NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
i\o. 82.
Zaterdag 12 October 1895.
Vier -eiï-iwiutigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG ES ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
F euilleton.
BANJAERT.
AMERSFOORTSCHE COIRANT.
VOOR
a b 0 n n e m entsp rij si
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Eindelijk is het bericht officieel be
vestigd, dat de hoofdstad van Madagas
car, Antananarivo, door de Fransche
troepen op 31 September j.l. bezet is
geworden. Tot gouverneur der stad is
benoemd generaal Metzinger, bevelhebber
der voorhoede. Nadat generaal Duchesne
de stad had bezet ging hij onmiddellijk
over tot de onderhandelingen aangaande
de vrede. De grondslag is deze, dat
koningin Ranavolo hare rechten op den
troon zullen blijven gehandhaafd, doch
onder voorwaarde, dat zij Fiankrijks
protectoraat over Madagascsr niet alleen
in naam maar ook in daad zal erkennen.
Dat men te Parijs over deze berichten
in de wolken is, behoeft voorzeker wel
geen betoog.
Niet zoo gunstig zijn de berichten,
welke men van het eiland Kreta hoort.
Naar men weet klagen de Christenen
steeds over de mishandelingen welke zij
te verduren hebben en hebben dienten
gevolge de hulp der Grieksche regeering
ingeroepen. Deze mogendheid schijnt
echter niet veel lust te hebben, zich
hiermede te gaan bemoeien, doch een
goede raadgeving ten beste kon er wel
van af. Deze raadgeving luidt dat de
Christenen zich rustig moesten houden,
wijl het vooruitzicht op de verwezen
lijking hunner idealen nog altijd moet
dagen.
Ook te Constantinopel is en blijft de
toestand kritiek. De Porte heeft, in te
genstelling met de vele wijd uiteenloo-
pende berichten der Engelsche bladen,
handelend over de mishandelingen die
de Armeniërs te verduren hebben, een
manifest uitgevaardigd dat luidt als volgt:
»Het is zeer begrijpelijk, dat de inwo
ners ongerust zijn ten gevolge van hetgeen
onlangs hier is voorgevallen, omdat toen
feiten zijn voorgekomen, welke in strijd
zijn met het algemeene rechtsbewustzijn.
Ten einde de orde te herstellen, zijn
nu alle mogeljjke voorzorgsmaatregelen
genomen. Zoowel over dag, als gedurende
den nacht doen patrouilles de ronde,
bestaande uit soldaten, gendarmen en
politieagenten.
Zij, die voortgaan met het verspreiden
van onjuist en ongunstige berichten, zullen
volgens de wet ten strengste gestraft
worden. Verder wordt nog ter openbare
kennis gebracht, dat er niet de minste
oorzaak bestaat tot ongerustheid en dat
ieder veilig zijn zaken kan hervatten."
Lord Salisbury blijft zijn eisch hand
haven wat aangaat de verlangde her
vormingen in Armenië. De Standard
meldt, dat in een nota, ingediend door
de gezanten van zes groote mogendheden,
de eisch wordt gesteld, dat de Sultan
zoodanige maatregelen neme, dat de
openbare rust in Constantinopel verze
kerd is. Verder wordt verlangd, dat de
Armeniërs welke in gevangenschap zijn
op vrije voeten worden gesteld en eene
commissie wordt benoemd, welke een
onderzoek zal instellen in zake de jongste
ongeregeldheden.
Van den toestand op het eiland Cuba
wordt door den correspondent der Times,
die de provii.cie Santa-Clara doorkruist
heeft, het volgende gemeld:
«De verbittering tusschen de Spanjaar
den en de Cubanen wordt steeds erger,
maar toch, ofschoon het aantal der op
standelingen in de provincie Santa-Clara
aanmerkelijk is vermeerderd, zie ik niet
in, hoe het hun mogelijk zal wezen een
ernsligen aanval te beproeven legen de
Spaanscbe troepen, tenzij hun een vol
doende voorraad wapenen en amunitie
wordt verstrekt."
Te oordeelen naar mijn gesprek met
maarschalk Martinez Cumpos en de alge
meene verdeeling der Spaansche troepen,
geloof ik, dat eene algemeene militaire
bezetting van het eiland noodig wo.dt
geacht, niet alleen nu, maar ook vooi
het volgende jaar. De suikerplanters in
Santa-Clara veikeerenin onzekei beid, hoe
het met den oogst zal gaan. Indien de
oogst verloren gaat, zal menige planter
geruïneerd worden. De leiders van den
opstand bedreigen de planters met ver
nieling van den oogst, indien zij hun geen
bijdragen geven lot bestrijding van de
uitgaven, welke de strijd tegen de Span
jaarden eischt."
