NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
Officiëele Publicatiën.
No. 19.
Woensdag 4 Maart 1896.
Vijf-ea-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
"Wie zich van he-
den ai abonneert
op de Nieuwe Amersioort-
sche Courant, ontvangt de
nog verschijnende nos. tot
1 April aanst. gratis.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
F euilleton.
ERSFDORTS
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .1. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris des Konings in de provincie
Utrecht, d.d. 7 Februari 1896, No. 1 Az.
(Provinciaalblad No. 20) en art. 228 der
gemeentewet,
Brengen ter kennis van de ingezetenen,
dat ingevolge de wet van 8 November
1815 (Staatsblad No. 51), alle vorderin
gen ten laste van het Ruk over het jaar
1895, vóór den 1. Juli e. k. moeien wor
den ingediend bij de autoriteiten door
wie de bevelen tot het doen van leveran-
tiën zijn gegeven; en dat de belangheb
benden, die hiertoe van de tusschenkomst
des gemeentebestuurs wensöhen gebruik
te maken, hunne declaratiën vóór den
30. Juni aanstaande ter Secretarie be-
hooren inteleverenterwijl voorts in her-
rinnering wordt gebracht, dat de vorde
ringen over 1895, ten laste van deze
Gemeente, vóór laatstgemeld tijdstip ter
Secietarie moeten zijn ingediend.
Amersfoort, den 2. Maart 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort brengen ter openbare kennis,
dat de in aitikel 81 der wet op het
lager onderwijs bedoelde staat der kin
deren boven de zes en beneden de twaalf
jaren op de gemeente-secretarie ter lezing
is neergelegd.
Amersfoort, den 29 Februari 1896.
Burgemeester en Wethouder voornoemd,
De Burgemeester
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Aan de i>Times" werd Zaterdag uit Jo
hannesburg geseind: Naar gemeld wordt,
zal president Kruger gedurende zijn be
zoek aan Engeland trachten de volgende
concessies te verkrijgenopheffing der
conventie en vervanging er van door eon
handels- en vriendschapstractaaterken
ning van Engeland als voornaamste Zuid-
Afrikaansche mogendheid; annexatie van
Swaziland bij Transvaal.
Verder eischt de iegeering waarborgen
der onafhankelijkheid van Transvaal en
het recht van voorkeur voor Transvaal
op Kosibaai en Delagoabaai. Aan de
Uitlanders zal dan het stemrecht worden
toegekend. De regeer ing tracht inmiddels
de verdedigingsmiddelen van het land te
versterken door het aanknopen van wapens
en de immigratie van Duitschers. De
regeeiing stelt hooger eischen dan zij
verwacht le verkrijgen, ten einde de
Burgers tevreden te stellen, die zich tegen
het bezoek van den president aan Enge
land verzetten.
De ©Daily News" zegt, goede reden te
hebben om te gelooven dat president
Krugei binnenkort de uitnoodiging van
minister Chamberlain zal aannemenon
derhandelingen zijn gevoerd over de on
derwerpen die besproken zullen worden.
Men gelooft, dat daaronder zullen wor
den opgenomen: spoorwegen, rechten,
waarborgen voor de binnenlandsche on
afhankelijkheid v in Transvaal. Er is nog
geen voorloopige overeenkomst getroffen
betreffende h t toekennen van stemrecht
aan de Uitlanders.
Een groote heftigheid heeft zich van
de gemoederen in de groote Spaansche
steden meester gemaakt. Men heeft zich
in Madrid, Barcelona en elders boos ge
maakt, wijl de Amerikaansche Senaat
zich uitsprak ten gunste van de Cubaan-
sche opstandelingen. Sedert drie dagen
hoort men van de eene manifestatie r.a
de andere in de hoofdstad en de andere
voorname steden op het Pyreneesche
Schiereiland.
Hoezeer met deze betoogingen ook ver
ontschuldigen kan, het is niet te ontken
nen, dat zij wat voorbarig zijn. Voor-
loopig is er nog geen bepaalde beslissing
genomen door de Vereenigde Staten. De
besluiten van het Parlement te Washing
ton kunnen eerst practische waarde heb
ben, indien de regeering ze tot de zijne
maakt en inderdaad de Cubaansche op
standelingen als oorlogvoerende partij
ging erkennen. Zoover is men nog niet.
De Kamer blijkt het niet geheel eens te
zijn met den Senaat, en daardoor reeds
zal er een nader overleg tusschen de
beide regeeringslichamen noodig zijn. De
regeeiing schijnt evenmin een al te har
telijke ingenomenheid met de Cubanen
te willen toonen.
