Plaatselijke berichten
Ingezonden.
Goddard genaamd, zonder dat deze er
echter iets van bemerkte. Daarentegen
had een buurman liet voorval bespeurd
en den volgenden morgen ging hij in het
land ran zijn huurman en groef den steen
uit. Dit gelukte hem en hij vond ook
een kooper die er hem een niet geringe
som voor betaalde. Maar toen de ei
genaar van dezen voordeeligen ver
koop hoorde, eischte hij het geld voor
zich. De andere weigerde en een proces
was het gevolg. Hierbij werden door de
rechtbank de volgende vragen opgewor
pen1. Behoort een meteoor, die uit den
hemel valt, aan den eigenaar van het land,
waarin hij gevallen is, in overeenstemming
met de leer, dat alles aan den grond
behoort, wat in dien grond vast zit? 2.
Of behoort hij aan hem, die hem het
eerst vindt, in overeenstemming met den
regel, dat de meteoor zou behooren tot
de massa voorwerpen op de aarde, die
aari niemand toebehooren.
De rechtbank besliste bevestigend op
de eerste vraag en bepaalde alzoo, dat
de eigenaar van den grond ook eigenaar
is van den meteoor, die er op neervalt.
Maar daarmee was het niet uit, want nu
kwam de fiscus en eischte van den ge
lukkigen bezitter van den meteoor 40
pet. van de waarde van den steen, we
gens uitvoering van buitenlandsch ijzer
in de Vereenigde Staten.
De levensduur van den inenscli.
We hebben onlangs in dit blad een
artikeltje gegeven over oude menschen.
Wij konden daarbij slechts enkele voor
beelden aanhalen, die echter met vele te
vermeerderen zijn. Oude menschen wek
ken altijd belangstelling; dat is nog zoo,
maar was in de oudheid ook reeds zoo.
De groote cjjfers uit de grijze oudheid
moet men echter niet al te lichtvaardig
gelooven, zoo zal er wel heel wat over
drijving in zijn, als Xenophon een Syri-
schen koning den leeftijd geeft van 600
jaar en diens zoon zelfs 800 jaar laat
worden. Gedeeltelijk echter moet men
deze hooge cijfers toeschrijven aan een
andere tijdrekening dan de tegenwoordige.
Sommige volken berekenden den winter
voor een jaar en den zomer ingelijks. Bij
de Arcadièrs gold elk jaurgetijde voor
een jaar; anderen wederom beperkten
het tot een maansomwenteling.
Op deze wijze laten de onmetelijke ge
tallen, die den levensduur der eerste
menschen aangeven, zich verklaren.
Onderscheidene hijbeluitleggers hebben
vastgesteld, dat het jaar voor Abraham's
tijd slechts 3, na hem 8 en eerst sinds
Jozefs tijd 12 maanden telde. De 930
jaar van Adam zouden aldus tot 232, de
969 van Melhusalem tot 242 en de 950
van Noach tot 237 jaren gereduceerd
worden. Wat men ook tegen deze op
vatting moge aanvoeren, is zij toch altijd
te verkiezen boven de verklaring van
BulTon, die aannam, dat het menschelrjk
licha im vóór den zondvloed, toen de aarde
nog niet haar normale vastheid verkre
gen had, grooter was gegroeid en dus
langer heeft kunnen leven. Hoe het ook
zij, na Noach komen er geen voorbeelden
van zulk een abnormalen levensduur meer
in den bijbel voor. De merkwaardigste
zijn deze:
Abraham werd 175, Isaak 150, Jakob
145, Isrnaël 137, Sara 12/, Mozes 120,
Jozef en Jozua 110 jaar oud. De getal
len worden al kleiner en kleiner, hoe
meer wij in de geschiedenis voorwaarts
gaan en slechts bij wijze van uitzonde
ring vermeld het eerste boek der Maka-
beeërs, dat Antiochus Epiphanis op 149-
jarigen leeftijd stierf. Verscheidene be
roemde mannen ttit de Grieksche oud
heid bereikten een hoogen ouderdom.
