NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND DE IER m MONKSWOOD. Officieel© Publicatie. No. 40. Zaterdag; 18 Mei 1895. Vier-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG WERELD TENTOONSTELLING HOTEL en REISWEZEN. BINNENLAND. F euilleton. AMER VOOR abonnementsprijs: Per 3 iiiaaiiden f 1.Franco per po9t door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. VAN Amsterdam, 14 Mei '95 I Sedert verleden Zaterdag hebben we hier voor den tweeden keer eene groote Tentoonstelling. De eerste was de zoo genaamde Koloniale Tentoonstelling, ge organiseerd door een Fransch-Belgische maatschappij tot stand gekomen met Fransch en Belgisch geld. De tweede de tegenwoordige draagt den meer wijdsch klinkenden naam van Wereld-Tentoonstelling, onder bjjvoeging der woorden van Hotel en Reiswezen. Toch is zij slechts het kleineie zusje harer voorgangster. In ons oog heeft zij echter het belangrijke voordeel van een echt nationale onderneming te zijn; immers wij denken geheel en al aan het initiatief van eenige wakkere landgenoo- ten. Het is al bijkans een jaar of drie ge leden dat in den boezem van den Ne- derlandschen Hótelhoudersbond het denk beeld oprees tot het houden eener Ten toonstelling van, al wat op het Hótel- eo Reiswezen betrekking heeft. Na verschillende vergeefsche pogingen om lot de standkoming ervan te gera ken en in hel bijzonder om de noodige fondsen er voor bijeen te krijgen, kwa men de Heeren in aanraking met den Hr. N. Ie Grand, lid der firma Vos le Grand, in ameublementen alhier. Het plan lachte dezen toe, hij bieidde het zelfs aanzienlek uit, verstond zich voor de uitwerking ervan met een jon gen architect, den Hr. Evert Breman en wist al spoedig een Comité te fortnee- ren dat de zaak ijverig ter hand nam. Ziedaar in het kort de wordingsge schiedenis onzer Tentoonstelling Ongetwijfeld ware het om verschil lende redenen wenscheltjk geweest haar eerst het volgend jaar te houden. De tijd van voorbereiding was nu te kort. Men had dan minder overhaast te werk behoeven te gaan dan thans vereischt werd. Daarentegen had men nu hel voordeel te Antwerpen duizenden inzen ders bij elkaar te vinden, die gemakke lijker te bewegen zouden zijn onmiddelijk van daar herwaarts te komen. 3rvef>dien kon men zich daar op billijke voorwaar den het hoofdgel ouw aanschaffen. Met dit al moest met het houwen gewacht worden tot de Antwerpsche Tentoonstelling den len Nov. zou geslo ten zijn, de aangekochte stallen afgebro ken en getransporteerd zouden zijn. Tot overmaat van ramp vrooren de schepen waarmede het vervoer geschiedde op de Schelde in, zoodat met den bouw eerst tamelijk laat in het voorjaar een aanvang gemaakt kon worden. De gevolgen zijn, zooals men lichtelijk begrijpen kan, niet uitgebleven; op den dag der opening, verleden Zaterdag, waren de gebouwen nauwelijks gereed voor de plaatsing der inzendingen. Acht dagen te voren had daarmede nog onmogelijk een begin gemaakt kun nen worden, om de eenvoudige reden dat toen het geheele gebouw nog niet onder dak was. Ook in het park is alles nog niet gereed. Toch is nu reeds de Tentoonstelling een bezoek waard. De beide groote aantrekkingspunten voor het publiek zijn den 90 meter IfDgen en 20 meter breeden mail-stoomer Prins Hendrik, die daar trotsch in zijn bassin ligt en geheel klaar is, en Oud- Holland, dat bijna gereed is. Oud-Holland wordt gevormd door een dubbele giacht tnet een hooge brug en daarachter een gioot marktplein; een en ander hezet met meer dan 70 grillige pitoieske geveltjes, gebouwd van een soort van papier-maché, dat op hoogst bedriegelijke wijze gemetselde steenen nabootst. Van tijd tot tijd zullen op hel plein door de leden van een paar turn- vereeningen exercities en optochten worden gehouden van soldenieren, ge kleed in de uniformen uil den tijd van prins