Het is er dus nog verre van, dat er
reeds groote eenstemmigheid in de be
schouwingen zou zijn omtrent de Cubaan
sche onafhankelijkheid. Maar het Spaan
sche kabinet-Canovas zal zich waarschijn
lijk niet erg boos maken over de be
toogingen van het publiek in Spanje,
dat in zijn haat tegen Noord-Amerika
en de Ameiikanen wel zéér eenstemmig
bleek. Bij de aanstaande verkiezingen
der Cortez komt het aan dit ministerie
vrij goed van pas, dat de kiezers zijn
politiek goedkeuren en mannen naar de
Kamer zenden, die het eens zijn met de
Gnancieele offers, uie de oorlog op Cuba
zal vergen.
De nieuwe Italiaansche opperbevelheb
ber in Afrika, generaal Baldissera, is
van oorsprong een Oostenrijksch soldaat.
Door den aartsbisschop van Udine werd
hij van de straat opgenomen en den kei
zer van Oostenryk aanbevolen, die den
armen knaap op zijn kosten liet opvoeden
op de Militaire School te Weenen, welke
hij als tweede luitenant verliet. De oor
logen van 1859 en 1866 maakte hij als
officier bij de huzareo mede en wees
toen alle aanbiedingen van zijn Italiaan-
sche landslieden want Baldissera is
van geboorte een Italiaan om over
te gaan tot het leger van Victor Emmanuel
met beslistheid af.
Baldisseia stieed ook tegen de Pruisen
bij Königgiatz. Eerst na 1866, toen de
veldtocht ten einde was, ging hij over
naar het leger in zijn vaderland. Daar
had hij echter, als voormalig Oostenrijksch
officier, als een soldaat dus van het vij
andelijk leger, te kampen met allerlei
hatelijkheden, en eerst nadat hij al zijn
vijanden voor het pistool had gedaagd,
verwierf hij zich de algemeene achting.
Zoo bracht hij het allengs tot generaal
en in deze functie werd hij in 1887 be
noemd tot gouverneur van Erythrea,
waarvan hij de gienzen tot voorbij As
mara uitzette. Vooral kenmerkte hy zich
in Oost-Afrik;j echter als organisatorhij
was het, die de voortreffelijke legioenen
der zwarte Ascari's tot een leger maakte,
waarop elke koloniale mogendheid trotsch
kan wezen. Tegenover de opstandelingen
legde hij een onbarmhartige energie aan
den dag; ieder die van dezen in zijn
handen viel, werd gedood. Of deze uitiDg
van kracht echter voldoende zal wezen
om het leger van Menelik uiteen te jagen
is een andere vraag.
H. M. de Koningin heeft van den
Keizer van Oostenrijk een fraai rijpaard
ten geschenke ontvangen.
Volgens de vRes.-Bode is de toe
stand van generaal Van der Schrieck
het oudste lid der Tweede Kamer zorg
wekkend en zeer achteruitgaande.
De hoofdredacteur van het ©Dagb).
van Z.-H. en 's-Gr." had Zaterdag-ochtend
een kort onderhoud inet dr. Leyds. Recht
duidelijk, zegt het Haagsciie blad
werd onzen hoofdredacteur daarbij
het nut van ©Het Taalfonds."
De heer Leyds deelde mede, dat de
Boeren, hoewel zy zich ondrrling uiten
in hun Boerenof Laag-Nederlandsch, zeer
gehecht zijn aan hel Hoog-Nederlandse!»,
gelijk zij geer» predikant zouden dulden,
die, om hun tegemoet te komen, zich in
hun Boerentaal zou uitdrukken. Ook
door de ambtenaren wenschen zij in het
Hoog-Nederlandsch te worden aangespro
ken. En daar nu «1 e verspreiding van
Nederlandsche boeken niet uit de Trans-
vaalsche staatskas kan bestreden worden,
heeft Hel Taalfonds, waaruit voor zulke
uitgaven kan worden geput, groote waarde.
Zaterdag-avond besloot de gemeen
teraad van Wageningen met 10 tegen
3 stemmen, de bestaande fabriek niet
I over te nemen, maar te handhaven het
besluit tot het bouwen eener nieuwe
gasfa' ri^k, waarvoor opdracht is geschon
ken aan de heeren Payens en Lagaay,
gasdirecteuren te Nijmegen en te Doe-
tinchem, en Kuipers, ingenieur te Nieu-
wer-Amstel.
