een be
sluit te doen nemen. Deed hij
het, dan kon men huizen op hem
houwen. Helderheid en kalmte
hielden bij hem hoofd en hart in
het schoonst harmonisch even
wicht.
Waarheid was hem dierbaarder
dan iets anders. In mijn diplo
matiek werk heb ik ook altijd
gepoogd waarheid te spreken,
doch soms dwongen omstandig
heden ons beiden in het openbaar
een weinig van de waarheid af te
wijken. Maar hoe hard was dat
altijd voor den ouden keizer. Hij
kreeg altijd een kleur bij zulke
gelegenheden en dat kon ik niet
aanschouwen, zoodat ik mij steeds
snel omkeerde."
Beter dan een lange levensbe
schrijving doet deze ruiterlijke
bekentenis den man kennen. Wij
worden er tevens aan herinnerd,
dat niet juist eer en aanzien ge
luk aan brengen, dat integendeel
de eenvoudige burger, die een
zeer ondergeschikte rol vervult
op het wereldtooneel, de meeste
kans heeft om in waarheid ge
lukkig te zijn. Wij zullen iemand
niet te spoedig gelukkig noemen.
Maar de ijzeren kanselier blijft
voor ieder een voorbeeld van het
geen wilskracht vermag.
Naar Het Vad. verneemt is het
ontwerp der personeele belasting bij den
Raad van State ingekomen de kieswet
nog niet.
Binnenkort zal door de regeering
bij de Staten-Genei aal een wetontwerp
worden intrediend tot goedkeuring eener
door de kolonie Suriname, onder garantie
van den Nederlandschen Staat te slui
ten 3 pCt. geldleening, ten bedrage vari
f 1,500,000, tot bevordering der emigra
tie van arbeiders in gemelde kolonie.
Aan het internationaal «concours
hippique", dat ter gelegenheid van het
bezoek dei Koninginnen vanwege den
«Cercle Equestre" te Maastricht wordt
gehouden, zal worden deelgenomen door
officieren van het Nederlandsche, Bel
gische, Duitsche en Fransche leger.
Het eere-voorzitterschap der jury wordt
waargenomen door jhr. Ruys van Beren-
Onbeschrijflijk treurig stemt de stille
lijdenstrek op dit gelaat, om dezen mond,
die eerder geschapen schijnt om gelukkig
te maken dan wel om te bevelen, het
doorzichtige der kleine, tegen het hart
gedrukte hand, de majesteit van het on
geluk en van het geduldig lijden, welke
de hooge gestalte der vorstin als met
een aureool omgeeft. Meer dan eens
vond ik vader en moeder voor dit won
derbare beeld staan. Dan kon hij soms
palet en penseel wegwerpen, omhelsde
moeder en mjj met eene onstuimige
lieikoozing en liet ons deelen in de ver
rukking over zijne schepping. Met de
voltooiing van het schilderij scheen echter
ook zijn levensuurwerk te zjjn afgeloopen.
Op een zachten herfstavond stierf hij,
die nog geen dertig jaren telde, in onze
armen, nadat hij zich voor de laatste
maal in het atelier had laten brengen,
in de aanschouwing van zijn lievelingsbeeld,
dat mijne moeder ook na den dood harer
gebiedster, de vorstin, in hooge eere hield
en in welks bezit zij nog op dit oogenblik
is. Een pensioen, dat haar ten deele uit
de particuliere kas der vorstin betaald
werd, veroorloofde haar om nu nog in
mijne geboortestad te blijven leven. Wal
mij betreft, ik werd, zooals gij weet, op
de kadettenschool gedaan, deed een jaar,
nadat gij deze verlaten hadt, het officiers
examen rnet goed gevolg, omarmde mijn
moedertje en bracht mijn garnizoensleven
in de eersie jaren, die onzen eersten
veldtocht voorafgingen, door, evenals elk
rechtgeaard officier, die wel voor geen
avontuur uit den weg gaat, maar boven
den codex der eer, de wet der blanke
wapens, nog iets hoogers stelt: het geluk
van een bezorgd moederhart, de tevre
denheid over zichzelven. Zoo kon ik dan
ook telkens na de herfstmanoeuvres in
de armen mijner moeder snellen, kon ik
den blik doorstaan van haar bespiedend oog.
Kort voor het uitbreken van den Duit-
schen oorlog wilde ik mijne moeder nog
eenmaal zien. Op haar gelaat was duide
lijk het ernstige van den toestand te lezen.
Inniger dan ooit rustte haar helder oog
met moedertrots en moederliefde op den
jongen officier, dien zij wellicht nimmer
meer zou terug zien.
