NTISUWE
Nieuws- en Advertentieblad
Het groote Dansaibum
UTRECHT EN GELDERLAND
Buitengewone Premie.
JQH. STRAUSS,
ÉÉN GULDEN
No. 32.
Zaterdag 18 April 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
B
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten
F euilleton.
MERSFOOBT
E COURANT
VOOR
abonnementsprijs:
Por 3 iiiAaiiden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Zoolang de voorraad strekt stel
len wij voor onze abonné's ver
krijgbaar
van den Walskoning
bevattende 100 verschillende dan
sen, voor slechts
(gewone prijs f 2.50.)
De voorraad is slechts gering,
men haaste zich dus te bestellen.
Omtrent den gesneuvelden kapitein
Floris P. A. Geluk deelt de Heer H. W.
Kooy, muziekleeraar te Amsteidam aan
het Nieuws v. d. Dag mede
uZelden of nooit trof ik onder mijne
leerlingen iemand aan van zoo groote
geestesgaven en zóó veelzijdigen ontwik
keling. Niet alleen dat Floris Geluk als
jongmensch in alle onderwysvakken verre
uitblonk boven zijne medescholieren, maar
ook op velerlei ander gebied was hij met
buitengewone talenten begiftigd. Nog
levendig herinner ik mij o. a. zijne groote
muzikale begaafdheid, zijn meesterschap
in het hanteeren van penseel en teeken-
stift, de sprekende, prachtig uitgevoerde
portretten 2ijrer naaste familieleden en
van hemzelven. Verschillende kunsten
en wetenschappen trokken hem aan en
vor.den in hem. niettegenstaande zijn
jeugdigen leeftijd, een ijverig beoefenaar.
9Hij voelde echter een onwederstaanbare
roeping om zijn ouderen broeder (den
mét ingang van 2 April j.l. eervol ont
slagen en gep. kapitein E. P. J. Geluk)
na te volgen en den militairen dienst
boven alles te verkiezen.
»Diep te betreuren is 't, dat zulk een
uitstekend en veelbelovend officier moet
bohooren tot de eerste slachtoffers van
den aartsverrader Toekoe Oemar."
Zooals men weet, zijn van de door
de Aijehers omsingelde posten nog slechts
twee (Biloel en Lamkoenjit, thans ge
slecht) ontzet.
Een oud-militair wijst er nu in het
Weekblad voor oud-Onderofficieren op,
wat het op Atjeh heteekent, dat sommige
posten ingesloten zijn. nDit beteekent,
dat men geen voet buiten de versterking
zetten, zijn hoofd niet over de palissa
deering steken kan, zonder gevaar te
loopen een schot van den vyand te ont
vangen (eene houten palissadeering ver
vangt, zooals rr en weet, een steenen
muur of aarden wal). Op eiken post zal
zich waarschijnlijk geen geneesheer be
vinden, zoodat de eventueel gekwetsten
niet behoorlijk behandeld kunnen worden.
Keukens en privaten liggen builen de ver
sterkingen, bij uitsluiting zijn die niet
te gebruiken. Men moet dan de spijzen
bereiden binnen de toch reeds zoo be
perkte ruimte der versterking; daarbij
doet zich de moeielijkheid voor: waar
zal men, wanneer de insluiting eenigen
tijd duurt, de benoodigde brandstof van
daan halen Hout te gaan kappen woidt
te gevaarlijk.
Die dagen vari insluiting zijn voor de
bezitting benauwde dagen.
Dat onverpoosde waakzaamheid, een
waakzaamheid waaraan ook niet het ge
ringste mag ontsnappen, meer dan elders
noodig is, behoeft wel niet gezegd te
worden tegenover een vijand, wiens vlug
heid en behendigheid hem over en door
hindernissen doet komen, waarvoor een
Europeaan blijft staar».
Tusschen onze posten ligt nu, als een
roofdier op de loer, de Atjeher, die een
maal zoo behulpzaam, der. nu plotseling
in een gevaarlijken tijgetklauw verander
den fluv eelen poot uitstak.
In dorre, en schaar6 begroeide streken
zoude zoo iets op deze wijze niet kunnen
gebeuren, maar denk u Atjeh met zijn
welige plantengroei, zijn ondoordringbaar
loofgordijn, dat alles in zijn diepe plooien
verbergt. Daartusschen sluipt de vijand
met onhoorbaren tred, daar legt hij zich
in hinderlaag, van daaruit zendt hij zijne
h'elaas rneer en meer doeltreffende schoten.
