NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 47.
Woensdag 10 Juni 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
F euilleton.
Zie advertentie Almeloo,
4e pagina van dit nummer.
Amersfoortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Rijwiel-belasting sedert eenigen
tijd reeds iD de maak, is thans belichaamd
in een ontwerp, dat het Departement
heeft verlaten, maar nog niet bij de
Staten-Generaal is ingekomen. Wjj zijn
niettemin bij machte ooze lezers de voor
naamste hoofdtrek der regeling weer te
geven wat vooral de sportsmen onder
onze lezers interesseeren zal.
Zijn wy wel ingelicht, dan zal de
nieuwe wet niet zoozeer een «rijwielbe
lasting* als wel een «wielrjjdersbelasting*
zjjr.. Het voornemen toch schijnt te be
staan by de wet vast te stellen dnt ieder
een, die op den publieken weg bevonden
wordt een «fiets* te berijden een kaart
bij zich moet hebben die hij voor zeker
bedrag (waarschijnlijk f3.) van den ont
vanger (of eeo ander ambtenaar) gekocht
heeft.
Hoe nu dat feit precies gecontroleerd
zal worden is op zichzelf niet recht dui
delijk; noodig zal daarvoor wel zijn dat
de rijder op commando van den met de
contróle belasten ambtenaar stilhoudt en
hem zijn kaart vertoont. Zoo zal het
wel moeten zijn, want hoe zou het an-
deis kunnen wezen? Toch weigeren wij,
totdat wij meerdere zekerheid hierom
trent verkregen hebben, te gelooven, dat
een zoo hinderlijke bepaling zal worden
gemaakt. Maar nog eens: alleen zoo is
het mogelijk na te gaan of de meneer,
die op een flets zich over ons tranendal
voortbeweegt, van de overheid wel wer
kelijk de als «rijwielbelasting* vereischte
vergunning zich gekocht heeft.
Dat voor werklieden mildere bepalin
gen tot gratis verkrijging der wiel
rijderskaart toe in de bedoeling lig
gen, behoeft zeker wel niet gezegd te
worden: zooder dat toch zou het ontwerp
voor de democraten van alle gading ge
heel onaannemelijk zijn. Maar het zal
zeker te bezien staan of dit niet als een
bevoorrechting op het stuk van belastin
gen, en dus als ongrondwettig moet wor
den gewijzigd.
Ziedaar wat wij omtrent de ontworpen
regeling te weten zijn gekomen; het moge
niet veel zyn, wij denken dat het al ge
noeg is om de meeste «velomen* de koorts
op het lijf te jagen I
(Amst. Crt.)
Ook dit jaar zal het kamp bij Laren
weder betrokken worden door jeugdige
dillettant-roilitairen, zooals leerlingen van
gymnasiums en andere dergelijke inrich
tingen. De gelegenheid word geopend
aan een 60-tal jongelieden.
Men moet zich daartoe vdór 1 Julie.k.
schriftelijk hebben aangemeld bij den
Isten luitenant, belast met de leiding der
oefeningen' den heer U. Polvliel, kazerne
Oranje-Nassau, bureel der vrijwillige
oefeningen in den wapenhandel te Am
sterdam.
Ouders of voogden moeten bij deze
aanvrage hunne schriftelijke toestemming
voegen.
Verder wordt van deelnemers gevor
derd, dat zij eenige bedrevenheid hebben
in de exercitiën der reci utenschool en hel
onderhoud van en de bekendheid met de
hoofd- en onderdeelen van liet geweer
M. 71.
Eindelijk moet ieder deelnemer voor
voeding, kleeding, bijdragen ln de kosten
enz., bij zijn aankomst in het kamp f 16
storten en zich bovendien zelf een uni
formjas en pet aanschaffen.
Het kampement zal duren ven 27 Juli
tot 7 Augustus.
De Huisvrouw schrijft:
Voor het eerst zijn dit jaar in de com
missies voor het afnemen der examens
voor hoofdonderwijzer en hoofdonderwy-
zeres vrouwen benoemd.
Dit mag beschouwd worden als een
feit van groole beteekenis. Tot heden
werden uit al dergelijke commissies de
vrouwen geweerd. Al werden vrouwen
toegelaten tot het onderwijs, waardig ge
oordeeld om deel te nemen aan hel
examineeren van candidaten voor het
onderwijzersambt werden zij niet. Het
hatelijk stelsel van uitsluiting der vrouw
werd ook hier toegepast.
Met deze gewoonte wordt thans voor
het eerst gebroken. De tegenwoordige
minister van binnenlandsche zaken geeft
aan de vrouw de plaats, die haar toekomt.