Epimenides van Kreta leefae 153, de sop
hist Gorgias van Leonlium 107, Demo-
kritos 109, de toonkunstenaar Xenophilos
105, Isokrates en de stoïcijn Zeno bijna
100 jaar. Tal van voorbeelden van een
buitengewoon hoogen ouderdom onder de
Romeinen woiden door Cicero en Plinius
aangehaald. Ook aan honderdjarige vrou
wen ontbreekt het niet.
anders dan om mijn geluk te vinden, en
het zjjne te verzekeren door onze weder-
zijdsche liefde."
Wat zal ik u zeggen? hoe zal ik u
vertroosten, nijjne lieveling?" prevelt de
Markiezin: «Gij weet dat ik mij niet
vei heugde in het denkbeeld van uw hu
welijk, dat ik er mjj zelfs vriendelijk
tegen poogde te verzetten. Mijn beweeg
reden was mijn vrees dat gebeuren zoude
wat u heden treft. De zeden van het
hof zijn niet rein zooals gij meer dan
eens moet gezien hebben, mijn kind,
wordt het geen schande gerekend als
mannen en vrouwen, door huwelijksban
den geketend, openlijk handelen alsof
zulk een band voor hen niet bestond;
vrouwen alsof het geene zonde ware de
toewijding aan te nemen van andere
mannen dan haar echtgenooten, mannen
door de gelofte te vergeten welke zij aan
liet altaar aflegden om slechts voor de
vrouw hunner keuze te leven. Van af
het oogenblik der troonsbestijging van
den Keizer heeft de Hertog eerie hoofd
betrekking aan het hof bekleedhij is
een der eeisten geweest in de wereld
der vreugdeofschoon hij voor het meeren-
deel een man van onberispelijke eer is.
schijnt hem gebrek aan trouw in den
geest aan zijne vrouw (want ik kan niet
aannemen dat hij u zoo diep beleedigd
Een tooneelspeelster, Lucinia geheeten,
trad nog op haar 100ste jaar voor het
publiek op en een andere, Galerïa Copiola
in haar 104de onder het consulaat van
Pompejus en Sulpicius, 91 jaar na haar
eerste optreden ónder Marius en Carbo.
Bij een volkstelling onder Vespasianus
en diens zoon woonden er te Parma ne
gen burgers, die 120 en twee, die 130
jaar oud waren; Bij Piacenza eer. van
150, een van 131, vier van 120, zes van
110 jaar. Op de tellingslrjst der «Gallia
cispadana" kwamen 54 personen van 100
14 van 110, twee van 125, vier van 130,
vier van 135, drie van 140 jaar voor.
Den middele- uwen, alsmede den renais
sancetijd, ontbreekt het evenmin aan ge
vallen van een abnormalen l-vensduur.
Francis Bacon en de physioloog Haller
hebben tal van voorbeelden bjjeeriverza
meld. Haller telde meer dan duizend
100 tot HO jarigen, zestig 110- en tot
120jarigen, twintig 120- tot 130jarigen,
vijftien 130- tot 140jarigen, zes 140- tot
150jarigen. Buiten deze grens, merkt
de beroemde natuurvorscher aan, begint
het gebied der fabel.
Bacon deelt mede, dat bij het bloemen-
feest in het graafschap Hereford acht
grijsaards meedansten, die te zamen 800
jaren telden. In de «Galerij der honderd
jarigen", die trouwen* niet van onjuist
lieden valt vrij te pleiten, beschrijft
Charles Lejancourt het leven van 120
personen, die meer dan 120 jaar geleefd
hebben. Van 12, wier levensduur aan
het fabelachtige grenst, stierf de jongste,
George Wunder op 160jarigen leeftijd,
de twee oudsten, Peter Czantou en bis
schop Kentigren in den ouderdom van
185 jaar.