Ongaarne liet zij mij in die weinige
dagen van mijn verlof van hare zijde
gaan, van daar dat ik, die eiken wensch
hoe gering ook, in haar oog vermocht
te lezen, mij geheel aan haar gezelschap
wijdde. Steeds strevende om de bezorg-
heid te verdrijven, die het moederhart
vervulde met het oog op den aanstaande
veldtocht, bemerkte ik, dat hare stille
onderwerping en berusting mij in mijn
woorden van troost eenigermale tegemoet
kwamen. Maar helaas deze vrouw,
wier heldere geest, echt vrouwelijk gevoel
en volle toewijding aan haar plicht, ge
paard met eene zeldzame beminnenswaar
digheid, nu nog steeds het geluk en het
-ieraad van een huisgezin had kunnen
wezen zjj had met dit leven afgerekend.
In het afscheidsuur trok zij mij met eene
aandoening, die ik nog nooit van haar
bemeikt had, tot zich en verborg haar
gelaat snikkend tegen mijne borst Spre
ken, dat vermocht zij niet, zooveel te
rijkelijker echter vloden haar tranen.
De aarde kent wel geen heiliger gevoel,
dau 't welk zich in zulke uren op de
lippen eener moeder beweegt en toch,
als wierd het, door het uil te spreken,
ontheiligd, weder in het bange, kloppende
hart terug moest gaan.
Het schemerde reeds. Mijn bediende
ging, belader, met mijne bagage, naar
den trein, met welken ik een nieuw
tjjdperk mijns levens tegemoet ging snel
len. Als een gids uit alle aardsche
ellende en verwarring, staarde de ge
stalte der vorstin uit den zwaar vergulden
lijst op het moederhart neder, dat van
droefheid bezweek. «Otto, ik gevoel, dat,
zooals gij nu voor mjj staat, mijne le
venstaak bijna afgeloopen is, dat ik spoedig
zal ingaan in de rust van allen, die hier
hun deel aan den strijd hebben gehad
en ondanks alle verlokkingen rein ge
bleven zijn in de stormen des levens.
Wellicht ben ik spoedig met hen vereenigl,
met die brave raenschen, die voor elkaar
bestemd waren, en zich niettemin van
elkaar losrukten, toen die edele vrouw,
in de zelfverloochening de hoogste, zwaar
ste en schoonste der plichten zag. Mochten
zij beidende edele vorstin en uw voor
treffelijke vader, u lichtende voorbeelden
op uw levenspad wezen? Als een kost
baar erfdeel heb ik deze gezindheid in
uw hart aangekweekt. Ik weet, hoe die
koude eisch van den plicht meer gelden
zal, dan het hoog gestemde geluk van
een bevredigd verlangen. Ga met God,
mijr, zoon I Een talisman begeleide u
niet alleen in den strijd dien gij tegemoet
gaat, maar ook alle innerlijke stormen
des levens, en geleide u veilig en wei-
bewaard tot aau uw doel, om een man
te zjjn, die zich van zijn plicht bewust
is, herinnere u steeds aan dit uur!" Dit
zeggende nam zij uil baar byouteriekistje
een rijk met juweelen bezet medaljon,
dat, wanneer men er een lichten druk
met den vinger op gaf, het op ivoor
geschilderde miniatuurportret der vorstin
vertoonde in den strijd harer eerste
jeugd. Het waren dezelfde trekken
die door sinart gelouterd en bezield, ook
op het schilderij mijns vaders voorkwa
men zij waren echter iets ronder, zach
ter en schitterenden van eene onbeschrijfe
lijke lieftalligheid en hooggestemde levens
vreugde. Ik keek verbaasd op; het medaljon
met hel monogram der vorstin, was tot
nog toe voor mijn oog verforgen geble
ven. De vorstin had het mijne moeder op
haar huwelijksdag om den hals gehangen.
Met welke gevoelens mocht destijds wel
het jonge paar het portret der hooge
vrouw aanschouwd hebben. Besluiteloos
bleef mijn oog tusschen beide portretten
dwalen ik gevoelde dat ik den sleutel
van het levensgeheim dezer drie menschen
in handen hield, met wier lot het mijne
zoo innig verbonden was geweest.
«Ge moet het houden, Otto Keer
nooit zonder dezen talisman in de armen
uwer moeder terug. Mijn zegen ruste er
op!" De lichten var. den avondtrein
die mij naar inijn garnizoen moest terug
brengen, werden reeds zichtbaar op de
hoogten, die ons stadje omringden. Met
een bloedend hart rukte ik mij los uit