Zien doet men hem zelden, gedurende
den nacht houdt hij samenkomsten. De
geloovigen verzamelen zich dan en doen
de lucht weergalmen van famatieke rauw-
klinkende zangen en aanroepingen, die
vaak in een heesch gebrul eindigen. In
den vroegen morgen hoort men bijwijlen
zijn lang aanhoudend, schel en doordrin
gend veldgeschreeuw.
Hij verschijnt en verdwijnt zonder dat
men er veel van merkt, het roofdier ge
lijk, dat, vooral bij nacht, groote afstanden
aflegt."
De Gouverneur-Generaal van Ned.
Indië heeft de uitzending van mariniers
naar de tropen niet noodig geacht.
Op 9 Mei a.s. zal weer een detache
ment der koloniale reserve, ter sterkte
van 200 man, uit Nijmegen via Rot
terdam per stoomschip Soembing naar
Oost-Indië worden gezonden.
Aan het N. v. d. D. werd gisteren
uit Batavia geseind
Heden zijn vier bataljons, in twee co
lonnes, onder de luit. kolonels Bendier en
J. B. van Heutz uitgerukt.
Zij gaan ontzetten en daarna verbran
den de posten Anakgaloeng, Senelop,
Lamsoet en Lnmbarek. (Z. aan beide
oevers \an de Atjeh-rivier.)
Naar aanleiding van het telegram, dat
de tijdelijke posten buiten onze gecon
centreerde stelling in Atjeh, behalve Tjot
Goeë, door ons zullen woiden geaban
donneerd, schrijft de N. R. Ct.
Senelop en Anagalueng, twee dier posten,
waren onze meest vooruitgeschoven pun
ten. Toen zij in Februari 1885 werden
ingetrokken, hetwelk zonder noemens
waardig verlies plaats vond, werd vooiaf
te Boektoe een versterking opgericht om
de transporten te dekken. Nu kunnen
onze tusschenposten Boekloel, Lam Banh,
Lam Soeh en Siroen dien dienst bewijzen.
Toch vreezen wij voor meer verliezen dan
vroeger geleden werden, want nu wordt
de vijand door onze terugtrekkende be
weging niet verrast.
Van Toengkoep kan langs een goeden
weg op Lamjoeng worden geretireerd
Die weg leidt grootendeels door rijstvel
den en over opengekapt terrein.
De terugtocht van Tjot Rang zal wel
op Tjot I/i plaats hebben. Het pad
daarheen voert door bedekt terrein, even-
Is dat van Kroeng Gloempang naar
Lampermai. Langs voetpaden door sawahs
en kampongs kan men van daar ook op
Lamsoet terugtrekken.
Van Senelop voert daarheen een door
rijstvelden voerend goed onderhouden pad,
waarvan overste Bisschofïvan Heemskerck
gebruik maakte om met veertig man uit
Lamsoet en Lamburih de patrouille van
Blokland te hulp te komen, toen die op
7 Maart jl. op korten afstand van Ana-
goeloeng in de klem zat.
Tjot Goeëj gelegen op de heuvels ten
zuiden van Lamreng, is een sterk punt,
dat de vlakte der IX Moekims gedeeltelijk
beheerscht. To^koe Oemar veroverde het
in Augustus '93, waarna er door ons een
vaste bezetting gelegd werd. Dat het nu
bezet blijft, geschiedt wellicht tot bevei
liging van Toeka Nja Mohamed, hoofd
der IX Moekims, op wiens verzoek voor
een jaar Biloel werd, als hij ons ten
minste ook niet is afgevallen.
De bevolking der Heldringsgestich-
len was op 1 April als volgt: Steenbeek
53, Magdalena-huis 22 vrouwen en 58
kinderen, Bethel 50. Talitha Kumi 160,
Opleidingshuizen 31, Normaalschool 44.
Bovendien zijn er nog 21 aanvragen om
plaatsing.
Onder de giften gedurende de maand
Maart ontvangen, behoort o.a. f 100 van
W. v. H. te Amsterdam en door mej.
A. C. J. C. te Haarlem, f 700 aan jaar
lijksche bijdragen.
Dezer dagen is aan een student der
Polytechnische school de rang van vaan
drig bij het reservekader verleend. Dit
is de eerste vaandrig, dien het kader
afleverde. Daardoor is hem thans [de
gelegenheid opengesteld gedurende zeke
ren tijd hij het leger te dienen op een
traktement van f 900. Hij kan [onderwijl
zijn studiën voltooien aan de Polytechni
sche schooien, wanneer hij diploma C
heeft behaald, kan hij, terwijl hij I ij het
leger dient, het oogenblik afwachten om
een loopbaan te aanvaarden, overeenkom
stig zijo bestemming.