De voorzitter, mr. H. F. Hesselink van
Suchtelen, verdedigde met warmte in
het financiëel belang der gemeente en
met het oog op de vorderingen, welke
de wijze van verlichting dagelijks maakt
op elk gebied, de overname der bestaande
fabriek, terwijl, die overname (voor
f 21,100) ook werd gevraagd in een adres
van ingezetenen, voorzien van 122 hand-
teekeningen.
De ©Nationale Zuiderzce-bond", ver-
eeniging tot bevordernig van volkswel
vaart door drooglegging ]der Zuiderzee,
werd, in het leven geroepen door het
initiatief van eenige Nederlandsche in-
dustrieelen en handelaren.
In artt. 1 en 2 der bij Kon. besluit
van 2 Oct. 1895 goedgekeurde statuten,
worden doel en werking der vereeniging
aldus omschreven:
Art. 1. Het doel van de vereeniging is
verhooging der volkswelvaart, door de
uitvoering van de planner» der Staats
commissie tot drooglegging der Zuiderzee
te bevorderen.
Te dien einde streeft zij er naar om
door het doen houden van besprekingen
en uitgeven van populaire geschriften,
juiste begrippen ingang te doen vinden
omtrent de gevolgen dier drooglegging.
Art. 2 De vereeniging tracht haar doel
te bereiken door in zooveel mogelijk ge
meenten des lands afdeelmgen op te
i ichten."
De vereeniging is gevestigd te Am
sterdam.
In eene vergadering van 205 oprich
ters der vereeniging uit alle deelen des
lands weiden tot leden vau het hoofdbe
stuur gekozen de heeien J. Drost (wet
houder van Rotterdam), voorzitterP.
A. Bos, onder-voorzitter; P. A. van Hat-
tem, W. Hovy' P. J. van Limburg Pzn.,
Jos. van Raalte, S. J. Vermaes, S. M. van
VVijck en A. D. Zur Mühlen, terwijl door
het hoofdbestuur als secretaris is benoemd
de heer nir. Th. Reepmaker, secretans
der Kamer van Koophandel te Rotterdam.
In onderscheidene plaatsen des lands
[Woiden afcieelingen van uezen bond ge-
I organiseerde
28)
»En gij zijt het onschuldige landmeisje
dat ik in u geloofde, niet waar? Bah I
mijn beste kind, de rol welke gjj poogt
te spelen is volstrekt geen oorspoukelijke,
gij zult er spoedig, daar twijfel ik niet
aan, eene nog betere vinden. Ik hoop
dat gij goed betaald zijt geworden. Toch,
zoo gij er aan gedacht hadt mijne zaak
te dienen, zoude ik nog beter uwe moeite
beloond hebben. Ik hadde eene groote
som er voor over gehad om aan deze
vernedering te ontkomen."
Désirée staat hem sprakeloos aan te
staren er ligt iets in zijne stem en oogen
dat elke poging van hare zijde om hem
te antwoorden verlamt.
zZeg namens mij aan uwe meesteres,
begint hij en daarna zich bedenkende:
«Neenl wacht 1 ik zal mijn antwoord
schrijven. Ga even in het kleine salon
en wacht totdat ik kome."
Zij durft niet ongehoorzaam wezen.
Haar hart geeft haar in zich aan zijn
voeten te werpen om daar met tranen
en smeekingen voor de Hertogin te
pleiten, maar er is iets in zijne handel
wijze dat haar zintuigen verkleumt en
hel onmogelijk maakt. Zij sluipt heen
en wacht. Haar hart is vol kommer;
welke smart is zoo wreed als onze ge-
heele onmacht te gevoelen om eene ont
zettende ramp af te wenden van iemand
die wij teeder liefhebben I
Be tijd gaat voorbij het schijnt Bésitée
eene eeuwigheid toe; daarop verneemt
zij den tred van den Hertog op den drem
pel. Hij komt binnen, met een brief
in de hand.
Terwijl zij wachtte heeft zij zich aan
gegord tot eene groote poging. Als de
Hertog binnen kornt, werpt zij zich aan
zijne voeten.
»0, mijnheer de Hertog! hoor mij, dat
smeek ik u 1 laat mij spreken!"
Een harde, vreemde lach weerklinkt
van zijn lippen hij zoude even goed
door glndsch marmer beeld kunnen geuit
zijn geworden, zoo weinig menschelijke
klank ligt er in.