ATJEH-OORLOH.
Volgens telegrammen van het «Hdbld.»
en «Het N. v. d. D.t is gisteren eene
belangrijke expeditie aangevangen. Zes
bataljons en drie butlerijen, in twee kolon-
nes verdeeld, zijn opgerukt naar Lam-
krak, het bekende brandpunt van verzet
in de XXII Moekims, tot welker tuchti
ging reeds in Maart, na den bekenden
overval bij Anak Galoeng, door generaal
DeykerhofT was besloten. Gelijk men
weet, zou deze tuchtiging met behulp
van Toekoe Oemar plaats hebben gehad
op den dag van diens afval.
De sterkte der uitgezonden macht be
wijst dat op een krachtig veizet is gere
kend.
Een kolonne onder luit.-kol. Van Heutsz
marcheert over Ateuh, terwijl de tweede
kolonne, onder luit.-kol. Bisschoff van
Heemskerk over Biloel gaat en dus uit
het Westen aanvalt.
Waar het in het telegram bedoelde
Ateuh ligt, is ons niet duidelyk.
Op de kaart komt een streek van dien
naam voor, en wel in de XXVI Moekims.
Maar zulk een omweg zal men de troe
pen wel niet laten maken. Er schijnt
dus nog een tweede Ateuh te bestaan.
Uit Borger meldt meri ons:
Onder de plekken, die in deze gemeente
de meeste overblijfselen der oudheid ver-
toonen. is de marke van Buinen he
kend.
Behalve de groote hoeveelheden kien-
hout, die hier jaarlijks uit het veen ge
dolven worden, vindt men in dat veen
andere overblijfsels van groote natuur-
wouden, die hier vroeger geweest zijn.
Bij het graven in dat veen worden tel
kens nog gave hazelnoten, dennenkegels
en andere plantaardige overblijfselen ge
vonden.
De esch (korenveld), die geheel door
gewerkt is om er de keisteenen diep uit
den grond te halen, leverde tal van ur
nen die voor 't grootste deel vermolmd
waren en bij aanraking uiteenvielen.
Steenen beitels en hamers levert het veld
in den laatsten tijd telkens op, terwijl in
deze eeuw leeds vijf malen oude munten
te Buinen gevonden werden.
Het heideveld, tusschen Buinen, Ees en
Eksloo gelegen, heeft voorts nog een drie
tal merkwaardige kommen, alhier «dob
ben* genoemd, die het volk voor oud-
Romeinsche legerplaatsen houdt, ook al
hebben onderzoekingen geen enkel bewijs
voor deze meening aangevoerd. Deze
kommen, waarvan de oppervlakte 1U0 tot
150 M. in diameter is, bij een diepte van
15 tot 20 M. beneden den beganen grond,
trekken nog menig bezoeker.
Ontgravingen van kleine heuveltjes
brachten aan het licht, dat hier werke
lijk overblijfselen van begraafplaatsen
aanwezig zijn. Een en ander maakt deze
streken als een «land der oudheden* zeei
merkwaardig.
Per Staatsspoor werd Maandag mor
gen het stoffelijk overschot van jhr. V.
A. de Penters, adjudant in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin en kolonel
commandant van het 3e regiment veld
artillerie, van Arnhem r.aar Utrecht
overgebracht, om op de algemeene be
graafplaats aldaar in den familiegrafkel
der te worden bijgezet.
In het U. D. lezen wij betreffende deze
plechtigheid o. m. hel volgende:
Op de lykkist waren een palmtak en
vier kransen riedergelegd, waaronder één
van «de officieren van het 3e regiment
veld-artillerie aan hun regimentscomman
dant*, één var. de officieren van het corps
rijdende artillerie en één van generaal
K. van der Heijden.
Achter de lijkwagen volgden deputaties
van de onderofficieren en minderen van
het 3e reg. veld-art. en het corps rijdende
artillerie.
Het eerste volgrijtuig was een hofrij-
tuig, waarin gezeten was jhr. C. L. van
Suchtelen van de Haare, le luit.-ordon-
nance-officier, vertegenwoordiger van H.
M. de koningin. In de zeven daarop
volgende rijtuigen volgden de familie-leden
en verschillende hooggeplaatste personen,
waaronder mr. Berger van Hengst, lid
van Gedep. Staten, en baron De Watte-
ville, oudsecretaris dezer gemeente; voorts
vele hoofd- en subalterne officieren der
artillerie uit Arnhem.
Eene breede schare belangstellenden,
waaronder tal van officieren uit deze
gemeente, Breda, Roermond, Bergen op
Zoom en Arnhem, wachtte den stoet aan
de begraafplaats op.