Nog een buitengewoon voorbeeld van
een lang leven levert Engelai.d in Henry
Jenkens, geboren 1501 te Bolton, graaf
schap York, gestorven 1670. Tot aan zijn
stervensuur hield hij zich met de visch-
vangst bezig en op zijn 100e jaar kon hij
nog zwemmen. De Hongaar Johnn Rowin
of Rowic, stierf in het jaar 1750. inden
ouderdom van 172 jaar. Zijn vrouw
Sara Dessen, is naar beweerd wordt, kort
voor hem op 164-jarigen leeftijd overle
den. Voorts woidt medegedeeld, dat zijn
oudste zoon 125 jaar is geworden. Dit
drietal herinnert sterk aan de familie
Abraham. In Noorwegen stierf Jozef
Surrington in het jaar 1790 op een leef
tijd van luO jaar en alsof dit niet al
wonderbaarlijk genoeg is, wordt er bij
gevoegd, dal hij een oudsien zoon van
103 en een jongsten van 9 jaar achter
liet. Frankrijk is rijk met honderdjarigen
gezegend. For.tenelle, de geleerde en
geestige geschiedschrijver van de Acadé
mie des Sciences (geb. 1657, gest. 1757)
is de eerste naam, waarop onze blik valt.
In het jaar 1810 werd een arts, Du-
fournel, op den leeftijd van 112 jaaraan
Napoleon I voorgesteld. Hij had op zijn
100ste jaar zijn been gebroken, maar
bleef nog langen lijd daarna leven. Op
23 Oct. 1789 werd een 120-jarig grijs
aard uit het Jura-departement de Natio
nale Vergadering binnengeleid. Hij dankte
uit naam zijner medeburgers de Verga
dering, dat «zij zijn vaderland van de
banden der slavernij had bevrijd". Uit
deze voorbeelden, waaraan wij geen ver
dere wenschen toe te voegen, schijnt het
te blijken, dat de mensch een leeftijd
van 150 jaren kan bereiken. Dit zou
dan echter het uiterste maximum zijn.
Voorts zou met het oog op de talrijke
gevallen van een 100-jarigen levensduur
deze als de natuurlijke grens zijn aan te
merken
Amst. Crt.
In zijn vroeger thuis.
Op 16 Januari was hel een jaar ge
leden, dat Casimir Périer zijn ontslag narn
als president der Franschc Republiek.
Den verjaardag van dien dag heeft de
heer Casimir-Perier gedeeltelijk gevierd....
op het Elysée. Hij was op 16 Jan. on
der de gasten van Félix Faure, die een
receptie hield, en met het roode lint van
het Legioen van Eer en sautoir liep de
zou Ie hebben om zijn hartstocht vei der
te doen gaan) misschien toe als eene
vergeefelijke zonde, eene van welke hij
het u zelfs kwalijk zoude nemen zoo gij
haar scheent op te merken. Dat was
de sterkste grond waarom ik er mij tegen
verzette dal hij uw echtgenoot zoude
worden."
«01 grootmama, waarom helt gij mij
niet gewaarschuwd
«Ik had daartoe geen recht," antwoordt
de Markiezin smartelijk »en daarbij mijn
kind, zoudt gij niet naar mij geluisterd
hebben. Een jong meisje dat liefheeft,
kan een ieder mistrouwen, aan een ieder
twijfelen behalve aan den mar: dien haar
lift' t gekozen heeft. Zoozeer als ik weet
dat gij mij hoogacht zoudt gij toch eer
der gereed zijn geweest aan mijn be
weegredenen en doel te twijfelen, dan
aan hem. En ik kon het ook niet ver
zekeren. Indien het mogelijk ware dat
een man door eene vrouw bekoord zoude
worden, scheen het mij toe dat het we
zen moest door haar die in mijn liefheb
bende oogen al de bekoorlijkheden ver
eenigde welke eene vrouw aan een man
dier'-aar maken."
En de vriendelijke, oude vrouw buigt
zich teeder tot de nog immer weenende
Hertogin.
»En toch," vopgt zij er bitter zuchtende
oud-president rond door de zalen, die hij
een jaar te voren zoo overhaastig verliet.
