NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht,
DERTIG CENT
No. 44.
Zaterdag 30 Mei 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DANIEL LESUEUR
BUITENLAND.
BINNENLAND.
F euilleton.
Zie advertentie Almeloo,
4e pagina van dit nummer.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.—Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukkeu en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
firoote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Zoolang de voorraad
rijk», stellen wij voor
onze lezers tegen betaling van
slechts
verkrijgbaar een exemplaar van
den BOE1ENDEN, «ËILLH-
STREEKBES ROMAN van
Men baaste zicb aan te vra
gen by den Uitgever dezer Con-
rant.
Reuter seinde Woensdag uit Moskou:
Om half een waren de Kroningsplech-
tigheden van het Russische Keizerlijk
paar afgeloopen. Het begaf zich om te
bidden naar de kathedraal, waarin de af
kondiging had paats gehad en vervolgens
naar de Archangel-Kathedraal.
Om één uur trokken de vorstelijke per
sonen zich terug in hun paleis.
Te half twee, verkondigden te St. Pe
tersburg donderende saluutschoten aan de
groote menigte die zich door de straten
bewoog, dat de kroning te Moscou had
plaats gehad. Overal hoorde men jubel
kreten, men drukte elkaar de hand en
omhelsde elkaar. De prachtig versierde
stad baadde zich in zonnegloed. In alle
kerken werden dankgebeden ten hemel
gezonden. De bladen gaven feestnummers
uit.
In het kroningsmanifest wordt vooral
aan de ongelukkigen en die onder zorgen
gebukt gaan, ook dengenen,die zulks aan
eigen schuld te wijten hel ben, verlich
ting beloofd, opdat ook zij, het pad eens
nieuwen levens betredend, reden zullen
hebben zicb te verheugen. Het manifest
somt vijftien verschillende gevallen op
waarin vermindering van straf of amnestie
wordt verleend.
De achterstallige belasting wordt kwijt
gescholden voor Europeesch Rusland en
Polen; de grondbelasting voor den duur
van tien jaren op de helft verminderd.
De geldboeten worden kwijtgescholden of
verminderd de vorderingen van den staat,
van verschillenden aard, worden vervallen
verklaard; deveroordeelingen wegenslichte
over ti edingen worden kwijtgescholden. Zij,
die naar Siberië verbannen zijn, kunnen
wanneer zij daar twaalf jaar, en zij die
riaar verder afgelegen, builen Siberië lig
gende gouvernementen zijn verbannen,
wanneer zij daar tien jaar geweest zijn,
een vrije verblijfplaats kiezen, mits niet
in de hoofdsteden en in de hoofd-gouver-
nementen, en zonder dat zij weer in hun
rechten worden hersteld. Misdadigers,
die in Siberië of meer verwijderde gou
vernementen zijn opgesloten, of gebonden
zijn aan bepaalde woonplaatsen, krijgen
voor een derde deel kwijtschelding van
straf.
Zij, die naar deze streken als landver
huizers zijn gezonden zullen niet na tien,
maar reeds na vier jaar boer worden;
die tot dwangarbeid zijn veroordeeld, ver-
kiijgen vermindering van straf met een
derde. Levenslange dwangarbeid wordl
verandeid in dwangarbeid voor den tijd
van twintig jaar. Vele andere straffen
wor den vei minderd ook voor de verjaring
van straffen is een korter termijn gesteld.
De staatsmisdadigers kunnen, ul naar
de schuld en het door hen betoonde be
rouw, verzachting van straf verkrijgen,
welke verder gaat dan de algerneene am
nestie. Zij, die verbannen zijn, kunnen
na afloop hunner verbanning bij een on
berispelijk, arbeidzaam leven, hunne ge
boorterechten terugkrijgen. Staatsmisda
den, welke volgens de wet niet verjaren,
kunnen buiten vervolgin» worden gesteld,
indien sedert het plegen van de daad
vijftien jaren zijn verloopen.
Vluchtelingen uit het Czarenrijk, Polen
en de Westelijke gouvernementen, die
geen doodslag, mishandeling, roof, brand
stichting hebben gepleegd ter ondersteu
ning van den Poolschen opstand, zullen,
indien zjj in hel vaderland terugkeeren
en den eed van trouw afleggen, bevrijd
worden van het politie toezicht, en hun
wordt overgelaten een vrije woonplaats
te kiezen. Vluchtelingen, die zich aan
genoemde misdaden schuldig hebben ge
maakt, zijn onderworpen aan een politie
toezicht voor den tijd van drie jaar, op
een door den minister aan te wijzen
plaats.