Aan de groeve werd het woord gevoerd
door den gep. generaal Egter van Wisse-
kerke en den majoor der veld-artillerie
J. F. A. des Tombe, van Arnhem.
Jhr. de Pesters, le Utrecht, een oom
van den overledene, dankte uil naam van
de weduwe en hare dochter, in de eerste
plaats jhr. Suchtelen van de Haare, ver
tegenwoordiger van H. M. de Koningin
voor de eer, vervolgens de sprekers en
verder alle officieren en vrienden.
Men kan gerust zeggen aldus be
weert de «Volksstem* dat uit het ver
zetten van de klok voor geen sterveling
stoffelijk of geestelijk voordeel voortvloeit.
Wanneer ieder weet, dat de klok een
half uur miswijst, zal ook ieder dat half
uur er hij denken. De winkel, die tot
dusver om tien uur sloot, zal tot half
elf openblijven, de school welke om half
negen begon, zal daD om negen uur aan
vangen Dat men in Nederland den
Berlijnschen tijd in plaats van den Am-
sterdamsche zal moeten volgen, waartoe
dient het? Wat kan ons verleiden de zon
zelfs te bedriegen, om toch maar al
vast naar den tijd één met Duitschland
te mogen zijn?
Inlusschen valt hieruit te leeren, welk
een groot verschil het maakt, wie iets
verlangt
Het Nederlandsche volk heeft wel tien
tallen van wetten en wetswijzigingen te
vragen, en daarom ook gevraagd, jaar in
jaar uit; wetten en wetswijzigingen van
het meeste gewicht voor het ongeluk van
velen. Doch alle aandrang bleef tever
geefs. Nauvelijks echter hebben een
paar spoorwegmaatschappijen er een
denkbeeldig belang by, dat de Amster-
damsche tijd voor den Midden-Europee-
schen worde prysgegeven, of een minis
terie slaat gereed, om aan zulk een
verzoek te voldoen. Als zulke hooge
lichamen spreken, zal men niet alleen
de klok verzetten, maar jaagt desnoods
dagelijks tien minuten van deze onze
aarde naar de maan.
Wat is regeeren toch een grappig werk!
De Engelschen maken in Soedan geen
buitengewoon groote vorderingen: maar
zij voideren toch. En niet tevreden met
het aantal troepen, dat in Egypte zelf
aanwezig was, heeft de legeering een aan
tal manschappen uit Indië doen komen,
die thans te Soeakim staan. Daar bevin
den zich tegenwoordig 3723 soldaten,
voorzien van 821 paarden en 168 muil
ezels, en in het bezit van proviand voor
den tjjd van drie maanden. Eerstdaags
wordt daar ook artillerie verwacht. Men
heeft aldus in Soeakim louter een En-
gelsche bezetting. Want tusschen al die
55)
«Wat hebt gjj eD uwe zuster vreemde
namen!* merkt hij op. «Ik wilde wel
dat gij mij hun oorsprong wildet mede-
deelenl*
«De mijne is zeer eenvoudig. Men
doopte mij Harriet, een vreeselijke naam,
vindt gij niet? en Mama noemde my
altijd Riette.*
«Riette,* herhaalde Lord Ryvendale:
«het is een lieve naam. En die uwer
zuster? is zij ook eene verkorting?*
«O neen! zij werd genaamd naar een
Saksische Heilige. Mama heette ook
Oeyth. Haar peetoom was Lord Roch
dale, die eene fraaie, oude buitenplaats,
St. Osyth Priory, bezat, een der oudste
landgoederen in Engeland, geloof ik.<
«En ik veronderstel,* werpt Alsager
op, «dat er eene legende van de heilige
aan verbonden is?»
«Ja zoudt gij haar willen vernemen?»
«Volgaarne,* antwoordt hjj. Hjj is
begonnen iets zachts en liefs in den
naam te vinden, sedert hij in verband
stond met al zijn gedachten aan «de
schoone heilige.*
«Eens op een keer,* zoo vangt Riette
plechtig aan, maar zjj houdt op.
«Ik zal het boek gaan halen,* zegt zij
opstaande.
«Neen, neen,* smeekt Alsager. «Ik
zoude het u veel liever willen hooreD
vertellen.*
Maar het kleine meisje schudt het
hoofd.
«Neen! Ik zoude afbreken en de gapin
gen mei «en toen, en toen,* aanvullen,
zooals papa zegt dat ik altijd doe. Ik
zal geen minuut wegblijven,* en zij vlucht
weg naar het huis.