Verder moet volgens de correspondent,
maarschalk Maitinez Campos zeer onte-
vi eden zijn, wat aangaat de houding der
Vereenigde Stalen, welke niet helet, on
danks belofte, dat Cuba uit Noord-Ame-
rika versterkingen ontvangt.
Wat de Italianen in Oost-Afrika be
treft hiervan wordt gemeld, dat generaal
Baratiere van Adigrat is opgerukt en An-
lalo heeft bereikt, waar hij echter geen
spoor vond van Ras Mangascha's strijders.
Wellicht zal hij nu verder gaan om op
hun spoor te komen.
Wat verder de jongste Septemberfees
ten aangaat en waartegen Paus Leo XIII
een piotest uitgevaardigde, wordt door het
Italiaansche blad Biïorma staande ge
houden, dat bij de viering dier feesten
niets is geschied wasidoor de paus zich
beleedigd zou hel ben gevoeld. Van eene
vijandige demonstratie legen de kerk
zegt dit blad nkan geen sprake zijn."
Door den Raad der gemeente Buren
is in beginsel besloten aan de hh. J.
Holland en Co., te Rotterdam, concessie
te verleenen voor den aanleg van een
tram van Tiel over Buren naar Kuilen
burg.
De begrooting over het jaar 1896 werd
in ontvangst en uitgaaf vastgesteld op
f 15,138 83.
Een adres van de hoofden van scholen
om verhooging hunner jaarwedden werd
van de hand gewezen.
MiddeD-EnropeeBClie tijd.
Naar de N. R. Ct. nader verneemt,
zou het in de bedoeling der regeering
liggen hel tijdstip van invoering van den
Midden Europeeschen tijd te bepalen op
Mei 1896, opdat dit samenvallen met den
aanvang van den aanstaarden zomerdienst
der spoorwegen.
Utrecht is eer.e nuttige instelling
rijker geworden. Gesteund door invloed
rijke ingezetenen is er eene Huishoud
school opgelicht. Wat ze beoogt blijkt
uit onderstaand prospectus, ons door
de directrice toegezonden en hetgeen
wij gaarne een plaatsje gunnen, wijl er
wellicht onder onze lezeressen enkelen
zullen gevonden worden, die hiervan
willen profiteeren.
De Utrechtsche Huishoudschool stelt
zich ten doel:
Meisjes uit den arbeidersstand, die de
lagere school verlaten hebben, te vormen
tot degelijke dienstboden en huisvrouwen
Dienstboden te leeren koken, stiijken en
de wasch behandelen
Vrouwen en meisjes uit de volksklasse te
te leeren de volkskeuken op de eenvou
digste, zuinigste en meest gezonde wijze
te bereiden, overeenkomstig de middelen
onder haar bereik
Aan jonge dames de gelegenheid te ver
schaffen, zich te bekwamen in de theo
retische en practische kookkunst, alsmede
in die aanverwante vakken, waarvan de
kennis voor iedere huisvrouw ran belang is.
Zij tracht dit doel te bereiken
Door de instelling van eene VOLKS
HUISHOUDSCHOOL, met tweejarigen
cursus.
Onderwijs in deze school zal gegeven
worden op Maandag, Dinsdag, Donder
dag en Vrijdag van 9'/, 12 en van
l1/, 4 uur en op Woensdag en Zater
dag van 912 uur in de volgende
vakken: Koken (Volkskeuken), Voedings
leer, Warenkennis, Huishoudkunde (Boek
houden), Wasschen, Vouwen, Mangelen,
Strijken, Naaien, Knippen, Mazen, Stop
pen, de beginselen van Gezondheidsleer
en Ziekenverpleging, Lezen Schrijven en
Rekenen.
In het eerste jaar zal gemeenschappe
lijk onderwijs gegeven worden, terwijl in
het tweede jaar rekening zal worden
gehouden met den aanleg van ieder
meisje, naarmate het zich wenscht te
bekwamen voor linnen-, werk- of keuken
meid.
De school is toegankelijk voor meisjes
van iedere gezindte, die den leeftijd van
12 jaren bereikt en de lagere school
afgeloopen hebben.
Geen meisje wordt toegelaten zonder
getuigschrift van het hoofd der school,
dat zij het lager onderwijs met vrucht
genoten heeft.
Het leergeld bedrsagt 25 ets. per week,
terwijl het bereide maal op de school
mag worden genuttigd.