The Times verneemt uit Kaapstad, dat
in alle steden van Zuid-Afnka verzoek
schriften aan de Transvaalsche regeering
wordeD geteekerid tot begenadiging der
veroordeelde Johannesburgers. De Duit-
sche bevolking aan den Rand teekerit
een dergelijk verzoekschrift, stappen,
die veel passender zijn en veel meer kans
hebben doel te treffen dan de vermonde
bedreigingen en eisehen, in deze van
andere zijde gesteld.
De Transvaalsche regeering bereidt
weer de uitgave van een Groenboek voor
met verdere bescheiden, brieven en tele
grammen betreffende Jamesons inval.
Daaruit zou blijken, dat ook de heer
Newton, de tegenwoordige Inperial Com
missioner in Bechuana-land, in de ver
raderlijke samenspanning is betrokken
geweest.
De jonge koning van Swazi-land beeft,
na een zestal zijner bedienden, die bij als
schijven bij zijne schiet-oefeningen ge
bruikte, gedood te hebben, uit vrees
voor bestraffing door de Transvaleis de
vlucht naar de bergen genomen. Onge
twijfeld wacht hem van de Boeren eene
tuchtiging eene heeilijke gelegenheid
weer voor de Eugelsche pers, om over
verdrukking van die lieve inboorlingen
te jammeren.
Op Crela kwamen weer ongeregeldhe
den voor. De «Christenen" belegerden
het Turksche garnizoen van Vamos en
sloegen eene afdeeling, dien het kwam
ontzetten, mei verlies af.
7he Times vi-rneemt uit Canea, dat
daar anarchie heerscht en de Turksche
soldaten allerwege moorden en plnudeien.
Onder de gedooden zijn ook bedienden
van de Grieksche en Russische conculs.
Al de consuls seinden om oorlogsschepen
en uit Malta is al een eskader onderweg.
Ooi de Fransche regeering zond er een
kruiser heen. Grieksche schepen worden
mede verwacht. De gouverneur schijnt
niet bij machte zijne soldaten in toom
te houden.
Ook te Relimo is de toestand ernstig.
De Regeering heeft een wetsont
werp ingediend, houdende bepaling, dat
de wettelijke tijd in Nederland is de
middelbare zonnetijd van den meridiaan
op vijftien graden Oosterlengte van Green
wich.
De Regeering meende hare keuze te
moeten vestigen op den Midden-Euro-
peeschen tijd. De invoering daarvan zou
echter bij een nominaal behoud der ge
wone uren voor alle bezigheden een feite-
ijke vervroeging van 40 minuten ten
gevolge hebben en dat is reeds daarom
niet mogelijk, omdat door de internatio
nale spoorweg-verbindingen de uien van
aankomst en vertrek der treinen en
als gevolg daarvan ook die der meer locale
treinen feitelijk niet gewijzigd kunnen
worden. Om nu alle bezwaren zooveel
mogelijk te vermijden en toch van den
Midden-Europeeschen lijd gebruik te ma
ken, en daarbij tot de zoo veelvuldig
verlangde eenheid van tijd te geraken
heeft de minister van binnenlandsche
zaken voorgesteld dat alle in de wetten
enz. genoemde uren geacht zullen wor
den een half uur later te zijn gesteld.
Blijkens ingewonnen bericht zullen na de
invoering van den Midden-Europeeschen
tijd als wettelijke tijd ook de spoorweg
maatschappijen de tijdsbepalingen harer
dienstreglementen daarnaar vaststellen,
teiwijl men mag hopen, dat de geringe
werkelijke vervroeging van 10 minuten,
die uit de genoemde bepaling zal voort
vloeien, voor de plaatsen waar nu de
Amsterdamsche tijd wordt gevolgd, in
de practijk tot geen bezwaren aanleiding
zal geven. Op de medewerking van de
plaatselijke autoriteiten wordt daarbij
door dn Regeering gerekend.
Bepaald wordt voorts, dat de door of
vanwege het openbaar gezag beheerde
uurwerken naar den wettelijken tijd ge
regeld zullen wurden, ten einde daardoor
de eenheid van tijdregeling te spoediger
ingang te doen vinden.
Wij vernemen dat uit het bestuur
van Vreemdelingenverkeer in de feest
commissie van het Utrechtsch Studenten
corps zich rnr. P. G. IJ. Dop, W. E. L.
