NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND BANJAERT. No. 91. Woensdag 13 November 1895. Vier-en-twintigste jaargang. verschijnt woensdag en zaterdag. BUITENLAND. BINNENLAND. F euilleton. AMEISFIOBTSCHE CODBANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.—Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Over het algemeen wordt de redevoe ring, welke Lord Salisbury by het Lord Mayors banket gehouden heeft, door de Engelsche tijdschriften in een gunstig daglicht gesteld. De indruk welke deze redevoering heeft gemaakt, wordt door denLondenschen correspondentderFVank- furter Zeilung aldus weergegeven: •Lord Salisbury's rede vindt hier, voor zoover nu bekend, algemeene instemming. Men hoopt, dat de verklaringen van den Premier in geheel Europa een geruststel lenden invloed zullen hebben en een einde zulleD maken aan de zenuwachtige spanning die gedurende de laatste weken overal heerschte. Immers, uit Lord Salis bury's mededeelingen blijkt, dat tusschen alle Europeesche mogendheden volkomen overeenstemming bestaat betreffende het geen ten opzichte van Tuikije moet worden gedaan. Lord Salisbury's rede wordt hier alge meen in dezen zin opgevat, dat de mo gendheden hebben besloten sultan Abdoel Hamid af te zetten, indien hij mocht blijven weigeren gehoor te geven aan de eischen, welke door de Europeesche re geeringen zijn gesteld, maar het Turksche Ryk in zijn teger-woordigen staat in stand te houden, daar eene ontbinding van Turkije niet kan geschieden, zonder dat daardoor de Europeesche vrede in ernstig gevaar wordt gebracht." De Mogendheden van Europa zijn het hierover eens, dat men vooreerst niet mag, ;noch kan overgaan om Turkije te verbrokkelen,doch zij koesteren de wensch, dat orde en rust zullen worden hersteld in het rumoerige Armenië. De taak om ongeregeldheden het hoofd te bieden komt natuurlijk rechtstreeks toe aan den bestuurder des rijks Abdoel Hamid, doch in hoeverre deze hierin zal slagen kan men nog niet met zekerheid zeggen. Wanneer echter onkunde en machteloosheid zouden blijken zoo zal men desnoods het bestuur aan een ander moeten overgeven, die meer wilskracht en doorzicht aan den dag legt. Men kan aannemen, dat vooreerst nog wel geeDO twisten van ernstigen aard den Euro- peeschen politieker) hemel zullen bercren, doch zoodra het Turksche rijk in duige zal vallen, zullen natuurlijk de groote mogendheden aanstonds bij de hand zijn om zich ieder een deel van het nu reeds stuiptrekkende Turkije toe te eigenen. Italië heeft nog steeds de handen vol werk in de kolonie Erythraca en het is te voorzien, dat het vooreerst nog niet aan eene eindbeslissing behoeft te denken, daar Koning Menelik en Ras Magascha voornemens zijn een geduchte aanval op de Italianen te wagen. De Italianen be vinden zich nog steeds in hunne versterkte stellingen te Adua en zullen zich dus op een aanval moeten voorbereiden. Wat Cuba aangaat hieraangaande heeft men te Madrid de tijding ontvangen, dat er eenige schermutselingen tusschen Cuba nen en Spanjaarden hebben plaats gehad, doch dat deze weinig te beteekenen had den. Ook is het gerucht in omloop dat er oneenigheid is ontstaan tusschen den minister-president Canovas en maarschalk Martinez Campos, doch dit gerucht is gesmoord geworden, daar het van hooger hand officieel is tegengesproken, ja zelfs gezegd is geworden dat de regeering en Martinez Campos volmaakt overeenstem men in datgene wat er nog op Cuba te doen staat. Wederom is er eene politieke quaestie van de baan: namelijk de moeielijkheid, welke er bestond tusschen China en Japan aangaande de ontruiming van hel schier eiland Liao-Tung. Een telegram uit Peking meldt dat het tractaat onderteekend is, waarbij ook nog het bedrag werd bepaald van de afzon» derlijke schadeloosstelling welke den Ja panners toekwam voor het teruggeven van 't schiereiland aan China. Aan de