Hij scheen zich nu volkomen thuis te
gevoelen. De Figaro beweert zelfs dat
het er iets van had, als nam Casimir-
Périer de honneurs waar, terwijl de te
genwoordige bewoner er een gast scheen
te wezen.
Naar wij vernemen bestaat bij de
ondoroflicieren alhier in garnizoen het
voornemen om op der, 7e Februari a.s.
eene uitvoering te geven bestaande uit
eene Soirée variée in de gioote zaal van
Amicitia ten voordeele van de Vereeni-
ging van gepensionneeide onderofficieren
en minderen van het Nederlandsche Le
ger (onderstand aan Militairen, gepension-
neerd vóór de Wet van 1877 en hunne
weduwen en weezen)
Gaarne voldoen wij aan het verzoek
om de belangstelling van onze lezers en
lezeressen met een enkel woord op ie
wekken.
Het rijke en afwisselende programma
dat ten gehoore zal worden gebracht
belooft een genotvolle avond. Wij ver
trouwen daarom, dat de lijsten die ter
inteekening u worden aangeboden van
vele handteekeningen zullen worden voor
zien, opdat de Heeren onderofficieren
eene ruime som kunnen afdragen aan
het Hoofdbestuur der Vereeniging en met
voldoening op hun streven kunnen terug
zien.
Ten slotte vermelden wij nog dat de
Eerste Luitenant J. W. G. Peltzer van
het 5e Regiment Infanterie de leiding
van de uitvoering op zich heeft genomen.
Voorloopig programma van de Soirée
Variéé 7 Februari.
2* j Orkest Van Aken.
3. Schermvereen. E.M.M.A. Colonne degen.
4. den Heer van Hedel. Komische voordracht.
5. Zangvereeniging. Mannenkoor.
6. Schermvereeniging. Trekken degen, sabel
en geweer.
7. den Heer van Hedel. Komische voordracht.
8. Zangvereeniging. Mannenkoor.
9. Schermvereeniging. Colonne geweer.
PAUZE.
10. Orkest. Van Aken.
Tot slot:
11. Een vrijage in het kamp. Kluchtspel in één
bedrijf door E. Afman.
De Commissie.
Het Provinciaal reglement op het
lijden met hondenwagens in dit gewest
is thans afgekondigd. Het treedt in
werking op der. 006ten dag na den datum
van het Provinciaal-blad, waarin het op
genomen is, dat is dus den zestienden
Maart.
De officier van gezondheid Ie klasse,
dr. J. J. Rinkel, van het 5e regiment
infanterie hier, die gedetacheerd was bij
het Militair hospitaal te Utrecht lot het
volgen van een cursus in chirurgie bij
de Rijks Universiteit aldaar, is eervol van
die detacheering ontheven wegens vertrek
an prof. Von Eiselsberg, en naar hier
teruggekeerd.
Gaarne voldoen wjj aan een des
betreffend verzoek van het bestuur o-n
nogmaals de aandacht onzer lezers te
vestigen op de nu twee jaar bestaande
Amersfoortsche Scha ikvereeniging. In hel
afgeloopen vereenigingsjaar werden be
halve den jaarlijkschen algemeer.en wed
strijd. uitgeschreven door den Neder-
iandschen Schaakbond nog iwee onder
linge wedstrijden voor de leden gehou
den, waaraan vrjj algemeen werd deel
genomen. In twee correspondentiepar
tijen met de Leidsche Schaakvereeoiging
werd door Amersfoort de zege bevochten.
De vereeniging heeft dan ook naar buiten
een zeer goeden naam, waarom het te meer
jammer is dat zoovele schaakliefhebbers
onder onze stadgenooten nog wijfelen
om toe te treden. Teneinde het «onbe
kend maakt onbemind" niet van toe
passing te kunnen doen zijn op de veree
niging heeft het bestuur wederom eene
voor eenieder toegankelijke Simullaan-
partij van een der meestera op schaak
gebied in het vooruitzicht gestel 1 en
herinnert zij er tevens nogmaals aan dat
de gewone bijeenkomsten des Maandag-
avonds te 8 uur in het Hotel «de Ver
gulde Zwaan" altijd voor belangstellenden
toegankelijk zijn.
bij«zijt gij niet het eerste voorbeeld
van een man die de teedere liefde eener
reine vrouw ter zijde werpt voor de vluch
tige gunsten eener ziellooze coquette.
