NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT EN GELDERLAND
No. 1.
Woensdag 1 Januari 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
Oudejaarsavond.
F euilleton.
X és
4MIRSFOOHTSSHÏEIÜ2ÜIT.
VOOR
abonnementsprijs:
P«r 3 maanden f 1.—Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken:en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Adrertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letterB en vignetten naar plaatsruimte.
Tienmaal kwam de koekoek, uit de
ouderwetsche klok, .om zijn eentonig
„koekoek" te doen hooren, dat weerklonk
door de groote keuken, waar Bet en Sien
waren gezeten. Sien zat voor een ge
opende bybel; alles rond haar getuigde
van buitengewone zindelijkheid, de kope
ren kranen, 't fornuis, 't wit geschuurde
met een karpet bedekte vloertje, waarop
de sneeuwwitte tafel en gladde stoelen
geplaatst waren, alles was rein en net
Sien was een vrouw in de donkerste
helft der zestigeen fijne kornet, waarin
kantielje gouden bellen hingen, omgaf
haar dikke, grijze lokken. Zy las Bet
voor, doch plotseling staakte zjj 't lezen.
O! Bet, wat een weer, net als voor zes
jaar, fluisterde zij. Och God! ja, mur
melde Bet, dat arme kind. onze lieve
Emmy, 't Was noodweer, jachtsneeuw
en hagel wedijverden om den voorrang
wie 't felst de personen die zich op straat
b&ï"..dcr. in 't aangezicht sou kwetsen.
Sien deed de keukendeur open, de lucht
was pikzwart, men kon geen boom in den
tuin onderscheiden. Oogenblikkelyk sloeg
de deur toe door de wind, eenige sneeuw
en hagelkorrels in de keuken achter
latende. Ja, juist als voor zes jaar, her
haalde Sien zuchtend, pikzwart is de
lucht, maar in 't hart van meneer is 't
nog zwarter. Ja Sien, zeide Bel, ik heb
er al zooveel over getobd, maar ik kan
maar niet begrijpen dat meneer Heuvel
een zoo ernstig kwaad heeft gedaan, dat
men daarvoor zijn eenig kind verstoot.
Wel zegt Frans, die toch ook al twintig
jaar op het kantoor is, dat wat hy deed
zeer schandelijk is, ja, nog erger dan
diefstal, maar dat wil er by my niet in.
Jy kunt er niet zoo onder gebukt gaan
als ik zeide Sien, jjj bent hier pas twaalt
jaar, maar ikverder kwam ze
niet, die arme Mevrouw, 't hart breekt
me als ik haar aanzietoen begon ze
opnieuw Bet voor te lezen.
Mynheer Scheepmaker was een der
grootste assurantiemakelaars in Amster
dam. Hij was jong gehuwd, met'teenigst
kind van schatrijke lieden, nimmer had
hy geldelijke zorgen gekend. Hy was
algemeen geacht om zijn buitengewone
bijna angstvallige nauwgezetheid, en hoe
gaarne hy zjjn jongere broeders in 't
vak met raad en daad bijstond, wee hem
die in een weinig dubbelhartige zaak
met hem wilde te rade gaanhy zou
dit niet voor de tweede maal beproeven.
Sien was de kindermeid in 't ouderlijk
huis van Mevr. geweest en toen Mevr.
op haar achttiende jaar huwde, had haar
toenmalige meesteres Sien meegegeven,
om de jonge Mevr. zachtjes aan 't huis
houden te leeren. Als Mevr. in 't eerste
jaar van haar huwelijk danig aan 't
ravotten was met haar jonge man, durfde
Sien haar wel deugdelijk roepen om
lakens te rekken, en als Mr. 's avonds
binnen kwam en 't lieve leven begon
opnieuw, nam Sien stoutmoedig 't brei
of haakwerk en zeide: kom Mevrouwtje,
men kan niet enkel met pret door de
wereld. Mr. werd dan werkelijk knor
rig en zei, maar Sien, hoe heb ik'tnou
met je? Dan bewoog ze zich als een pron
kende pauw en antwoordde: Mr., Mevr's.
