mï m
KOOPT S. V. P
iieblad
n' - en Orgelmagazijn
EIJSINK'S RIJWIELE
'S BOEKHANDEL
SLOTHOUV
H. M. Kbqingin WilKeknina
BELE
Zooeven ontvangen
DE HEER VAM ÏOHKSVOOD.
Gemengd Nieuws.
Wie bij de a.s. verjaardag van
D. H. EIJSINK,
RADEERSTAALTJES ^!.rs
NIEUWE LÏRA-KL1I1AXJ
GEGOMD PAPimnm ROLLETJES in muziel^Hj^iJtwerken of schrifturen.
OUD DELFTSCH po!,pprrdoos.cent ROUND TRE WÖÏM4pZKr
R. v. d. BURG,
smaakvol en WAepasseljjj^Wn étaleeren
voor slechts 50 Ceirt
Fabrikant, AMERSFOORT.
Vier-ein-twinticste jaargang.
BINNENLAND.
Chineesch.
Eeu zuinig vorst.
Friedrich Wiihelm l van Pruisen was
bijzonder zuinig. Hij had een linnen voor
schoot en overmouwen, die hij over zijn
beste huiskleeren droeg als hij in zijn
cabinet bezig was; en in regenachtig
weder wilde hg niet zijn «beste goed
dragen. Zijn kinderen waren in grof serge
gekleed zoolang zij kleiner waren, en
als zij grooter werden ook zeer eenvoudig;
voor de zindelijkheid waren tapijten en
zijden gordijnen contrabanden en in de
huiskamers stonden houten stoelen en
tafels die geschuurd moesten worden.
De koning deed veel aan schilderen en
placht te zeggen, dat hij daarmee den
kost wel zou kunnen verdienen. Om dit
te bewijzen ontbood hij eens een kunst-
kooper bij zich en beval hem eenige zijner
schilderijen te koopen. De kunstkooper
was zoo goed niet of hij moest twee
honderd vijftig gulden voor elk betalen
en stelde ze daarna in zijn magazijn ten
verkoop met het opschrift: «Door zijn
majesteit geschilderd".
Doch niemand kocht ze, eindelijk ging
de koning naar den kunstkooper en bood
hem zijn geld terug te geven, maar de
slimme handelaar verklaarde, dat zij on
waardeerbaar waren en dat hij ze voor
zulk een lagen prijs niet kon afstaan.
Eindelijk gaf de koning hem er een groote
winst op om de schilderijen weer in zijn
bezit te krijgen.
Dit verdroot den koning echter niet
weinig. Zulke slechte zaken had hij nog
nooit gedaan en om de geleden schade
te herstellen ging hij een tydlang nog
zuiniger leven dan te voren. Hij werd
om zyja zuinigheid uitgelachen maar daar
door legde hij den grond tot de grootheid
vao Pruisen en leverde zijn zoon, Frederik
den Groote, de middelen om zijn roem
rijke loopbaan te beginnen.
VAN
A RNHEMSCÖteWldtAT, AMERSFOORT.
Ruime keuze PISKO's en AMERIK: ORGELS uit de voornaamste
fabrieken voorhanden. Öfth» te bekomen,
waarvoor bij aankoop 5 jaren garantie
3ROOT 60X45
't Zondagsblad van de Amsterdammer
bevatte onlangs 't volgende schrijven van
een Chineesch tijdschrift-redacteur, waar
mede deze den inzender van een gedicht,
dat »voor mijne kolommen minder ge-
chikt was" antwoorde:
«Doorluchtige broeder van de zon en
de maan 1 Aanschouw uw dienaar, ge
knield voor uwe voeten. Ik kus uwe
genadigheid de voeten en smeek, dat gij
mij wilt veroorloven om te leven en te
spreken. Uw geëerd manuscript heeft
zich verwaardigd voor mijne nederige
oogen te verschijnen. In verrukking heb
ik het gelezen. By het gebeente mijner
voorvaderen, nooit heb ik zooveel geest,
zooveel gevoel- verheven gedachten bij
een andere aangetroffen. Met vreeze en
beven zend ik u het geschrift weer terug.
Indien ik het kleinood, dat gij mij
toevertrouwd hebt, zou publiceeren, dan
zou de keizer terstond bevelen, dat ik
dit als maatstaf zou aanleggen aan alle
andere bijdragen en niets meer in mijne
kolommen mocht opnemen, dan wat uw
gedicht evenaart. Te goed wetende, dat
het in tienduizend jaar onmogelijk zou
zijn iets te vinden, dat uwe verzen op
zijde streeft, geef ik er de voorkeur aan
uwe bijdrage terug te zenden, Tienduizend
maal smeek ik u vergiffenis. Zie, mijn
hoofd ligt aan uwe voeten, Doe zooals
gij wilt.
De slaaf van uw slaaf,
de Redacteur.