K. Andrau, jhr. N. A. van Karnebeek en
J. W. R. van Eeten tot een comité heb
ben gevormd, dat zich ten doel stelt aan
vreemdelingen, die tijdens de lustrumfees
ten (2228 Juni) willen overnachten,
goed logies te verschaffen en gelegenheid
te geven ona den stoet te bezichtigen.
Bedoeld comité, gevestigd Neude 15,
te Utiecht, heeft zich daartoe bij circu
laire tot hotelhouders en ingezetenen
gewend en verstrekt aan eventueele huur
ders op verzoek gratis formulieren van
aanvraag tot huisvesting en alle verdere
inlichtingen.
Atjeli.
Van den gouverneur-generaal van Ned.-
Indië is aan het departement van kolo
niën ontvangen het navolgend telegram
Operatiën in VI en IV Moekims eergis
teren beëindigd, zonder verdere verliezen.
Toestand der gewonden gunstig.
De tocht naar het gebied van Toekoe
Oemar is afgeloopen en met gi ooi succes
bekroon*!. Het gansche dal, dat van
Lam Pisang naar Kroeng Raba loopt, is
doorgetrokken en de vijanden getuchtigd
terwijl de bezittingen van Oemar zooveel
mogelijk verwoest zijn. Djiiat en Anak
Paja zijn kampongs in het dal.
De bedoeling van het terugtrekken op
Lam Pisang is, deze plaats voorloopig te
bezetten om den terugkeer van Oemar's
volk tegen ie houden met het oog op de
tuchtiging van de IX Moekims en vooral
van Lamkrah, het brandpunt vari het
verzet tegen onzr macht vóór den afval
van Toekoe Oemar. Die Tuchtiging kan
natuurlijk niet uitblijven. Daarna zullen
waarschijnlijk de krijgsoperaties als ge
ëindigd beschouwd worden, zullen wij
ons weder terugtrekken binnen de pos-
tenlinie en kan de versterking naarPadaDg
en Java terugkeeren.
De overwinning is zeer zeker duur ge
kocht en niet zonder zware offers; maar
wanneer men daarbij in aanmerking
neemt, dat, volgens een telegram van
Zaterdag, de duur nog op vier dagen
werd geschat, dat we stonden tegenover
een machtigen, goed gewapenden en
krachtig versterkten vijand in een ont
zaglijk moeilyk terrein, dan moest zeker
op een zwaren strijd worden gerekend.
Met veel omzichtigheid schijnt echter
de aanval te zijn geleid; de XXII Moe
kims, waar Oemar gelukkig zijn beste
vrienden niet telt, hebben hem blykbaar
niet krachtig gesteund, en onze dappere
tioepen hebben glansrijke overwinning
bevochten, waardoor niet alleen Lampi-
sang en daarmee de geheele IX Moekims
in onze macht werden teruggebracht,
52)
Dus trokken de twee zich terug in
het kleine boschje, dat van den tuin der
pastorie naar de wouden van Helmstone
leidde, maar nog steeds tot de tuinen
behoorde.
Twee uren daarna hing Riette om de
hals harer zuster, om haar met glim
lachen, en tranen en blosjes te bekennen,
dat Charlie haar zijn hart en hand had
aangeboden, en nog dienzelfden avond
er haar vader over spreken zou; dat zij
geloofde, waarlijk zeer aan hem gehecht
te zijn, en dat het heerlijk zoude zijn
om verloofd te wezen.
Deze tijding was een ruwe schok voor
Osyth. Hoe vaak had zij met eene zachte
en zusterlijke vreugde gedacht over de
gelukkige, misschien schitterende toe
komst, welke Riette als Otto's vrouw
was weggelegd l En wie was Mr. Eger-
ton? Zij wist niets van hem, dat haar
eenig vertrouwen voor hem kon inboe
zemen, behalve dat hij een welopgevoed
jongmensch was, en zeer veel van Riette
scheen te houden. Maar om hunne lie
veling, hun bemind ooilam aan een
vreemde te geven, die gedachte was haar
ondragelijk. En toch, haar te dwars-
boomen, haar bedroefd en ongelukkig te
zien, dat was ten eenenmale onmogelijk.
«Gij zult het aan papa uitleggen, wilt
ge, Osie?» fluisterde Riette, ter wijl zij
haai mooi, blozend gelaat tot dal van
hare zuster ophief, en Osyth ging met
weifelende schreden haar vader opzoeken.
De Rector was bepaald ontzet.
«Ik wil het volstrekt niet toestaan,
volstrekt niet zeide hij, het hoofd schud
dende: «Ach! lieve, ik vrees dat wij
Riette te veel als kind hebben beschouwd.
Ik heb nooit van iets dergelijks gedroomd.