Maurits. Reeds op den dag der opening para deerde dit vendel en maakte het een schilderachtigen indruk. De bewaking van Oud-Holland, is opgedragen aan hellebaardiers ter wijl 's avonds ten 10 uur de sluiting wordt aangekondigd door een ratelwacht op zangerigen toon herinnerende aan het klokje van gehoorzaamheid, door te roepennBewaar je vuur en keersken welde blok heit tien. Tien heil de klok. Naast Oud-Holland, waar'töc. ®en Paar een paar poorten loegang geven, siüS' een ouderwelsch doolhof; ook alleraar digst. In da detde plaats noemen wij als aantrekkelijkheid de Wereld-Bazareen verzameling van allerhande winkels; hier vindt ge een Hollander, met lange pijpen te koop; daar een Franschman inet articles de Paris-, ginds een Duitscher met Neurenberger waren; verder een Italiaan rnet mozaiek-artikelen, een Turk met Oostersche tapijten een utentieke Chinees met porcelein en lakwerk, en de Hemel weet welke landslui rneer. Onnoodig te zeggen dat drankwinkel tjes het allerminst ontbreken. Voorts verrijst midden in het park een reusachtige ohphant, van binnen ingericht tot café en waar tevens eenige malen daags concert is. Midden voor het hoofdgebouw verheft zich een sierlijke muziektent, waar twee maal daags 'oor de Amsterdamsche Orkest-vereeniging onder directie van den Hr. Wedeméger, concert wordt ge geven. Bij de opening werd er o.a. een feestmarsch gespeeld voor die gelegen heid gecomponeerd door den Hr. J. A. Heintze, te Hilversum, welke zeer me lodieus is. Een rusbaan, van trouwens tamelijk bescheiden afmetingen, is al ijverig in de weer om de liefhebbers van zoo'n hobbeltochtje eenige plezierige oogen- blikken te verschaffen. Van den len Juni af zullen dagelijks opstijgingen geschieden met een ballon- captief. Aan afwi-seling zal het dus niet ont breken. Zeggen wij eindelijk nog dat in het Park verschillende kiosken gevonden worden, eenige bierhuizen, enz. Maar nu het hoofdgebouw, vraagt gij misschien Och daar is nog zoo luttel weinig te zien, dat wij er dezen keer maar over zullen zwijgen een 25 in zendingen in de Nederlandsche afdeeling zijn gereed; een stuk of 12 in de Fran- sche afdeeling; een stuk of 3 in de ma- chinen-gallerij en dat is zoowat al wat er gereed is. De Burgemeester en Wethouders van AmersfSm' ^oen te weten, dat de pro cessen-verbaal van ibiievei'TT „e„'( Pen8 O VhVl^Uja der stembriefjes ter vet kiezing van n.'. leden voor de Provinciale Staten van Utrecht in afschrift aan het Raadhuis zijn aangeplakt en gedurende veertien dagen op de Secretarie voor eenieder ter inzage liggen, alle werkdagen van 's voormiddags 10 tot 1 uur des namid- Amersfoort, den 15en Mei 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCH1MMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTÜS. Uit Rome schrijft men, dat volgens bericht in de ltaliaansche bladen, baron Du Tour van Bellinchave, hij de opening dei wereldtentoonstelling alhier, een com missaris der ltaliaansche afdeeling mee gedeeld heeft, dat HH. MM. de Konin ginnen plan hadden eerlang Italië te be zoeken. Zoo boort het. Men leest in den Amsterdamschen nVolksbode" Toen in April 1879 Z. M. Willem III voor de eerste maal met zijne tweede eclitgenoote, nu onze geliefde Koningin- Regentes, de hoofdstad zoude bezoeken, was de Oude Kerk voer het Vorstelijk kerkbezoek aangewezen De Koning, zon der te informeeren naar persoon of richting van den predikant, wiens beurt het dien morgen was, gaf, maar niet op officieele wijze, zijn verlangen te kennen, om dan ds. Ten Kate te hooren. Dr. Laurillard, hoewel hij gaarne zelf ware opgetreden, stond onmiddellijk zijn beurt af, opdat aan den wensch des Vorsten, dien men niet naar beweegredenen vraagt, zoude kunnen worden gehoor gegeven. De commissie tot invoering der faillissemenlswet vergaderde Donderdag te 's-Gravenhage met den