Het is schier onmogelijk, zegt het
nHandelsblad van Antwerpen", zich een
denkbeeld te vormen van de groote hoe
veelheid boter, die Holland in België in
voert-. Aan het grenskantoor Achel werd
van 2u Augustus tot 31 December aan
inkomende rechten op boter en magarine
door Holland ingevoerd, het aardige som
metje van 180.000 fiancs betaald.
Het huisje van Czaar Peter te
Zaandam, op last van Keizer Nicolaas
II met een brandvrij buis omgeven, is
thans «zereed. De heer A. de Loviaguine,
vice-consul van Rusland te Amsterdam,
heeft aan de hoeren Roeloffzen Hübner
de uitvoering opgedragen van een album,
dat, behalve een kort historisch overzicht
in de Nederlandsche, Russische, Engel-
sche en Fransche talen een twintig
tal afbeeldingen van het in- en uitwen
dige van het Czaar Pelershuisje za! be-
atten, naar oude gravures en phologra-
fiën, zoowel als naar nieuwe. Men za!
er ook een aantal facsimmilé's van hand-
teekeningen van hooge bezoekers vinden,
overgenomen uit de daartoe in het huisje
aanwezige iegisters.
Het album zal binnenkort verschijnen
en verkrijgbaar zijn hij den concierge
van het Czaar Petershuisje te Zaandam
en bij enkele boekhandelaars te Amster
dam en elders.
De Koninginnen zullen zich a. s.
Dinsdag met gevolg naar Amsterdam be
geven in een extra trein van den Hol-
landschen Spoorweg, welke des namid
dags te 1 uur 58 min. van Den Haag
vertrekt en ten 3 uur 5 min. te Amsterdam
aankomt.
In de a.s. zomerdienstregeling op
den Nederlandschen Centraal.spoorweg
zijn ditmaal vele veranderingen gehracht,
waarvan sommige van werkelijk ingrij
penden aard en zeer ten goede zullen
komen van het verkeer van Amsterdam,
Rotterdam en 's-Gravenhage met de Noor
delijke provinciën.
Door het vervroegen van den ochtend-
sr.eltrein naar Zwolle en het later ver-
tiek van den avondsneltrein in omge
keerde lichting, kan men thans gemak
kelijk in één dag van genoemde plaatsen
heen en terug naar Groningen en Leeuwar
den, waar men dan een oponthoud heeft
van 6 a 7 uren.
41)
De eetzaal sluit de lange reeks van
ineenloopende kamers, die van het eene
eind van het huis tot het andere loopen
haar groote vensters zien over de bos-
schen en het dal heen een heerlijk
uitzicht 1
Men heeft pas eene week te voren den
langsten tlag gehadde zomeravond is
dus op zijn fraaist. Lady Ryvendale
heeft besloten, wijl het verschrikkelijk jam
mer zoude zijn, de lucht en den prach-
tigen zonsondergang buiten te sluiten,
dat men met daglicht zal eten.
De vensters zijn wijd opengeworpen;
de hemel is van het eene eind tot het
andere bedekt met gulden licht; en de
vogels zingen nog, als Lord Ryvendale,
Miss Sanoris naar tafel geleidt. Op het
oogenblik, dat zij door de twee fraaie
salons gaan, wier versiering het zwak
van zijn vader had uitgemaakt, en de
mooie eetzaal binnentreden, wordt Alsa-
8er, gewoon als hjj geheel zijn leven ge
weest is aan rjjke voorwerpen in zijne
omgeving, getroffen door eene oogen-
hlikkelijke nieuwsgierigheid of deze zaken
eenige waaide bezitten in de oogen van
de dochters des Rectors. Hij zoude zich
teleurgesteld gevoelen te weten, dat,
hoewel zij de genoegelijkheden des levens
volkomen kan genieten en bewonderen,
er in haar hart geen sprankje van eer
zucht is of ook maar het verlangen ze
voor zichzelve te bezitten.
Otto Desmond en zijn juist aangekomen
vriend, Mr. Egerton, zijn van de partij.
De Rector neemt Lady Ryvenoale in be
slag. Otto is overgelaten geworden aan
hare dame van gezelschap, en de jonge
officier heeft zich met Riette belast, en
is, naar allen schijn, bijzonder goed te
vreden over zijn lot. Het jonge meisje
is in eene zeer schalksche, vroolijke stem
ming, maar Mr. Desmond gevoelt zicli
volstrekt niet als naar gewoonte. Charlie
is zijn boezemvriend, Riette zoo goed als
zijne verloofde; hij heefi althans een
van heide noodig en hij heeft geen van
twee. Evenwel een opgeruimde, goed
hartige jonge man zijnde, pruilt hij niet
of maakt zicb niet onaangenaam, maar
zijn sprekend gelaat draagt geenzins eene
gelukkige uitdrukking.