Eenmaal, mijn kind, zullen hem de oogen
worden geopend draag gjj uw kruis
geduldig voort in afwachting van die ure,
en stel uw vertrouwen op God die alléén
u helpen kan deze bittere smart te dra
gen. Ach, vertrouw en bid I bid altijd,
en ook ik zelve zal elk uur van den dag,
elk uur van nachtwake voor u bidden,
en misschien zal het den goeden God be
hagen dezen bitteien drinkbeker van u
voorbij te laten gaBn, of hem u tot zegen
te doen worden."
Maar de arme Viva wordt niet ver
troost door de woorden hardr grootmoeder.
Wordt vervolgd.)
De eerste luitenant op non-activi
teit K. F. Dil, is door den Minister van
Oorlog weder in activiteit hersteld bij het
5e Regiment.
Genoemde officier wordt ingedeeld bij
het,4e bataljon van gemeld korps alhier
in garnizoen.
Aan de sergeanten J. de Vooght,
D. Hendriks en L. A. Brok, allen van
het 5e Regiment infanterie, is de bron
zen medaille voor 12 jaren trouwen dienst
toegekend, en op de gebruikelijke wijze
aan de belanghebbenden uitgereikt.
Het Lombokkruis, ingesteld bij Ko
ninklijk Besluit van den 15 April 1895
No. 37, is toegekend aan den sergeant
A. de Beer, de miliciens A. N. de Ruijter,
'1. van Luit, J. Wjjnholds, G. G. Brugger
en W. Nijkeuler, nllen van het 5e Re
giment infanterie, die allen tijdens hunne
detacheering bij het Leger in Oust-Indië
aan de expeditie naar Lombok hebben
deelgenomen.
Vrouw A. wonende in de Wolker
straat die zich Zondag door middel van
ophangen van het leven wilde berooven,
werd hierin nog bij tjjds verhinderd, dooi
de buren die nog tijdig toeschoten.
350ste srAATN-IiO'fKBU.
Vijfde of laatste klasse. Derde week.
Trekking van 21 Jan.
(975 Loten).
Ten kantore van den Collecteur te
Amersfoort zijn aan de navolgende num
mers te beurt gevallen:
Prijs ian f400 op No. 19834.
Prijzen van f 70
10033 10036 10155 11413 11420 7801
17804 17855 17860 18554 18580 en
18614.
Te zamen 13 prijzen.
Zonder pi ijs zijn uilgetrokken.
8545 8547 8550 9506 10012 10019 10028
10-31 11434 11448 17818 17835 17836
17877 185j8 18611 18618 18028 en
19793.
Geachte Redactie 1
Beleefd verzoeken wij u het volgende
in uw veelgelezen blad te willen plaatsen.
Naar aanleiding van hetgeen de heer
D. Gerritsen, in de Raadsvergadering
van 7 Januari j I. gesproken heeft,
tot aanbeveling van het opnemen in de
bestekken van de Gemeente van bepa
lingen van een minimum-loon en maxi
mum-arbeidstijd, waarin o. a. voorkomt:
dat de meeste bazen zich tegen eene
betere loonsregcling velzetten om te
kunnen profiteeren van een bongetloon
van 98 zelfs 7 cent en de Gemeente
en de burgerij het volle loon plus de
provisie in rekening brengt, en dat de
bazen (dus allen) allerlei ongerechtigheid
op hel werk en aan den winkel toela
ten en jeuevei daar een eerste plaats in
neemt
Kunnen ondergeteekenden, namens de
«Veieeniging van patroons uil alle bouw
vakken," bij de grove beschuldiging aan
hun adres genclit, zich niet onthouden
een eri stig woord van protest daartegen
te lichten en noodigen zij den lieer D.