Bij het verlaten der school zal aan de
leerlingen, die met vrucht het onderwijs
genoten hebben, een getuigschrift worden
uitgereikt. Het bestuur stelt zich voor,
ook daarna met de oud-leerlingen in
betrekking te blijven door middel var.
getuigenboekjes, waarin de werkgeefster
zal veizocht worden op te teekenen, hoe
het meisje zich in haren dienst gedragen
heeft en welke de redenen zijn van haar
eventueel ontslag. Deze getuigenboekjes
zullen berusten tij bet bestuur en ter
inzage liggen voor de werkgeefsters.
Door het geven van verschillende cur
sussen, als:
Kookcursus voor dienstboden, Cursus
voor dienstboden in strijken en behande
len der wasch, Kookcursus voor jonge
dames, Kookcursus voor minder gefortu
neerde jorge darnes, Kookcursus voor
getrouwde dames, Cursus voor jonge da
mes in strijken en behandelen der wasch,
Cursus voor minder gefortuneerde jonge
dames in strijken en behandelen der
wasch, Cursus voor Zieken- en Wijkver
pleegsters (voornamelijk tot bereiding der
Volkskeuken).
Men kan zich aanmelden tot het volgen
der cursussen of tot deelneming aan den
dagelijkschen disch, schriftelijk of monde
ling, bij de directrice Mejuffrouw E. A.
Westendorp Plompetorengracht No. 14.
Vóór 15 November 1895 melde men
zich aan bij Mevrouw Muller Lulofs
Maliebaan 17, 's morgens tusschen 11
12 uur.
Het spreekuur der Directrice is iederen
Dinsdag van 2 4 uur. Op dien dag
is er ook gelegenheid de school te be
zichtigen.
Een «cliadelljk avontuur.
Op den straatweg vau Zwolle naar
Deventer werd Dinsdagavond, bij Windes-
heim, de mandenmaker G. Dekker, uit
Wijhe, door een man, met wien hij voort-
wandelde, om zijn horlogesleuteltje ge
vraagd. Toen hij dit uit zijn portemo-
naie wilde halen, werd hem die eensklaps
ontrukt.
De dief vluchtte, doch de bestolene
haalde hem in, en een hevige worsteling
volgde. Eerstgenoemde wierp Dekker iets
in de oogen, misschien zand hij kon nu
niets meer zier. en stond aan den weg
luid om hulp te roepen. Toen deze ver
scheen, was de dief met de portemonnaie,
welke f275 aan bankpapier bevatte, ver
dwenen.
Eene zeldzame vondst-
Onder Hoeven (N.-B.), nabij wachtpost
18, ter plaate »de Zeggen", heeft men
bij het graven heiden die, diep in het
zand een schip gevonden. Het schip is
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
door
29) A. J. C. KREMEK.
Zjj dacht dat zij toch nu haar
kwaal wel te boven zoude komen en
rust vinden voor hare ziel, en ge-
loovig en goed kind van den hemelschen
Vader, die haar, dat vertrouwde ze, al
hare beproevingen toestond, omdat Hjj
haar liefhad en zeer zeker met een lief
derijk, schoon voor haar niet te raden
doel, zocht zij troost déar, waar deze
voor haar te vinden was, en waar zij
die ook minigmaal gevonden had, en
daardoor geschiedde het, dat Comelie
Kneppers dien dag wel dieper gebogen
werd in ootmoed, maar ook oneindig
verheven boven de vele stervelingen, die
gewoon zijn beneden te zoeken wat bo
ven gevonden wordt.
Toen de oude heer wakker werd was
hij, even als bjjna altijd, in eene slechte
luim en vooral Comelie had dien avond
een zware taak, maar toch gaf het haar
afleiding, al was deze ook ver van aan
genaam en toen het rustuur voor den
ouden man verschenen was helaas,
zijne ziekte was, dat hij teveel rust aan
zijn lichaam en geest gegund en niet
gearbeid had maar gemijmerd toen het
nog dag voor hem was en zij met
hare moeder nog alleen eenigen oogen-
blikken de kalmte van den voornacht
konde genieten, volbracht zij den plicht
tegen welken zjj lang had opgezien en
ontlastte haar hart volkomen in dat van
hare goede moeder.
Cornelie was niet achterhoudend, maar
zij had in den regel geene geheimen of
deze waren van bijna kinderachtigen aard.
Dat zij tot nu toe hare moeder niets
had medegedeeld van haren gemoedstoe
stand, vond dan ook geene andere oor
zaak dan in de eerste plaats in maag
delijke schuchterheid, daar zij vreesde
dat zij in de oogen harer moeder op
zulk een teeder punt zich aan iets od-
waardigs had schuldig gemaakt en ver
volgens daarin, dat zij beducht was het
leed der goede vrouw nog te zullen ver-
grooten. Maar thans had zij vast be
sloten haar geheele hart open te leggen
aan hare natuurlijke en beste raadsvrouw,
en zij deed het zoo volkomen als van
hare onschuld en argeloosheid te ver
wachten was.