Loid Ryvendale gevoelt een welzijn,
zooals hij in lange niet genoten heeft.
Hjj is gastheer in zijn eigen huis en
heeft aan zijne zijde de vrouw, die, op
het oogenblik, hem voorkomt de meest
bekoorlijke van hanr geslacht te zijn.
Zij spreekt tot hem met de haar eigen
lage. zoete stem, en hoewel zij niets van
zijne wereld afweet, en hij nog minder
van de hare, vloeit het gesprek zachlkens
vooi t.
Hij wilde wel dat zij meer at, maar
toch is het overeenkomstig liaie heilig
heid dat zij alle rijke en verleidelijke
spijzen zoude weigeren en maar weinig
eten, en dat nog van de meest dagelijk-
sche dingen. Over het algemeen is
Alsager niet onder dezulken, die meenen
dat eene vrouw van lucht moet leven
(of schjjnen te doen); het heeft hem
altijd bevallen als eene sclioone buurvrouw
aan tafel (mits dal zij bevallig al) een
goeden maaltijd op prijs stelde, en dat
baar oogen met meerder gloed gingen
schitteren, nadat de Champagne was
rondgegaan. Maar lieden avond is hjj
in eene gansch andeie stemming en van
een geheel ander oor teel het schoone
kalme gelaal, de eenvoudige gewoonten,
de reine en ernstige uitdrukking der
oogen, aan welke coquetlerie en uitda
gende blikken onbekend zijn, schijnen
hem de grootste beloovering in eene
vrouw toe.
Er ligt geen vuur in den blik, waar
mede hij haar aanziet: het is eene kalme
rustige uitdrukking var. onwedei legbare
bewondering en eerbied. Hij gevoelt
het verlangen om zich alleen met haar
te bevinden, zooals een man dat altijd
wenscht wanneer hij veel van eene
vrouw houdt, maar nu is hel, opdat bij
stil en vertrouwelijk met haar zou kun
nen spreken, en daardoor zijn eigen af
gemat harte lot rust zouden kunnen
brengen, en niet om de gelegenheid te
hebben te openbaren, welk eene belang
stelling zij hem heeft ingeboezemd. Alsa
ger bedenkt, hoe hij haar zal afzonderen
van de rest van het gezelschap en haar
geheel voor zichzelven hebben. Hij zal
het zoo mogelijk overleggen, hij heefi
zelf reeds het plekje uitgekozen, waar
zij te zamen in den tuin zitten zullen
op dien prachligen avond. En de ge
dachten aan dit kalme genoegen schijnt
in zijn oogen betooverender, dan het
genot om eene vrouw, die hij hartstoch
telijk zoude beminnen, alleen te ont
moeten. Een strijd tegen hevige gevoe
lens heeft zich van zijn hart meester ge
maakt, vredige kalmte schijnt het eenige
groote goeds.
De dames worden na het eten niet
lang aan elkander overgelaten. De koffie
is juist gebracht als de Rector op den
drempel verschijnt, op den voet gevolgd
door de rest van het gezelschap.
»IIet is eene schande, om niet zulk
eene avoi d binnenshuis te zijn," merkt
Lord Ryvendale aan tegen zijne schoon
zuster, en zij antwoordt terstond:
»Dat is het ook. Gij jongelieden moet
allen naar builen gaan het zal heei-
lijk wezen in de bosschen. Ik voor mij
ben een weinig bang voor de avondlucht,
maar ik hoop dat Mr. Sartoris ook bin
nen zal blijven en voor mij zorg zal
dragen."
Twee minuten later trippelt Riette
an de breede trapper, af, die van het
hooge- naar het lage terras geleiden, ge
volgd door Olto en den jongen Desmond.
Osylh en Lord Ryvendale volgen met
langzamer schreden.
Wacht," zegt Alsaser als Miss Sar
toris de treden begint af te stijgenkijk
eerst eens naar het gezicht van dit punt at."
Hij staat geleund tegen een steenen
urn, gevuld niet bloeiende geraniums en
terwijl Osvtli beenziet over liet land
schap, zooals het zich baadt in het maan
licht, staart hij naar ha r.
HOOFDSTUK XVI.
Rijk, en tocll hoe urtu
Het is meer dan schoon het tooneel,
dat aan hun voeten ligt en de stilte van