Gerritsen uit, bov ngenoetnde aan de
werkbazen gerichte beschuldigingen te
bewijzen.
Zoo lang dit niet is geschiedt, beschul
digen zij den heei D. Geriitseri, van eene
geheele klasse burgers, wier vertegen
woordiger hij in den Gemeentel aad even
eens is, aldaar belasterd te hebben en
zich niet te hebben ontzien om te trach
ten door onwaarheden zijn doel te be
reiken.
Namens de Vereeniging van pa
troons uit alle bouwvakken.
Het Bestuur
G PRINS, Voorzitter.
J. G. VAN DER GEEST, Vice-Voorz.
J. H. BROM, ie Secretaris.
G. BLOK. 2e
G. BLOEMINK, Penningmeester.
J. VAN KEULEN,
J. VAN DEN BERG.
Amersfoort, 17 Januari 1896.
Geachte Redactie
Laat mij beginnen met u dank te zeg
gen voor de gelegenheid die u me geeft
om direct het ingezonden stuk der «Pa-
troonsvereeniging" te beantwoorden, al
ben ik niet gewoon me in 't publiek nog
eens te verantwoorden over hetgeen ik
als Raadslid heb gezegd.
De gelegenheid om de loonkwestie nog
eens te behandelen en iets duidelijker te
zijn, was me te welkom dan dat ik er niet
direct gebruik van zou maken, ook in de
hoop, dat de Patroonsvereeniging van
haar hoog voetstuk zal afdalen en zelfs
eene bespreking er over niet zal schuwen.
Bewijzen, d. w, z. namen noemen van
bazen of knechts, mag ik niet doen, daar
ik dan persoonlyk zou worden en er
slachtoffers zouden worden gemaakt voor
hunne goede bedoelingen om mij inlich
tingen te verstrekken.
Mijn gegevens zjjn evenwel volkomen
juist en vertrouwbaar en heb ik zelfs
inlichtingen van leden der Vereeniging,
evengoed als ik op de hoogte ben van het
doen en werken (vooral financieel) der
Patroonsvereeniging
De naïveteit die uit haar protest spreekt,
is zoo kras, dat inen haast zou gelooven,
dat er hier geen loonkwestie bestond en
er geen argumenten zijn om een mini-
inum-loon te bepalen; alsof hier niet
onophoudelijk getracht wordt de loonen
te drukken I
Zelfs B. en W. die tegen het opnemen
der bepalingen waren, zeggen dat controle
onmogelijk is, en het meerdere, dat de
Gemeente met die bepalingen zoude be
talen, niet in den zak van den werk
man terecht komt.
Intusschen wil ik hier nogmaals her
halen, dat minimum-loon volstrekt niet
is hooger loon. Door de bepaling van
minimum-loon wordt alleen verzekerd,
dat elke weikman het hem toekomende
werkelijk ontvangt; dat dus de werkman
inderdaad uitbetaald krijgt wat de patroon
voor hem in rekening brengt,
Dat er zelfs tegen de loonsbeknibbe-
ling haast geen m atregelen te nemen
zijn, werd o. a. ten volle beaamd door
den heer J. Ger. Kleber op grond van
zijn wetenschap, dat op een werk van
mij nog al malversatiën zijn geschied in
weerivil van de scherpe bepalingen.
Niet éen Gemeenteraadslid nam u, hee
ren patroons, toen in bescherming en dit
feit laat, dunkt mij, aan duidelijkheid
niets te wenschen over.
Is de juistheid van mijne bewering otn -
trent uitbetalen van de hongerloonen bij
aanbestedingen niet gebleken in eene ver
gadering ten Raadhuize met bazen, door
B. W. bijeengeroepen op verzoek van
Patrimonium, nu ongeveer twee jaren
geleden
Het is waar, de Patroonsvereeniging is
nog niet zoo oud, maar de beraadslagin
gen van toen zijn toch bij de meeste
leden bekend.