moeder heeft my noode laten gaan, maar
- j bad h jXgT llpvpnj Hon 7,ip.hvpl y
daarom, Mr. liet ze Sien meegaan, en ik
heb beloofd van de jonge Mevr. een
goede huishoudster te maken, en ik ben
gewoon myn woord te houden. Dan
zweeg Mr. en lachte haar op zyn vrien
delijkst toe. Zoo waren vier jaren voor
bijgegaan toen Sien, juist zes en twintig
jaar geleden, om twaalf uur binnenkwam
om „Nieuwjaar" te wenschen. Mr. ont
kurkte een flesch Champagne en bood
Sien een stoel aan. Sien, wjj beiden
achten ons verplicht, jou beste meid, 't
eerst deelgenoot te maken van onze
vreugde. Wjj hebben een spaarpot ge
maakt om een nieuwe wereldburger of
burgeres te koopen, en wy durven hopen
dat de som tegen Mei voltallig is. Met
een bood hjj Sien een glas champagne
aan. Op de gezondheid van den nieuwen
wereldburger of burgeres. Sien was
verrukt. Ze kon niet slapen van vreugde.
Maar hoeveel grooter was die nog, toen
de kleine Emmy geboren was; een beeld
schoon kind, met kuiltjes in wang en
kin. Zjj was en bleef vaders eenigste,
moeder's alles en van Sien eenigste, al
les en nog veel meer.
Zoo groeide 't kind op tot zes jaar.
Emmy was 't liefste kind dat men zicli
kon denken. In de zaken van Mr. had
een groote verandering plaats gehad.
Mr. was tien jaar geassocieerd geweest
met Mr. Wouters, en had zich na 't
eindigen van t contract van zijn com
pagnon gescheiden.
Dit had echter in der minne plaats
gehad en zy waren goede vrienden ge
bleven. Beiden hadden zij de zaak ge-
erfd van hun vader, dus bjj de scheiding
had ieder zyn eigene clientele meege
nomen. Zij beloofden wederzydsch
nimmer voor een lager premie te assu-
reeren dan de door hun vastgestelde.
Alleen hunne humeuren harmonieerden
niet. Mr Wouters zeide alles ronduit,
zooals hjj dacht; Mr. .Scheepmaker was
een man van de wereld en wist zyn tong
in bedwang te houden. Wouters koes
terde echter de grootste achting voor zyn
gewezen compagnon en juist daarom
wendde hy zich op zekeren dag tot hem
om hem een ernstig verzoek te doen
Mr Wouters Senior had jaren een boek
houder gehad, die b'j zjjn zoon was ge
bleven. Mr. Heuvci durfde er ziel: op
beroemen twee en twintig jaar ijverig
en trouw voor de firma te hebben ge
werkt, toen een zwaar gevatte kou,
overging in longtering. Mr. Wou
ters bezocht hem dikwijls, gaf hem niet
alleen zyn salaris, doch betaalde alle
verdere kosten verbonden aan een lang
durig ziekbed: Toen Mr. Heuvel stierf,
liet Ti jj zjjn vrouw met een zoontje achter.
Wouters gaf zich de grootste moeite,
een betrekking te vinden voor de vrouw
en plaatste de jongen op een kostschool.
En nu was 't juist voor dezen jongeling
dat hij zich wendde tot Scheepmaker.
Ge zoudt me werkelijk een groot ge
noegen doen, hem op uw kantoor te
nemen, zeide Wouters. Maar ik zie er de
reden niet van in, antwoordde Scheep
maker, gij kunt hem toch ook wel plaat
sen. Nu, ging Wouters voort, wilt ge
dan dat ik u de reden zeg? Hy is
by u beter, gij zyt nauwgezetter, stipter
dau ikin iedere zaak kan een misvat
ting plaats hebben die ik zou trachten
te schikken zonder eigen schade en die
gij met opoffering van eigen middelen in
't reine zoudt brengen. Ik ben voort
varend, driftig, onberedeneerd, gij zyt
kalm, overweegt alies nauwkeurig, in één
woord ge zjjt niet in staat tot de minst
onedele daadbjj zoo iemand moet die
jongen zyn leiding ontvangen. Zoo ik
myn zoon niet tot dokter hoopte op te
leiden zou ik u zelfs voor hem 't zelfde
verzoek doen. En zoo geschiedde het
dat Heuvel bij Scheepmaker op het kan
toor kwam.