orde blijft nu nog een tractaat tusschen de mogendheden Rusland en China aan gegaan, Er is echter nog niets bekend. HH. MM. de Koninginnen moeten voornemens zijn, den 2Öen November van het Loo naar de residentie te vertrekker. Vermoedelijk zullen HH. MM. in 1896 het paleis Het Loo niet betrekken, doch dat jaar grootendeels op Soestdijk verblij ven, wegens het verrichten van eenige werkzaamheden op Het Loo, alwaar dan tevens nieuwe stallen met bijgebouwen voor het stal-departement gebouwd zullen worden, Door het voortdurend verminderen van het grof wild op de Veluwe, is men thans bezig met het afsluiten van de jachtterreinen van het koninklijk domein Het Loo." Dit werk zal gedurende het barre jaar getijde aan velen werk verschaffen, als men tedenkt dat er vele duizenden palen 2 M. hoog en op 3 M. afstand van elkan der noodig zijn, terwijl deze door gaas verbonden worden. De eigenaars der omliggende gronden zijn zeer ingenomen met den maatregel, welke voorkomt, dat hun aanplanting vernield wordt. Jachtliefhebbers wier veld bevolkt werd van het koninklijk domein, zijn natuurlijk anders van oordeel. Blijkens een in het Hdbl. voorko mende becijfering, zijn de reeds voormelde kilometerboekjes, welke door de Staats spoorweg-Maatschappij worden ingevoerd, niet voordeeliger bij reizen heen en terug over groote afstanden; maar wel voor deeliger bij groote afstanden enkele reis en voor alle kleine afstanden. De stropdas. Wat is een stropdas? Een kleeding- stuk als men het zoo noemen mag gehaat by de infanterie; uit een hygiënisch oogpunt niet te verdedigen een halsbeschermer uit de dagen van Olimeen voorwerp, dat bij een gewicht van 3 D. G. heel wat op zijn geweten heeft: onaangenaamheden, standjes, straf. Dit alles herinnert het Militair Week blad, dat een poging doet om er voor in de plaats te krijgen een dasje, vastge hecht aan de binnenzijde van den kraag, aan het eene eind en aan het andere met knoop met knoopsgat. Drie voor deden zijn er aan verbonden het kl-edt goed, voorkomt onaangenaamheden en straffen en is financieel voordeelig voor het Rijk. Daar zijn", zegt het blad, »van die kleine grieven die langs zoo gemakkelij- ken en in den regel voor het Rijk en ook voor het individu voordeeligen weg kunnen worden weggenomen en telkens verdwijnt dan het motief tot een zooge naamd mopperen, en werkt dan mede tot een goeden militairen geest, dien men in tijd van oorlog zoozeer behoeft, maar die dan ook in vredestijd moet gekweekt worden". De Tweede Kamer en de Schutterij. Uit het voorloopig verslag van het onderzoek der begrooting van het Depar tement van Binnenlandsche Zaken blykt, dat in de afdeelingen door sommige leden is aangedrongen op hervorming of af schaffing van de schutterij, waaraan vol gens deze leden, volkomen zonder nut tijd en geld der natie worden verspild. In verschillende afdeelingen werd ge wezen op ergerlijke gevallen van insu bordinatie en van met goede krijgstucht strijdige gedragingen van leden der schut terij, welke feilen evenwel niet onder de strafbepalingen dei schutterijwei vie len, omdat zij noch gedurende den dienst noch ter gelegenheid van dienstzaken ge pleegd waren. Dit werd een leemte dier wet genoemd, die, ook in afwachting van meer ingrijpende hervormingen, be hoorde te worden aangevuld. Trouwens het geheele strafstelsel der schutlerijwet werd onbillijk en ondoelmatig geacht. De vermogende lieden kunnen zich aan hunne verplichtingen onttrekken door de boete te betalen. Bij niet-betaling der boete wordt provoost-arrest opgelegd, doch hieruit kan de in airest gestelde zich oumiddellijk doen ontslaan door het leveren van een bewys van onvermogen tot betaling. Feitelijk heeft men dus alleen eene straf tegen de middelklasse, voor wie het betalen der boete wel zeer bezwarend, doch niet onmogelijk is. Eene dergelijke regeling veroordeelt, naar deze leden