minister van justitie. Naar men verneemt, worden Dog steeds tusschen het departement van marine, van buiterilandsche zaken en onzen consul te Gibraltar correspondenties gevoerd in zake den zeeroof op de Anna door Mooren gepleegd en zijn de stukken betrekkelijk de getuigenverhooren, naar v- ding van dat voorval gehouden, aan èerst"ëtU''m(' departement opgezon den. ~'<l. j. Donderdag had te Utrecht in ut. Maliebaan in een omheind gedeelte van liet ruiterpad, gelegen voor «Buitenlust," de door het genootschap voor landbouw en kruidkunde uitgeschreven keuring plaats van éénjarige hengsten. Van de 39 ingeschreven hengsten wa ren 7 niet opgekomen. De keurings commissie bestond uit de heeren: Van Soeterraeer Vos, le-luit. der veld-artillerie, militair lid: G. J. Hoog land, rijksveearts; G. C. D. baron van Hardenbroek van Lokhorst, te Jutfaas, en mr. J. L. baron Nepveu te Amersfoort. Uitgeloofd waren 10 aanhoudings-pre- mièn, elk van f 50, waarvan er, hoewel de hoedanigheid van het aangevoerde over het geheel goed was, slechts 8 wer den toegekend, en wel: Aan den zwaiten hengst (vader: hengst van Middelman), van M. de Ridder, te Zeist; aan den donkerbruinen hengst van W. J. Vernooij, te Werkhoven; aan den donkerbruinen hengst van J. de Goeij, te Houten; aan den vos met twee witte sokken (vader: Tuisco), van C. van Eek. te Huuten aan den bruinen hengst met witten sok (vader graaf Wedel, merrie U. P.), van J. N. Vernooij, te Colhen aan der. vos (vader: Edzard), van C. W. van den Hoven, te Bunnik; aan den zwarten herigst (vader: César), van 1. Vernooij, te Oothenaan den bruinen moorkop van de Wed. G. van der Horst te Cothen. De bekroonde dieren werden allen van het brandmerkteeken van liet genootschap voorzien. De iiooi dwesterslorm iieeft nog al schade aangericht in het Haagsche bosch. Te Scheveriingen kwam, toen er hoog watertij intrad, de zee tot aan de duinen. Eenige hoogerop staande ^schutten zijn losgeiaakt, doeti er is geen belangrijke schade aangericht. UIT HET ENGELSCH VAN MORLEY PRESTON DOOR 7) M Van schrik buiten mij zelve, was mijne eerste gedachte hoe laat het al zoude zjjn, en daarna wat mr. Temple wel van mij denken moest, zoo hij bemerkte dat ik hier was. Zou hij kunnen gelooven dat ik niets had gehoord van al het ge maakte geraas, b.v.b. van de wielen van het rijtuig op de laan, toen hij terug keerde, van de stemmen der bedienden, van zijn eigen voetstappen, enz. Zoude hij niet denken dat ik mij voorbedach- telijk had stil gehouden In pijnlijke onrust en niet wetende wat aan te van gen, kroop ik diep onder de dierenhuid, in de hoop dat hjj niet lang zou blijven en de kamer uitgaan zonder mij op te merken. Doch in die hoop werd ik te- K|UsbeSte'rï' ®edurende eenige oogen- blikken die mij uren toeschenen, stond hij voor het venster, en betrachtte voor zoover ik van uit mijne schuilplaats kon waarnemen, de zilveren schijf der maan en de rusteloos jagende wolken. Hij stond nu met het gelaat half afgewend, waardoor zijn profiel duidelijk voor mij zichtbaar was, en de schitterende stralen van het hemellicht weèrkaatsten in de diamanten hemdsknoopen en zegelring, telkenmale wanneer hij achteloos de aseh var, zijn sigaar deed. Zich eindelijk met een lichte zucht omwendende, ging hij langzaam de kamer door en bleef naast de canapé staan waarop ik lag. Ik kon mijn hart hooren kloppen, en stikte bijna door het inhouden van mijn adem, toen ik eene hand op mijn schouder voelde leggen. «Nog op, moeder," hoorde ik de wel bekende stem zeggen, op een vriendelijk berispende toon, vmaar dat is nu toch immers niet goed, gij had niet op mij mogen wachten, en dat nog wel met hoofdpijn," eD zich voorover bukkende voelde ik een geknevelde lip op mijne wang drukken. Een oogenblik lag ik doodstil alsof ik betooverd was, een stroom van vreemde en