Onwillekeurig moet ik daarbij nog voe
gen, de persoonlijke ondervinding opge
daan met een der onderteekenaars van
het protest, dus een der Bestuursleden.
Er werden mij op een werk zonder
besteding ruim 10U uieri inrekening ge
bracht in éen week waarin er nog geen
80 gewerkt werden (en dat met eeriige
arbeiders gedurende enkele weken) -. of
is het loon van die te veel berekende
uren soms in handen van den werkman
gekomen
Vermakelijk is het, dat de Vereeniging
uit mijn betoog heeft gelezen «alle bazen"
en ik wil zulks, om geen harder woord
te gebruiken «eene verkeerde conclusie"
noemen
Ook hetgeen ik gezegd zou hebben, is
erkeerd weergegeven en wat erger
is uit zijn verband gerukt.
Woordelijk zeide ik:
«Door het nemen van de proef (met minimum
loon en maximum arbeidstijd) wil ik voorkomen,
dat het werk lager wordt aangenomen ten koste
van den werkman.
«Bij het opmaken van het bestek heeft de
(Gemeente)-architect een zekeren loonstandaard
aangenomen (en wel dien van het gemiddelde
hier) en kan men vooruit met zekerheid zeg
gen, dat er door verschillende aannemers direct
op wordt gerekend de loonen te drukken. Van
waar het verschijnsel dat de meeste bazen zich
zoo verzetten tegen betere regeling der loonen?
Eenvoudig omdat zij dan niet meer zouden
kunnen profiteerenniet langer een honger
loon van 9, 8, zelfs 7 cent uitbetalen en de
gemeente en de burgerij het volle of bijna volle
loon plus de provisie in rekening brengen.
«Er wordt geklaagd, dat er nog zoo weinig
goede werklui zijn. Indien dat waar is, dan is
het de fout der bazen omdat zij zoo weinig hart
voor hun volk hebben, en allerlei ongerechtig
heden op het werk en aan den winkel toelaten
jenever neemt hier wel een eerste plaats in.
»£ï- komen te veel kleine bazen, die tegelijk
aannemers en bouwers voor eigen rekening
zijn, en dus met het laagste loon gediend zijn."
«Als het gemeentebestuur voorgaat, ben ik
overtuigd, dat de bazen, die zich nu reeds ver-
eenigd hebben, moeten volgen."
Er staat dus «de meeste bazen"
en niet «alle." Juist die «kleine" bazen
brengen hier het ongeluk.
Ik breng gaarne hulde aan diecenen
onder de patroons (en ik ken er gelukkig
persoonlijk onder)«die hun gezellen (dat
zijn de menschen die hen hun brood hel
pen verdienen) behoorlijk behandelen en,
voor een kleine plaats als Amersfoort,
zelfs royaal betalen; maar er zijn er nog
te veel en ik behoef ze niet te noe
men, want hun collega's kennen ze zelf
zeer uoed die werkelijk een honger
loon uitbetalen en tegelijk meer dan het
hoogste loon aan hun werkgevers in reke
ning brengen.
Dat er veel sterkedrank word gebruikt
op het werk en in de winkels behoef ik
zeker niet te bewijzen.
Hoe kan dat anders, waar er zelfs
vele bazen zijn die geregeld op alle uren
van den dag de koffiehuizen bezoeken
en zich niet ontzien ir.et hun knechtsin
de kroegen een borrel te gaan drinken
en alzoo een mooi voorbeeld geven.
Daarop doelde mijn «bazen die weinig
hart voor hun volk hebben."
In plaats van op het verkeerde er van
te worden gewezen, worden de arbeiders
gesterkt in het kwade.
Hiermede, geachte Redactie, meen ik
het protest te hebben beantwoord, me
gezuiverd te hebben van de beschuldiging
als zou ik een aantal stadgenooten heb
ben belasterd, en ik zal blijven voortgaan,
door waarheden te verkondigen, me het
lot der zoowel geestelijk iriinder bedeel
den aan te trekken.
Hoogachtend
D. GERRITSEN.