meenden, zich zelve. Andere leden, hoewel het aangevoerde beamende, wezen er op, dat de com mandanten der schutterijen, zich in som mige gevallen onbevoegd achtende eene stral krachtens de schutlerijwet op te leggen en de competentie van den schut tersraad in twijfel trekkende, wel eens over het hoofd zien, dat sommige feiten, waarover geklaagd wordt, bijvoorbeeld beleediging buiten den dienst, onder het gewone strafrecht vallen, en dus door den officier van justitie kunnen worden 37) OORSPRONKELIJKE NOVELLE DOOR A. J. C. KREMER. {Slot.) De beide dames schenen bestemd dien ochtend van de eene verbazing in de andere te vallen. Toen zij in de gezel schapszaal kwamen klonk haar het spaar zame luide gelach van den luitenant tegemoet, Wat was dat Daar zat hij in een druk gesprek gewikkeld met den heer van Kiezelbeek. Hy had zich ge amuseerd, had hy het lang uitblijven van vrouw en kind niet eens had opgemerkt. •Dat moet gij hooren I" riep by beide tegemoet. »'t Is ora te gieren van lachen. Die goede jonker 1 Wat heeft men hem beet gehad 1" Moeder en dochter keken elkander verbaasd aan. Wat is er met den jonker?" vroeg mevrouw Kneppers, terwijl Cornelie bleek werd als de maan by regenachtig weder. »Wel, het kind is weg. De moeder heeft het gehaald't was het kind van den strooper, met wien de jonker die fameuse affaire heeft gehad. Haar man was naar Pruisen gevlucht, waar hij na eenige maanden te hebben rondgezwor ven te Essen vast werk heeft gevonden. Toen hij wegging liet hij zijne vrouw in gezegende omstandigheden achter zeg daar, s'tl vous plait, gezegend van en sprak met haar af, dat zij het kind, als het kwam, bij den jonker te vonde ling zou leggen en dezen met de kosten der verzorging belasten, totdat hij in staat zou zyn haar bij zich te laten ko men. Vrouw Smit zocht nu een dienst in de stad, die zy korten tijd voor hare bevalling verliet om zoodra deze voor spoedig was afgeloopen en zij het gast huis kon verlaten, het kind op het huis ter Heide te vondeling te leggen. Daarna ging zij in een minnedienst, maar bleei er niet lang, want het ging haar man goed te Esschen en nu heeft ze op reis derwaarts het kind heimelyk bij vrouw Zoethout weggehaald, justitie en politie in rep en roer gebracht, en zit thans hoog en droog met man en kind in vei ligheid." »Zoo is het," zeide van Kiezelbeek, >ik zelf ben te Essen geweest en maak nu van de gelegenheid gebruik dat tk toch uit ben, om een paar dagen hier door te brengen. Ik heb naar den burgemeester en den jonker geschreven hoe ik de zaken bevonden heb en ook naar notaris van Veenwijk," dacht hij er by; maar dat zeide hij niet. »'t Is de croustilleuste geschiedenis die ik ooit gehoord heb," meende de luite nant »en dat iedereen den jonker ver dacht; in den grond is hy toch een doodgoede, brave kerel; ik heb woorden met hem gehad, maar dat zal wel weer bijgelegd worden." Wat zal men hem plagen," lachte van Kiezelbeek, iwant ik geloof waar lijk dat hij op het laatst er zelf aan be gon te twijfelen of het kind niet van hem wasiedereen geloofde het ook." Behalve ik," zei mevrouw Kneppers, die nu voor het eerst een woord mee sprak, »en nog een paar anderen maar weet gij dat de jonker hier is?" Wat, de jonker hier?" vroeg de luite nant verbaasd. De heer van Kiezelbeek was niet verbaasdhij vermoedde het. Wij hebben hem dezen morgen ge zien en gesproken, even maar hij zeide dal hij bij Maywald logeerde en dat hy van middag hier kwam eten." «Dal treft uitmuntend," zei de heer Kneppers, dan kunnen wij hem het Dieuws mededeelen dat hij zeker nog niet weten zal zou hij wel?" >Dal kan onmogelyk," zei de secre- want mijne brieven kunnen niet aan hunne adressen be- tarts, voor zorgd worden. >En nu ga ik den jonker even opzoe ken," ging hij voort en hoop u aan tafel weder te ontmoeten. Dien middag werd vrede gesloten tus schen den luitenant en den