Tien jaar had Heuvel de lieve Emmy
gekend die tot een bekoorlijke maagd
was opgegroeid. In den beginne moest
Heuvel 't kind naar schooi brengen, dan
moest hy haar onderweg allerlei sprook
jes vertellen, alles voorlezen van de uit
hangborden, thuis moest hij kaartenhuizen
bouwen, wilde kastanjes uithollen en ze
met papieren zeiltjes versieren om ze tot
oorlogsbrikken te vervormen. Er was
geen trek in Emmy's lief gelaat dat hij
niet reeds duizendwerf had bewonderd.
Hij beschreef haar aan zyn moeder als
't iieftalligst schepsel, dat ooit 't levens
licht had aanschouwd. Hy beminde haar
reeds als kind. En zij, die lieve Emmy,
ze kon zich 't leven niet voorstellen zon
der Jan Heuvel Vfln ,-geep lietdeohe-
kentenis kon sprake, zijn, zy wisten dat
zij elkander beminden, dat zy niet ge
scheiden konden worden. Mevr. had haar
man dikwijls te kennen gegeven, dat zy
zich zoo gelukkig gevoelde als zij de
van innige liefde getuigende blik van
Heuvel zag rusten op Emmy. Mr. had
gaarne een ander huwelijk voor zijn
dochter gewenscht, doch Jan was werk
zaam, bekwaan en zeer geestig. Had hy
niet onlangs op Emmy's zeventiende
verjaring een gedicht gemaakt dat met
graagte in een der tijdschriften was op
genomen, en was de recensie niet een
stemmig. dat de dichter „le feu sacré'
bezat. Wat wilde Scheepmaker meer,
fortuin misschien, hy was toch schatrijk.
Zoo stonden de zaken, toen Mr Scheep
maker op zekeren ochtend, na even te.
hebben geschraapt en gekucht tot Heuvel
zeide: Jan, myn vrouw vermeent te heb
ben bemerkt dat ge „vues" hebt op
Emmy. Zeg me eerïyk jongen heeft ze
zich vergist? Jan sidderde als een bakers
kindje, dat met koud water wordt over
goten. Mr. stamelde hy, ik zou niet
durven, uw dochter, zoo goed, zoo schoon
en zoo rijk. Kom jongen, beken me
eerlijk, heb je haar werkelijk lief, kom
zeg 't mij, alsof ik reeds je vader was
Groote Godwas 't geen droom, hy
trouwen met Emmy, dat was te veel.
Die dichter, die reeds ernstige man,
barstte in snikken los. Mr. of ik haar
liefheb, maar wie zou Emmy niet lief
hebben? Geen spier in myn lichaam, die
zich niet krampachtig beweegt, als ik
haar in de lieve blauwe oogen staar, of
ik haar liefheb, ik bemin haar zooals
God de engelen lief heeft. 01 Mr. zij
is voor my, myn God, myn alles. Nu
daal nu maar eens weer op aarde neer
myn jongen, spreek heden avond eens
met haar en als ge de zaak met haar
klaar speelt, ondeugend knikte hy hem
toe, dan moogt ge op 't kerstfeest haar
de verlovingsring aan den vingersteken.
Ik denk op oudejaarsavond een feestje
te organiseeren en nadat wy 't nieuws
hebben medegedeeld aan familie en in
tieme kennissen, zullen wy de kaarten
rondzenden. Toen verwyderde Mr. zich,
opnieuw kuchende. Jan bleef alleen,
Emmy myn vrouw stamelde hy. Goede
God, ik dank u, ik dank u. Sien was
ongemerkt, op 't_ kantoor gekemen, y'l
bracht zyn broodje en koffie. Zwygend
staarde zy op den forschen man. God ik
dank u, murmelde zij, dat 'myn lieve
kind een man krygt die haar zoo innig
lief heeft. Dus 't is er door, u bent ge-
engageerd, zeide Sien. Ja Sien gy moogt
't wel weten, ja. engel van een Sien, zy
wordt mijn vrouw. God, God, hoe kan
een mensch zich zoo gelukkig gevoelen
als ik, mompelde Sien. 't Kerstfeest
brak aan, en aan Emmy's vinger prykte
den verlovingsring. Wat waren ze ge
lukkig, die twee groote kinderen, wat
hadden ze elkander veel te zeggen. Gok
Jan's moeder was van de party, en by
't naar huis gaan was zy onuitputtelijk
in lof over de lieftalligheid van Emmy.