«een RIJWIEL alvorens het oordeel van H.H. berijders van
te hebben ingewonnen, of de pryscourant met talrjjke
tuigschriften aan te vragen welke GRATIS verkrijgbaar is bij
inkt, zelfs drukF, Mmfer®*
aste
aan
,*■-
beste zakpotlood
dat bestaat.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
dvertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
van oproer, allerlei
lesmettelijke ziekten,
oeginne dan met zich
;n met de armen. In
zijn dezen te onder-
eerst zij, die als zie-
gen, ouden of vónde
ziekenhuizen worden
'e staat heeft toe te
•erpleging goed is en
i en bezittingen, door
n die gestichten ge
worden gebruikt,
'enken voor de ver
log.
irmen die een thuis-
of anderen, die vage-
ilaars zijn. De laat-
men, des noods met
open plaats, en on-
ie uit eene vreemde
u. Deze worden met
;gezonden. De andere
an van staatswege
leren, of kennen zij
jestelle men hen bij
vooral bij de fabri-
irtoe in 't algemeen
tij n, maar ook weder-
ingen ontvangen van
en van hetgeen voor
benoodigd is. Nie-
nde armen is zoo
i iets doen. Hetzelfde
in de ziekenhuizen,
e men toe te zien,
nderen te helpen zijn
werk ook doen. En
ikke de staat toch
De staat zie daarbij
rompen op geld, en
Tiaafde, wel ontwik-
ars. Bij de meisjes
'at tot huiselijkheid
lekt.
van een en ander
ïwd aan censoren,
id gave, dat ook over
kon gaan. Dat zou
lmoes zijn dan vele
aan de armen. Men
kon verder de kapitalen der hospi
talen (in 't algemeen de inrichtingen
voor liefdadigheid) onder beter toe
zicht stellen; rijkere huizen konden
armere bijspringen, en men moest
in het algemeen bet armengeld niet
te zeer door de opeenhooping van
intresten vermeerderen, opdat de ver
zoeking tot misbruik niet te groot
worde. Men kon de pracht en ori-
noodige statie bij begrafenissen, of
bij de intrede van liooge personages
wat verminderen, enz.
Het geschrift van Vives bleef niet
vruchteloos. In gemeenten als Brugge
en Uperen werden in zijn geest ver
beteringen aangebracht, de Staten
van Holland schonken hun aandacht
aan zijn denkbeelden, en deze worden
teruggevonden in eenige placaten van
keizer Karei. Zelfs in Spanje trachtte
men zijn gezonde denkbeelden te ver
wezenlijken.
De tegenwoordige staathuishoud
kunde moge de denkbeelden van Vi
ves niet onveranderd goedkeuren,
men neme den tijd in aanmerking,
waarin ze werden neergeschreven en
men moet ze voortreffelijk noemen.
In hoofdzaak worden die denkbeelden
toch nu nog voorgedragen en steeds
meer in beoefening gebracht. Stond
Vives nu in onze dagen op, hij zou
zich verblijden over veel, wat thans
in zijnen geest voor de behoeftigen
geschiedt.
Het voornemen bestaat om den dag
na de terugkomst der Tweede Kamer
in de afdeelingen te doen onderzoeken
het wetsontwerp tot aanvulling en ver
hooging van hoofdstuk Oorlog (regulari-
salie van het tekort van 13 ton).
Verder zouden dan nog in de sectiën
worden overwogen verschillende wetsont
werpen, sedert de vorige bijeenkomst in
gekomen, o. a. dat betreffende de recht
bank te 's-Gravenhage, onteigening voor
den spoorweg AlkmaarHoorn, wijziging
UIT HET ENQELSCH VAN MORLEY PRESTON
DOOR
8) M
(SLOT.)
Bevende over het geheele lichaam
keerde ik mij haastig om, en liep gejaagd
langs de steile trappen naar beneden,
Iraaide, zonder in mijn vaart eenige
'oorzorgen te nemen, om de korte wen
dingen, waarvan de treden hier en daar
vernield waren, deed een misstap, trachtte,
doch te vergeefs, myn evenwicht te her
stellen, en viel eensklaps voorover naar
beneden, terwijl een angstkreet van May
mijn oor trof. Een oogenblik was ik ge
el buiten kennis; toen kreeg ik het
vustzijn dat ik op den grond lag als
gekneusde pijnlyke massa, aan den
it der hoogte die ik beklommen had.
..eve kinderen stonden met van angst
ileekte gezichten om mij heen, en
y bevende en schreiende geknield aan
ne zijde. Ik gevoelde eene ziekelijke
vaarwording over het geheele lichaam,
doch ter wille van de kinderen bestreed
ik de u ting van dat gevoel met al mijne
wilskracht, en zeide hun om mij te helpen
opstaan. Terwijl zij dit deden ondervond
ik plotseling eene stekende pijn in mijn
rechter arm, die mij deed vreezen dat
ik hem in mijn val had ontwrichtdoch
ik glimlachte met bevende lippen tegen
de ontstelde kindergezichtjes, en zeide,
zooveel mogelijk bedaard trachtende te
blijven, dat ik veel beter was, en mij
inderdaad weinig pijn had gedaan. Ik
werd in de rede gevallen door den vroo-
lijken uitroep van Grace «daar is oom
Hugh I daar is oom Hugh I" Werkelijk
zag ik hem op korten afstand van ons
en alles daarop vergetende wat er was
voorgevallen, behalve de onverdragelijke
herinnering aan ons laatste tesamenzijn,
trachtte ik weg te loopen. Een gewel
dige angst overviel mij en deed mijn ge
heele lichaam sidderen, ik hoorde een
sterk gesuis iri mijn ooren, zag eene
wolk van dansende sterretjes voor mijn
oogen, daarop eene dikke duisternis om
mij heen, en viel toen opnieuw in on
macht.