»Gij pleit te hevig voor onschuld,
meisje," spreekt hij spotachtig: «En de
feiten spreken beter door zich zeiven.
Op dit oogenblik zyn uwe meesteres en
haar minnaar alleen te zamen," en hij
knarst op de landen: «Haast u met
weder te keeren wees zeker dat zij uwe
terugkomst niet wenschen le bespoedigen.
Neenl gij zult in het eerste oogenblik
nog niet terugkeeren. Ik ga om half
acht van hier om Kapitein Clive te ont
moeten; tot dan, zult gij hier in deze
kamer bljjven; wanneer ik uitga zal ik
u eveneens heen laten gaan. Maak geen
gerucht, verstaal gij mij, ik zal dicht bij
de hand zijn en zorg dragen dat niemand
u ter hulpe komt." En den brief op de
tafel werpende, gaat hij weg terwijl hij
de deur achter zich afsluit.
Bésirée barst los in een vloed van
tranen. Zij denkt er over ria boe de
Hertogin op dit oogenblik ten prooi moet
wezeu aan angst en ongeduld, boe zij
minuut op minuut hare terugkomst moet
verbelden, wanhopig van zielsangst; zij
erkent ook geheel hoe verderfelijk haar
toestand is, waar zij alleen is gelaten
onder hetzelfde dak als Kapitein Clive.
Zij beproeft de deur zachtkens te openen.
Ach! zoo die kleine handen even krach
tig waren als hare getrouwe ziel, hoe
zoude dan de grendel voor hen wjjkenl
Zij kijkt rond naar een rnes of iets dat
haar behulpzaam wezen kan om het slot
te doen terugglijden. Te vergeefs! er
is niets als een ivoren en zilveren vouw
been niets al-: een speeltuig. Er
daarop, van liet oogenblik af dat haar
geehe menschelijke hulp kan bereiken,
zinkt zij in liet geted, en smeekt met
heel de vervoering welke iemand gebrui
ken kan die vei wacht een wonder ter
liaier hulpe te zien gebeuren. Maar er
komt geenantwoord op baar tranen en
gebeden; de wreede uren kruipen voorbjj
en brengen een grauwen, killen dag"-
raad die haar doet rillen en al de tan
den in haar mond doet klapperen.
Zij gevoelt zich zwak en ziek, want
zij heeft niet gegeten sedert haar mid
dagmaal op den vorigen dag.
Ten laatste, na verloop van ureri die
haar even lang als dagen hebben toege
schenen hoort zij den sleutel in het
sleutelgat keeren. Zij durft den Hertog
niet weder te ontmoeten, maai wacht
totdat de klank van zijn schreden weg
gestorven is; dan spoedt zij zich uit het
huis dat zij weel nooit weer te zullen
betreden, en door den kouden, grauwen,
halflichlen morgenstond, naar hare mees
teres terug.
De HerLogin is spookachtig bleek haar
gelaat draagt den aani lik van iemand
die eene vreeselijke wacht heeft gehou
den, zij is tien jaar ouder dan die schoone,
jeugdige Hertogin die met zulk een schit
terend gelaat door de wouden van Com
piégne reed.
«O, Désirée!" klaagt zij: «waarom zijt
gij zoo lang weggeweest
Eli Désirée hijgt ademloos en flauw
hare geschiedenis uit. Als zij dezelve
eindigt slaat de klok op den schoorsteen
acht ure.
De Hertogin beeft sclu ikkelijk. Op dit
oogenblik slaan de beide mannen van
aangezicht tot aangezicht, neen! de klok
kan achter zijn, een van beide kan reeds
dood wezeri I En hare levendige verbeel
ding roept liet tooneel te vooischijn. Zij
ziet Alsager op den grond liggen, hef
bloed stroomt uit de doodelijke wond,
zijn hoofd wordt door de getuigen onder
steund, en in een oogenblik schildert
baar hart baar het tafereel der geluk
kige, nuttige, eervolle toekomst welke
de zijne had kunnen wezen ware het
niet om harentwille geweest.
In zijne jeugd afgesneden van al de
vieugden en genoegens die liet leven
voor hem had kunnen bevatten; zonder
biecht naar zijn dood gegaan, met wel
licht onberouwde zonden op zijn hoofd
gestapeld. En zijn bloed ligt voor hare
deur. Daaiop ziet zij den Hertog zich
vol alscliuw afkoeren van zijn spookach
tig morgenwerk, haar vloekenden in zijne
ziel dat zij hem als moordenaar heeft
gebrandmerkt.
Thans is het te laat om iets anders