Otto ook al heengegaan I het kind heeft
hem geweigerd I Ik kan nauwelijks ge
looven dat ik bij mijn zinnen ben. En
wat weten wij van dezen jongen man?
Niets I En gij zegt, dat ons arm kind
zich verbeeldt hem te beminnen? Ol
men kan er niet over denken! Ik moet
vernemen, wat hij mij te zeggen heeft,
natuurlijk, maar om eene verloving toe
te staan, dat mag en wil ik niet.»
Wij moeten zeer omzichtig zjjn, papa,»
spreekt Osyth vriendelijk; «indien wij
de arme lieveling schijnen tegeD te wer
ken, kan zij waarlijk gelooven hem lief
te hebben.»
De Rector is de beste en lankmoe
digste der menschenmaar wij weten
dat het niet geraden is aan een vreemde,
om de jongen ran de zachtmoedigste
onder de dieren aan te raken. Toen
Mr. Egerton in zijn bijzijn werd toege
laten, lag er eene gestrenge uitdrukking
op zijn gelaat, die geheel verschilde van
zijn gewoonlijk goedigen en stralenden
blik het boezemde den al te ver
trouwenden jongeling een gevoel van iets
als ontzag in. Zijn weinige eigenschap
pen, zijn geringe vooruitzichten, zijne
algerneene onbeduidendheid troffen hem
plotseling: zijn zelf beheersching ver
dween, zijn tong bleef aan het gehemelte
kleven.
De Rector kon niet anders of hij moest
den indruk, dien hij gemaakt had, op
merken, en hij, wiens hart terstond ver
smolt voor den misdadige, die zijn boom
gaard bestal, verhardde zich tegen dezen
dief in schijn en hij zette zijn hals en
geheele houding nog stijver.
Hij, de minst eerzuchtige, meest on-
wereldsche man, zag in de waarschijn
lijkheid, dat de jongeling geen vooruit
zichten zoude bezitten, een kans om een
eind te maken, zoowel aan zjjn bjjzijn
als aan zijn verwachtingen.
Charlie stamelde en hakkelde: de
Rector bleef zonder ontferming; hij ge
voelde volstrekt geen leed voor den jon
gen man, en hij wilde hem zelfs geen
stroohalm toesteken, die hij zoude kunnen
grijpen. Charlie kon niet gelooven dat
dit de vroolijke, welwillende oude Rector
was, van wien hij niet het minste be
zwaar had verwacht.
«Ik ik uwe dochter be
gon hij.
«Weinul mijnheer (op strengen toon):
mijne dochter?"
«Ik ben mij bewust dat ik bijna een
een vreemde voor u ben,» stamelde
Charlie.
«Volkomen juist, Mr. Egerton. wij ken-
Den u slechts als een vriend van Otto,
en daar Otto ons allen (met een klem
toon) zeer dierbaar is, ontvingen wij u
op dien grond, zonder te denken dat
eenige verdere kennis noodig was. Wij
zijn diep teleurgesteld door zijn plotseling
vertrek, misschien kunt gij eenige ophel
dering daaromtrent geven.»
De Rector zag er bepaald boos uit,
«Ik hij dat is wij, ongelukkig
tenminste niet ongelukkig, maar -
maar de waarheid is dat wij beiden uwe
dochter beminnen.»
«Ik moet zeggen, Mr.I? Mr. Egerton
hernam de Rector met verdubbelde ge
strengheid, «dat dn eene zeer buitenge
wone, zeer onverwachte openbaring uwer
zijds is. Het is geene week geleden dat
gij te Helmstone kwaamt, en gij zoudt
mij willen doen verstaan dat gij aan
spraak maakt op de hand mijner doch
ter
Charlie voelde zich geheel nit hel veld
geslagen.
«Gelooft gij niet in liefde op hel eerste
gezicht, mijnheer?» vroeg hij droevig.
«Neen, daaraan geloof ik niet,» en
beslist: «in elk geval niet dal zij eenigs-
zins blijvend of iets waard is.«
«O! mijnheer, ik aanbid Riette.»
«Wees zoo goed, Mr. Egerton, rnijne
dochter niet bij haai voornaam te noe
men, voordal gij eenig recht uf aanspraak
hebt om dat te doen.»
«Weigert gij naar mijne bede te hooren,
mijnheer?» vroeg Charlie, bijna voor hel
eerst in zijn leven ontmoedigd.
«Verklaar u zelf als het u belieft,»
uitte de Rector stijf.
«Voorzeker, mijnheer, kurit gij niet