hartstochtelijke gewaarwordingen over stelpte mij, als door storm opgezweepte golven; doch in het volgend oogenblik sprong ik van mijne ligplaats op, snelde zonder acht te geven op den uitroep van verbazing van mr. Temple, naar de deur, en vervolgens in den gang, de trappen op tot in mijne kamer. Ik sloot de deur af', wierp mij hijgend te bed, en bedekte in een gevoel van bittere schaamte met beide handen mijn vuurrood gelaat. Ik inoest Monkswood, zoo dacht ik, zoodra mogeljjk verlaten, zoodra er maar eene andere gouvernante voor de kinde ren gevonden was; ik herhaalde dit in mijzelf onophoudelijk, want nimmer, nim mer, zoude ik de sheer van Monkswood" wêer durven aanzien. Monkswood ver laten I O, hoe bitter was die gedachte voor mij; nu gevoelde ik eerst dat die oude vriendelijke woning alles in zich sloot wat voot mij dierbaar was op de wereld, omdat ik mr. Temple beminde zooals ik nooit iemand anders zou be minnen. Dat gevoel was op zijn best genomen bitter-zoet, want hoewel ik mij verheugen kon in de gedachte dat ik mijne genegenheid had geschonken aan iemand die ze overwaardig was, zoo be greep ik toch maar al te wel, dat het niet anders kon of mijne misplaatste en hopelooze liefde kon mij niet anders dan verdriet berokkenen. «Miss Tenton het is heden zulk frisch en moot weèr, dat ik u nu zoo gaarne de oude abdy eens wilde laten zien; gij hebt het mij beloofd om met rnjj mede te gaan, weet gij nog wel?" Deze vraag werd mij des middags van den volgenden dag gedaan door de lieve May. Tot nog toe geen gelegenheid hebbende gevonden om rnet mrs. Temple te spreken, had ik angstig de tegen woordigheid van mr. Temple ontloopen, door mij b.v.b- aan de lunch te laten verontschuldigen omdat ik hoofdpijn had, enz. die hoofdpijn, moet ik echter zeggen, had ik werkelijk, doch om May nu niet teleur te stellen, en wetende dat de sheer van Monkswood" zich in zijn studeervertrek bevond, zoo besloot ik, doch niet zonder aarzelen, om het huis zooveel mogelijk ongezien te verlaten door eene zijdeur, die toegang gaf tot het park, en waardoor wij op een klein pad kwamen dal door het woud liep. Zoo kwamen wij langzamerhand uit op eene groote en vrij opene vlakte, en in het midden stond de oude en verval len abdy die May bedoelde. sAI het land hier in het rond, behoorde eemrnaal aan de monniken van dit klooster," zeide May, terwijl zij met wijd geopende droo- mende oogen opzag naar de vet weerde en met mos begroeide vensterbogen. »De abdy," zoo ging zij voor t, swerd verwoest ten tijde van Hendrik VIII, en twee of drie regeeringen later, ik meen haast toen James I koning was, huwde de eigenaresse er van met een tempel ridder. sVan hem is hel portret in de eet zaal, dat met die kluchtig gekrulde pun tige baard, en hij was de eerste Hugh. sBoven op die oude steenen trappen staande, miss Tenton, geniet ge een prachtig gezicht over den omtrek, maar grootmama verbiedt ons altijd om ze te beklimmen; er zijn een paar treden ge broken en dus vindt zij die trappen ge vaarlijk." sZij zal het toch mij niet verbieden," hernam ik vroolijk opziende naar de met mos begroeide trappen, waarin zich op halverhoogte ongeveer, een viij groot en diep gat bevond, doch dat mij niet minder deed verlangen om van de hoogte het trotsche land der tempelridders te overzen. sZult gij stil hier blijven en geen kat- tekwaad uitvoeren, kinderen, terwijl ik even op den toren klim om eens boven te gaan kijken?" vroeg ik mijne dicipelen. Zij beloofden het mij stellig, waarop ik vlug doc.lt voorzichtig, de verweerde trappen beklom en een oogenblik later vermoeid en ademloos op het steenen plat van den toren kwam. Ik zag mij echter voor de genomen moeite ruim schoots beloond, loen~ik het prachtig voor mij uitgestrekte landschap met ver-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1