Het geluid van eene stem die mij niet
alleen bekend, doch zelfs dierbaar was,
bracht mij het eerst tot bewustziju terug
en langzaam opende ik de oogen Om het
gelaat van May te ontmoeten.
«Zij is beter, ja veel beter," riep zij
met ov rluiging tegen iemand die achlei
mij stond, en met een plotseling opkomend
voorgevoel bewoog ik mij zachtkens zoo
veel, om te kunnen zien wie mij onder
steunde. Het was op den arm van mr.
Temple dat ik leunde. Een gloeiende
blos overtoog mijn gelaat, ik trachtte
mij uit zijn arm los te maken, doch hij
hield mij tegen.
«Beweeg u niet, miss Teuton," zeide
hij, mij tegelijkertijd zoo vroolijk en
vriendelijk aanziende, dat zijn gelaat
daardoor verhelderde, de schoonheid er van
nog verhoogde, «gij zult niet lang op
het rijtuig behoeven te wachten." De
schitterende oogen daarboven mij niet
voor de tweede keer durvende te ont
moeten, keek ik May, die nog steeds
naast mij zat, en mij met mijn breed
gerariden hoed bij wijze van waaier ver
koelde, vragend aan.
Zij antwoordde mij op myne stilzwij
gende vraag dat er een man in het
bosch aan het houthakken was, en dat
oom Hugh hem op zijn paard had laten
stygen, om zoo spoedig mogelijk naar
huis te rijden.
Ik sloot rnyn oogen en wachtte.
Langzamerhand hoorde ik duidelyker het
gemaa van ecu iijiuïg in de verte; ver
volgens voelde ik dat mr. Temple mij
in zijn armen ophief zonder acht te geven
op den zwakken weerstand dien ik bood,
en mij uit de ruine droeg in het eigen
rijtuig zijner moeder, dat op den weg
gereed stond.
De week welke op dien dag volgde
was eene zeer gelukkige voor mij, hoe
wel ik haar als een opgesloten gevangene
in mijne kamer moest doorbrengen, en
dat nog wel op eene ongemakkelijke
canapé, daar het gebleken was dat inijn
schouder ontwricht en de enkel veizwikt
was door den val; maar toch eene ge
lukkige week, zooals ik zeide, want May
was mijne onvermoeide en zorgvolle ver
zorgster.
Mrs. Temple liet nimmer na om een
gedeelte van den dag in mijne kamer te
komen doorbrengen en iederen morgen
werd mij een frisch geplukten ruiker ge
bracht, van zeldzame en schoone bloemen,
door den heer van Monkswood zelf. Hoe
lief de knoppen en bloesems daar buiten
om mijn ramen bloeiden en tietden, kan
ik niet half genoeg zeggen, doch wel dat
zij mijne ziekenkamer zoo opvroolijkten,
dat ik haat zeer ongaarne veiliet, toen
ik rnij zulks op zekeren mo gen moest
laten welgevallen en mij gebracht zag in
eene andere, naast de mijne.
Ik schikte mij echter spoedig in dat
nieuwe verblijf, en lag stil en gelukkig
voor het open venster naar buiten te
staren, gekoesterd door de morgenzon
en verkwikt door eene heerlijke koelte
die door myn haar speelde, toen een
licht tikken op de deur mij deed opzien.
«Klopt eo u zal worden opengedaan,"
hoorde ik May vroolijk roepen.
De deur werd dan ook geopend, en in
plaats van den bediende die ik verwachtte,
verscheen mr. Temple op den drempel.
Ik geloof dat ik eene kleur kreeg, wol
tot onder mijn haar, toen hij naai mij
toekwam, en tegen May zeide, terwijl hij
den ruiker voor mij op tafel legde die
ik reeds gemist had
«Wel kleine zuster van liefdadigheid,
gij ziet er waarlijk bleek uit, gij moest
eens een wandeling in den tuin gaan
maken, beschouw mij nu eens als uw
plaatsvervanger en laat mij voor een
oogenblik miss Teuton ook eens oppassen,
ik heb haai toch ook iets te vertellen,
er. dus kunt gij nu wel eens gaan wan
delen hoor, mijn beste May."
De slimme May liet zich dal niet voor
de tweede keer zeggen, doch blies al
heel spoedig den aftocht, waardoor echiei
mijne gejaagdheid niet verminderde.
Nauwelijks was zij verdwenen af mr.
Temple knielde naast inij neder, strekte