Den volgenden dag, achtte Jan zich
verplicht Mr. Wouters 't heugelijk nieuws
mee te deelen, hy zocht hem op aan de
beurs en verzocht hem in den avond
eenige oogenblikken belet. He! Jan,
dat treft toevallig, ik wilde u juist vragen
heden avond bij mij te komen. Tegen
acht uur kwam Heuvel by Mr. Wouters
en na hem deelgenoot te hébben gemaakt
van zyn geluk, zeide Mr.' Wouters: Jan
ik vermeen dat ge mij wel iets verschul
digd zijt, zoudt ge my een groote dienst
willen bewyzen? Hoe kunt u zoo iets
13)
»En geloof mij, waarc e Carlton," ant
woordt de Hertog luch:"Qg «Gij neemt
de zaken te ernstig op. lfc. aanbid mijne
vrouw zij is betooverüpd, en onder
ons gezegd, moeten wij ha^r overtuigen
dat zjj zich een dwaas denkbeeld in het
hoofd heeft gesteld en het om ons beider
wille daaruit moet verbannen."
«Wat zoudt gjj er van zeggen om naar
de Towers over te komen om op mijn
fazanten te jagen werpt Mr. Carlton
op: »Hun legers zijn nog niet ontdekt
en ik kan u eene goede drjjfjacht belo
ven. Eenmaal daar, geloof ik dat wij
Viva baar argwaan zullen kunnen doen
vergeten, en zal het aan u leggen om
hem niet weder op te wekken."
»Wij zullen zien," antwoordt de Her
tog vrooljjk «Indien het denkbeeld Viva
aanstaat en ik kan het schikken, dan
zullen wij uw gasten zjjn. Ik ga mor
gen weder op de jacht en zal vroegtijdig
uitgaan. Wanneer ik terugkeer hoop ik
dat gij de Hertogin zult hebben overge
haald mij, met lachend gelaat in stede
van verwijten, te begroeten. Goeden
nacht! slaap wel!" En de twee mannen
wisselen een handdruk dien zij pogen
hartelijk te doen zijn.
Maar de Hertog is in geene aangename
stemming als hij, na zijn bediende weg
gezonden te hebben, zich in een stoel
bij het vuur werpt. O! hoezeer betreurt
hij het zelf de ketenen gesmeed te heb
ben welke dreigen hem zoo bitter te
pijnigen 1 Pauline de Marsal heeft haar
oude macht over hem hernomen, neen
eene nog grootere macht, nu dat gevaar
en moeielijkheden het voedsel zijn waar
mede de Liefde haar vuren aanwakkert.