jonker. De heer Kneppers had het genoegen met Banjaert en van Kiezelheek een glas champagne te drinken en eene fijne ha- vannah te rooken nadat het diner was afgeloopen. Daarop verscheen Toon met het rijtuig van den »ryken hollandschen baron" voor de deur, hij had gezorgd voor een paar fraaie bouquetten voor de dames en alle gingen een toertje maken in den omtrek. De zon gaat dagelijks op voor goeden en slechten, over gelukkigen en onge- lukkigen, over tevredene en ontevredene menschen maar dien dag ging zij onder, terwijl twee gelukkige stervelingen haar zagen verdwijnen aan de kimmen, daar waar hun vaderland hun huis, hun toe komst lag. De luitenant zat voor zijn glas meiwijn en rookte en staarde voor zich heen naar de blauwe wolkjes, die hy uit zyn geurige sigaar liet opstijgen. Hij maakte allerlei plannen voor de toekomst en hoe hy door zijne econo mische en administratieve kennis den vervolgd, indien die feiten ter kennis van dien ambtenaar worden gebracht. Tel. Een navolgenswaardig voor beeld. Door het gemeentebestuur van Breda is aan H. M. de Koningin-Regentes een adres gericht, waarin verhooging wordt gevraagd van het rijkssubsidie voor het middelbaar onderwijs in die gemeente. Het gemeentebestuur vestigt tevens de aandacht op hel feit, dat reeds in 1885, toen Breda nog geen 20.000 zielen telde en de gemeentelijke H. B. school door ruim 50 leerlingen bezocht werd, reeds een gelijk subsidie als thans werd ver leend, en acht het billyk. dat het bedrag van dit subsidie eenigszins gelyken tred houdt met het toenemend zieleDtal en de uitbreiding van het onderwijs. Klopjachten ln Eemland. Door jhr. Bosch van Drakestein is op zyn goederen in de omstreken van de Vuursche een klopjacht gehouden. Buit gemaakt werden 174 konijnen, 10 hazen en 10 houtsnippen. Op het landgoed Prins Hendrik", oord van den heer A. Boissevain, werd mede een klopjacht ge houden, waarby bemachtigd werden 170 konynen, 9 hazen, 3 fazanten en 1 hout snip. Een verdwaalde vogel. Een jachtliefhebber te Winterswyk kwam gisteren op eenigen afstand van het dorp een hem geheel vreemden vogel tegen. Het beest liet zich met de hand grijpen; misschien was het door een lange reis uitgeput, want van verwonding was niet9 te ontdekken, en het dier is tot op dit oogenblik een halven dag na de vangst nog in leven en oogenschijnlijk gezond. De directeur der Rijks H. B. School te Winterswijk determineerde den vogel als Tetrao bonatia (hazelhoen), een soort, behoorende tot de familie der ruigpoot- hoenders, in Nederland vertegenwoordigd door het korhoen. Het hazelhoen is echter niet inheemsch en bewoont als standvogel de bergwouden van Noord- en Middel-Europa, van de Alpen tot aan den Noorder-Poolcirkel. In geheel Engeland, Denemarken, Noord- Duitschland en Nederland komt het ha zelhoen niet voor. En daar, naar het schynt deze hoendersoort nog nimmer in ons vaderland werd aangetroffen, zal deze vondst ongetwijfeld de aandacht der ornithologen trekkeD. jonker van veel nut zou kunnen zijn, en genoot, als hij bedacht hoe hy het eigenlijk was geweest die zjjne dochter aan zulk eene goede party had geholpen, en zijne vrouw zat naast hem met hare handen gevouwen in haren schoot en dankte in de volheid des harten God voor het geluk dat haar in hare kinderen geschonken was want zy wachtte haar zoon den officier, die met verlof op zijn terugreis was, en ieder dag de be noeming van den aDderen, en daar daar zaten hand in hand, en wisselden samen iiefelijke woorden en hartelijke ontboezemingen hare eenig geliefde, ta lentvolle en zorgende dochter, haar oog appel en den geliefde haars harten daar zat zij, die na jaren van kommer en zorgen, binDen korten tijd de gelukkige gade zou worden van den eenvoudigen maar braven en in zijn kring geachten en naar verdiensten geëerden land edelman.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1