Mevrouw Kneppers was innig bewogen
toen ze de treurige geschiedenis van hare
dochter vernam en nadat zij eerst lucht
gegeven had aan hare verwondering en
haar mededoogen, ging zij, practische
vrouw die zij was, over om te beramen
wat in de tegenwoordige omstandigheden
wel de beste weg zoude zijn om Cornelie
hare gemoedsrust en daarmede hare ge
zondheid terug te bezorgen. Zij dacht
dat Cornelie het verstandigste zoude han
delen, met voor eenigen tijd zich uit het
dorp te verwijderen; zij had afleiding
noodig die zij te huis niet vinden konde,
ze moest in den vreemde nieuwe men-
schen zien en leeren kennen en in on
bezorgdheid eene uitspanning genieten
met welke zjj tot nog toe niet anders
dan bij name had kennis gemaakt.
Wij hebben gezegd dat de finantiën
der familie in den laatsten tijd in bete
ren staat dan ooit verkeerd hadden, en
dat maakte de uitvoering van het plan
minder bezwaarlijk. Cornelie's spaar
potje zou er wel aan moeten gelooven,
maar zij kon het nooit beter besteden.
Maar er waren andere bezwaren. In
de eerste plaats moest de oude heer zijne
toestemming geven. De moeder meende
deze wel van hem te zullen verwerven
wanneer zij zijne eerzucht aanvuurde,
de noodzakeljjkheid betoogde, d&t Cor
nelie eens eene andere streek bezocht
en, als het niet anders kon, daardoor
het voorgestelde doel bereikte, dat zij
hem voorstelde Cornelie te vergezellen.
Dit laatste besluit lachte beide vrouwen
toe daar zij 't niet onmogelijk achtten,
dat een uitstapje ook gunstig op hem
zoude werken.
Nadat dit besloten was, wenschten
moeder en dochter elkander welgemeend
een goede nachtrust, hoewel beiden over
tuigd waren dat zij dien nacht niet veel
slapen zouden. Maar zij waren beide
sterker toegerust geworden tot den kamp
des levens door het vertrouwen en de
liefde die thans wederkeerig nogmaals
zoo zonneklaar aan het licht gekomen was.
Den anderen dag geschiedde de aanval
van mevrouw Kneppers op haar gemaal.
Zij wist aan welke zijde haar man moest
aangevallen worden, en volgens haar plan
begon zij met het talent van hare doch
ter als schilderes te prijzen, waarbij zijne
ijdelheid niet weinig gestreeld werd, daar
hij meende dat zij het zonder zjjne hulp
en terechtwijzingen nooit zoover in het
vak zoude gebracht hebben. Daarna be
jammerde zij het, dat Cornelie hier zoo
achteraf haar leven moest doorbrengen
in eene buurt, waar het geheel en al
aan Maecenassen ontbrak en meende,
dat, zoo de kenners en liefhebbers beter
in de gelegenheid waren hare dochter
te leeren kennen, deze weldra bij grooter
naam veel meer geld zou kunnen ver
dienen, 't geen de ex-luitenant, die nog
niet begreep waarheen men hem voeren
wilde, volkomen beaamde, terwijl hij zijne
gal uitstortte over de kladschilders, die
door intrigues de wezenlijk verdienste
lijke kunstenaars achteruit drongen, ter
wijl hij tevens zijne ontevredenheid lucht
gaf over het dorp en de dorpelingen en
zich beklaagde, dat hij en zijne familie
genoodzai kt waren hun leven in zulk
een achterhoek door te brengen. Daarna
kwam mevrouw Kneppers met haar voor
stel voor den dag om Cornelie voor een
paar weken naar Kleef of Dusseldorff te
laten gaan, waartegen hij het bezwaar
opperde dat het zooveel geld kostte. Toen
dat uit den weg geruimd was door de
mededeeling dat Cornelie de kosten wel
zou kunnen betalen uit bare spaarpen
ningen en dat het geld, aan deze reis
besteed, slechts moest beschouwd worden
als uitgezet; dat liet bovendien voor bare
gezondheid zeer goed zoude zijn, dat ze
eens een uitstapje maakte, wendde de
oude man het op een anderen boeg, en
zeide zuchtende, dat het voor zijne ge
zondheid ook wel goed zoude zijn er eens
uil te gauu, maar dut hij het om het
geld liet en dat buitendien Cornelie ook