Maar Victor de Lallière is een edel
man hij is zich volkomen bewust dat
na eene vrouw gehuwd te hebben die
schoon en trouw en liefdevol is, hij geen
recht bezit haar ellendig te maken, haar
het hart te breken. Duizendvoud ver-
wenscht hij de dwaasheid welke hem be
woog mevrouw de Marsal in den schouw
burg te ontmoeten in de oogen van een
man van de wereld is eene onkieschheid
van zijne zijde nog onvergefeljjker dan
eene misdaad. De Hertog heeft nog eene
andere aanleiding tot misnoegen. Ter
wijl hij zich by Mevrouw de Marsal be
vond, was de M'", een der knapste, meest
geziene jonge menschcn van den dag bin
nen gekomen, en de voorkomendheid
waarmede zij hem ontvangen had, had
Viva in groote mate gewroken. Daarbij,
behalve zijn afschrik om Parijs en de
vrouw, wier gezelschap zijn grootste ge
noegen uitmaakt, te verlaten, heeft hij
een gevoel van onaangename, gekrenkte
ijdelheid dat hij, als het ware, een mis
slag heeft te bekennen en goed te ma
ken. Bernard Carlton is een groot vriend
van hem geweest, maar in zijne nieuwe
verhouding als leermeester gevoelt de
Hertog eene groote verflauwing van ge
negenheid voor hem. Toch zjjn er nog
vergoelijkende omstandigheden. De Her
tog is een groot jager de jacht en
het wild zijn voortreffelijk in Soutshire
het is volstrekt noodzakelijk, zoo hij al
thans eenige rust of genoegen voor de
toekomst van zijn huiselijken kring wil
hebben, dat de vermoedens zjjner vrouw
worden in slaap gewiegd. Dus besluit
hjj een paar weken op de Towers door
te brengen; sommige van zijn jachtpaar
den en de ponnies over te zenden welke
Viva berijdt, en ontrukt zich met een
schouderophalen aan zijn gepeins, waarna
hjj zich naar bed begeeft.
Viva komt dien morgen aan het ont
bijt met bleek gelaat en zware oogleden.
Zjj heeft niet veel geslapen en meestal
geweend. Bernard Carlton, hjj ook, hij
heeft het meerendeel der korte nachte
lijke uren aan nadenken gewijd, en is
tot een besluit gekomen, welke de beste
weg zoude zjjn om de ziekte zjjner nicht
le behandelen.
«Mijne lieve," zegt hij vroolijk, «ik ben
zeer boos op u en ook op mij, wij heb
ben ons bergen van molshoopen gevormd.
Ik heb gisteren avond een lang gesprek
met den Hertog gevoerd, en ben volko
men overtuigd dat uw klachten slechts
in uw eigene verbeelding liggen. En
Viva, ik moet zeer ernstig tot u spre
ken, want mijr. lief klein meisje, ik vrees
dat gjj groot gevaar loopt uw eigen ge
luk weg te werpen, zoo gij uwe neiging
tot ijverzucht niet overwint."
«Heb ik geen reden? zegt Viva ver-
wjjlend.
«Neen ik ben volstrekt niet bereid
om u daarin gelijk te geven. Gjj zijl
voor de helft eene Fransche vrouw, gjj
moet u volkomen bewust zijn dal de
Fransche maatschappij op geheel andere
gronden berust als die van Engeland
men verleent er oneindig meer vrijheid
aan man en vrouw beiden."
«Ik weet dat, maar het is slecht en
verkeerd 1" antwoordt de Hertogin met
levendigheid: «Gelooft gij dat ik ooit iets
zoude geven om het gezelschap van een
anderen man als mijn echtgenoot
denkt gjj dat ik vriendelijk zoude zijn
voor iemand zoo het hem kon smarten
«Ik geloof niet dat gjj zulks doen zoudt.
Maar gij zijt jong en vol verbeeldings
kracht; gjj schijnt niet te bedenken dat
een man groot genoegen vinden kan in
het gesprek en gezelsch p eener schran
dere vrouw, zonder daarom haar te be
minnen. Gij zijt zeer betooverend, mijne
lieve, maar gij moet niet zoo ijdel wezen,"
(glimlachend): om u te verbeelden dat
gij uw geheele geslacht voor den Hertog
kunt vervangen."
De tranen wellen op in Viva's don
kerkleurige oogen, zij geljjken twee door
dauw overdekte Veronicas. De woorden
van haar oom zijn haar bitter geweest,
maar zij werken genezend op haar ge
moed. Zjj blijft zwijgen en luj gaat
voort
«Gij bezit de gaven welke het meest
in eere zijn bjj uw geslacht, jeugd en
frischheid. Gij kunt niet alles bezitten.
Als eenige vergoeding voor het verlies
der jeugd (een verlies dat zij meestal
zonder gelijke beschouwen) winnen oudere
vrouwen aan ondervinding, levenskennis,
kunst van te behagen en te boeien door
hun onderhoud, door hun savoir faire.
Het is natuurlijk dat mannen, ep vooral
zjj die zeiven reeds nieL-»^ meer