«Het is een aardig, klein diog. Welke
fraaie handen en voeten 1 verleden keer
vond ik haar lang zoo mooi niet,* denkt
Alsager.
Thans komt Riette teruggesneld.
«Daarl* spreekt zy, hem het boek
overhandigende: «gij kunt het zelf lezen.*
«Ik zoude het liever van u hooren,*
geeft hij ten antwoordt, en zijn oogen
hebben denzelfden invloed op Riette, dien
zy op de meeste vrouwen hebben, zij
doet wat zij van haar vragen.
»OI« merkt zy op als zy de plaats
gevonden beeft, «het begint niet met.
«Eens op een keer,* nu ik het wel zie.
Ik dacht toch dat het zoo was.*
>>Eens op een keer,* is een prachtig
begin, al is het ook misschien wat afge
zaagd,* antwoordt Alsager lachend.
Riette beproeft het zware, oude boek
deel gemakkelijk vast te houden. Zij
ondersteunt het met de eene knie over
de andere gekruist, en klemt het met
haar kleine handen. Er hangt een klein
voetje af en biedt aan Lord Ryvendale's
dankbaren blik hetzelfde schouwspel, dat
Charlie verrukte en Otto ergerde. Riette
is volkomen onbewust van het genoegen,
dat zij zonder bedoeling verschaft.
«Houdt gij van den naam van Osyth
vraagt zij, haar toehoorder over het boek
heen aankijkende.
«Ik vind hem bekoorlijk,* antwoordt
hij met vuur, ofschoon hij waarschijnlijk,
ware de vraag hem een dag meer dan
veertien dagen geleden gedaan, geant
woord zoude hebben:
«Neen, hjj is uitheemsch en onbetee-
kenend.*
Riette begint met hare kinderlijke,
welluidende stem.
«St. Osyth was de dochter van Koning
Frithwald en Koningin Wilburga, doch
ter van den Koning van Mercia. Zij
werd opgevoed door St. Modwen, die
haar later aan de zorgen van St. Edith
vertrouwde. Eens werd zij door St. Edith
gezonden om een boek over te brengen
aan St. Modwen, en daar de wind zeer
hevig was, toen zij de houten brug over
ging, werd zij in de rivier geworpen en
door den stroom medegevoerd. Daar de
Heilige Edith in den droom door een
engel gewaarschuwd werd, van hetgeen
haar was overkomen, begaf deze zich in
groote ontzetting tot St. Modwen en
bleven beiden langen lijd in gebed ver
zonken. Daarop stond St. Modwen van
den grond op en riep diiemaal opluiden
toon: «Osyth I Osyth I Osyth I in den
naam der Heilige en onverdeelde Drie-
eenheid, sta op uit de rivier en kom be
houden en wel te voorschijn I* De Heilige
maagd had nog niet geëindigd, toen het
meisje reeds ongedeerd uit de rivier kwam,
met het boek in de hand en driemaal
roepende. «Hier ben ik, o maagdI* Met
groote vreugde gaf St. Modwen haar aan
St. Edith terug. Eenigen tjjd daarna
keerde Osyth lot haar ouders terug en
nam dageljjkB toe in alle bekoorlijkheden
en deugden, zij werd tegen haar wensch
verloofd met Koning Sigbere; want zjj
wenschle de geloften van eeuwigduren-
den maagdelijken staat af te leggen. Ze
moest echter den Koning huwen, maar
terstond na de plechtigheid waarschuwde
men Sighere dat een hert van bijzondere
schoonheid voor het paleis heen en weder
liep, en hij ging dadelijk naar builen en
nam ijverig deel aan de jacht. Zijne
Koningin, die zich gevoelde als iemand,
die aan eene schipbreuk is ontkomen,
dankte Christus als haar redder, en riep
zonder uitstel de bisschoppen der Oost-
Saksers op. Zjj verklaarde hun haar ver
langen om non te worden, en aan haar
wensch toegevende, deden zjj haar een
geestelijk gewaad om. Toen de Koning
van de jacht terugkeerde, haastte hij
zich de Koningin te bezoeken, en was
diep teleurgesteld, toen hij bespeurde wat
zij gedaan had.
«Kwam het niet juist te pas?* roept
Riette, terwyl zij haar verhaal afbreekt
en Alsager in het gelaat ziet.
«Zeker,* antwoordt hjj. «Toch geloof
ik niet dat het een zeer gelukkig paar
ware geworden, daar de bruidegom ter
stond op de hertenjacht ging en de bruid
den Christus dankte dat zjj van hem
verlost was.*
«Maar ziet gij niet,* beweert Riette:
«zij wilde hem niet trouwen, en hij wilde
met haar huwen, dus was het afschuwe-